Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 11 december 2002 over prijsstijgingen door de euro.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter. Ik denk dat het zojuist de kortste behandeling van de najaarsnota ooit is geweest, althans voor zover ik die heb meegemaakt.

De voorzitter:

Dank u.

Mevrouw Giskes (D66):

In het algemeen overleg dat wij onlangs voerden over de gevolgen van de introductie van de euro en dat vooral gericht was op de horeca, heeft D66 haar verbazing erover uitgesproken dat ondanks de vele hooggeleerde ondersteuners bij zowel het ministerie van Financiën als bij De Nederlandsche Bank, de regering kennelijk niet heeft voorzien of niet heeft willen voorspellen dat een operatie als de introductie van de euro het risico geeft van prijsopdrijvende effecten. Het is niet iets waar je op uit bent, maar het is wel een gevolg waar je rekening mee zou kunnen houden en waar je dus ook de Nederlandse bevolking voor had kunnen waarschuwen en daardoor misschien ook iets meer behoeden voor de gevolgen die nu toch links en rechts aan den lijve worden ondervonden. Ik heb het dan niet specifiek over de horeca, want die vormt natuurlijk niet onze eerste levensbehoefte, maar de indruk is dat er over de hele linie effecten zijn geweest. Inmiddels wordt dat ook niet meer ontkend en wordt geconstateerd dat de introductie van de euro toch wel degelijk een geringe invloed op de inflatie heeft gehad. Vandaag hoorde ik dat er op verschillende plekken kerstbomen worden verkocht voor dezelfde prijs in euro's als vorig jaar in guldens. Dat is toch niet de bedoeling geweest. Vandaar dat wij en een aantal anderen in de Kamer er behoefte aan hebben de volgende motie in te dienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer voorafgaand aan de overgang op de euro een- en andermaal heeft gevraagd naar het risico van prijsopdrijving als gevolg van die overgang;

overwegende dat van de zijde van de regering daarop louter geruststellende antwoorden zijn gekomen, onder andere onder verwijzing naar afspraken met vertegenwoordigers van ondernemend Nederland;

betreurt te moeten constateren dat wel degelijk sprake is geweest van prijsopdrijving als gevolg van de introductie van de euro;

roept de regering op, al het mogelijke te doen om verdere prijsverhogingen tegen te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Giskes, Vendrik, Crone, Gerkens en Teeven.

Zij krijgt nr. 72(25107).

De heer Van Beek (VVD):

Hebt u zelf ideeën over wat de regering zou moeten doen? Ik heb wel een idee. De regering zou bijvoorbeeld de regulerende energiebelasting kunnen afschaffen. Dat helpt om de inflatie te doen verminderen. Ik neem evenwel aan dat u daartegen andere bezwaren hebt.

Mevrouw Giskes (D66):

U hebt het over de inflatie in het algemeen. Ik heb het alleen over de 0,6% die puur het gevolg schijnt te zijn van de introductie van de euro. Dat is niet door mij bedacht, maar door het CPB aangegeven. Ik heb het niet over al die andere zaken die de inflatie hebben bevorderd.

De heer Van Beek (VVD):

Wat vraagt u nu van het kabinet?

Mevrouw Giskes (D66):

Ik spreek iets uit. De Kamer kan ook uitspraken doen. Ik vraag het kabinet wel om mensen meer mogelijkheden te geven om zich beter bewust te zijn van de verhouding gulden-euro, want er gaat kennelijk toch iets mis in het denken van de mensen. De minister heeft zelf gemeld dat hij de vier jaar die hij in het buitenland woonde steeds aan het omrekenen is geweest, terwijl wij mensen bij het invoeren van de euro hebben gezegd: reken niet te veel om, ga meteen met die euro werken, dan komt het allemaal wel goed.

De heer Van Beek (VVD):

Ik blijf letterlijk bij uw tekst. U roept de regering op al het mogelijke te doen om verdere prijsverhogingen tegen te gaan. Wat verwacht u dan van de regering?

Mevrouw Giskes (D66):

Enerzijds verwacht ik van de regering dat zij de ondernemers houdt aan de afspraken die er zijn gemaakt voorafgaand aan de introductie. De ondernemers hebben gezegd, dat zij er van hun kant voor zouden zorgen dat de prijzen niet omhoog zouden gaan. Daaraan mag best eens worden herinnerd. Er zijn sectoren waarin de prijzen expliciet omhoog zijn gegaan, zoals de horeca en de cd-branche. Anderzijds roep ik de regering op ervoor te zorgen dat het publiek zich ervan bewust wordt dat het goed moet opletten, dat het zich niet te snel moet laten ringeloren met nieuwe prijzen en dat het kan stemmen met de voeten, zoals dat heet.

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Als deze motie wordt aangenomen, zullen heel wat mensen in Nederland een stuk gelukkiger worden door het feit dat de Tweede Kamer haar treurnis uitspreekt over de manier waarop de overgang naar de euro in dit land is verlopen! Ik vind het een motie van niks.

De heer Crone (PvdA):

Ik vind dat u dat niet kunt zeggen. Wij hebben hier continu debatten gevoerd over die prijsstijgingen. Uw voorganger, de heer Zalm, heeft altijd gezegd dat het wel zou meevallen. Als wij dan niet eens meer hier mogen erkennen dat er hier iets is gebeurd wat wij niet hadden verwacht en wat het kabinet niet had verwacht ... Burgers willen juist zien dat de Kamer het probleem erkent. Zij snappen ook wel dat wij dat niet kunnen oplossen.

Minister Hoogervorst:

Ik heb daar toch helemaal niet moeilijk over gedaan? Ik heb het erkend en ik heb het in de miljoenennota opgeschreven. Ik heb ook de conclusie van De Nederlandsche Bank erkend dat de inflatie met een volle 0,6% is gestegen als gevolg van de introductie van de euro, hoewel bij de onderzoeksmethode allerlei vraagtekens kunnen worden gezet. Maar er wordt toch helemaal niemand iets wijzer van zo'n uitspraak? Laten wij met ons allen gaan treuren over de euro. Er is geen land waar meer energie en geld zijn gestoken in de invoering van de euro dan in Nederland. Het is ongelooflijk professioneel gegaan. Dat nog steeds veel mensen problemen hebben met de euro, geloof ik graag. Dat geldt ook voor de minister van Financiën bij het ontwikkelen van een nieuw prijskader met de nieuwe munt. Deze motie helpt daar natuurlijk helemaal niks bij. Ik zal wel al het mogelijke doen om verdere prijsverhogingen tegen te gaan. Dat schiet lekker op. Het gaat heel slecht met de economie. Het CPB verwacht de komende vier jaar een prijsstijging van gemiddeld 1,5%. Dan zitten wij weer aan de lage kant. Ik vind dit echt een symboolmotie. Het spijt mij dat ik er zo op reageer, maar ik kan er niks anders van maken.

Mevrouw Giskes (D66):

Ik had ook niets anders verwacht, eerlijk gezegd, maar wat kan de Kamer anders doen? Zij heeft een en ander maal te voren gevraagd waarop zij bedacht moest zijn. Iedere keer is daarop geantwoord: er is niets aan de hand, gaat u maar rustig slapen. Dan kun je alleen nog maar achteraf iets doen.

Minister Hoogervorst:

Ik heb in het algemeen overleg gezegd dat er wel iets aan de hand is geweest, namelijk een prijsstijging van 0,6%. Die steekt echter bleek af tegen de autonome inflatie in de afgelopen drie jaar van gemiddeld 3% tot 4% per jaar. De prijsstijging is niet significant ten opzichte van die totale inflatie. In de tweede plaats is het werkelijke probleem het feit dat de mensen geen tastzin meer hebben voor prijzen. Daaraan kunnen wij maar weinig doen. Men heeft het gevoel dat dingen duurder zijn dan ze zijn, terwijl men in eerste instantie dacht dat alles goedkoper was dan het was. Aan het einde van de eerste drie maanden bleek dan dat de bankrekening leeg was. Daar helpt deze motie ook niets aan.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Tijdens het uitvoerig algemeen overleg over dit onderwerp heeft de minister toegezegd dat hij bepaalde sectoren zal laten volgen en een sector in het bijzonder. Ik vind dat hij het uiterste heeft gedaan wat mogelijk is. Ik vind ook dat deze motie hol klinkt.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om morgen na de lunchpauze over de ingediende motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 19.30 uur tot 20.45 uur geschorst.

Naar boven