Vragen van het lid Eerdmans aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het feit dat criminelen hele wijken overnemen en de overheid buitenspel zetten en hierdoor hele stukken van steden uitgroeien tot no go-areas waar de politie alleen in "overweldigende getale" durft te komen.

De heer Eerdmans (LPF):

Voorzitter. Ik wil de bewindslieden vragen of zij kennis hebben genomen van het verontrustende en alarmerende bericht in De Telegraaf van 13 december jl. waarin de heer Bovenkerk, criminoloog, stelt dat criminelen hele wijken overnemen en de overheid buitenspel zetten waardoor hele stukken van steden kunnen uitgroeien tot no-go-areas waar de politie alleen in overweldigende getale durft te komen.

Ik vraag de bewindslieden de Kamer nog deze week te informeren of het waar is wat in deze krant wordt geschreven.

In het artikel wordt gesteld dat die no-go-areas zich tot 20 wijken uitstrekken die in handen zijn van de georganiseerde misdaad. Kunnen de bewindslieden aangeven welke wijken dit zijn om verdere maatschappelijke onrust te voorkomen?

Minister Donner:

Voorzitter. Ik heb kennis genomen van het bericht in De Telegraaf en ook van het artikel waarop het bericht in De Telegraaf berust. Hieruit moet ik afleiden dat het betrekking heeft op mededelingen van professor Bovenkerk op basis van een onderzoek dat hij mede ten behoeve van het departement verricht. Dat rapport komt aan het begin van 2003 uit; ik kan op dit moment dus niet zeggen of dit bericht op waarheid berust. Ik kan alleen constateren dat het bericht in De Telegraaf berust op het andere bericht waarin de mededelingen werden gedaan. De in dat bericht naar voren gebrachte bewijsvoering is vooralsnog erg dun. Zij berust op het feit dat de politie vrij frequent invallen doet en daarbij constateert dat die zich concentreren in bepaalde wijken. In wezen berust het bewijs op het feit dat de politie wel degelijk sterk optreedt.

In het voorgaande jaar hebben de politie en het openbaar ministerie zo'n 2012 hennepplantages ontmanteld. Mede met het oog daarop is in het veiligheidsprogramma aparte aandacht besteed aan de problematiek in en de benadering van de wijken. Ik wil eerst het rapport van de heer Bovenkerk afwachten, zodat wij kunnen bekijken of er nog verdere stappen moeten worden genomen. De minister van BZK en ik zijn met een aantal grote steden reeds bezig met het ontwikkelen van de wijkgerichte aanpak. In januari gaan wij daar vermoedelijk mee verder. In het convenant dat wordt gesloten wordt apart aan de gemeenten gevraagd om daaraan aandacht te besteden. Wij nemen de berichten dus serieus; in hoeverre zij op waarheid berusten, weten wij pas in 2003.

Minister Remkes:

Voorzitter. Ik heb niets toe te voegen aan de woorden van minister Donner.

De heer Eerdmans (LPF):

Het is prima dat wij het rapport zo snel mogelijk krijgen. Het is prima dat de politie en het openbaar ministerie hieraan veel aandacht besteden. Mijn vraag blijft evenwel overeind: is er wel of niet sprake van no-go-area's in Nederland? Ik ga ervan uit dat de heer Bovenkerk zich baseert op zijn eigen onderzoek. Ik wil dan wel graag weten of hij dat op een verkeerde manier doet. Ik zou namelijk niet zo gek veel vertrouwen meer hebben in de rest van zijn onderzoek als hij de conclusie die hij in De Telegraaf trekt, moet terugnemen.

Minister Donner:

Het is altijd een kwestie van definities. De heer Bovenkerk stelt in het interview dat er no-go-area's zijn. In een aantal wijken in de grote steden is het plan van aanpak erop gericht, te voorkomen dat zij ontstaan. Voor het overige kan ik hierover geen mededelingen doen. Het is mij niet officieel bekend dat er no-go-area's zijn. Dat betekent niet dat er geen wijken zijn in onze steden waarin het moeilijker gaan is dan in andere wijken.

De heer Teeven (Leefbaar Nederland):

De heer Bovenkerk heeft nog niet zo lang geleden, tweeënhalf jaar geleden, gerapporteerd dat de georganiseerde misdaad geen voet aan de grond had gekregen in de woonwijken in de grote steden. Dat stemde ons toen tot tevredenheid. Daarom ben ik nu zo verbaasd dat de georganiseerde misdaad nu wel enigszins een voet aan de grond heeft gekregen. Hoe verklaart de minister dat?

Minister Donner:

Nu worden mij dingen gevraagd die ik niet weet. Ik constateer inderdaad een zekere wisseling in meningen. Ik moet erop wijzen dat achter het artikel van de heer Bovenkerk in het blad Highlife enkele reacties staan die daar weer op afdingen. Wat de inhoud en de substantie betreft, stel ik voor dat wij tot 2003 wachten. Wat de wijken betreft, zijn wij met de grote gemeenten al druk bezig. Wat zijn de grote probleemwijken? Welke acties worden daar ondernomen? Ook in samenhang met andere gemeentelijke instanties wordt onderzocht hoe de ontwikkeling van no-go-area's kan worden tegengegaan. Meer kan ik niet zeggen.

Naar boven