Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 4 december 2002 over de asbestproblematiek.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Op 4 december hebben wij een algemeen overleg gevoerd over een heel brede milieuwetgeving en de handhavingsproblematiek daaromtrent. Onderdeel van de discussie was het voornemen van het kabinet om de asbestinventarisatieplicht niet in te voeren. Over dit onderwerp dien ik een motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij verbouwing van en onderhoud aan gebouwen met grote regelmaat tijdens de werkzaamheden, of pas na afloop, wordt vastgesteld dat het Asbestverwijderingsbesluit en/of het Arbeidsomstandighedenbesluit zijn overtreden, doordat onbekend was dat er asbesthoudende bouwdelen aanwezig waren;

constaterende dat de regering heeft besloten de voorgenomen asbestinventarisatieplicht in niet-sloopsituaties niet in te voeren;

van mening dat hiermee gebruikers van deze gebouwen onnodig worden blootgesteld aan losgebonden asbest en asbestbevattende materialen;

voorts van mening dat de onbekendheid met de aanwezigheid van asbest in dit soort gebouwen in geval van calamiteiten een risico op besmetting inhoudt voor omwonenden en hulpverleners;

verzoekt de regering, in het kader van het voorzorgbeginsel alsnog over te gaan tot de invoering van een asbestinventarisatieplicht in niet-sloopsituaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Wit. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 80(28600 XI).

Mevrouw Vietsch (CDA):

Alvorens te slopen controleert een aannemer een gebouw op asbest, aangezien hij aansprakelijk is voor zijn mensen. Het komt voor dat aannemers dan niets constateren, doordat het asbest is weggestopt in allerlei hoeken en gaten. Hoe kan men dan asbest constateren zonder te slopen? De heer De Wit biedt geen realistische optie.

De heer De Wit (SP):

Het is jammer dat deze interessante vraag niet eerder is gesteld, maar ik geef graag nu antwoord. De motie is een voorschot op precies de situatie die mevrouw Vietsch bedoelt. Als wij in bestaande gebouwen gaan kijken waar het asbest zich bevindt, weten wij dat op het moment van eventuele sloop. Dat is het doel van de motie. Wij weten waar zich asbest bevindtDe Wit door eenvoudigweg naar het bestek te kijken. Ik kan mevrouw Vietsch aan de hand van het bestek zo aanwijzen waar het asbest zit. In oude gebouwen kan ik het ook zo aanwijzen: de leidingen zijn van asbestcement voorzien en de beschotting onder de ramen. Mevrouw Vietsch schudt nu van "nee", maar ik weet zeker dat het zich daar bevindt en hoe ouder het gebouw, hoe makkelijker het asbest is aan te wijzen.

Staatssecretaris Van Geel:

Voorzitter. In het AO heb ik na ampele afweging voorgesteld, de voorziene asbestinventarisatie niet door te zetten. De inspanningen die daarvoor nodig zijn, wegen namelijk niet op tegen de positieve gevolgen, in de zin van minder asbestslachtoffers. Het zou erg onterecht zijn geweest als ik daarmee mijn betoog zou hebben beëindigd. De kern van mijn betoog is dat wij het accent zouden willen leggen op het buitengewoon zorgvuldig inventariseren van de asbestsituatie in voorgenomen sloopsituaties. De schaarse middelen moeten daarvoor worden aangewend. In de notitie die in het AO aan de orde was, heb ik aangegeven dat wij daarin een aanzienlijke verbetering tot stand willen brengen. Als er voornemens zijn om te slopen, moet een goede inventarisatie worden gemaakt, en wel door gecertificeerde bedrijven. In het kader van de allokatie van de schaarse middelen gaat bij ons veruit de voorkeur uit naar investeren in de voorgenomen sloopsituatie, en niet naar een algemene inventarisatie.

Ik ontraad dan ook het aannemen van deze motie. Een verbetering van de inventarisatie in voorgenomen sloopsituaties heeft namelijk veel meer effect en rendement als het gaat om het vermijden van asbestdoden dan een algemene generieke inventarisatie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen na de lunchpauze over deze motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven