Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend tijdens de behandeling van de begroting van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te weten:

- de motie-Hermann/Augusteijn-Esser over vangst- en dodingsmethoden van vissen (26800 XIV, nr. 55).

(Zie vergadering van 14 december 1999.)

De voorzitter:

De motie-Hermann/Augusteijn-Esser (26800-XIV, nr. 55) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het welzijn van vissen als gevolg van vangst- en dodingsmethoden ter discussie staat;

constaterende, dat zowel nationaal als internationaal weinig onderzoek wordt gedaan naar deze problematiek;

verzoekt de regering:

  • - in Europees verband onderzoek te laten doen naar meer verantwoorde vangst- en dodingsmethoden van vissen;

  • - de Europese Commissie te verzoeken zo nodig beleid te ontwikkelen, gericht op het verbeteren van de vangst- en dodingsmethoden van vissen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Hermann en Augusteijn-Esser. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 81 (26800-XIV).

Deze gewijzigde motie is reeds rondgedeeld. Ik neem aan, dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Hermann/Augusteijn-Esser (26800-XIV, nr. 81).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het CDA, het GPV en de RPF voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven