Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2000 (26800 XII).

(Zie vergadering van 4 november 1999.)

De voorzitter:

De heer Van Gijzel trekt zijn amendement op stuk nr. 7 in.

De artikelen 1 t/m 6 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Niederer/Ravestein (stuk nr. 6, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de PvdA tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 6 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 01.01, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Niederer/Ravestein (stuk nr. 6, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 01.02 t/m 01.12 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Gijzel (stuk nr. 42, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 42 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 01.13, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Gijzel (stuk nr. 42, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Steenhoven (stuk nr. 5, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 5 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 01.14 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 01.15 t/m 01.22 worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat door de aanneming van het amendement-Niederer/Ravestein (stuk nr. 6, II) een nieuw artikel 01.23 is toegevoegd.

De artikelen 02.01 t/m 03.04 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Gijzel (stuk nr. 8, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 8 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 03.10, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Van Gijzel (stukken nrs. 8, I en II en 42, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 03.11 t/m 03.15 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Giskes (stuk nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en het CDA tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 03.18, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Giskes (stuk nr. 10), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 03.19 t/m 07.05 worden zonder stemming aangenomen.

De gewijzigde begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten, zoals die is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Gijzel (stuk nr. 42, III) wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat Agentschap KNMI, de begrotingsstaat Agentschap Rijksdienst voor Radiocommunicatie, en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven