Aan de orde is de behandeling van:

het verslag van een algemeen overleg over SUWI-onderwerpen (26448, nr. 394).

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vermeij van de Partij van de Arbeid, die dit verslag op de agenda heeft laten zetten.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Voorzitter. Dat klopt. Op 11 februari jongstleden hadden wij een overleg met de regering over SUWI-onderwerpen. Daarbij bespraken wij onder andere het jaarplan met de begroting van het UWV. Wij controleren de regering op het toezicht dat deze uitoefent op een van de grootste uitvoeringsorganisaties wat betreft uitkeringen en de hulp aan werkzoekenden bij het vinden van werk.

Het functioneren van het UWV en van het WERKbedrijf is in deze moeilijke tijden van groot belang. Vorig jaar werd alles nog in het werk gesteld om in een krappe arbeidsmarkt mensen te vinden voor banen, maar veel werkgevers zitten vandaag de dag met heel andere zorgen. Ook voor heel veel werknemers is de toekomst onzekerder geworden. Iedereen met een antwoord op deze heftige crisis is bij voorbaat al ongeloofwaardig, maar het UWV moet juist nu anticiperen op de toekomst en handelen.

Het jaarplan 2009 is in september 2008 opgesteld en hierin komen de kredietcrisis, oplopende werkloosheid en meer WW-aanvragen niet aan de orde. Dat jaarplan was op 1 december achterhaald en is dat nu des te meer. Wij roepen de minister op om nieuwe afspraken te maken met het UWV over de te halen doelstellingen. Daarom dienen wij de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de dienstverlening van UWV op sommige fronten nog te wensen overlaat, bijvoorbeeld waar het telefonische dienstverlening of tevredenheid van werkgevers betreft;

overwegende dat in tijden van kredietcrisis en oplopende werkloosheid het UWV zo goed mogelijk moet functioneren;

constaterende dat het Jaarplan 2009 van UWV en de doelstellingen daarin geen rekening houden met de crisis en de toename van onder andere 70.000 tot 80.000 extra WW-uitkeringsaanvragen in 2009;

verzoekt de regering, nieuwe afspraken te maken met UWV over de dienstverlening, de concrete doelstellingen voor de werkzoekenden en streefcijfers, en de Tweede Kamer daarover op korte termijn te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeij. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 396(26448).

Minister Donner:

Voorzitter. Ik deel geheel de visie op het belang van het functioneren van het UWV in deze tijd, laat daarover geen misverstand zijn. Het is inderdaad juist dat het jaarplan 2009 is vastgesteld op een moment dat de huidige situatie niet echt voorspelbaar of voorzienbaar was. Dat lot deelt het jaarplan met de begrotingen van verschillende departementen, waarin die melding ook niet was. Blijft dat er als gevolg van de economische crisis sprake is van een niet voorzien, sterk stijgend werkaanbod bij het UWV.

Het UWV ziet al dat de huidige economische ontwikkelingen voor de bedrijfsvoering en de dienstverlening betekenen dat de scores op een aantal prestatie-indicatoren onder druk komen te staan. Ik denk dat dit inderdaad een juiste conclusie is. Ik noem als punten die bijzondere aandacht hebben: de uitstroom vanuit de WW naar arbeid en de tijdigheid van de ontslagvergunningen.

Om de eerste nood te lenigen heb ik daarom begin dit jaar al 13 mln. extra aan het UWV toegekend.

Op basis van de meest recente CPB-ramingen zal de definitieve besluitvorming over de toekenning van extra middelen aan het UWV bij de Voorjaarsnota plaatsvinden. Afhankelijk daarvan zal het UWV in 2009 wellicht andere prioriteiten binnen de eigen bedrijfsvoering en dienstverlening stellen.

Wij maken geen aparte prestatieafspraken met het UWV WERKbedrijf te aanzien van de specifieke doelgroepen. Het is echter aan het UWV WERKbedrijf om te bepalen hoe het zijn middelen en instrumenten inzet. Dat is ook de reden waarom op korte termijn, los van de jaarplannen, de mobiliteitscentra zijn ontwikkeld in de loop van het begin van dit jaar. Het is wel zo dat het UWV de inspanningen monitort die worden verricht ten aanzien van specifieke doelgroepen. Het WERKbedrijf houdt zich met 45-plussers bezig. Ook worden bij het UWV WERKbedrijf de instroomcijfers ten aanzien van de re-integratie – WW-re-integratie en AG – geregistreerd.

Gezien de alleszins begrijpelijke wens om een beeld te hebben van de aanpassing van het UWV aan de ontwikkelingen zeg ik de Kamer toe in mei informatie te verstrekken over de uitkomsten van de inventarisatie door het UWV. Om een beeld te krijgen van het afgelopen jaar, stuur ik in mei ook de jaarverslagen 2008 van de SUWI-organisaties. Daarnaast zend ik het Meerjarenbeleidsplan UWV 2010-2014 aan de Kamer plus de meibrieven 2010 waarin de kaders worden aangegeven voor de jaarplannen. Tevens krijgt de Kamer de informatie over het verloop bij het UWV. Hopelijk is er voor mei duidelijkheid over de besluitvorming in het kader van de Voorjaarsnota over de extra bedragen die het UWV krijgt met het oog op de gestegen instroom. Op die wijze hoop ik de Kamer dus in te lichten.

Duidelijk moge zijn dat het niet zo is dat wij eerst de plannen vaststellen, maar op dit moment wordt op tal van punten de werkwijze van het UWV al aangepast aan de ontwikkelingen. Ook optimale dienstverlening en het zo spoedig mogelijk inspelen op de snel oplopende werkloosheid staan daarbij voorop. Ik zie de motie van mevrouw Vermeij als ondersteuning van het beleid en hoop daarop in mei antwoord te geven.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik dank de minister voor zijn toezeggingen. Moet ik het zo begrijpen dat wij bijvoorbeeld over de zorgen die in de Kamer leven over de uitvoering bij het UWV zoals de case load of de bereikbaarheid, in mei te horen krijgen hoe het daarmee staat en hoe de problemen, als die er zijn, opgelost gaan worden?

Minister Donner:

Zo kunt u dat begrijpen, ook in die zin dat mogelijk dat element al eerder aan de Kamer wordt meegedeeld bij de Voorjaarsnota.

De voorzitter:

Wat betekent dat voor de motie?

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik trek de motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Vermeij (26448, nr. 396) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven