Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de mosselzaadvisserij in de Waddenzee, te weten:

- de motie-Graus over vaststelling van de waarde van de mosselsector op 1 januari 2008 door een nulmeting (29675, nr. 32);

- de motie-Van der Staaij c.s. over het, indien nodig, compenseren van de financiële consequenties van ingetrokken vergunningen (29675, nr. 33);

- de motie-Snijder-Hazelhoff over het opnemen van de afwegingscriteria uit de VHR in de Natuurbeschermingswet (29675, nr. 34);

- de motie-Snijder-Hazelhoff over het heroverwegen en onderbouwen van de motivering voor vergunningverlening (29675, nr. 35);

- de motie-Snijder-Hazelhoff over onderzoek op basis waarvan de huidige financiële situatie kan worden vastgesteld (29675, nr. 36);

- de motie-Koppejan/Jacobi over gedane toezeggingen voor de toekomst van de mosselsector (29675, nr. 37);

- de motie-Ouwehand over een plan van aanpak voor een warme sanering van de mosselvisserijsector (29675, nr. 38).

(Zie vergadering van 8 april 2007.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Snijder-Hazelhoff stel ik voor, haar moties (29675, nrs. 34 en 35) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Snijder-Hazelhoff (29675, nr. 36) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door de uitspraak van de Raad van State op dit moment de mosselsector reeds wordt geconfronteerd met verlies aan inkomsten;

overwegende dat financiers terughoudend worden, ook voor het financieren van investeringen die zijn gericht op innovaties van verduurzaming van de mosselsector;

overwegende dat ook al zijn er tot nu toe geen aanwijzingen dat de gehele sector schadeloos gesteld dient te worden, er wel een noodzaak is om vast te stellen in welke financiële toestand de sector zich bevindt;

verzoekt de regering, haar medewerking te verlenen aan een door de sector uit te voeren onderzoek op basis waarvan kan worden vastgesteld wat de financiële situatie (nulmeting) thans is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Snijder-Hazelhoff en Koppejan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 39 (29675).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Graus (29675, nr. 32).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij c.s. (29675, nr. 33).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de ChristenUnie, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Snijder-Hazelhoff/Koppejan (29675, nr. 39).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en het lid Verdonk voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Koppejan/Jacobi (29675, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, D66, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (29675, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven