Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het jaarverslag 2006 van de Staten-Generaal, te weten:

- de motie-Brinkman over de eis dat minimaal 60% van de politie zichtbaar op straat aanwezig is (31031-VII, nr. 10);

- de motie-Brinkman over differentiatie naar soort overtreding of misdrijf (31031-VII, nr. 11);

- de motie-Brinkman over het voorzien van alle plaatselijke politiebureaus van een voor burgers openstaand direct telefoonnummer (31031-VII, nr. 12).

(Zie wetgevingsoverleg van 14 juni 2007.)

In stemming komt de motie-Brinkman (31031-VII, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Brinkman (31031-VII, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Brinkman (31031-VII, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven