3 Vragenuur: Vragen Bikker

Vragen van het lid Bikker aan de minister voor Medische Zorg en Sport, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het bericht "Gezondheidslobby casht jackpot in gokbranche".

De voorzitter:

Hartelijk welkom aan de minister voor Medische Zorg. Ik wil aan mevrouw Bikker vragen om haar mondelinge vraag te stellen. Die gaat over het bericht "Gezondheidslobby casht jackpot in gokbranche". De minister voor Medische Zorg vervangt de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het woord is aan mevrouw Bikker van de ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Koen heeft een goed en vrolijk leven, zou je denken. Hij heeft namelijk een vlotte babbel, een goed stel hersens en een goede baan. Maar de twintiger heeft één geheim: hij heeft een gokverslaving en een schuld van inmiddels meer dan een ton. Koen is wanhopig. Hij ziet het niet meer zitten. Op een belangrijk moment in zijn leven zou hij bijna stoppen met leven. Maar dan kiest hij voor het volgende: ik ga de strijd aan tegen de verslaving en tegen degenen, de stichtingen en de Koning TOTO's van deze wereld, die ervoor zorgen dat ik verslaafd ben geraakt. Want deze gokverslaving begon heel eenvoudig, met het invullen van eentjes en tweetjes bij TOTO.

Voorzitter. Gokken maakt levens kapot. Daarom moeten we alles op alles zetten om onze jongeren te beschermen. Dat zou je dus verwachten van Nederlandse Loterij en van gezondheidsfondsen die zich inzetten voor de strijd tegen verslaving. Maar niks daarvan. Follow the Money vertelde dit weekend het verhaal van Koen en van vele anderen. Verslavingsdeskundigen vertellen in het artikel dat bij zeker de helft van de jongeren die ze tegenwoordig binnen zien komen met een gokverslaving, die verslaving begonnen is met TOTO.

Voorzitter. Waar vroeger de Marlboro Man stoer leek en je begon met roken, lijkt het nu alsof je een koning bent als je aan TOTO begint. Maar het droevige tegendeel blijkt uit deze verhalen. We zouden verwachten dat er dan inzet komt voor een gezonde generatie 2040 en dat de gezondheidsfondsen er dan staan om daarin te investeren. Maar niks daarvan. Juist de miljoenen uit de gokbranche worden uit liefdadigheid aan deze fondsen geschonken en we zien er niks van in de agenda terug: geen aanpak van gokverslaving.

Daarom twee vragen aan deze minister. Is de minister bereid om alsnog met de gezondheidsfondsen aan de slag te gaan om gokverslaving onderdeel te maken van het mentaal preventieakkoord en van het plan gezonde generatie 2040? Ten tweede: is zij bereid om met deze organisaties het gesprek aan te gaan over de wenselijkheid van samenwerking met gokbedrijven of, beter gezegd, de onwenselijkheid daarvan?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de minister voor Medische Zorg.

Van Ark:

Voorzitter, dank u wel. Inderdaad vervang ik hier de staatssecretaris. Ik zal proberen het net zo bevlogen te doen als hij het zou doen op dit onderwerp. Mevrouw Bikker gaf bij het laatste AO aan dat zij enorm gedreven is om verslavingen tegen te gaan. Dat AO ging over drugs, maar dat geldt natuurlijk ook voor andere verslavingen.

Laat ik beginnen met te zeggen dat een spelletje leuk is. Een kansspel kan leuk zijn, maar als het een verslaving wordt, is het natuurlijk wel problematisch, ontwrichtend zelfs. Ik heb het artikel van Follow the Money ook gelezen, met daarin het verhaal van Koen. Ik ben er ook van geschrokken. Ook bij mij gingen tijdens het lezen van het artikel — dat mag mevrouw Bikker gerust weten — de wenkbrauwen wel even omhoog. Ik denk dat het ook maar goed is, zeg ik op deze plek, dat wij zulke goede onderzoeksjournalistiek hebben in Nederland. Dat herken ik ook van andere onderwerpen. Dus dank aan mevrouw Bikker voor deze vraag.

Ik denk dat het goed is om hierover een aantal zaken aan te geven. Ja, we hebben als kabinet natuurlijk beleid op preventie. De staatssecretaris heeft een Preventieakkoord, waarin een drietal prioriteiten staan. Gokverslaving valt daar niet onder, maar dat betekent niet dat daarmee helemaal niks gebeurt, zeg ik in de richting van mevrouw Bikker. Die drie prioriteiten zijn gekozen omdat zij gezamenlijk zorgen voor veel doden en veel ongeluk. Als je op die drie prioriteiten inzet, kun je de levens van veel mensen beter maken. Het Preventieakkoord wordt geëvalueerd in 2023. Dan wordt er ook gekeken of de doelen gehaald kunnen worden. Ik denk dat er bij uitstek op zo'n moment, of bijvoorbeeld aan de formatietafel, gekeken kan worden of de inzet verbreed kan worden naar andere onderwerpen.

Ik denk ook dat het goed is — mevrouw Bikker vroeg daarnaar — om het gesprek aan te gaan met een organisatie als MIND over of zij zich bewust zijn van de financieringsstromen enerzijds en van hoe zij gepercipieerd worden in hun doelstellingen anderzijds. Maar misschien is het ook goed om aan te geven dat de financieringsstromen wel divers zijn. In die zin zou ik de tweede vraag van mevrouw Bikker positief kunnen beantwoorden. Wat betreft de eerste vraag kan ik aangeven dat gokverslaving wel degelijk ook de aandacht heeft, gegeven ook de desastreuze gevolgen die het kan hebben in de levens van mensen, maar dat het ook zo is dat de thema's roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik op dit moment de drie prioriteiten zijn in het preventieprogramma.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Dank aan de minister dat zij toezegt om het gesprek aan te gaan. Stel dat een belangenvereniging van alcoholverslaafden op de website zet: koop meer bier. Dat zou iedereen belachelijk vinden maar dat is wel wat er gebeurt rondom gokverslaving. Dus ik vind het heel belangrijk dat dat gesprek in alle scherpte gevoerd wordt. Daarnaast zegt de minister duidelijk dat het Preventieakkoord over drie andere zaken gaat. Dat zijn ook belangrijke zaken en die steun ik van harte, zoals de minister weet, maar als het gaat om gokverslaving zien we nu dat er bij VWS geen beleid op kan worden geformuleerd. Misschien is dat omdat het bij Justitie zit. Het maakt mij niet uit hoe die organisatie in elkaar zit, maar ik wil dat er aan de slag wordt gegaan met gokpreventie en hoe we kunnen voorkomen dat er meer verslavingen ontstaan. Ik zou de minister willen vragen om tenminste ter voorbereiding voor die formatietafel of welke gezondheidsagenda er ook gaat volgen, ervoor te zorgen dat er voor de begroting heel duidelijk wordt wat de plannen zijn rond de aanpak van gokverslaving, en dan specifiek gericht op die gezonde jongeren. Want daar zijn we toch allemaal voor in de strijd, lijkt me zo.

Van Ark:

Dank aan mevrouw Bikker voor deze vraag. Het lijkt mij goed aan te geven dat de staatssecretaris sowieso nog een voortgangsrapportage stuurt — ik kijk even of ik het goed zeg — over het Preventieakkoord, die zal verschijnen voor het zomerreces. Dat is dan de tweede voortgangsrapportage. Dat lijkt mij bij uitstek ook een moment om met elkaar van gedachten te wisselen. In de formatie is er ook nog alle kans om allerlei onderwerpen in te brengen.

Waar het gaat om de diverse plannen die er zijn is het misschien ook goed om te zeggen dat er natuurlijk wel degelijk acties lopen. Kijk naar het kansspelbeleid van JenV dat natuurlijk het systeemverantwoordelijke departement is, waar ook de Kansspelautoriteit een rol heeft. Ik heb overigens ook de reclame gezien over Koning TOTO; ik behoor overduidelijk niet tot de doelgroep, merkte ik bij mijzelf. Ik denk wel dat het goed is dat daarop toegezien wordt, zeker ook omdat er afspraken zijn over de leeftijdsgrens qua doelgroepbenadering als het gaat om reclames. Laat het ook heel helder zijn dat het vanuit VWS gaat om de inzet op het tegengaan van problematisch gokken en kansspelverslaving. Dat zijn in ieder geval een aantal concrete punten. Verder wijs ik erop dat — en dat is bij de bestrijding van verslaving ook heel belangrijk - wij werken aan de wettelijke grondslag voor de gegevensverwerking zodat we ook een goede kwantitatieve benadering kunnen kiezen.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Deze Kamer heeft een motie aangenomen die vraagt om werk te maken van een mentaal Preventieakkoord. Dat is iets wat verdergaat dan het Preventieakkoord dat dit kabinet met veel succes heeft gerealiseerd, waar ik het ook dankbaar voor ben. We zien in coronatijd dat juist meer jongeren verslaafd raken en gevoelig zijn voor onlinegokken, waar ook de wet per 1 oktober dat nog meer mogelijk maakt. Juist in het licht van het verzoek van de Kamer om werk te maken van dat mentaal Preventieakkoord, vraag ik de minister om echt ervoor te kiezen om ook deze verslaving van jongeren in beeld te brengen en te kijken wat we daar beter in kunnen doen. Dan kunnen we kijken naar reclame en naar welke beperkingen er verder nodig zijn, zoals dat ook heel goed is gebeurd bij het Preventieakkoord onder Rutte III. Alstublieft, minister, maak daar werk van richting dat mentaal Preventieakkoord. Naar alle jongeren die nu lekker aan het genieten zijn van voetbal zou ik willen zeggen: stop met TOTO, ga lekker genieten van de sport, want dat is allemaal veel beter voor je!

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bikker. Tot slot, de minister.

Van Ark:

Het is de motie-Dik-Faber/Diertens waarnaar mevrouw Bikker verwijst en waar de staatssecretaris inderdaad mee aan de slag is. De staatssecretaris is de mogelijkheden van een akkoord aan het verkennen en heeft op dit moment ook allerlei gesprekken, bijvoorbeeld met kennisinstituten, medeoverheden, allerlei partijen uit de geestelijke gezondheidszorg en het bedrijfsleven. De staatssecretaris heeft aangegeven dit najaar over de uitkomsten van de verkenning de Tweede Kamer te informeren. Ik ben het met mevrouw Bikker eens: kijk uit bij die grens. Laat het spelletje het spelletje zijn, dan is het ook leuk en prima, maar laat het niet zo ver komen dat je het point of no return voorbijgaat.

De voorzitter:

Dank aan mevrouw Bikker voor haar mondelinge vragen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Paulusma van D66.

Mevrouw Paulusma (D66):

Dank aan mevrouw Bikker voor het refereren aan een hele goede motie. Er zijn al een heleboel vragen gesteld, maar er is één ding dat mij bezighoudt en u wellicht ook. Op de website van MIND, een organisatie die een heleboel doet voor kwetsbare mensen in onze samenleving, staat: koop een lot en steun MIND. Daar gaat bij mij een beetje het lichtje uit, want het is of het een, of het ander. Ik ben benieuwd wat u daarvan vindt.

Van Ark:

Zoals ik zei richting mevrouw Bikker, dacht ik bij het lezen van het onderzoeksartikel ook: hmm, dat is op z'n minst een gesprek waard. Dat zeg ik dan ook graag aan de Kamer toe, uit naam van de staatssecretaris. Hij zal zeker op bevlogen wijze het gesprek aan willen gaan om te kijken hoe dit precies zit.

De voorzitter:

Dan is er een interruptie van de heer Van der Staaij van de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):

De minister gaf aan dat bij haar ook de wenkbrauwen omhooggingen bij onderdelen van het verhaal van Follow the Money. Ik deel dat. Ik had ook dat gevoel. Het is toch niet gezond als geld verdienen door gokken op deze manier vermengd kan raken met juist het aanpakken van dat probleem. Mijn vraag is dus toch: als de minister kennis heeft genomen van dit verhaal, welke verdere acties wil zij dan ondernemen om hier juist een dam tegen op te werpen?

Van Ark:

Misschien moeten we even terug naar de oorsprong, want het is natuurlijk veelvuldig aan de orde geweest bij de behandeling van de Wet op de kansspelen en ook daarvoor. Het idee is dat je, als er iets gebeurt, dat reguleert, dat je er toezicht op kunt houden, dat je er regels voor kunt stellen en dat je ervoor kunt zorgen dat er met de opbrengsten iets goeds gebeurt. Dat is de achtergrond van de gedachte dat je met een loterij ook iets opbrengt, wat bijvoorbeeld naar de sport gaat, naar cultuur of naar organisaties die mensen met psychische problematiek ondersteunen. Ik denk alleen wel dat het goed is — daarom vind ik het artikel ook goed — dat er dan bepaalde vragen bloot komen te liggen waar je het met elkaar over moet hebben. Want er kan heel wel een logische verklaring voor zijn. Daarom denk ik ook dat het goed is dat dat gesprek wordt aangegaan. Zoals ik heb aangegeven, hebben we de evaluatie van het preventieakkoord, de voortgangsrapportage die deze zomer verschijnt en de uitwerking van de motie-Dik Faber/Diertens. Dat zijn drie momenten om hier dieper met de staatssecretaris op in te gaan.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde van het vragenuur gekomen. Ik wil de minister voor Medische Zorg van harte danken voor haar aanwezigheid en vervanging van de staatssecretaris. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Dan gaan we over naar de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven