4 Vragenuur: Vragen Potters

Vragen van het lid Potters aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over zorginstelling Daelzicht en vermoedens van belangenverstrengeling. 

De heer Potters (VVD):

Voorzitter. Afgelopen weekend stond in NRC het verontrustende bericht dat er sprake is van belangenverstrengeling en vriendjespolitiek bij zorginstelling Daelzicht in Heel, in Limburg. Dat is voor de VVD-fractie echt volstrekt onacceptabel. Ik heb dan ook de volgende vragen aan de staatssecretaris. Is hij bereid om een onafhankelijk onderzoek in te stellen, zoals recent in april na aandringen van onder andere de VVD-fractie ook bij Alliade is gebeurd? 

Voor de VVD-fractie is het helder: geld voor zorg moet ook echt gaan naar de zorg voor de mensen die het kwetsbaarst zijn. Dat gaan we dus niet verspillen aan de hobby's van bestuurders die een megalomaan pretpark willen bouwen. Is de staatssecretaris dat met de VVD-fractie eens? Gaat hij concreet actie ondernemen? Is de staatssecretaris het met de VVD-fractie eens dat een incident toeval kan zijn, maar dat twee incidenten die zo sterk op elkaar lijken toch misschien wel een teken zijn van een verziekte bestuurscultuur bij bepaalde instellingen in de langdurige zorg? Ik denk dat dit een ernstige vorm is waartegen wij duidelijk stelling moeten nemen. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Voorzitter. Ook ik heb kennisgenomen van het bericht in NRC dit weekend over de vermeende misstanden en de mogelijkheid van vriendjespolitiek, persoonlijke bevoordeling en onbehoorlijk bestuur. Dat is inderdaad zeer uit den boze. Het moet natuurlijk allemaal worden onderzocht, maar als het waar is wat de journalisten van NRC hebben geconstateerd, vind ik dat zeer ernstig. Een zorginstelling is er in de eerste plaats om zorg aan cliënten te bieden. Alleen de schijn van belangenverstrengeling is al ernstig genoeg om dat niet te tolereren. 

Er zullen naar aanleiding van de berichtgeving drie onderzoeken plaatsvinden. Allereerst is dat een forensisch onderzoek door een extern en onafhankelijk bureau om te bekijken wat er aan de hand is. Op het moment dat sprake zou zijn van wederrechtelijk handelen, zal dit worden doorgeleid naar de bevoegde justitiële instanties. In de tweede plaats is dat een intern governanceonderzoek, ook door een onafhankelijk onderzoeksbureau van buiten de regio, om te bekijken hoe de interne besluitvorming is gelopen. In de derde plaats is dat een onderzoek naar de interne cultuur om te bekijken of klachten die in de organisatie worden geuit, voldoende aandacht krijgen. De IGZ houdt de ontstane situatie binnen de zorginstelling ook nauwlettend in de gaten. 

De heer Potters stelde de vraag of dit een incident is of niet. Wij hebben in deze Kamer regelmatig met elkaar besproken hoe belangrijk het is om professioneel toezicht te hebben. Het is niet iets wat je er nog even bij doet met een cognacglas en bolknak in de hand. Ik denk dat dat voldoende duidelijk is geworden. Er is een aantal maatregelen gemeld in de governancebrief en in de discussie die we daarover in de Kamer hebben gevoerd. Ten eerste: de aanscherping van de governancecode. Ten tweede: de accreditatie door bestuurders zelf. Straks zijn alle bestuurders en raden van toezicht geaccrediteerd. Ten derde: ervoor zorgen dat er in het toezicht voldoende aandacht is voor de interne toezichtverhoudingen die tot een gezonde bedrijfsvoering moeten leiden. We houden dit natuurlijk scherp in de gaten. Ik ben het zeer eens met de heer Potters dat zorggeld zo veel mogelijk naar zorg hoort te gaan. 

De heer Potters (VVD):

Ik ben blij met deze toezegging en ik ben ook blij dat er een onderzoek gaat komen, maar volgens mij moeten we wel wat meer doen. Ik denk dat we de zorgbestuurders in Nederland duidelijk moeten maken dat dit echt niet acceptabel is. Ik vraag de staatssecretaris hoe we ervoor kunnen zorgen dat de beeldvorming dat dit toch meer dan een incident lijkt te zijn, omgedraaid wordt en zorgbestuurders in Nederland dit echt niet meer gaan doen. 

Ik heb nog een tweede vraag aan de staatssecretaris. We hebben het hier al vaker gehad over het instrument persoonsvolgende bekostiging. Is het niet heel belangrijk dat mensen kunnen stemmen met de voeten, zodat ze ook gewoon weg kunnen lopen van een instelling waarvan ze deel uitmaken en ze vervolgens naar een instelling kunnen gaan die zich niet aan dit soort gedrag schuldig maakt en wel zorgvuldig met zorggeld omgaat? 

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik zal mij inderdaad met de brancheorganisaties verstaan om te bekijken op welke wijze we nog meer duidelijk kunnen maken wat goed bestuur inhoudt. De brancheorganisaties hebben overigens al terecht acties ondernomen op dit punt. Ik wil benadrukken dat als men bekijkt waar de sector momenteel mee bezig is en welke positieve houding veel instellingen binnen de sector hebben, de sector zelf ook ongelofelijk zal balen van dit soort incidenten. Ik kom dat elke dag tegen. Deze incidenten laten immers een beeld zien dat niet bij de sector hoort en ook in de toekomst niet bij de sector zal passen. Ik ben dus zeer bereid om samen met de brancheorganisaties te bekijken hoe wij de goede voorbeelden en datgene wat niet mag duidelijker onder de aandacht kunnen brengen. 

Ik begrijp dat de heer Potters bij deze gelegenheid weer de vraag naar voren brengt of de persoonsvolgende bekostiging een antwoord zou kunnen zijn. Het kan een methode zijn om mensen die zorg krijgen, meer stem en meer zeggenschap te geven. Ik ben daar zeer voor. We moeten echter ook bedenken dat mensen op een gegeven moment in een instelling zitten en dat weglopen met de voeten dan niet meer zo gemakkelijk is. Maar of je nu persoonsvolgende bekostiging hebt of niet, er moet altijd goed toezicht zijn en er mag geen sprake zijn van belangenverstrengeling of vriendjespolitiek. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Potters. 

De heer Potters (VVD):

Ik heb geen vragen meer, voorzitter. 

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Keijzer nog wel een vraag heeft. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

We hebben het vandaag over Daelzicht, maar een tijdje geleden is er ook een flink aantal dingen misgegaan bij Alliade en in het Slotervaartziekenhuis. Aan de ene kant zijn deze zaken moreel verwerpelijk, maar aan de andere kant zijn ze vaak niet in strijd met de wet. Ik vraag de staatssecretaris of hij bereid is om die casussen naast elkaar te leggen om te bekijken wat de overeenstemmingen zijn en waar de Zorgbrede Governancecode, waarin we hebben opgeschreven wat je wel en niet mag doen, tekortschiet. We hebben het in de corporatiewereld veel strikter geregeld dan in de zorgwereld; om maar een voorbeeld te noemen. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Dat is soms inderdaad het geval, maar soms ook niet. Het hangt er maar net vanaf hoe je het bekijkt. Ik ben zeer bereid om dat nogmaals te bekijken. We hebben daarover natuurlijk ook uitgebreid gesproken met elkaar, ook naar aanleiding van rapporten in andere sectoren. Ik wijs bijvoorbeeld op het rapport-Halsema, waarin stond dat je een goede governancestructuur, een goede code en een goed intern toezicht moet hebben. Maar in the end — of misschien wel in het begin — gaat het om het moreel kompas van de bestuurders zelf. Wat zijn je normen en waarden als bestuurder? Waarom ben je bestuurder? Zit je er voor jezelf of zit je er voor anderen? In de discussie over de governancecode zie je dat de sector ook zelf zijn verantwoordelijkheid neemt. De sector heeft er immers ongelofelijk veel baat bij om zijn imago niet te laten verknallen door een aantal slechte gevallen. Ik denk dat het heel goed is als we met elkaar gaan praten over de vraag wat het moreel kompas nu eigenlijk betekent. In het kader van de aanscherping van de governancecode en de accreditatie die gaat plaatsvinden, is het juist goed om het bij die accreditatie ook te hebben over het moreel kompas en niet alleen over de technische vaardigheden en over de vraag of je een goede financiële toezichthouder bent, of je genoeg let op de kwaliteit en of je ervoor zorgt dat er voldoende kritisch vermogen is. Ik ben het op dit punt zeer eens met mevrouw Keijzer en we zullen het moreel kompas dan ook meenemen bij de accreditatie. 

Naar boven