3 Vragenuur: Vragen Koşer Kaya

Vragen van het lid Koşer Kaya aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat rapper Typhoon aan de kant is gezet door bevooroordeelde politie.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Etnisch profileren, deze keer overkwam het een bekende Nederlander, rapper Typhoon: zijn auto was te mooi. Hij kreeg gelijk excuses aangeboden en wij spreken erover in deze Kamer. Maar minister, krijgen al die anderen die dagelijks zonder reden worden aangehouden, ook excuses? Hoe wordt hun compensatie geboden voor het onrecht dat hun aangedaan wordt? "De politie is je beste vriend", zo luidt een bekende slogan. Voor vele Nederlanders is dat niet zo. Keer op keer krijgen zij te maken met vooroordelen. Wat Typhoon overkwam, is geen incident. Het zit bij de politie stelselmatig mis. Luister maar eens in het land naar het grote wantrouwen bij mensen met een andere afkomst. Zij hebben het gevoel dat de politie er niet voor hen maar tegen hen is. Dat is een gevaarlijk misverstand. Hoe wordt hun vertrouwen in de politie hersteld? Hoe wordt herhaling voorkomen?

De minister zal dus samen met de politie hard aan de slag moeten. Hoe dat kan? Met meer diversiteit. Help agenten om hun vooroordelen te herkennen. Dat is een eerste stap naar het voorkómen van discriminatie. Maar maak de politie ook diverser. Mijn fractie pleitte daar al eerder voor. Nog steeds gebeurt dit te weinig. Een effectieve en eerlijke politie weerspiegelt de samenleving in sekse, leeftijd en opleidingsniveau, maar ook in etnische afkomst. Minister, maak werk van diversiteit bij de politie!

Tot slot vraag ik de minister of hij dit gaat afdoen als een incident of dat hij dit grote probleem nu eindelijk serieus neemt.

Minister Van der Steur:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Koşer Kaya voor het stellen van deze vragen. Over dit onderwerp heb ik de afgelopen jaren al veelvuldig met de Kamer van gedachten gewisseld. Met name de heer Marcouch van de PvdA-fractie heeft hier stelselmatig aandacht voor gevraagd in de diverse algemene overleggen die we met elkaar voeren. Laat ik hier vooropstellen dat van de politie wordt verwacht dat zij door proactief optreden probeert om criminaliteit vroegtijdig te voorkomen en te ontmoedigen, maar we moeten daarbij voortdurend scherp blijven en vasthouden aan een zorgvuldige werkwijze. Bij de politie is geen ruimte voor etnisch profileren. Dat wordt dan ook op verschillende manieren aangepakt: training, bewustwording, verbinding en meer diversiteit bij de politie in alle geledingen. Terecht noemde mevrouw Koşer Kaya dat laatste punt. Deze elementen dragen bij aan zelfreflectie en aan het voorkómen van etnisch profileren. Daar zetten wij op in middels het programma De Kracht van het verschil.

De reactie van de betreffende agenten in Zwolle getuigt ook van deze benodigde zelfreflectie. Er heeft een gesprek met uitleg plaatsgevonden. Het is van belang dat er ook lering wordt getrokken uit deze situatie. Ook de reactie van de eenheidsleiding was mijns inziens adequaat. Er is direct met de betrokken agenten teruggekeken naar het incident en de aanleiding van de controle is bekeken. Er zijn excuses aangeboden en die zijn op hun plaats.

De aandacht voor dit onderwerp is de afgelopen jaren flink toegenomen, niet alleen door de aandacht vanuit de Kamer, maar ook door de aandacht vanuit de korpsleiding. Het heeft ook de volle aandacht van de huidige korpsleiding. Daarbij gaat het zowel om de bij de politie gewenste en door mevrouw Koşer Kaya terecht genoemde diversiteit als om het risico van etnisch profileren. In het Nationaal Actieprogramma tegen discriminatie, dat ik in januari bekend heb gemaakt, is de voortgang op de maatregelen met betrekking tot etnisch profileren beschreven. Daar verwijs ik mevrouw Koşer Kaya naar. Zij vroeg wanneer de minister eindelijk eens iets gaat doen; dat staat allemaal keurig beschreven in het programma dat wij de Kamer al in januari hebben toegestuurd. In de voortgangsbrief discriminatie zal ik de Kamer aan het eind van dit jaar wederom informeren over de volgende stappen die zijn en worden gezet om etnisch profileren te voorkomen.

Als laatste vroeg mevrouw Koşer Kaya of het stelselmatig is. Daar hebben we onderzoek naar gedaan, in Amsterdam en Den Haag. Ook de Ombudsman heeft onderzoek gedaan. Daar komt een heel helder beeld uit: etnisch profileren komt voor. Meestal is het onbewust. Heel soms is het bewust, en dat is heel erg fout. Het is echter zeker niet structureel. Het is belangrijk om dat hier ook nog eens te onderstrepen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Papier is geduldig. Ik hoor de minister veel praten. Hij zegt dat er al heel veel opgeschreven is. Het gaat echter om daden. Ik hoor nog geen structurele oplossing waar enige urgentie achter zit, terwijl al jaren geleden alle alarmbellen bij de minister hadden moeten afgaan. De hoogste politiebaas schreef toen een bijzonder verontrustend verhaal. Hij had het over een gif van uitsluiting dat zijn organisatie, de politie, binnensloop. Hij schreef over een leidinggevende die ten overstaan van vele anderen aan een collega met baard vroeg of hij aan het radicaliseren was en over een surveillant die een moslim van de straat plukt omdat die vast wel een bom zou hebben. Dan vind ik het helaas niet vreemd dat het moeilijk blijkt om vooroordelen uit te bannen en de diversiteit binnen de politie te vergroten. Deze korpschef was niet de enige die alarm sloeg. Amnesty International schreef het een paar jaar geleden ook al: etnische minderheden worden door de politie als verdachte of risico gezien.

Ondertussen leven we in 2016 en hebben we nog steeds politieagenten die discrimineren. Dat is volstrekt onacceptabel. Excuses van de minister zijn in dezen niet voldoende. Ik heb de minister die ook niet horen maken voor al degenen die met hetzelfde als Typhoon te maken hebben gekregen. Daden zijn het enige juiste antwoord. Graag hoor ik of de minister voor de zomer met een actieplan kan komen en of hij kan toezeggen dat discriminatie bij de politie wordt uitgebannen.

Minister Van der Steur:

Dat actieplan is er. Dat hoef ik dus niet te sturen. Dat heeft de Kamer al. Dat is ook onderstreept door de korpschef, die precies de opmerking heeft gemaakt die mevrouw Koşer Kaya aanhaalde. Hij deed dat niet omdat hij er geen beleid voor had, maar omdat hij oprecht vond dat het van groot belang is dat ook de hoogste leiding van de politie nog eens stevig benadrukt dat alle vormen van discriminatie en racisme binnen het korps en tussen het korps en de bevolking absoluut onacceptabel zijn. Ik denk dat dit een heel mooi voorbeeld is van wat mevrouw Koşer Kaya terecht noemde. De korpschef van de nationale politie heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en de huidige korpsleiding neemt haar verantwoordelijkheid ook.

Daarnaast wijs ik er op dat we ook wel ruimte moeten laten aan de professionaliteit van de politie. De agenten moeten altijd heel snelle beslissingen nemen onder zeer moeilijke omstandigheden. Daarvoor verdienen ze ook ruimte en respect van ons. Dit doet echter niet af aan het feit dat het staan voor diversiteit, het bestrijden van racisme binnen en buiten het korps, een van de hoogste taken van de nationale politie is. Deze taak wordt door de politie zeer serieus genomen.

Ik overweeg dan ook om Typhoon te vragen of hij bereid is om mee te werken aan de campagne die de politie voert, zodat hij in de gelegenheid is om, bijvoorbeeld door middel van een videoboodschap, als onderdeel van de opleiding het hele korps te laten ervaren hoe hij heeft beleefd wat hem is overkomen en wat zoiets met je doet. Ik denk dat dit heel illustratief kan zijn. Het is nog niet gelukt om contact met Typhoon te hebben doordat hij, zoals ik uit de media heb begrepen, bezig is met het opnemen van nieuwe muziek. Zodra dat contact tot stand komt, zal ik het hem in ieder geval vragen. Ik hoop dat hij daartoe bereid zal zijn. Ik denk dat het kan helpen om met de bekendheid van Typhoon, die ook bij de nationale politie geliefd is, dit onderwerp nog eens stevig, extra te benadrukken binnen het programma dat er al is.

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya, u hebt nog zes seconden.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Het vertrouwen in de politie bij dit soort situaties moet echt groter worden. Dat is het nu niet. Ik zou naast Typhoon dan ook al die jongeren, al die mensen met een andere achtergrond die ten onrechte zijn aangehouden, benaderen om daaraan mee te doen. Dan krijgen ook zij een gezicht.

Minister Van der Steur:

Ik dank mevrouw Koşer Kaya voor die suggestie, die ik graag meeneem in het beleid.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij die suggestie, want jij zal maar degene zijn die er steeds uit wordt gepikt, omdat je toevallig een andere kleur hebt. Dat gevoel dat je gediscrimineerd wordt, leidt er juist toe dat mensen zich afkeren van de samenleving. Bij instituties als de politie moeten we daar extra kritisch op zijn. Ik heb hier een bonnenboekje dat de politie in Engeland gebruikt. Het kost maar tien seconden om zo'n bonnetje in te vullen. Dan geven politieagenten aan wat de reden is dat iemand staande is gehouden. Daarmee zorg je er juist voor dat er zorgvuldig wordt omgegaan met de opsporingsmethode. Ik wil graag van de minister horen of hij dit ook wil gaan onderzoeken.

Minister Van der Steur:

Ik onderschrijf wat mevrouw Voortman zegt. De strekking van wat ik hier zeg, is dat het ongelofelijk belangrijk is dat alle vormen van racisme — binnen, buiten, tussen de politie en de bevolking — worden tegengegaan. Daar is beleid voor. Dat ligt vast. Dat voeren we uit. Als Typhoon daarbij kan en wil helpen, zal ik daar graag gebruik van maken. Ik ken de stopformulieren, zoals ze heten. Ik denk dat we daar heel voorzichtig mee moeten zijn. Papier is geduldig. Het gaat erom dat we de praktijk moeten uitbannen. We moeten niet een nieuwe bureaucratie oprichten om de praktijk inzichtelijk te maken, maar de vraag is of er dan wat gebeurt.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman doet ook een suggestie. Misschien kunt u daar ook op ingaan.

Minister Van der Steur:

Daar heb ik op gereageerd.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik denk dat het heel belangrijk is dat we voorkomen dat er etnisch wordt geprofileerd. Dat doe je door ervoor te zorgen dat politieagenten zich bewust worden van hun eigen gedrag. Daar kan dit bij helpen. Die politieagenten in Engeland geven aan dat zij hiermee geholpen zijn, dat zij minder gemakkelijk mensen staande houden en dat het aantal terechte staandehoudingen hetzelfde is gebleven. Dan zou het toch heel logisch zijn om een pilot in te voeren in een paar gemeenten die hiermee bezig zijn? Als u dit niet wilt, wat dan wel?

Minister Van der Steur:

Het is heel simpel. Racisme, etnisch profileren, voor zover het plaatsvindt, zit tussen de oren van de mensen. Dat zit niet in een bonnenboekje of wat je er vervolgens over opschrijft. Op dit punt hebben wij het beleid ingezet zoals het is, om ervoor te zorgen dat er een mentaliteitsverandering komt bij de politie en diversiteit wordt gerealiseerd. Daarmee kun je ook deze uitwassen uitbannen, want ze zijn er, maar niet structureel, laat ik dat nog even zeggen als compliment aan de nationale politie. Structureel is er geen sprake van etnisch profileren, maar het komt wel voor en ik wijs het af.

Mevrouw Karabulut (SP):

Het is heel mooi dat de politie excuses heeft aangeboden aan Typhoon. Het is ook heel mooi dat de minister vandaag aankondigt dat hij Typhoon gaat betrekken bij een campagne. Dat is allemaal prachtig, maar het gaat er ook om de wereld te veranderen. Het gaat er ook om om die vormen van onbewuste discriminatie, waarbij je aangehouden wordt op grond van je kleur, wat indruist tegen artikel 1 van de Grondwet, te stoppen. Een heel concrete oplossing zijn die stopformulieren, die zijn beproefd in het Verenigd Koninkrijk en Spanje. Ik begrijp niet waarom het kabinet dit weigert in te voeren.

De tweede suggestie die ik de minister wil voorleggen, …

De voorzitter:

Kort graag.

Mevrouw Karabulut (SP):

De minister zegt terecht dat diversiteit heel belangrijk is, maar dan gaat het er ook om homoseksualiteit bespreekbaar en geaccepteerd te maken binnen de politieorganisatie. Hoe kan het dat dit kabinet dan toch het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit, dat de kennis hierover verspreidde binnen de politieorganisatie …

De voorzitter:

De minister.

Mevrouw Karabulut (SP):

… wegbezuinigt?

Minister Van der Steur:

Laat ik vooropstellen dat er ook voor mensen met een andere seksuele geaardheid buitengewoon veel aandacht is bij de nationale politie. Er zijn contactpersonen werkzaam onder Roze in Blauw. De lhbt'ers zijn goed georganiseerd. Ik denk dat het heel belangrijk is dat mevrouw Karabulut dat hier onderstreept.

De heer Van Veen (VVD):

Ik denk dat het heel goed is dat de minister zegt dat er direct excuses zijn gemaakt. Ik denk dat deze ook op hun plaats zijn. Er is ook zorg richting ons politieapparaat. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de Nederlandse agenten wel het zelfvertrouwen houden om mensen staande te houden, als zij een verdachte situatie vermoeden of verwachten? Wat gaat de minister eraan doen om die politieagenten de zekerheid te geven dat dit nog steeds kan in Nederland?

Minister Van der Steur:

De VVD-fractie legt precies de vinger op de plek waar het pijn doet en kan doen. Daarom omarm ik de stopformuliergedachte ook niet meteen. Er wordt van onze politiemannen en -vrouwen verwacht dat zij op het juiste moment onder zeer moeilijke omstandigheden de juiste beslissing kunnen nemen. Bij voorkeur moeten ze dus niet wachten met het nemen van die beslissing om zich af te vragen wat een en ander kan betekenen. We moeten ons vertrouwen geven aan de individuele politieagenten dat zij een afweging kunnen maken. Daar hoort wel bij dat, wanneer die afweging achteraf fout blijkt te zijn, men bereid moet zijn om te zeggen dat dit niet had mogen gebeuren. Dat doet er niets aan af dat ik het van groot belang vind dat het programma dat we hebben, wordt uitgerold en dat we daar actief bij betrokken blijven, zoals de heer Marcouch al meermalen aan mij en mijn voorgangers heeft gevraagd.

De heer Marcouch (PvdA):

Dat klopt. We hebben hier meermalen over gesproken en dat zullen we ook blijven doen. Dit zal namelijk helaas waarschijnlijk niet de laatste keer zijn, maar dat moet wel onze ambitie zijn. Discriminatie is een misdrijf en de politie behoort misdrijven op te sporen en bij de rechter te brengen. Ze moet zich er dus niet zelf aan schuldig maken en zelfs ook niet de schijn wekken. Is de minister het met mij eens dat dit het gezag en de integriteit van de politie aantast? Is hij het met mij eens dat het daarom zo belangrijk is dat je niet alleen inzet op een campagne, trainingen et cetera, maar dat je bij elke aanvang van een politiedienst, een ochtenddienst, middagdienst of avonddienst …

De voorzitter:

En uw vraag is?

De heer Marcouch (PvdA):

… bij de briefing stilstaat … Voorzitter, ik doe een suggestie aan de minister om dit heel praktisch op te pakken.

De voorzitter:

Kort graag.

De heer Marcouch (PvdA):

Ik vraag een korte reactie van de minister op mijn suggestie van een "staandehoudingapp", waarbij mensen zelf kunnen bekijken, dus niet de politieagenten maar de mensen die zijn staande gehouden, …

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Marcouch (PvdA):

… of het terecht is dat ze zijn staande gehouden. Dan kunnen ze ook een klacht indienen als ze het gevoel hebben dat ze slachtoffer zijn van ethnic profiling.

De voorzitter:

De vragen moet echt kort zijn, evenals de antwoorden.

Minister Van der Steur:

Zoals altijd doet de heer Marcouch goede suggesties waar ik even goed over moet nadenken. Dat zal ik graag doen. In het eerstvolgende algemeen overleg naar aanleiding van de voortgangsrapportage kom ik er graag bij hem op terug.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Er wordt inderdaad heel vaak over gesproken. We hebben meerdere malen over dit onderwerp gesproken in de Kamer. Het probleem is echter dat er zo weinig gebeurt en dat het zo weinig merkbaar is in deze samenleving. Geluk bij een ongeluk is dat het Typhoon is overkomen, want als het Mohammed uit de Schilderswijk was overkomen, hadden we misschien dit debat niet gehad.

De voorzitter:

En uw vraag is?

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Mijn vraag aan de minister is: blijft hij erin volharden dat dit geen structureel karakter heeft? Zo staat het misschien in onderzoeken, maar hoe denkt hij dat Mohammed in de Schilderswijk en Fatima in de Afrikaanderwijk dit probleem ervaren? Het is structureel, minister. Wanneer gaat u stoppen met het ontkennen daarvan?

Minister Van der Steur:

Ik heb hierover twee dingen te zeggen. Ten eerste: als Mohammed uit de Schilderswijk of Fatima uit een andere wijk dit ervaren, zijn er allerlei maatregelen die zij kunnen treffen om dat onderwerp aan te kaarten. Heel eenvoudig is dat het indienen van een klacht tegen de politie. Dat gebeurt ook. Daarmee wordt serieus omgegaan. Dat is van belang omdat we vervolgens het beleid kunnen herijken aan de hand van de klachten. Ten tweede is er onderzoek naar gedaan. Ik kan alleen naar die onderzoeken verwijzen, die stelselmatig plaatsvinden. Het vindt wel plaats. Dat is de reden waarom we een actief programma hebben om dit te voorkomen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

De minister heeft het over beleid. De minister heeft het over een programma. De minister heeft het helaas niet over een daad. Ik zal het heel concreet maken.

De voorzitter:

Kort.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Vindt u dat de Zwolse politieagent in kwestie ervan af kan komen met een simpel excuus als "sorry, het zal niet meer gebeuren"? Wanneer gaat u nu een daad stellen en werk maken van politieagenten die bewust discrimineren, maar ook onbewust discrimineren en etnisch profileren? Wanneer legt u sancties op waardoor politieagenten in het land eindelijk eens een keertje het gevoel hebben dat ze dit niet meer mogen doen, omdat het onze samenleving kwetst?

Minister Van der Steur:

Ik denk dat ik heel uitgebreid heb aangegeven hoe ik hier als minister in zit, welk beleid wij voeren samen met de nationale politie en welk belang ik daaraan hecht. Volgens mij is het goed als de heer Kuzu eens kijkt wat de reactie van de heer Typhoon zelf in de media was. Hij heeft aangegeven dat het een erg aardige vent was en dat ze na afloop een goed gesprek hebben gehad. Ik denk dat dat de politieagent in kwestie, maar ook de nationale politie siert. Als er iets niet goed gaat, voeren ze een goed gesprek om het probleem uit de wereld te helpen. Ik denk dat dat passend is.

Naar boven