2 Vragenuur: Vragen Roemer

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Roemer aan de staatssecretaris van Financiën over het bericht "Nog nooit zo veel miljonairs in Nederland". 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Financiën van harte welkom, net als de aanwezigen op de publieke tribune. Ik geef het woord aan de eerste spreker, de heer Roemer. 

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. De drie rijkste mensen in Nederland bezitten samen meer dan de helft van alle Nederlanders bij elkaar bezitten. Dat moet je eens even op je laten inwerken: de drie rijkste Nederlanders bezitten meer dan wat 8 miljoen mensen bezitten. Zo ziet ongelijkheid er ongeveer uit. Een kleine elitegroep slokt alles op ten koste van een heleboel andere mensen. Dankzij dit kabinet worden die verschillen nog groter. Met dit beleid zien we enerzijds armoede onder kinderen, onder ouderen en onder werkenden toenemen en zien we anderzijds dat het aantal miljonairs in Nederland harder groeit dan ooit. De laatste vijf jaar is dat aantal gegroeid met 15.000. Dat terwijl op hetzelfde moment 1 miljoen Nederlanders de zorgkosten niet kunnen betalen, tienduizenden ouderen een deel van hun pensioen dreigen te verliezen, een half miljoen mensen een huurachterstand hebben en 421.000 kinderen moeten opgroeien onder de armoedegrens. 

De enige groep die de afgelopen jaar echt profiteert van dit kabinetsbeleid, is een kleine groep heel rijke mensen en de grote multinationals, die door belastingontwijking nauwelijks belasting betalen. Dat gaat ten koste van alle Nederlanders op wie de 50 miljard aan bezuinigingen van Rutte I en II zijn afgewenteld. De huren zijn verhoogd, het eigen risico is verhoogd en de lonen zijn al jaren te laag. Dit symboliseert de groei van de kloof in onze samenleving, met alle bijbehorende gevolgen die we dagelijks zien en die we ook dagelijks erger zien worden. 

Ik had dan ook een aantal vragen willen stellen aan de premier, want de groeiende kloof in de samenleving zou eigenlijk chefsache moeten zijn. Maar de premier wilde het beantwoorden overlaten aan de vicepremier. Die vond het blijkbaar ook niet zo belangrijk. Ik ben erg blij dat de staatssecretaris van Financiën wel de moeite neemt om naar de zaal te komen om tekst en uitleg te geven. Aan hem heb ik de volgende vragen. 

Vindt u de toenemende ongelijkheid ook een groeiend probleem? Schaamt het kabinet zich er niet voor dat meer kinderen moeten opgroeien in armoede, terwijl tegelijkertijd door het beleid het aantal miljonairs fors is gestegen? De belangrijkste vraag is: is het kabinet bereid eindelijk iets te gaan doen om de toenemende ongelijkheid te verkleinen, bijvoorbeeld door het invoeren van een eerlijke vermogenswinstbelasting en een miljonairsbelasting? 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. Het klopt dat het aantal miljonairs is toegenomen. Ik gun eerlijk gezegd zo veel mogelijk mensen dat zij tot het gilde van de miljonairs kunnen toetreden. Als we maar lang genoeg wachten, gaat dat vanzelf gebeuren, want allereerst hebben we de inflatie, waardoor er jaarlijks automatisch miljonairs bij komen en daarnaast neemt het aantal huishoudens toe en daarmee ook het aantal miljonairshuishoudens. Ook de reële vermogens nemen toe, omdat mensen meer zijn gaan sparen. We zijn gegaan van een situatie van ontsparen naar een situatie van sparen. In die tijd zijn bovendien de beurzen hersteld. Daardoor neemt het aantal miljonairs vanzelfsprekend toe. We hadden een klein dipje bij de invoering van de euro, maar daar lopen we nu weer langzaam op in. 

Is dat een probleem? Het doel van overheidsbeleid is niet het verkleinen van het aantal miljonairs. Het doel van overheidsbeleid is ook niet ervoor zorgen dat iedereen precies evenveel vermogen heeft. Het doel van overheidsbeleid, de essentie bij vermogensverschillen, is dat er geen belemmeringen mogen zijn voor sociale mobiliteit en sociale ontwikkeling. Op dat vlak doet Nederland het goed. De ginicoëfficiënt geeft aan of het wel of niet waar is dat er in Nederland een toenemende ongelijkheid is. Al acht jaar wordt er ongeveer rond dezelfde ginicoëfficiënt geslingerd. Nederland heeft dus geen significante toename van ongelijkheid gezien. 

Het kabinet vindt werk dé weg uit armoede. Dan is het goed om te zien dat er in de afgelopen zeven kwartalen al aanzienlijk meer dan 100.000 banen bij zijn gekomen. Daarbij zijn het afgelopen jaar nog de kinderbijslag en het kindgebonden budget naar boven bijgesteld. We zien dan ook in de CBS-cijfers — de heer Roemer noemde die even — dat het aantal huishoudens met een relatief laag inkomen en het aantal kinderen in armoede weer aan het dalen zijn in 2016. 

In antwoord op de laatste vraag van de heer Roemer zeg ik dat het kabinet niets voelt voor het invoeren van een miljonairsbelasting. Wel voelt het ervoor om de koopkracht aan de onderkant in de gaten te houden. De discussie over box 3 hebben wij het afgelopen jaar uitvoerig gevoerd, onder meer met de SP. De plannen daarvoor zijn volkomen helder. 

De heer Roemer (SP):

Ik denk dat een miljoen mensen thuis met stijgende verbazing luisteren naar het antwoord van de staatssecretaris van Financiën. Voor de SP is het voordeel van een groeiend aantal miljonairs dat we in ieder geval meer ophalen om armoede echt aan te pakken. Het kabinetsbeleid is er de afgelopen jaren echter met name op gericht geweest om de rijkste mensen en de grootste bedrijven steevast te subsidiëren. Alle lasten van de zware bezuinigingen van 50 miljard zijn voor het allergrootste gedeelte terechtgekomen bij de publieke sector en bij de mensen met de middeninkomens en de lagere inkomens. Denk aan het verlagen van de uitkeringen, aan de mantelzorgboete, aan het verhogen van het eigen risico, aan het versoberen van het armoedebeleid en aan alle huurverhogingen. Heel veel van dit soort maatregelen slaan neer bij mensen met kinderen of op ouderen. Met name het aantal kinderen waar ik het over had, 421.000, is gedurende deze kabinetsperiode verhoogd met 100.000. Die kinderen kunnen 's morgens niet gegarandeerd met een fatsoenlijke boterham naar school. Dit is het beleid van het kabinet van de afgelopen jaren. Dit vergroot ook de kloof in de samenleving, namelijk de kloof tussen de rijken, die rijker worden, en de armen, die armer worden. Het kan toch niet zo zijn dat de staatssecretaris en het kabinet zich daarbij neerleggen en zeggen: dat is hartstikke leuk; we blijven dat volhouden met een beetje fooi. Ik stel nogmaals mijn vraag: waarom voert het kabinet alleen al de motie van SP, D66 en GroenLinks niet uit om tot een eerlijke vermogenswinstbelasting te komen? Door die eerlijker te maken los je in één klap een groot deel van de armoedeproblematiek onder kinderen op. Daarop krijg ik graag een reactie van de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Wiebes:

De heer Roemer spreekt over een kloof en ongelijkheid. In internationaal perspectief is de ongelijkheid in Nederland, zowel wat betreft inkomen als vermogen, laag. Bovendien neemt die niet wezenlijk toe. Dat blijkt uit de langjarige reeksen van de zogeheten ginicoëfficiënten. Er is geen groeiende ongelijkheid in Nederland. Het aantal huishoudens dat kans heeft op armoede volgens de definitie van het CBS, waarin ook de 421.000 kinderen voorkomen over wie de heer Roemer spreekt — dat cijfer was overigens voor de eeuwwisseling hoger — neemt weer af. We komen nu langzaam uit de crisis. De economie herstelt zich. De weg naar koopkracht loopt via werk. We zien dat weer meer mensen werk krijgen en dat daarmee deze telling afneemt. Ik heb antwoord gegeven op de vraag van de heer Roemer. In de vermogenssfeer gaan we toe naar het belasten van de werkelijke rendementen. De SP is daar, naast een heleboel andere fracties, voorstander van. Ik ben daar druk doende mee. Komende Prinsjesdag doe ik verslag van hoe dat gaat. 

De voorzitter:

Een afsluitende vraag of opmerking, mijnheer Roemer. 

De heer Roemer (SP):

Een afsluitende opmerking, mevrouw de voorzitter. Het zijn prachtige technische praatjes van de staatssecretaris, maar de feiten spreken voor zich. Het aantal kinderen in armoede neemt toe, het armoedevraagstuk groeit, het aantal miljonairs neemt toe en de belastingontwijking bij grote bedrijven is immens. Dat is zegge en schrijve het beleid van vier, vijf, zes jaar Rutte I en II. Het is hoog tijd voor verandering, voor een sociaal beleid om hier eindelijk iets aan te kunnen doen. 

Staatssecretaris Wiebes:

Tot zover de zendtijd voor politieke partijen. Ik heb geen vraag gehoord. 

Naar boven