7 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake een parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel insolventieprocedures (33536, nr. 1).

Ik stel verder voor, de volgende stukken van de stand van de werkzaamheden af te voeren: 29398-353; 33240-XII-10; 29398-343; 29398-346; 29398-318; 33400-XII-49; 29398-335; 29398-342; 29398-351; 29398-345; 29398-347; 29398-337; 33193-5; 32813-41; 33418-5; 30872-128; 33418-3; 22343-283; 28694-95; 30872-130; 28694-94; 22343-282; 33400-A-43; 23530-97; 2013Z01395; 32623-82; 29521-202; 21501-02-1204; 29521-199; 21501-02-1216; 21501-02-1214.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Helder tot lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Vastgoed Defensie, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 6 februari, met als eerste spreker het lid Knops van het CDA;

  • - het VAO pensioenonderwerpen, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 6 februari, met als eerste spreker het lid Van Vliet van de PVV.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Er ontstond de nodige verwarring. In de commissievergadering hebben we afgesproken dat we eerst wachten op een brief van de staatssecretaris. Die zou vóór 1 maart komen. Maar daaraan werd de conclusie gekoppeld dat het VAO niet vóór het reces kan plaatsvinden, want die brief is er niet vóór het reces. In het AO hebben we dat toegegeven. Dat VAO dus alstublieft pas na die brief, dan kunnen we daar lekker op schieten.

De voorzitter:

Ik houd van zulke voorstellen. Ik ga daar heel veel rekening mee houden. Het VAO gaat wel plaatshebben, maar op een later tijdstip. Dat hoor ik wel.

Ik stel voorts toe, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO herziening LGO-besluit, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 6 februari, met als eerste spreker het lid Fritsma van de PVV. Hij roept dat ook dát na het reces mag. Het is genoteerd.

  • - het VAO rijkshuisvesting en rijksvastgoed, naar aanleiding van een algemeen overleg, gehouden op 5 februari, met als eerste spreker de heer Schouw van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een tijd geleden verzocht om een brief, naar aanleiding van de uitzending van De Slag om Nederland, over durfkapitalisten in de kinderopvang. Die brief hebben wij nog steeds niet ontvangen. Bij dezen vraag ik of we die brief snel kunnen krijgen. We willen hem graag volgende week hebben.

De voorzitter:

Wanneer volgende week?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dinsdag.

De voorzitter:

Dinsdag vóór 12.00 uur. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. De huidige regering stelt heel veel maatregelen voor in de langdurige zorg en in de thuiszorg. Wij zouden die plannen zo snel mogelijk in het nieuwe jaar krijgen. Dat werd van januari februari, en van februari maart. Wat schetst mijn verbazing? Vanochtend weet op de voorpagina van de Volkskrant een journalist te melden dat er een akkoord is tussen de koepelorganisaties en de staatssecretaris. Dat is ook inhoudelijk. Wij hebben als Kamer niets ontvangen. Het lijkt mij daarom zaak dat de staatssecretaris per ommegaande zijn akkoord aan ons stuurt, waarna wij hierover een debat voeren. Omdat ik ook weet dat we een drukke plenaire agenda hebben, mag dat wat mij betreft ook elders. Maar de informatiepositie van de Kamer is hier wel in het geding.

De voorzitter:

Als ik het goed begrijp, verzoekt u om het plan per ommegaande toegestuurd te krijgen.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan kunnen wij beslissen hoe we hiermee verdergaan. Maar wij willen hier snel over spreken.

Mevrouw Agema (PVV):

Het is schandalig dat de staatssecretaris het kennelijk al op een akkoordje heeft gegooid met de koepelorganisaties over de ontmanteling van de zorg. Wij zijn hier zeer, zeer ontdaan over. Wij willen per ommegaande de plannen naar de Kamer krijgen, dus van harte steun voor het verzoek van mevrouw Leijten.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik ben op zich wel blij dat de staatssecretaris contact zoekt met de koepelorganisaties om te spreken over dit onderwerp. Dat hebben we in het verleden wel eens anders meegemaakt. Maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat de Kamer hier helemaal buiten wordt gehouden. Dit is een van de grootste hervormingen voor de komende jaren, waarmee miljoenen mensen te maken zullen krijgen. Ik zou het op prijs stellen, zeg ik tegen mevrouw Leijten, als we daarover hier, in de plenaire vergaderzaal spreken, gezien de grote importantie van dit onderwerp. Wat mij betreft gebeurt dat zo snel mogelijk, met de stukken die daarbij horen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Steun van D66 voor het verzoek van mijn collega van de SP. Wij waren ook verbaasd dat de plannen al zo ver zijn en wij nog geen informatie daarover hebben gehad. Ik wil ook heel graag specifiek aandacht vragen voor het persoonsgebonden budget, omdat in het artikel in de Volkskrant de staatssecretaris de uitspraak doet dat hij vindt dat dit overgelaten moet worden aan de gemeenten. Die uitspraak frappeert mij omdat wij er als Kamer nog geen debat over gehad hebben. Dus graag specifiek aandacht voor het persoonsgebonden budget, want dit veroorzaakt weer heel veel onrust bij mensen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

In het debat over de regeringsverklaring is juist gezegd dat het recht op pgb behouden zou blijven. Dit bericht is dan ook inderdaad vreemd. Patiëntenorganisaties zeggen dat er helemaal geen akkoord met hen is. Dus ook steun voor het verzoek.

De heer Van 't Wout (VVD):

Voorzitter. Volgens mij heeft de staatssecretaris eerder beloofd dat we in maart een hoofdlijnenbrief krijgen waarin al deze zaken aan de orde zullen komen. Dat lijkt mij een uitstekend moment om een debat te voeren.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek dus.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Hoewel er helaas geen meerderheid is voor het verzoek, ben ik wel blij dat er brede steun voor is. Zoals de heer Slob zei, gaat het hierbij om gevolgen voor miljoenen mensen in Nederland, mensen die zorg nodig hebben en mensen die werken in de zorg. Ik vind het eerlijk gezegd niet kunnen dat er in de krant plannen worden aangekondigd die wij als volksvertegenwoordiging niet kennen. Dus ik aanvaard graag de steun om de plannen hiernaartoe te halen. Ik stel de heer Slob voor dat we bij de volgende regeling van werkzaamheden aankondigen hoe we dan verdergaan: of een plenair debat of volgende week bespreking in een algemeen overleg. Volgens mij is het in ieder geval een breed gedragen verzoek om die plannen naar de Kamer te krijgen.

De voorzitter:

Mijnheer Slob, daar kan ik aan toevoegen dat er op dit moment 23 meerderheidsdebatten en 22 dertigledendebatten op de lijst staan die nog gepland moeten worden. Met het oog op het voorstel van mevrouw Leijten om met elkaar te kijken wanneer er zo snel mogelijk over dit belangrijke onderwerp gesproken kan worden, lijkt het mij goed om, voordat u hier weer op terugkomt bij de regeling, deze feiten erbij te betrekken. Ik kan een snelle planning namelijk op geen enkele manier garanderen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik heb alleen de VVD horen zeggen dat ze het niet nodig vindt. Dus alle partijen hebben ofwel steun uitgesproken ofwel gezwegen en bij dat laatste geldt dan "wie zwijgt, stemt toe". Dus ook de PvdA staat hier van harte achter, denk ik. Eigenlijk ga ik daar volledig van uit, ook gezien het onderwerp. Dit is namelijk echt een groot onderwerp, voorzitter. Daarover moeten we als Kamer dan maar even bij elkaar gaan zitten. Die kleinere onderwerpen zijn best belangrijk, maar dit is echt hét onderwerp van de toekomst; het gaat over de toekomst van de AWBZ. Ik wil daar aandacht voor hebben, hier in deze zaal.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten deed uiteindelijk het verzoek om een brief. Daar heeft ze steun voor gekregen. Daar behoeft in feite ook geen meerderheidssteun voor te zijn. De mores in dit huis is namelijk dat het stenogram, ook al is het één lid dat er om vraagt, altijd doorgeleid wordt naar het kabinet. Omdat mevrouw Leijten u uitnodigde om naar de volgende regeling te komen, vraag ik u om in het overleg dat u straks buiten deze regeling heeft, mijn opmerking van zo-even mee te nemen. Uit mijn mond zult u niet horen dat dit onderwerp niet belangrijk is, maar u zult uit mijn mond ook niet horen dat die 23 andere debatten over onderwerpen gaan die niet belangrijk zouden zijn, want de Kamer heeft daarvan in meerderheid uitgesproken dat die debatten ook hier gehouden moeten worden omdat ze over belangrijke onderwerpen gaan.

Mevrouw Leijten u hebt nog een aantal rappels, naar ik heb begrepen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb die nog op mijn bankje laten liggen.

De voorzitter:

Dan geef ik eerst het woord aan mevrouw Agnes Mulder van het CDA en dan geef ik u straks weer het woord.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Vandaag hebben we kunnen lezen dat een aantal grote bedrijven zich ernstige zorgen maakt over het innovatiebeleid in Nederland, zelfs zozeer dat het een speciale brief heeft gestuurd naar de minister. Omdat het in ons land economisch nog niet dusdanig goed gaat dat we ons dit kunnen permitteren, pleiten wij als CDA-fractie voor een debat hierover. We vinden het belangrijk genoeg.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat over de brandbrief over innovatie.

Mevrouw Lucas (VVD):

Wij vinden dit ook een ontzettend belangrijk onderwerp. Dat is ook de reden waarom we het bij de begroting van EZ al besproken hebben. Mijn voorstel zou zijn om eerst een brief te vragen. Dan kunnen we daarna kijken of een debat nodig is.

Mevrouw Leijten (SP):

Daar sluiten wij ons bij aan. Wij zouden die brief graag ontvangen nadat de minister heeft gesproken met deze bedrijven, zodat hij kan ingaan op hun bezwaren maar ook op de discussie die naar aanleiding daarvan heeft plaatsgevonden.

De voorzitter:

U geeft dus geen steun aan het verzoek om een debat. Heb ik dat goed gehoord? U sloot zich namelijk aan bij de opmerking van mevrouw Lucas, die zei dat zij graag een brief wil en geen debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij zullen niet voor een debat gaan liggen, maar wij willen graag eerst nader geïnformeerd worden. De brief lijkt ons dus de eerste stap.

De voorzitter:

Daarover nemen wij later een besluit.

De heer Monasch (PvdA):

Wij steunen het verzoek om een brief; wij geven nu nog geen steun aan het verzoek om een debat.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek om een brief. Daarin zou misschien ook ingegaan kunnen worden op de rol en de financiering van belangrijke technische topinstituten in de komende jaren en op de constatering dat de private sector zwaar achterblijft met de investeringen in de Innovatieagenda.

De heer Verhoeven (D66):

Ook wij willen graag een brief van het kabinet, waarin wordt gereageerd op de brandbrief van de bedrijven en waarin echt wordt ingegaan op hun analyse en hun klachten.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks voor het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Mevrouw Mulder, u hebt steun voor een brief, maar niet voor een debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dan zullen we bekijken of de brief aanleiding is om opnieuw om een debat te vragen.

De voorzitter:

Ik zal dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Vorige week heb ik gevraagd om beantwoording van de vragen over de zeer royale ontslagregeling van de bestuursvoorzitter van het Erasmus MC. Die vraag is nog steeds niet beantwoord. Daar wijs ik dus graag nogmaals op. Wij hebben inmiddels nog enkele series vragen gesteld over de beantwoordingsdatum. Twee series vragen gaan onder andere over de verwevenheid van NictiZ en de Vereniging van zorgaanbieders voor zorgcommunicatie. Daarnaast gaan de vragen over de ontwikkeling bij het Integraal Kankercentrum Zuid. Wij zouden beantwoording van die vragen op prijs stellen.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Naar boven