21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1216 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2013

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 31 januari 2013.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 31 januari 2013

Zuiderburen

Syrië

De situatie in Syrië blijft zorgwekkend. Het geweld gaat door en een politieke oplossing lijkt ver weg. Tijdens een toespraak op 6 januari jl. bleek wederom dat president Assad niet bereid is tot enige vorm van constructieve dialoog. Gezien deze weigering van het Syrische regime om aan een politieke oplossing mee te werken, blijft het van belang waar mogelijk de druk op het regime op te voeren. Voor 1 maart a.s. zal een periodieke herziening van de sancties tegen Syrië plaatsvinden.

Tot op heden heeft het gewapend conflict in Syrië al aan meer dan 60.000 mensen het leven gekost. In omringende landen verblijven inmiddels circa 670.000 Syrische vluchtelingen. Binnen Syrië bevinden zich vier miljoen hulpbehoevenden, waarvan twee miljoen ontheemden. In 2012 heeft Nederland in totaal ruim 23 miljoen euro aan humanitaire hulp voor de Syrische crisis beschikbaar gesteld, zowel voor Syrische vluchtelingen in buurlanden als aan hulpbehoevenden binnen Syrië. Omdat door de felle winter de humanitaire situatie aanzienlijk verslechtert, heeft het kabinet op 11 januari jl. een extra bijdrage van 5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan UNHCR.

Vanwege de toenemende humanitaire noden en om minder afhankelijk van het Syrische regime te kunnen opereren, hebben de betrokken VN-organisaties de humanitaire crisis opgeschaald tot het hoogste niveau (III). Op 17 januari jl. kwamen de Emergency Directors van de VN en de 15 grootste donoren, waaronder Nederland, bijeen om de gevolgen hiervan te bespreken. Tevens vindt op 30 januari a.s. in Koeweit een donorconferentie plaats om meer fondsen te genereren voor humanitaire hulp voor de Syrische crisis. De Europese Commissie (ECHO) zal naar verwachting een aanzienlijke nieuwe bijdrage aankondigen.

Het kabinet meent dat de internationale gemeenschap met onverminderde inzet moet blijven zoeken naar een politieke oplossing voor het conflict en steunt in dit verband het werk van de Speciaal Gezant van de VN en de Arabische Liga Brahimi. De heer Brahimi blijft inzetten op een vredesplan op basis van het Genève communiqué van 30 juni jl. en heeft hierover op hoog niveau overleg met leden van VN Veiligheidsraad (VNVR), met de National Coalition for Syrian Revolutionary and Opposition Forces («de Coalitie») en regionale actoren. Prioriteit ligt daarnaast bij het steunen van vreedzame oppositie, het verhogen van de druk op Assad, het lenigen van humanitaire noden en het voorbereiden op de wederopbouw. Het kabinet is van mening dat de EU, onder andere in het kader van de Friends of the Syrian People, een rol heeft te vervullen in de planning voor een toekomstig wederopbouwproces en bij het ondersteunen van wederopbouwactiviteiten die nu al plaatsvinden in gebieden die niet meer onder controle van regime staan. Hierbij ziet het kabinet waar mogelijk in de post-conflict planning een coördinerende rol voor de VN weggelegd. Begin februari 2013 organiseert Nederland een internationaal seminar over watervoorziening in Syrië.

Een antwoord op het verzoek van de vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer inzake chemische wapens in Syrië zal voor het algemeen overleg met de Tweede Kamer inzake de voorbereiding van de RBZ worden verzonden (Kamerstuk 32 623, nr. 83).

Egypte

Op 15 en 22 december 2012 vond in Egypte een referendum over de nieuwe Grondwet plaats; 63,8 procent van Egyptische stemmers stemde in met nieuwe Grondwet. De opkomst was met 33 procent laag. President Morsi heeft de Grondwet na het referendum bekrachtigd, waarmee een einde kwam aan de tijdelijke uitbreiding van bevoegdheden van de president. De Senaat heeft nu de wetgevende macht. Een belangrijk deel van de oppositie (National Salvation Front) blijft weigeren de dialoog met president Morsi aan te gaan. De volgende stap in het transitieproces vormen de parlementsverkiezingen, die worden verwacht vanaf april 2013. De Senaat heeft een nieuwe kieswet ter goedkeuring voorgelegd aan het Constitutionele Hof.

Ondertussen trekt de turbulente transitie een zware wissel op de economische en financiële situatie van het land. Egypte en het IMF onderhandelen over een IMF-lening van USD 4,8 miljard. Hervormingen, onder andere ten aanzien van belastingen en grootschalige subsidies (voedsel, energie), zijn noodzakelijk, maar krijgen weinig steun onder de bevolking.

Het kabinet acht een succesvol Egyptisch transitieproces van cruciaal belang voor een betere toekomst voor Egypte, voor democratisering in de Arabische regio en voor vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten. Nederland dringt bij Egypte aan op meer inclusief bestuur, op verbetering van het respect voor de mensenrechten – in het bijzonder die van vrouwen en minderheden – en op het bereiken van overeenstemming met het IMF aangaande een IMF-lening. Het kabinet zal binnen de EU bepleiten dat de EU eensluidende boodschappen afgeeft aan Egypte. De EU dient de inzet van EU-fondsen in het licht van de verdere transitie en democratische hervormingen te blijven bezien. Het kabinet meent dat de EU bij Egypte moet blijven pleiten voor internationale waarneming van de komende parlementsverkiezingen.

Mali

Tijdens de RBZ zullen, mede in vervolg op de buitengewone RBZ van 17 januari jl., de recente ontwikkelingen in Mali worden besproken, evenals de stand van zaken van de Franse operatie en van de voorbereidingen van de EU Trainingsmissie in Mali («EUTM Mali»). De Raad voorziet medio februari te besluiten over de daadwerkelijke start van EUTM. Daarnaast zal mogelijk gesproken worden over hervatting van Europese hulp aan Mali, over de voortgang met het politieke proces en over de ontplooiing van AFISMA. Minister Timmermans zal aandacht vragen voor de recente berichten over mensenrechtenschendingen door het Malinese leger.

Het kabinet hecht aan samenhang en synergie tussen politieke, militaire en OS-inspanningen en benadrukt de noodzaak van goede inbedding van EU-initiatieven in de bredere internationale inspanningen in Mali. Het kabinet steunt de versterkte en versnelde inzet van de internationale gemeenschap in het kader van de relevante VNVR-resoluties ter ondersteuning van de constitutionele orde en ter handhaving van de territoriale integriteit van Mali.

De Malinese autoriteiten dienen hun verantwoordelijkheden te nemen ten aanzien van de bescherming van de Malinese bevolking en het vinden van een politieke oplossing. Het kabinet heeft met veel bezorgdheid kennisgenomen van berichten over executies van rebellen door het Malinese leger. De eerste reactie van de Malinese interim-regering laat zien dat deze dergelijke schendingen niet tolereert. Mede naar aanleiding van het verzoek van afgevaardigde Omtzigt van 25 januari zal het kabinet uw Kamer op korte termijn per brief uitgebreider informeren over zijn visie op deze materie.

Mede in het licht van de zorgelijke berichten is het kabinet van mening dat de EUTM Mali zo snel mogelijk van start moet gaan, met in achtneming van een zorgvuldige beoordeling van de aandachtspunten en risico’s. De trainingen, die brede aandacht zullen besteden aan het belang van het respecteren van de mensenrechten en de rechtsstaat, kunnen ertoe bijdragen dat mensenrechtenschendingen in de toekomst uitblijven. De Malinese interim-regering verdient de steun van de EU bij haar inspanningen om dit te bereiken. Het kabinet onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid van een eventuele nationale bijdrage en heeft de Tweede Kamer hierover op 18 januari jl. geïnformeerd in een zogenaamde kennisgevingsbrief.

Minister Ploumen heeft aangekondigd dat Nederland onderzoekt hoe op korte en middellange termijn met ontwikkelingssamenwerking een toegevoegde waarde kan worden geboden en zal uw Kamer daarover informeren. Hierbij zal Nederland werken aan het verder vorm geven van de geïntegreerde benadering in Mali door bij te dragen aan stabilisatie, de dialoog tussen bevolkingsgroepen en de (weder-)opbouw van democratische instituties. Het kabinet meent dat de EU, net als Nederland, de activiteiten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking waar mogelijk vooralsnog via multilaterale en niet-gouvernementele organisaties moet laten lopen. Het kabinet steunt, zoals besproken in het overleg met uw Kamer op 16 januari jl., in het bijzonder ook activiteiten van NGO’s die zich richten op het tegengaan van mensenrechtenschendingen in Mali, zoals etnisch geweld tussen noordelingen en zuiderlingen.

Somalië / Hoorn van Afrika

De RBZ bespreekt de recente ontwikkelingen in Somalië – mede met het oog op de voorbereiding van de internationale Somalië-conferentie op 7 mei a.s. in Londen en de vervolgbijeenkomst in Brussel – en de strategische inzet van de EU in de Hoorn van Afrika. Hassan Sheikh Mohamud, president van Somalië, zal deelnemen aan de lunchdiscussie.

De politieke ontwikkelingen in Somalië geven voor het eerst in 21 jaar perspectief op stabiel centraal gezag. Er is een nieuw parlement geïnstalleerd, een nieuwe president en premier zijn gekozen en het kabinet is goedgekeurd. President Hassan Sheikh Mohamud wordt niet in verband gebracht met gewapende groeperingen of corruptie. Zijn agenda lijkt vooralsnog coherent en stelt de juiste prioriteiten: opbouw van de rechtsstaat, goed bestuur, economisch herstel, verzorgen van basisvoorzieningen, vredesopbouw en bevordering van nationale eenheid door dialoog voor een «united Somalia». De invloedssfeer van Al Shabaab is het afgelopen jaar drastisch teruggedrongen. Al Shabaab is in augustus 2011 uit Mogadishu verdreven. Kismayo, het laatste grote bolwerk van Al Shabaab, kwam begin oktober 2012 in handen van de African Union Mission in Somalia (AMISOM). Ook is de piraterij voor de kust van Somalië afgenomen.

De Hoorn van Afrika heeft te kampen met een reeks samenhangende veiligheids-, humanitaire en ontwikkelingsproblemen met als belangrijkste epicentra Sudan en Somalië. Aanpak van deze problemen is van strategisch belang voor de bevordering van regionale stabiliteit, het tegengaan van piraterij, terrorisme, illegale migratie en georganiseerde criminaliteit – problemen die ook van invloed zijn op de veiligheid en stabiliteit van Europa. In 2011 stelde de EU een Strategie voor de Hoorn van Afrika op met het doel bij te dragen aan vrede en veiligheid, het ondersteunen van zwakke overheidsstructuren en staatsopbouw, en het versterken van regionale samenwerking. Deze regionale benadering heeft verder vorm gekregen door de benoeming van Speciaal Vertegenwoordiger van de EU voor de Hoorn van Afrika, de heer Rondos.

Het belang van het ondersteunen van het staatsapparaat komt onder meer tot uitdrukking in de voornemens ten aanzien van de EU Trainingsmissie voor Somalië. Hierin wordt een gefaseerde verplaatsing van Uganda naar Somalië voorzien, en zal bovendien meer nadruk worden gelegd op het opbouwen van veiligheidsstructuren (ministerie van defensie, Commandant der Strijdkrachten) en het institutionaliseren van training, om lokaal eigenaarschap en duurzaamheid te garanderen. De Raad heeft besloten de looptijd van deze missie te verlengen tot en met maart 2015. De planning van de missie wordt nu uitgewerkt, waarna de lidstaten zich zullen beraden over hun eventuele bijdragen.

Het kabinet benadrukt het belang van de opbouw van een effectief staatsapparaat en een transparant rechtssysteem in Somalië. Ook de versterking van basisvoorzieningen en het ontwikkelen van economische mogelijkheden in Somalië zijn van belang, onder meer om de oorzaken van piraterij tegen te gaan in lijn met de geïntegreerde benadering voor Somalië. Het betrekken van lokale regio’s bij het transformatieproces en de dialoog tussen Somalië en Somaliland dient tevens te worden bevorderd. Het kabinet ziet een belangrijke rol weggelegd voor Speciaal Vertegenwoordiger Rondos, in het faciliteren van het herstel van het vertrouwen en de samenwerking tussen Somalië en omringende landen.

Binnen de Strategie voor de Hoorn van Afrika moet naar de mening van het kabinet de focus blijven liggen op het bestrijden van piraterij, de stabilisatie van Somalië, de vreedzame transitie in (Zuid-)Soedan en versterking van regionale samenwerking en economische ontwikkeling. Voorts is het kabinet van mening dat de toegang tot water bijzondere aandacht verdient.

Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)

De RBZ zal kort spreken over de wijze waarop de EU kan bijdragen aan het doorbreken van de impasse in het MOVP en de manier waarop de EU ondersteuning kan bieden aan een duurzaam staakt-het-vuren tussen Israël en Gaza/Hamas. Daarnaast zal de Raad de gevolgen van de Palestijnse statusverhoging in de VN bespreken, evenals de uitslag van de verkiezingen in Israël op 22 januari jl.

Het kabinet streeft naar een eensgezinde EU-bijdrage aan bestendiging van het Gaza-bestand, bestaande uit ondersteuning bij het tegengaan van wapensmokkel en de openstelling van grenzen. De EU is over de mogelijkheden in overleg met relevante partners op dit gebied. Tegelijkertijd dient de EU eensgezind, in nauwe samenwerking binnen het Kwartet, met daarin een cruciale rol voor de VS, hervatting van rechtstreekse onderhandelingen tussen partijen te bevorderen met als doel een tweestatenoplossing overeen te komen. De Palestijnse statusverhoging in de VN mag hervatting van deze onderhandelingen niet in de weg staan.

Ten aanzien van de Israëlische verkiezingen is het voor Nederland en de EU van belang dat een nieuwe regering een stevige basis legt voor substantiële stappen in het MOVP. Beide partijen zullen de komende tijd over hun schaduw moeten heen stappen.

VS

De RBZ zal naar verwachting kort stilstaan bij de aanvang van de tweede termijn van President Obama en de effecten hiervan op het Amerikaanse buitenlands beleid en de relatie van de Verenigde Staten met Europa. Door tijdgebrek kwam dit onderwerp tijdens eerdere RBZ-bijeenkomsten niet aan de orde.

Het kabinet acht het van belang dat Nederland en Europa blijven investeren in de trans-Atlantische relatie. Naast de bestaande samenwerking is er behoefte aan een strategische dialoog met de VS over de opkomst van nieuwe machtscentra (in het bijzonder in Azië), aan een verdieping van de handelsrelatie in de vorm van een vrijhandelsakkoord en aan intensiever overleg over ontwikkelingen op het terrein van onder andere energie en grondstoffen. Een vrijhandelsakkoord is specifiek in het belang van Nederland vanwege onze nauwe economische vervlechting met de VS.

Arctisch beleid

De RBZ zal een oriënterend debat over het Arctische beleid van de EU voeren, mede op basis van de Gezamenlijke Mededeling van de Europese Commissie en HV Ashton van 26 juni 2012, getiteld: «Ontwikkeling van een EU Beleid ten opzichte van het Noordpoolgebied: vooruitgang sedert 2008 en volgende stappen».

De discussie vindt mede plaats met het oog op de ministeriële bijeenkomst van de Arctische Raad op 15 mei a.s. te Kiruna waarin ter goedkeuring het verzoek van de EU voorligt voor het officiële waarnemerschap van de Arctische Raad. Naar verwachting zal de Arctische Raad ook beslissen over de waarnemerschapsaanvragen van China, Japan, Zuid Korea, Italië, Singapore en India. Enkele leden van de Arctische Raad lijken reserves te hebben bij verlenen van het waarnemerschap aan nieuwe aanvragers. Nederland behoort tot de groep van landen met historisch de langste betrokkenheid bij het Arctisch gebied en is officieel waarnemer sinds de oprichting van de Raad in 1996.

Het kabinet acht het Hoge Noorden van blijvende strategische betekenis, zeker ook in het licht van de kansen en uitdagingen die het verder smelten van de poolkap met zich meebrengt. Omdat het Nederlandse polaire beleid en dat van de EU dicht bij elkaar liggen, ondersteunt het kabinet de bredere ambities van de Commissie en HV Ashton zoals verwoord in de eerdergenoemde mededeling, alsmede de aanvraag van waarnemerschap. Waarnemerschap doet ook recht aan de aanzienlijke inspanningen van de EU op het gebied van onder andere onderzoek en monitoring, bestrijding van klimaatverandering, duurzame ontwikkeling en maritieme veiligheid van het Arctisch gebied. In 2007–2013 heeft de EU 1,14 miljard euro ter beschikking gesteld. Nog onbeslist is hoeveel middelen de EU in 2014–2020 beschikbaar zal stellen. Het kabinet hecht eraan dat een eventuele bespreking hiervan niet vooruitloopt op de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader voor dezelfde periode, waar deze middelen onderdeel van uitmaken.

Bijdrage aan trainingsgedeelte EU-missie EUFOR Althea

Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik mede te delen dat Nederland ook in 2013, in elk geval voor de duur van het VN-mandaat tot medio november, drie militairen zal leveren aan het trainingsgedeelte van de EU-missie EUFOR Althea in Bosnië-Herzegovina. Twee van hen zijn werkzaam als adviseur bij het Bosnische leger. De derde Nederlander werkt voor het stafelement van de EU-missie. Nederland is sinds 2011 niet meer actief in het executieve deel van de missie.

Naar boven