32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020

Nr. 41 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2013

Tijdens het VAO Biobrandstoffen van 16 januari jongstleden (Handelingen II, 2012/2013, nr. 40, behandeling VAO Biobrandstoffen) heb ik u toegezegd met een schriftelijke reactie te komen op de ingediende motie van lid Van Tongeren (32813, nr. 30) betreffende het aan banden leggen van de overheidsfinanciering van grootschalige productie van biobrandstoffen uit landbouwgewassen.

Het kabinet steunt geen grootschalige productie van biobrandstoffen uit landbouwgewassen. Het kabinet vindt echter wel het verduurzamen en efficiënter maken van de productie van biobrandstoffen erg belangrijk. Het kabinet zal hierop blijven inzetten. Het voorkomen van negatieve effecten zoals verschuiving van landgebruik en concurrentie met voedselvoorziening zijn daarbij belangrijke duurzaamheidsaspecten.

Ook vindt het kabinet dat de lokale bevolking in ontwikkelingslanden een betere toegang tot energie moeten hebben. Dit kan door middel van verdere verduurzaming van de teelt van gewassen voor de productie van biobrandstoffen, waarbij in het kader van de biobased economy tevens het optimale gebruik van reststromen wordt nagestreefd. Daarom stimuleert het kabinet een aantal projecten dat gericht is op de verduurzaming van de teelt. Sommige van deze projecten in ontwikkelingslanden worden uitgevoerd met steun van het onder het ministerie van Buitenlandse Zaken vallende Fonds Duurzame Biomassa Mondiaal. Er zijn ook projecten die worden uitgevoerd in de grote biomassaproducerende landen, met steun van het onder het ministerie van Economische Zaken vallende programma Duurzame Biomassa Import. U bent eerder over deze programma’s geïnformeerd (Kamerstuk II, 2011–2012, 32 813, nr. 17).

Financiering van initiatieven die gericht zijn op verduurzaming acht ik waardevol. Veel ontwikkelingslanden zien de productie van biomassa als een mogelijkheid om de eigen economische ontwikkeling te bevorderen. Het draagt bij aan de zelfredzaamheid van ontwikkelingslanden. Hergebruik van gedegradeerde gronden en vergroten van effectiviteit en efficiëntie binnen de landbouw bieden zeker in landen met een lage bevolkingsdichtheid nog vele mogelijkheden.

Uit bovenstaande blijkt dat het kabinet wel voorstander is van de verduurzaming en het efficiënter maken van de teelt van biobrandstoffen; het kabinet steunt echter geen grootschalige productie van biobrandstoffen uit landbouwgewassen.

Daarom acht ik de motie overbodig en daarom ontraad ik hem.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven