6 Vragenuur

Vragen van het lid Agema aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat 24 uursluiers nog steeds worden gebruikt.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Stelt u het zich eens voor: u hebt een paar uur geleden een luier omgekregen. Daar zit u nu in, en bij het avondeten nog steeds. Als u later op de avond iets leuks gaat doen of voor de televisie gaat zitten, zit u nog steeds in dezelfde luier. U gaat er ook mee slapen. Morgen staat u er weer mee op en ontbijt u ermee. Rond het middaguur mag u blij zijn als u de volgende luier krijgt voor de volgende 24 uur.

Dat is onvoorstelbaar, net zoals het voorbeeld dat ik kreeg van een verpleegkundige. Zij vertelde dat een collega bij een oude dame de rok omhoog had getrokken, even had gevoeld aan de luier en had gezegd dat daar nog wel wat bij kan. Vervolgens had deze collega de rok weer omlaag gedaan. Dat is mensonterend. Daarom hebben wij ook in het gedoogakkoord laten zetten dat er een einde moet komen aan de 24 uursluiers. Drie maanden geleden vroeg ik de staatssecretaris tijdens een debat hoe het ermee stond. De 24 uursluiers zijn bij dezen afgeschaft, zei ze kordaat. Dat is mooi, maar nu krijgen we berichten van de Landelijke Organisatie Cliëntenraden en de inspectie dat ze nog steeds voorkomen. Hoe kan dat? Op welke termijn zijn de 24 uursluiers echt verleden tijd?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. Een gehandicapt iemand niet naar de wc helpen, maar 24 uur lang een luier geven, zien wij als verwaarlozing. Op 23 juni heb ik inderdaad gezegd dat ik de 24 uursluier bij dezen als verwaarlozing benoem, en dat deze in het gedoogakkoord staat als metafoor voor de kwaliteitsimpuls die we in de zorg willen bereiken. Toen heb ik ook het Meldpunt Ouderenmishandeling van de Inspectie voor de Gezondheidszorg geopend. Daar zijn 61 meldingen binnengekomen. Iedereen kan zich bij dat meldpunt melden via het telefoonnummer 088–1205050. Geen van de 61 meldingen had te maken met incontinentie of luiers. Ik ben het aantal meldingen dat binnengekomen is bij de gewone inspectie nagegaan. Dat waren er 6100, waarvan 1701 over ouderenzorg en 486 over gehandicaptenzorg. In 20 delen werd het woord "incontinentiemateriaal" of "luier" genoemd, in een bredere context van slechte zorg of slechte bejegening. Deze meldingen zijn terug te voeren op vier instellingen. Die vier zijn bezocht. Eén melding is helaas van een 24 uursluier; dat klopt. Ik wou dat ik al kon zeggen waar het op terug te voeren is. Het kan terug te voeren zijn op een medische indicatie, waarbij het gaat om een patiënt met botmetastase waardoor het draaien dermate pijnlijk is, dat er een medische indicatie is om zo min mogelijk te bewegen. Dat is een medische mogelijkheid. Als dat niet zo is, is het een kwestie van verwaarlozing. Als het een kwestie van verwaarlozing is, valt het inmiddels onder een hogere maatstaf van sancties, omdat wij gezegd hebben, als metafoor, dat wij dit absoluut niet meer willen. Dat zou iedereen zo langzamerhand mogen weten.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik vind het goed dat de staatssecretaris een 24 uursluier omschrijft als "verwaarlozing". Dat is het natuurlijk ook. Maar dat de staatssecretaris hier zegt dat het waarschijnlijk om één geval gaat, onderschrijf ik niet. In het artikel naar aanleiding waarvan ik deze mondelinge vragen stel, konden wij lezen dat het volgens de Landelijke Organisatie Cliëntenraden om tientallen voorbeelden gaat. Ook de inspectie werd met tientallen voorbeelden opgevoerd. Ik geef de staatssecretaris mee dat zij in het AO van 23 juni wel degelijk letterlijk heeft gezegd dat de 24 uursluiers bij dezen zijn afgeschaft. Een verhandeling daarover alsof dit niet zou kloppen, is onjuist. De staatssecretaris heeft het letterlijk gezegd en zo staat het ook in de Handelingen. Mijn vraag aan de staatssecretaris blijft staan. Ja, het is verwaarlozing, maar hoe gaat de staatssecretaris bewerkstelligen dat die luiers ook daadwerkelijk niet meer worden gebruikt?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Door twee extra impulsen. Inderdaad roep ik de cliëntenorganisaties op. Als zij meldingen hebben die niet bij het Meldpunt Ouderenmishandeling, de inspectie of andere organen zijn binnengekomen, moeten ze bij mij aankloppen, opdat ik volledige informatie heb. Het is best mogelijk dat zij van gevallen weten die niet gemeld zijn. Daar geldt dezelfde procedure voor. De inspectie brengt dan onmiddellijk een bezoek aan de instellingen. Wij zien die 24 uursluier niet als een fenomeen op zich, maar als een symptoom van slechte zorg. Iedere melding van een 24 uursluier is een indicatie voor een impromptu acuut onaangekondigd inspectiebezoek.

Er is een verschil met het als individu kunnen voorkomen dat er in het veld per ongeluk of expres iets verkeerd wordt gedaan. De norm is dat er, behoudens het geval dat er sprake is van een medische indicatie, geen enkel excuus meer is voor het 24 uursgebruik van incontinentiemateriaal. Het is verwaarlozing. Die norm is er en het veld kan daaraan voldoen.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik snap best dat de staatssecretaris niet in haar eentje alle verpleeg- en verzorgingshuizen af kan gaan om zelf te controleren of deze luiers nog worden gebruikt, maar een 24 uursluier is wel een heel tastbaar product. Er kan dus gecontroleerd worden of dit product nog aanwezig is. Er is dan maar een maatregel mogelijk, namelijk dat de 24 uursluier niet meer aanwezig is en niet meer wordt gebruikt.

We zijn bezig met een prachtig wetsvoorstel waarin bewoners van instellingen ook rechten krijgen, zoals gevangenen die altijd al hadden. In dit wetsvoorstel staat nu: "het tijdig wisselen van incontinentiemateriaal". Dit is al een afzwakking van het gedoogakkoord, waarin "einde aan de 24 uursluier" staat. Ik vraag de staatssecretaris om in het wetsvoorstel letterlijk op te nemen dat 24 uursluiers niet meer zijn toegestaan.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik zou dan moeten opnemen dat incontinentiemateriaal op indicatie van de wensen van de cliënt wordt gebruikt; dat doen mensen thuis ook. Als het om medische redenen geïndiceerd is om mensen niet te bewegen, wil ik wel de ruimte houden om de 24 uursluier toe te staan. Er zijn mensen met zo'n indicatie. Als ik wettelijk ga regelen dat dit niet meer mag, sluit ik een toepassingscriterium uit. Dat zou onverstandig zijn, maar met het neerleggen van de norm ben ik ervan overtuigd dat we het begrip "verwaarlozing" al hebben uitgebannen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De 24 uursluier is natuurlijk een symbool voor gebrek aan persoonlijke aandacht en slechte zorg voor mensen. De staatssecretaris heeft aan mevrouw Agema van de PVV-fractie en aan een aantal anders fracties echter de concrete belofte gedaan dat die luier niet meer zou worden gebruikt. Zowel de LOC als de inspectie geeft aan dat dit nog wel gebeurt. De staatssecretaris kan dan niet wegkomen met: ik zie het niet, ik hoor het niet, het bestaat dus niet. Ik wil graag van de staatssecretaris horen hoe zij haar belofte gaat nakomen.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik heb beloofd dat iedere vorm van gebruik van een 24 uursluier, tenzij het een medische indicatie is, gezien wordt als verwaarlozing. Wij zijn er met man en macht mee bezig om ervoor te zorgen dat dit niet kan gebeuren. Dit doen wij met diverse kwaliteitsimpulsen. De Kamer zal mij nooit, over geen enkel onderwerp, horen beloven dat de onwenselijke dingen in onze samenleving niet zullen voorkomen, want aan de randen van het menselijk gedrag zijn altijd dingen die mensen anders doen dan je zou willen. Wij kunnen daarover wel een norm afspreken en afspraken maken over wat we doen als mensen het verkeerd doen. Daarvoor zijn er wetgevers.

Mevrouw Leijten (SP):

De 24 uursluier is natuurlijk een metafoor voor slechte zorg waarbij mensen incontinent worden gemaakt zodra zij het verpleeg- of verzorgingshuis in gaan. Daar moet een einde aan worden gemaakt. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer zij daar een einde aan maakt? Als zij dat niet kan aangeven, vraag ik mevrouw Agema of zij dan blijft gedogen dat de zorgtoeslag verlaagd wordt, de premie stijgt en de zorgverzekeraars gaan bepalen waar straks orthopedische behandelingen worden gegeven. Is dat het allemaal waard als de staatssecretaris niet kan garanderen dat niemand meer incontinent wordt gemaakt in het verpleeghuis?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ik noem twee aanknopingspunten voor hoe ik ervoor zorg dat de cliënten in de instellingen menswaardige zorg ontvangen, ten eerste de Beginselenwet zorginstellingen. Op basis daarvan kunnen zij zelf aangeven welke afspraken zij met de organisatie willen maken en waar zij de organisatie aan willen houden. Dat is punt één. Ten tweede heb ik met het veld een convenant gesloten om 12.000 extra medewerkers op te leiden en te werven voor de zorg. De cliëntgerichte attitude is daar een ongelooflijk belangrijk onderdeel van. Een goede professional begint met deze vraag aan de cliënt: wat kan ik voor u doen? En aan het einde van de behandeling vraagt hij: bent u tevreden?

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ik hoor de staatssecretaris zeggen dat op medische indicatie een 24 uursluier wel gerechtvaardigd is. Ik ben 20 jaar verpleegkundige geweest, maar ik ben die medische indicatie nog niet tegengekomen. De staatssecretaris spreekt over iemand met botmetastase. Volgens mij moet de regel dan zijn dat die persoon een katheter krijgt en niet 24 uur in zijn eigen urine blijft liggen. Kan de staatssecretaris mij dus andere medische indicaties noemen waarbij dit wel gerechtvaardigd is? Ik ken die medische indicaties namelijk echt niet.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat is een zeer inhoudelijke vraag. Mevrouw Gerbrands, hoe kan ik u ervan overtuigen dat er situaties zijn waarin het bewegen van iemand, ook als hij een katheter zou hebben, zo pijnlijk is dat cliënten echt "Mag het even niet?" vragen? Dat comfort en die mogelijkheid wil ik de cliënten niet ontnemen, met name in de palliatieve zorg. Dat heeft niets te maken met politieke onwil om niet een regelrechte concrete maatregel te nemen. Het is ook jammer als je iets te duidelijk regelt, waardoor je de nuances in de zorg forceert.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording.

Naar boven