4 Vragenuur

Vragen van het lid Van Toorenburg aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over een vluchtpoging uit de jeugdgevangenis in Sassenheim.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Gisteravond, net voordat ik rustig wilde gaan slapen, keek ik nog even naar het NOS-journaal. Daar zag ik dat er een behoorlijk heftige situatie was in de jeugdinrichting Teylingereind. Als directeur van een jeugdinrichting was mijn grootste angst ooit: wat gebeurt er als er een keer de fik in gaat, terwijl al die kinderen in de instelling zitten? Ook voor deze directeur is het ongetwijfeld een enorme schok geweest dat er brand zou zijn; zo leek het immers even. Later begreep ik dat er geen brand was. De berichten zijn bijgesteld. Het zou gaan om een grote groepsopstand van mogelijk negen jongeren. Mijn eerste vraag – ik denk dat wij daarmee moeten beginnen – is: wat is hier gebeurd?

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Je zou bijna denken: als je rustig wilt gaan slapen, moet je niet naar het late NOS-journaal kijken, maar ik denk dat dit niet de constatering zal moeten zijn.

Wat is hier gebeurd? Rond 21.00 uur waren er in een woongroep in Teylingereind twee groepsleiders en negen jongeren aanwezig. Zes van deze jongeren waren net binnen in Teylingereind en waren pas een paar dagen gedetineerd; de drie andere jongeren waren al wat langer gedetineerd. Zij zijn in opstand gekomen. De groepsleiders hebben conform het protocol de leefgroep verlaten. Toen zijn de deuren en de ramen gebarricadeerd. Vervolgens is er met een waterslang gespoten op een brandmelder, waardoor het leek alsof er brandmelding was. Daarom zijn die berichten in eerste instantie naar buiten gekomen. Dat gaf namelijk aanleiding tot grootschalig optreden van de hulpdiensten, waaronder ambulance en brandweer. Men dacht aan een brand in Teylingereind.

Er is geen personeel gegijzeld. Er zijn echter wel spullen van Teylingereind vernield. Dat is dus wel gebeurd. Vervolgens is de politie ter plaatse aangekomen. Die heeft de zaak bekeken en geconstateerd dat de jongeren zich verzetten en niet mee wilden. Toen is er een politieonderhandelaar gekomen en zijn er gesprekken gevoerd. Rond middernacht hebben twee jongeren besloten om te stoppen met die onzin. Zeven andere jongeren zijn er wat langer mee doorgegaan, maar rond 00.30 uur was de situatie weer onder controle.

Er is een hoop onduidelijk, ook voor mij. Op dit moment wordt er een feitenonderzoek gedaan door de Dienst Justitiële Inrichtingen. Er heeft echter geen gijzeling plaatsgevonden en niemand heeft verwondingen opgelopen. Er is wel schade aangericht aan het meubilair. De vraag is natuurlijk of het terecht was dat deze negen jongeren bij elkaar zaten, gezien hun achtergrond, hun documentatie en al dat soort zaken. Dat wordt nu uitgezocht.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Het is goed dat wij in eerste instantie kunnen zeggen dat het lijkt alsof dit alles goed is afgelopen. Het personeel en de jeugd zijn niet gewond geraakt. Er is een geïsoleerde situatie ontstaan: het personeel heeft zich teruggetrokken.

Wij begrijpen dat er onderhandelaars bezig zijn geweest. Zijn er toezeggingen gedaan aan deze jeugdigen en zo ja, weet de staatssecretaris welke toezeggingen zijn gedaan? Graag zouden wij ook weten wat er zal gebeuren met de schade. Wij begrijpen dat er een behoorlijke schade is aan overheidsmateriaal, althans aan het materiaal van deze particuliere inrichting. Kan de staatssecretaris daar nog iets over zeggen? Wat zal er bovendien gebeuren met de jongeren die deze opstand hebben georganiseerd? Kan de staatssecretaris iets zeggen over de bevoegdheidsverdeling? Dit is een particuliere jeugdinrichting. Welke bevoegdheden heeft de staatssecretaris in dit geval?

Staatssecretaris Teeven:

Er zijn drie onderhandelaars ter plaatse geweest, maar er zijn op geen enkele wijze toezeggingen aan de jongeren gedaan. Op een gegeven moment is de situatie weer beëindigd en daarmee genormaliseerd.

Er is inderdaad aanzienlijke schade aangericht. Er is reeds aangifte gedaan tegen de betreffende jongeren voor vernieling en nog een aantal andere zaken. Dit zal verder door de politie worden uitgezocht. De schade zal in de komende week worden bepaald.

Voor de negen jongeren wordt nu bezien of zij ofwel op de leefgroep in Teylingereind uit elkaar moeten – het lijkt erop dat dit in ieder geval moet gebeuren – en men dit dus in Teylingereind kan oplossen, ofwel dat een aantal jongeren verplaatst moet worden naar andere justitiële jeugdinrichtingen. Ik word daar vrijdag over geïnformeerd en zal vervolgens een beslissing daarover nemen.

Over de bevoegdheidsverdeling kan ik zeggen dat dit inderdaad een justitiële jeugdinrichting betreft, maar wel een particuliere. In principe gaat dus de algemeen directeur van de justitiële jeugdinrichting over wat er in die inrichting gebeurt. Als de politie optreedt, gaat de lokale driehoek er uiteraard over. Gisteravond was dit het geval van ongeveer 21.00 uur tot kort voor 00.30 uur. Ik ben nu aan het bezien – dat is hetzelfde als wat er bij de tbs is gebeurd – of van de zijde van het departement ook moet kunnen worden ingegrepen met een individuele aanwijzing, als dit noodzakelijk is.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik dank de staatssecretaris voor de antwoorden. Ik heb nu een helder beeld van wat hier aan de hand is. Kan de staatssecretaris de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie uiteindelijk, als de situatie is geëvalueerd, een rapport geven? Kan hij in dat rapport specifiek ingaan op de bevoegdheidsverdeling? Wij hebben immers al te snel de neiging om directeuren van instellingen te overrulen, terwijl die uiteindelijk het beste weten wat er in de instelling speelt. Tegelijkertijd heeft de staatssecretaris natuurlijk gelijk als hij zegt dat hij ook verantwoordelijkheden heeft. Kan hij ook daarop ingaan? Kan hij in dat rapport van de evaluatie ook ingaan op het feit dat er blijkbaar twee personeelsleden waren op negen jeugdigen. Wij hebben reeds een discussie gehad over de vraag of er twee op acht of twee op tien personeelsleden moeten zijn. Over dat punt zouden wij graag ook iets vernemen van de staatssecretaris in het rapport van de evaluatie. Het is namelijk heel erg belangrijk om ervoor te zorgen dat het personeel, de jeugdigen en de samenleving veilig zijn als rechters ertoe hebben besloten dat deze kinderen moeten worden ingesloten.

Staatssecretaris Teeven:

Wij zullen het feitenonderzoek afronden. Vervolgens zullen wij bezien of er een onderzoek moet komen, hetzij door de Inspectie Jeugdzorg, hetzij door de Inspectie voor de Sanctietoepassing. Zij kunnen de zaak al dan niet samen onderzoeken. Daarover is nog geen beslissing genomen en daar loop ik dus niet op vooruit. Ik zal de Kamer echter informeren over de vragen die mevrouw Van Toorenburg heeft gesteld.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dat is prima.

Naar boven