8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, het spoeddebat over antibioticagebruik bij dieren en het RIVM-rapport van de lijst af te voeren.

Ik stel voor, het spoeddebat over gasopslag Bergermeer van de lijst af te voeren.

Op verzoek van het lid Van den Besselaar stel ik voor, zijn motie op stuk 32500-XV, nr. 74, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Lucassen (30196, nr. 133).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Bijbetaling, met als eerste spreker het lid Leijten;

  • - het VAO Klokkenluider bij het roc in Arnhem, met als eerste spreker het lid Çelik.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Karabulut tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Monasch van de Partij van de Arbeid.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben een verzoek ingediend voor een interpellatiedebat omdat vorige week tijdens een debat over de mogelijke verhoging van de huren met € 120 in alle steden van ons land is gezegd dat een rapport hierover er nog niet was. Na berichtgeving in de NRC is gebleken dat dit rapport er wel was. We hebben gisteren een brief ontvangen van de minister waarin hij zijn excuses aan de Kamer aanbiedt en waarin hij schrijft dat hij dat rapport inderdaad aan de Kamer had moeten sturen. Wij nemen op dit moment genoegen met die excuses en willen verder over de inhoud van dit rapport met de minister debatteren in een eerstkomend AO.

De voorzitter:

U trekt uw voorstel voor een interpellatiedebat dus in.

Het woord is aan mevrouw Arib, maar die zie ik even niet.

Dan is het woord aan mevrouw Karabulut, maar die zie ik ook even niet. Zij zijn zeker samen iets aan het doen.

Dan is het woord aan mevrouw Venrooy.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. Vanmiddag staan stemmingen op de agenda over het CAK. Gisteren is er een brief van de staatssecretaris binnengekomen. Daarin staat informatie waar de VVD graag nog even naar wil kijken. Ik verzoek om de stemmingen uit te stellen.

De voorzitter:

Mij blijkt dat hiertegen geen bezwaar is. We voeren de stemmingen over het wetsvoorstel inzake de instelling van het zelfstandig bestuursorgaan CAK (32543) af van de lijst.

Het woord is aan de heer Koppejan.

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. De eerste scheuren zijn geconstateerd in een veendijk bij Schipluiden. Gelukkig zijn die op tijd geconstateerd en inmiddels gerepareerd. De dijkinspecteurs waren daar dus eerder bij dan bij de doorbraak in Wilnis op 26 augustus 2006. Toen brak een veendijk door, wat grote maatschappelijke schade en onrust tot gevolg had. Vandaag laat het KNMI ons weten dat de huidige droogte nog heviger is dan die in 1976. En de zomer moet nog beginnen. Ik wil daarom een dertigledendebat aanvragen met staatssecretaris Atsma, die eindverantwoordelijk is voor de waterveiligheid in ons land.

Ik zou hem over de volgende zaken aan de tand willen voelen. Wat heeft hij al gedaan om de risico's die ontstaan door droogte tegen te gaan? Ik denk daarbij vooral aan de waterveiligheid, maar ook aan de zoetwatervoorziening voor land- en tuinbouw. Welke crisismaatregelen heeft hij in petto? Hoe gaat hij de waterschappen en andere medeoverheden ondersteunen met materiaal en kennis? Waarmee moeten burgers rekening houden als de droogte nog langer aanhoudt?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een dertigledendebat van harte. Aan het lijstje van punten dat de heer Koppejan heeft genoemd, wil ik graag "inzicht in het beschikbare budget" toevoegen, opdat ook duidelijk wordt of er voldoende budget is voor de waterveiligheid.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik ben het van harte eens met de aanvulling van de ChristenUnie. Wij geven steun aan het dertigledendebat.

De heer Paulus Jansen (SP):

Het heeft mijn voorkeur om dit onderwerp te betrekken bij het debat over de waterveiligheid dat al gepland is. Dat debat wordt met de commissie gevoerd. Dan hebben wij wat meer tijd. Wij zouden de tijd die voor dit debat is gereserveerd, eventueel kunnen verlengen. Ik ga echter niet voor het verzoek van de CDA-fractie liggen.

De heer Houwers (VVD):

De VVD-fractie heeft geen bezwaar tegen het dertigledendebat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het zou nuttig zijn als de gestelde vragen zo snel mogelijk worden beantwoord in een brief, zodat wij deze brief kunnen betrekken bij het eerdergenoemde algemeen overleg, als dat als eerste wordt gehouden, of anders bij het dertigledendebat.

De voorzitter:

Mijnheer Koppejan, door de ruime steun is het een gewoon debat geworden. Wij gaan het plannen en het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Ik stel de spreektijden vast op drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen. Daarna zal ik het woord geven aan mevrouw Arib, die zich vast kan voorbereiden nu zij dit weet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik wil voorstellen om een debat te voeren over de nieuwe situatie op de postmarkt. Enkele werkgevers hebben gezegd dat zij, nu in de nieuwe AMvB komt te staan dat er voor bedrijven met een omzet tot 2 mln. geen verplichting geldt om in te groeien, niet van plan zijn om de nu bestaande cao nog langer te accepteren. Daarover wil ik met de staatssecretaris van ELI debatteren. Voordien wil ik over dit onderwerp een brief van deze staatssecretaris ontvangen. Ik doe dit verzoek mede namens mevrouw Hamer van de Partij van de Arbeid en de heer Braakhuis van GroenLinks.

De voorzitter:

U vraagt om een brief en om een debat. Het is goed gebruik dat wij in dat geval eerst de brief afwachten en dan bekijken of wij een debat willen voeren.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Akkoord, voorzitter.

De voorzitter:

Dan gaan wij het stenogram doorgeleiden en dan zien wij u terug als de brief daartoe aanleiding geeft.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Vorige week bereikte ons het bericht dat het gebit van jonge kinderen in Nederland steeds slechter wordt. Steeds meer kinderen lopen rond met een verwaarloosd gebit, met alle gevolgen van dien. Ik heb daar schriftelijke vragen over gesteld, maar gelet op de ernst van de berichten en het signaal dat tandheelkundigen hebben afgegeven, vraag ik hierover een dertigledendebat aan. Het antwoord op mijn schriftelijke vragen ontvang ik graag voorafgaande aan dat debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek van mevrouw Arib.

De heer Van Gerven (SP):

Ik ben ervoor om een brief te vragen. Wij gaan binnenkort praten over de tandzorg. Uit praktisch oogpunt stel ik mevrouw Arib voor om dit punt bij dat debat te betrekken.

Mevrouw Arib (PvdA):

Gezien de ernst van het onderwerp, wil ik apart stilstaan bij het gebit van jongere kinderen. Ik wil dit onderwerp daarom niet toevoegen aan een algemeen debat over tandheelkunde. Ik handhaaf daarom mijn verzoek.

De voorzitter:

Meer dan 30 leden zijn ervoor. Wij zullen het debat dus gaan plannen en wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijden zijn drie minuten per fractie.

Wij gaan nu stemmen.

Naar boven