3 Vragenuur

Vragen van het lid Voortman aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de berichten "Dood in het gevang" en "Zieke gevangene dood door nalatigheid".

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Uit de radio-uitzending van Argos van afgelopen zaterdag blijkt dat het aantal sterfgevallen in detentie de laatste jaren nauwelijks is afgenomen. Nog steeds lijken gedetineerden met medische klachten niet altijd even serieus te worden genomen. Afgelopen vrijdag hadden wij een zeer tragisch voorbeeld van een dakloze man met hartproblemen. Hij vraagt meerdere malen om hulp, maar krijgt alleen een kalmeringstabletje en overlijdt in zijn cel.

Het gaat hier om een kwetsbare groep die is overgeleverd aan de overheid. Deze mensen hebben geen keuzevrijheid en het gaat om een heel belangrijk onderdeel van een mensenleven, namelijk de gezondheid. Ik heb hierover de volgende vragen.

1. Hoe heeft het sterfgeval kunnen gebeuren? Wij willen dat hiernaar onderzoek wordt gedaan. De onderste steen moet boven komen.

2. Nu wordt niet elk sterfgeval onafhankelijk onderzocht. Waarom gebeurt dit eigenlijk niet? Het mag niet aan de instelling zelf worden overgelaten of het onderzocht wordt en, zo ja, hoe.

3. Hoe zien de precieze voorschriften eruit? Hoe is het mogelijk dat bij een medische hulpvraag eerst contact moet worden gezocht met de directeur voordat de celdeur geopend mag worden? Ik vind het vanzelfsprekend dat bij een acute medische zorgvraag direct en adequaat gehandeld wordt en dat niet zelf gedokterd hoeft te worden.

4. Is het kabinet bereid om schriftelijk te informeren over hoe deze voorschriften eruitzien?

Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Welke lessen zijn er al eerder geleerd?

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Voortman voor haar vragen. Het is buitengewoon tragisch wat er is gebeurd. Mevrouw Voortman zegt dat dit een aantal keren per jaar gebeurt. Dat is ook zo. Overigens ligt dat aantal al jaren constant, ongeveer tussen de 30 en 35 sterfgevallen met soms jaren onder de 30. Wij hebben daar cijfers over. Uiteraard – en dat is meteen het antwoord op de vierde vraag van mevrouw Voortman – ben ik heel wel bereid om te vertellen wat de procedure is rondom sterfgevallen in penitentiaire inrichtingen. Ik zeg dus toe dat ik nog eens duidelijk uitleg wat de procedure is.

Het klopt niet dat er geen melding wordt gedaan aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In oktober 2009 is afgesproken dat de circulaire inzake melding sterfgevallen landelijke werking heeft voor alle penitentiaire inrichtingen. In het kader van die circulaire worden alle gevallen gemeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Zo nodig worden er dan onderzoeken ingesteld. Het is uiteraard aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg om dat te doen; vaak alleen maar soms samen met de Inspectie voor de Sanctietoepassing.

Het was al sinds de intake van 4 mei bekend dat er in dit geval medische problemen waren. Een arts heeft meerdere malen naar deze meneer gekeken. Het was dus bekend dat er ernstige gezondheidsproblemen waren. Dit is ook bewaakt. In de nacht van 17 op 18 mei – ik ben dit expliciet nagegaan naar aanleiding van de berichten in de media – zijn er geen meldingen geweest van de zijde van de gedetineerde of van de bewaarders. Er geldt een aparte procedure als bekend is dat iemand een ernstig gezondheidsrisico heeft. Er moet dan bijvoorbeeld direct worden gereageerd op een belletje van zo'n gedetineerde. Daar is echter geen sprake van geweest.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dank voor de toezegging om ons informatie te geven over hoe er nu gehandeld wordt rondom sterfgevallen in gevangenissen. Ik wil graag dat in die informatie ook wordt meegenomen hoe die sterfgevallen geregistreerd worden. Volgens het radioprogramma Argos worden alleen sterfgevallen in de instelling zelf geregistreerd, dus bijvoorbeeld niet van gedetineerden die onderweg naar een ziekenhuis of in een ziekenhuis zelf komen te overlijden.

Is het zo dat elk sterfgeval wordt onderzocht, of niet? Deelt de staatssecretaris mijn standpunt dat niet een gevangenis maar de inspectie moet bepalen of een sterfgeval moet worden onderzocht? Dat zou anders toch overkomen alsof een gevangenis een slager is die zijn eigen vlees mag keuren.

Deze gedetineerde had inderdaad al hartproblemen. Volgens mijn informatie heeft hij meerdere keren gevraagd om hulp. Dan is het toch wel heel erg als hij alleen een kalmeringstabletje krijgt toegediend. Ik hoor graag hoe de staatssecretaris hiertegen aankijkt.

Staatssecretaris Teeven:

Laat ik met de laatste vraag van mevrouw Voortman beginnen. Er is een aantal meldingen geweest. Met de desbetreffende persoon is tijdens de intake gesproken, maar ook in de periode vlak voor het overlijden. Hij is om 7.57 uur aangetroffen, maar het overlijden zal een aantal uren eerder zijn geweest. Er is geen acuut verzoek om hulp geweest. Er zijn wel rondes gemaakt en er is gecontroleerd. De informatie die Argos daarover heeft verstrekt, is feitelijk onjuist.

Via de bestaande circulaire is al sinds oktober 2009 vastgelegd hoe moet worden gehandeld bij sterfgevallen in een inrichting. Als er bijvoorbeeld tijdens het transport overlijdensgevallen zijn, worden die ook vermeld in de DJI-cijfers. Er waren enige afwijkingen tussen de cijfers van het actualiteitenprogramma en de DJI-cijfers. Dat komt niet doordat zaken niet bekend waren, maar doordat ze in eerste instantie niet meteen zijn meegeteld. Argos heeft gevraagd naar de cijfers van het gevangeniswezen en bijvoorbeeld niet naar de sector justitiële jeugdinrichtingen. Dat maakt het verschil.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De staatssecretaris heeft mij hierover informatie toegezegd. Het sterfgeval in Nieuwegein zal nog verder worden onderzocht. Daarvan laat ik afhangen of ik hierover een debat wil voeren.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Kan de staatssecretaris ons duidelijkheid geven over de status van het penitentiair ziekenhuis? Als wij bang zijn dat iemand dreigt te overlijden, dan is het penitentiair ziekenhuis daarvoor bedoeld. Ons is niet gebleken dat deze persoon op een uurscontrole stond. Die biedt een extra regelmaat voor het personeel om iemand te controleren. Kan dit worden meegenomen in het onderzoek?

Staatssecretaris Teeven:

Ik zal de Kamer informeren over de gang van zaken rond het penitentiair ziekenhuis. In de situatie van deze persoon was bekend welke gezondheidsproblemen er waren. Er zijn gesprekken geweest met een cardioloog. Er waren afspraken voor een operatie. Ik stel vast dat wij te maken hebben met iemand die, toen hij nog niet in detentie was, een aantal keren niet is verschenen op afspraken die waren gemaakt om die operatie te ondergaan.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Uit het inspectierapport van 2009 bleek de ontoereikendheid van de zorg in detentie. Dit is vooral het geval 's avonds en in de vroege uren omdat er dan minder artsen en langere aanrijtijden zijn. Nu hebben wij weer te maken met een overlijden van iemand die opgesloten is door de overheid. Wat is er sinds 2009, toen de inspectie de noodklok luidde, veranderd en verbeterd in de zorg voor gedetineerden, vooral in de nachtelijke uren en in de ochtend?

De voorzitter:

De staatssecretaris krijgt een halve minuut voor het antwoord.

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. De circulaire Landelijke uniforme richtlijn overlijden in een justitiële inrichting is op 28 oktober 2009 onder mijn voorgangster tot stand gekomen. Daarin zijn procedures opgenomen met betrekking tot de nachtelijke uren.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft nog niet duidelijk aangegeven of overlijden in detentie altijd wordt onderzocht. Ik begrijp uit zijn woorden dat dit niet zo is, maar dat de inspectie achteraf bepaalt of onderzoek zal plaatsvinden. Is het niet verstandig om alle twijfel weg te nemen en altijd een onderzoek te laten plaatsvinden als iemand in detentie overlijdt?

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Nee, het is verstandig om al die zaken te melden. Dat gebeurt in het kader van de circulaire sinds oktober 2009. Er zijn heel veel zaken waarbij sprake is van natuurlijk overlijden en waar geen enkele twijfel is omtrent de doodsoorzaak. De schouwarts die ter plaatse is geweest kan dat heel duidelijk vaststellen. Ik denk niet dat het zinvol is om elk sterfgeval te onderzoeken.

Naar boven