7 Vragenuur

Vragen van het lid Ferrier aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht dat er nog steeds kleren van uitbuitende Indiase textielfabrieken in westerse kledingwinkels te koop liggen.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Uit onderzoek van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen en de Landelijke India Werkgroep blijkt dat meisjes van nog geen achttien jaar oud uitgebuit worden in textielfabrieken in India, met name in de Zuid-Indiase deelstaat Tamil Nadu. Meisjes uit de laagste kaste, de Dalit, zouden via het Sumangalisysteem door arbeid de mogelijkheid krijgen om te werken voor hun bruidsschat. Nu blijkt echter dat deze kinderen onder arbeidsomstandigheden werken die overeenkomen met de definitie die de Internationale Arbeidsorganisatie geeft van de ergste vorm van kinderarbeid tot en met achttien jaar. Deze kinderen krijgen geen bescherming, hebben geen privacy en hebben geen contact met de ouders. Hun arbeidstijden zijn bovendien onacceptabel. Bedrijven als C&A, H&M, Diesel en Mexx zouden deze producten op de Nederlandse markt brengen. Voor de CDA-fractie is dit een volstrekt verwerpelijke situatie. Kinderen moeten kind kunnen zijn, waar ook ter wereld. Daarom vraag ik de staatssecretaris of de uitkomsten van het onderzoek kloppen. Hoe gaat de staatssecretaris zijn collega, de minister van Arbeid in India, aanspreken op zijn verantwoordelijkheid en op zijn toezegging dat hij het Sumangalisysteem zou uitbannen? Hoe gaat de staatssecretaris de Nederlandse bedrijven aanspreken? Hoe gaat hij met name ook de Nederlandse consument informeren, zodat deze bewuste keuzes kan maken? Vorig jaar juni zijn op initiatief van onder andere Nederland op EU-niveau Raadsconclusies aangenomen. Daarbij werden instrumenten op politiek, economisch en ontwikkelingssamenwerkingsgebied aangenomen die onmiddellijke uitbanning van kinderarbeid zouden bewerkstelligen. Hoe staat het daarmee?

Staatssecretaris Bleker:

Voorzitter. Het onderzoek waar mevrouw Ferrier aan refereert, beoordelen wij als een betrouwbaar onderzoek dat een deugdelijk inzicht geeft in de feiten. Die feiten liegen er niet om, want wat is beschreven, is een afschuwelijke, barbaarse manier van omgaan met jonge meisjes, jonge vrouwen. Daarbij moet worden aangetekend dat het in strijd is met de wet in India.

Mevrouw Ferrier vraagt of ik mijn Indiase collega ga aanspreken. Ik ga binnenkort naar India. Dit onderwerp zal dan aan de orde komen. Daarbij wil ik wel aangeven dat de Indiase autoriteiten niet alleen een wet hebben die dit verbied, maar dat ik ervan overtuigd ben dat ze het zelf ook willen uitbannen. Het komt voor in de informele circuits en is vaak het gevolg van armoede en het bijzondere sociale systeem aldaar.

Het bedrijf C&A nodig ik uit voor een overleg. Overigens staat in het rapport ook dat C&A sinds vorig jaar vorderingen maakt bij het terugdringen van dit verschijnsel. Dat bedrijf heeft de intentie daartoe en wil daar ook verder mee gaan. Ik zal er met C&A over in gesprek gaan.

Van de voorstellen die op Europees niveau zijn behandeld en besproken, hebben wij eerder gezegd dat wij die een goede basis vinden. Ik moet wel zeggen dat het niet gaat om een directe leverancier van C&A die dit soort vreselijke praktijken toepassen, maar om de weverijen en de spinnerijen achter de leveranciers van C&A en andere kledingbedrijven.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Inderdaad, de Indiase regering heeft goede bedoelingen. Zij wil het uitbannen. Maar welke stappen zijn concreet gezet? Is het ook het voornemen van de staatssecretaris om samen met zijn collega te bekijken hoe dat vanuit de EU kracht bijgezet kan worden?

Er zijn ook goede bedoelingen bij C&A. Er zijn vorderingen gemaakt. Maar mijn vraag is of deze producten op de Nederlandse markt komen.

En dan mijn belangrijkste punt: hoe wordt de consument geïnformeerd? Laten we niet vergeten dat de consument een sleutelpositie inneemt. Door deze producten niet te kopen, kunnen we het sterkste dit soort wanpraktijken – barbaarse toestanden, zeg ik deze staatssecretaris na – aanpakken.

Staatssecretaris Bleker:

Ik zal de collega in India vragen of en op welke wijze wij eventueel kunnen helpen, voor zover er ook Nederlandse bedrijven bij betrokken zijn, om dit vreselijke verschijnsel terug te dringen en uit te bannen. Dat is dus een open vraag die ik aan mijn collega stel, in de wetenschap dat de intentie er daar ook is om dit barbaarse fenomeen uit te bannen.

Ik heb al gezegd dat ik in gesprek blijf met C&A. Ik zal C&A ook vragen om mij in de tweede helft van dit jaar te informeren over de voortgang op dit onderwerp.

Het informeren van de consument is geen taak van de Nederlandse overheid. Dat is een taak van consumenten en leveranciers, de retail enzovoorts. Maar ook dat zal ik in het gesprek met het platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen aankaarten.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Natuurlijk heeft het kabinet wel de mogelijkheid om middels campagnes te werken aan het bewust zijn van de consument van de macht die hij heeft in het bewust kiezen en kopen. Wordt daar wel eens over nagedacht?

Staatssecretaris Bleker:

Daar is wel over nagedacht, maar dit kabinet is in het algemeen niet voor campagnes ter opvoeding of ter informatie van de consument. Ik denk dat de markt, de producenten- en consumentenorganisaties, inclusief de media daar goed weg mee weten.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Misschien is het dan toch goed om aan de staatssecretaris te vragen hoe hij dat dan scherper kan doen. Want, nogmaals, de consument heeft een sleutelpositie. Hoe meer die zich ervan bewust is dat door haar of zijn keuze voor meisjes in India het verschil gemaakt kan worden, hoe beter. Ik leg dit dus neer bij de staatssecretaris. Er kan op dat gebied meer gebeuren.

Staatssecretaris Bleker:

Volgens mij was dit geen vraag. Er wordt iets bij mij neergelegd en daar ga ik mij met het platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen op beraden. De sector, de markt is zelf als eerste aan zet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De staatssecretaris kan niet alle verantwoordelijkheid over de schutting gooien naar India, de consument en de producent, terwijl hij zelf geen verantwoordelijkheid neemt. Gaan we elk barbaars incident keer op keer doornemen of gaan we het structureel aanpakken? Er ligt een prachtig advies van de SER over mvo. Het enige wat deze staatssecretaris hoeft te doen, is dit invoeren. Zo kan openheid worden afgedwongen en zo komen er criteria, waarop gehandhaafd kan worden. Er ligt een verantwoordelijkheid bij de producent, maar dan moet de staatssecretaris daar in Nederland ook wat aan doen.

Staatssecretaris Bleker:

Mevrouw Van Tongeren weet dat niet alleen dit kabinet, maar ook het voorgaande kabinet ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen in hoge mate in lijn handelt en handelde met dat laatste SER-advies. Zij weet ook dat de regering voor bedrijven waarmee zij relaties heeft, een boetesysteem gaat introduceren voor het geval zij werken met toeleveranciers die niet door de beugel kunnen. Hierbij is één complicatie: het gaat niet om primaire leveranciers, maar om eerdere leveranciers in de keten, namelijk de spinnerijen en weverijen. Nogmaals, wij kunnen dit niet vanuit Nederland regelen. De bedrijven, zoals C&A en andere, zullen daar echt zelf werk van moeten maken.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dit is een vraag die een halfjaar geleden precies zo is gesteld. Ik heb hier nog de beantwoording van 26 november 2010. Het ging om precies dezelfde bedrijven en het ging ook om misstanden en kinderarbeid in India. De staatssecretaris antwoordde toen dat C&A aan hem had aangegeven dat het bedrijf zich zou inzetten om goede arbeidsomstandigheden bij de Indiase toeleveranciers te bewerkstelligen. Gaat de staatssecretaris dezelfde vraag herhalen als C&A weer op de koffie komt? Wanneer komen er afdwingbare afspraken?

Staatssecretaris Bleker:

In hetzelfde rapport, dat positief wordt gewaardeerd door meerdere Kamerleden, staat dat C&A vooruitgang heeft geboekt en dat het geen optie is voor C&A om zijn handen van deze toeleveranciers af te trekken. Omdat je nu aan de bal bent en dingen naar je hand kunt proberen te zetten, is het volgens het rapport beter om te proberen verbeteringen te bewerkstelligen. Dat is de richting die het advies uitwijst. C&A zal dit dan ook serieus oppakken. Er wordt voortgang gemeld. Het is dus niet zo dat we in november dezelfde situatie hadden als nu.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik sta nog een beetje bij te komen van het verhaal van de CDA-fractie. Zij spreekt wel schande van deze situatie, maar doet er niets aan. Een bewustwordingscampagne bij consumenten heeft natuurlijk geen enkele zin, als de consument in de winkel niet kan zien en controleren waar de producten vandaan komen. Ik heb twee belangrijke vragen aan de staatssecretaris. Hij vraagt C&A op de thee of koffie, of wat hij ook maar serveert. Welke harde verplichtingen gaat hij C&A opleggen? Ik moet zeggen dat ik erg schrik als de staatssecretaris zegt dat misstanden bij andere bedrijven in de keten plaatsvinden. Wanneer zijn we hier vanaf? Wanneer hebben we geen door kinderarbeid vervaardigde producten meer in Nederlandse winkels?

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, het moet echt korter. Ik zit hier en u kijkt consequent de andere kant op. Dat is wel slim, maar het helpt niet.

Staatssecretaris Bleker:

In de tweede helft van het jaar wil ik via het Platform MVO een gedegen rapportage over de vraag of onder andere dit bedrijf het voldoende heeft kunnen terugdringen. Die vraag zal ik aan onder andere dit bedrijf stellen.

De andere vraag van mevrouw Ouwehand was hoe we dit kunnen terugdringen. We kunnen gaan voor "schone" producten in Nederland, maar daarmee is het probleem in India niet verdwenen. Ook uit het rapport blijkt dat we onze aanwezigheid daar moeten gebruiken om onze invloed aan te wenden om dit verschijnsel, dat in strijd is met de Indiase wet, stap voor stap terug te dringen in samenwerking met de Indiase autoriteiten. Dat vind ik vooralsnog de goede route.

Mevrouw Hachchi (D66):

Het moge duidelijk zijn dat de consument hierin een belangrijke rol heeft. De keuzevrijheid van de consument kan een bedrijf stimuleren om meer maatschappelijk verantwoord te ondernemen. We hebben het nu over C&A, maar welke bedrijven heeft het kabinet nog meer voor ogen? En hoe wordt gemonitord dat dit soort praktijken niet plaatsvinden?

Staatssecretaris Bleker:

Uit dit onderzoek blijkt dat het zich bij de Nederlandse bedrijven die hiermee te maken hebben, toespitst op C&A. Ik heb aangegeven dat ik C&A in contact zal brengen met andere soortgelijke bedrijven die in Nederland en in India opereren om samen met het Platform MVO de zaak in kaart te brengen en ervaringen uit te wisselen hoe men dat op een praktische manier kan terugdringen.

Mevrouw Schaart (VVD):

De VVD is ook ten stelligste tegen kinderarbeid en elke andere vorm van uitbuiting, maar wil wel de feiten op een rijtje hebben. De staatssecretaris zegt dat hij geen reden ziet om te twijfelen aan de uitkomsten van het onderzoek van SOMO. Ik vraag mij af hoe hij aan deze informatie komt. De desbetreffende bedrijven, C&A en Eastman, hebben heel duidelijk aangegeven niets te zien in de aanklachten die tegen hen in dit onderzoek zijn gedaan.

Staatssecretaris Bleker:

Wij hebben het beoordeeld en hebben dat expliciet gedaan. Het lijkt ons een gedegen en goed onderbouwde rapportage. We willen nog weleens uitgebreid vertellen waarom we dat vinden, maar dat is de conclusie van onze analyse. We lopen dus niet weg voor de feiten die daarin gemeld worden.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ziet de staatssecretaris een rol voor de overheid om in het licht van transparantie te bevorderen dat de consument beter geïnformeerd is over waar de producten vandaan komen, conform het advies van de SER daarover?

Staatssecretaris Bleker:

Ik zie vooral een rol voor de overheid om via het Platform MVO bedrijven verder de goede kant op te krijgen. Dat vind ik primair. We leven in een open samenleving, waar media, consumentenbonden, consumentenplatforms en bedrijven opereren. Dat is de beste plek om helderheid te krijgen over de vraag of er bedrijven zijn die producten op de markt brengen waar iets mis mee is. Dat werkt naar mijn gevoel beter dan dit of dat vingertje van welke overheid dan ook.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van het vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mee dat er geen afmeldingen zijn.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven