32 500 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2011

Nr. 85 MOTIE VAN DE LEDEN SLOB EN BASHIR

Voorgesteld 30 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de minister van Infrastructuur en Milieu heeft aangegeven uitsluitend uit te willen gaan van een zijligging voor een eventuele spoorlijn Utrecht-Breda langs de A27;

tevens overwegende, dat regionaal onderzoek naar het niet onmogelijk maken van een spoorlijn Breda-Utrecht heeft uitgewezen dat een middenligging op met name het tracédeel bij Gorinchem veel synergievoordelen oplevert met verbreding van de A27;

overwegende, dat uit het onderzoek blijkt dat op het tracédeel Gorinchem geen directe aanleiding is voor grote juridische risico's als gevolg van extra ruimtereserveringen voor de spoorlijn;

overwegende, dat beschikbare ruimte in de middenberm van de A27 in de toekomst eventueel ook gebruikt kan worden voor andere verkeersdoeleinden dan een spoorlijn;

verzoekt de regering om in de volgende fase van de MER/planstudie A27 Lunetten-Hooipolder ook de optie van een middenligging van een eventueel toekomstige spoorlijn Breda-Utrecht mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Slob

Bashir

Naar boven