Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over waarden en normen, te weten:

- de motie-Van der Vlies/Rouvoet over overmatig alcoholgebruik door jongeren (29454, nr. 7);

- de motie-Verhagen c.s. over een leer-werkplicht voor jongeren tot 23 jaar (29454, nr. 8);

- de motie-Marijnissen over begrenzing van de hoogte van de beloning van bestuurders in de (semi-)publieke sector (29454, nr. 9).

(Zie vergadering van 14 april 2005.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil een stemverklaring afleggen over de motie-Verhagen c.s. op stuk nr. 8 over de invoering van een leer-werkplicht voor jongeren tot 23 jaar. De heer Verhagen beoogt met deze motie, het wegvallen van het jeugdwerkgarantieplan en bezuinigingen op andere sociale en werkvoorzieningen door de kabinetten-Balkenende I en II te repareren. GroenLinks waardeert dat zeer. Minder gecharmeerd zijn wij van de nadruk op plichten in de motie, terwijl het ontbreken van bijvoorbeeld werk een nijpend probleem is. De invoering van plichten zal altijd gepaard moeten gaan met de erkenning van een recht op leren en werk voor jongeren. De aanvaarding van de motie leidt tot een wetsvoorstel dat ons ruimte biedt om onze opvattingen over leer- en werkrechten voor jongeren opnieuw met kracht onder de aandacht te brengen. Met deze kanttekeningen stemt GroenLinks voor de motie.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De SP-fractie wil een stemverklaring afleggen over de motie op stuk nr. 8 van de heer Verhagen. Het idee dat ten grondslag ligt aan deze motie over de invoering van een leerwerkplicht komt mijn fractie sympathiek voor. In het debat is echter onduidelijkheid geschapen over de praktische betekenis en uitwerking van de motie. Die onduidelijkheid is niet weggenomen. In essentie kan de motie ertoe leiden dat jongeren worden gedwongen om met behoud van een bijstandsuitkering te gaan werken respectievelijk voor 90% van het minimumloon te gaan werken. Dat zijn voorstellen en ideeën waar mijn fractie niet voor is, met andere woorden waar zij tegen is. Wij willen dat risico niet lopen; daarom zal mijn fractie tegen deze motie stemmen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies/Rouvoet (29454, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verhagen c.s. (29454, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Marijnissen (29454, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de Groep Wilders en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven