Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragenvan het lid Sipkes aan de staatssecretaris van Justitie, over de mogelijke uitzetting van asielzoekers uit Iran.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Mijnheer de voorzitter! Vorige week werden wij opgeschrikt door berichten over op handen zijnde uitzettingen van uitgeprocedeerde Iraanse asielzoekers. Een dergelijk feit zou volledig in strijd zijn met beloften die de staatssecretaris heeft gedaan aan de Kamer, namelijk dat er nadrukkelijk niet uitgezet zal worden naar Iran zolang de Kamer daar niet over gesproken heeft.

Ik heb hiervoor vorige week bij de regeling aandacht gevraagd en ik heb afgelopen vrijdag van de staatssecretaris een vrij schimmig briefje gekregen. Daarin schrijft zij dat de berichtgeving in Trouw berust op een misverstand en dat inmiddels de vreemdelingendienst de advocaat gemeld heeft dat er geen sprake is van voorgenomen uitzetting.

Voorzitter! De berichtgeving in Trouw berust niet op een misverstand want ik heb inmiddels van de advocaat begrepen en ik heb ook de stukken gezien, dat er wel degelijk uitzetting voorbereid werd. De advocaat meldde ook: er werd een rode kaart gegeven. Er werd niet gezegd dat men zich moest melden in het kader van de reguliere vreemdelingencontrole, nee, men moest zich melden zodat het stappenplan in werking kon treden zodat men uitgezet zou worden. Hoe kan dat? Daarbij is er kennelijk niet alleen sprake van een misverstand in Rotterdam, want hetzelfde is ook gebeurd in Haarlem. In hoeveel andere plaatsen in Nederland is dit ook gebeurd? Maar ik herhaal mijn vraag: wat is er precies gebeurd in de afgelopen periode? Hoe is het mogelijk dat in dit geval, dat zo gevoelig ligt en dat voor mensen meer en meer onrust betekent, de IND voorbereidingen treft tot uitzetting die op de een of andere manier op een misverstand berusten? Het komt mij voor dat, aangezien wij meer dan uitvoerig over Iran hebben gesproken, dit in alle geledingen van de organisatie helder moet zijn en dat dergelijke misverstanden niet kunnen en ook niet voor mogen komen. Nogmaals, wat is er gebeurd en wat is de opdracht die de staatssecretaris aan haar ambtenaren in dezen heeft verstrekt?

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Door de vreemdelingendienst Haarlem is een drietal Iraniërs die een negatieve beschikking hadden en dus uitgeprocedeerd waren, uitgenodigd voor een gesprek over terugkeer met de duidelijke melding dat men absoluut geen uitzetting van Iraanse vreemdelingen in voorbereiding had. Daarbij is hun gevraagd of zij vrijwillig wilden terugkeren. Na hun antwoord dat dit niet het geval was, is hun meegedeeld dat zij niet gedwongen verwijderd zullen worden en in de centrale c.q. decentrale opvang kunnen blijven.

In Rotterdam is een cliënt van een advocaat op 6 april bij de vreemdelingendienst genodigd om te spreken over de afloop van zijn procedure, die ook negatief was. Dit gebeurde naar aanleiding van een brief van de immigratiedienst, dat betrokkene was uitgeprocedeerd en dat contact gezocht moest worden door de vreemdelingendienst Rotterdam met de immigratiedienst. Dat contact heeft op 7 april plaatsgevonden, een dag na het gesprek met de betrokkene. Daarop is nog eens duidelijk gemaakt dat uitzetting niet aan de orde was. Nog diezelfde dag is de raadsman van betrokkene geïnformeerd. De raadsman heeft bevestigd dat men op 7 april het bericht heeft gekregen dat er geen sprake was van uitzetting, maar dat betrokkene zich wel weer op 4 april a.s. moest melden in het kader van de reguliere meldingsplicht.

Ik begrijp heel goed dat de vragen voortkomen uit de onrust die onder de Iraanse asielzoekers dan wel uitgeprocedeerden is ontstaan. Hedenmorgen heb ik de rapportage asielketen over oktober tot en met februari aan de Tweede Kamer kunnen zenden. Daarin is als bijlage het ambtsbericht over Iran toegestuurd. Ik neem aan dat dit een dezer dagen in bespreking zal komen met uw Kamer. De conclusie daaruit is een bevestiging van het ambtsbericht van een jaar geleden. Meegedeeld is dat wij de motie-Van Oven over monitoring nog onvoldoende kunnen invullen. Dit is overigens een algemenere problematiek. De Kamer zal daarover een notitie krijgen, zodat wij een debat over monitoring kunnen voeren. Ook is meegedeeld dat het overleg met de Iraanse autoriteiten moet worden voortgezet om medewerking te verkrijgen, als terugkeer aan de orde is. Dat is nu niet het geval. Derhalve is de conclusie van die rapportage dat het beleid van de afgelopen maanden wordt voortgezet en dat op dit moment niemand gedwongen wordt teruggezonden naar Iran.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. Zij heeft nu vast gezegd dat volgens de laatste rapportage asielketen er de komende tijd niet gedwongen uitgezet zal worden naar Iran. Het is heel belangrijk voor uitgeprocedeerde Iraanse asielzoekers om dat bevestigd te krijgen.

De staatssecretaris meldde dat er in Haarlem absoluut geen uitzetting in voorbereiding was en dat er niet gedwongen verwijderd zou worden. In de brief die in dit geval naar de asielzoekers uitging, luidde de laatste zin: u zult opgenomen worden in het zogenaamde stappenplan met de bedoeling uw uitzetting uit Nederland te effectueren. Weliswaar treedt het stappenplan alleen in werking indien men vrijwillig gaat, maar de staatssecretaris moet toch toegeven dat door een dergelijke zin de onzekerheid blijft bestaan en dat men ervan uit moet gaan dat men wordt uitgezet. De advocaat heeft zelfs in eerste instantie nog gebeld met de IND: hoe kan dat? Dat is toch heel vreemd. Er kan beter staan: u zult opgenomen kunnen worden in het stappenplan als u vrijwillig wilt terugkeren.

Voorzitter! De staatssecretaris heeft geen antwoord gegeven op mijn vraag in hoeverre dit ook in andere districten heeft plaatsgevonden. Bij toeval ben ik erachter gekomen dat het in Rotterdam en Haarlem zo was. Zowel in Rotterdam als in Haarlem is het nu rechtgezet door de IND, maar voor hetzelfde geld gebeurt het ook elders in Nederland. Ik vind dat dit niet kan. Met een dergelijke gevoelige materie moeten wij echt uiterst zorgvuldig en voorzichtig omgaan.

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Als asielzoekers tot beëindiging van hun procedure komen en een negatieve beschikking krijgen, zal de immigratiedienst dit steeds aan de betrokken vreemdelingendienst meedelen. Dit punt kan dus ook bij andere vreemdelingendiensten aan de orde zijn. Hetgeen zich nu in Rotterdam en Haarlem heeft voorgedaan, is voor mij aanleiding om de immigratiedienst te verzoeken om ook met de andere vreemdelingendiensten nogmaals contact op te nemen om helderheid te scheppen over die zaken.

Ik kan mij voorstellen dat de zin die mevrouw Sipkes citeerde over het stappenplan, aanleiding kan geven tot misverstanden en zeker tot ongerustheid voor iemand die in zo'n onzekere situatie verkeert. Ik zal de vreemdelingendiensten dus via de immigratiedienst verzoeken of zij deze zin correct willen weergeven, in die zin dat er over vrijwilligheid kan worden gesproken, maar dat gedwongen terugkeer op dit moment niet aan de orde is. Die zin moet derhalve zodanig verbeterd worden dat er geen onzekerheid kan zijn.

De heer Janmaat (CD):

Mijnheer de voorzitter! Uitgeprocedeerde asielzoekers zijn natuurlijk niet voor niets uitgeprocedeerd. Bovendien hoort de CD-fractie hier vooral de grote politieke partijen almaar verkondigen dat de islam toch een o zo tolerante godsdienst is. Daarom hebben wij het verzoek aan de staatssecretaris om te bevorderen dat uitgeprocedeerde asielzoekers vast teruggezet worden naar de regio rondom Iran, opdat zij daar kunnen bevorderen dat Iran ook zo tolerant wordt. Ziet de staatssecretaris daar niet meer in dan al die tolerante mensen hier te houden?

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Uitgeprocedeerd betekent inderdaad dat betrokkene geen toestemming krijgt om in ons land te verblijven en een eigen verantwoordelijkheid heeft om terug te keren. Daarbij zijn vrijwillige mogelijkheden aan de orde. Gedwongen terugkeer is echter pas mogelijk, als wij zekerheid hebben over de veiligheid bij die terugkeer. Juist bij een land als Iran is er discussie over hoe wij waarborgen kunnen geven voor die terugkeer en hoe wij die terugkeer met waarborgen omkleed kunnen volgen.

Terugzenden naar de regio betekent terugzenden naar andere landen in die omgeving. Als de heer Janmaat de moeite zou nemen om te bekijken hoeveel vluchtelingen er in die omringende landen verkeren en hoe die landen zich inzetten om dat vluchtelingenprobleem zo goed mogelijk aan te pakken, dan zou hij de toch beperkte aantallen hier in ons land, ook al is het relatief gezien vrij veel voor ons land, wat genuanceerder benaderen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording. Die heeft evenals de brief die zij vanochtend hierover heeft gestuurd, wel enig inzicht gegeven. Mij is het echter toch nog niet helemaal duidelijk. Als wij hier in de Kamer de afspraak maken dat er niet teruggestuurd wordt, voordat er een nieuw ambtsbericht is en dit besproken en geaccordeerd is door de Tweede Kamer, hoe kan er dan toch een brief uitgaan waarin gesteld wordt dat men zich op 4 mei behoort te melden ter fine van uitzetting? Ik vind dit een vreemde gang van zaken. Ondanks de antwoorden die de staatssecretaris gegeven heeft, is mij niet duidelijk hoe zo'n brief kan uitgaan, terwijl in de Kamer duidelijk een beleid is afgesproken waar ook de staatssecretaris achter stond. Ik hoor hier dus graag een nadere reactie op.

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Het beleid is afgesproken en daar houden wij ons ook aan. Ik heb melding gemaakt van een oproep in Rotterdam op 6 april en de contacten daarover op 7 april. Betrokkene is verzocht om op 4 mei terug te komen in het kader van de regelmatige meldingsplicht. Ik heb mevrouw Sipkes al toegegeven dat die zin over het stappenplan wellicht tot misverstanden aanleiding kan geven. Daarom zal ik ook verzoeken om die zin zo te formuleren dat daar geen onnodige onzekerheid uit kan voortkomen. Overigens heeft zowel de vreemdelingendienst Haarlem als de vreemdelingendienst Rotterdam net als de andere vreemdelingendiensten het beleid uit te voeren, hetgeen inhoudt dat er op dit moment geen sprake kan zijn van gedwongen terugkeer.

De heer Van Oven (PvdA):

Voorzitter! Ook de PvdA-fractie hecht aan zorgvuldige procedures inzake asielzaken. Ook omdat ik de stukken die vanmorgen binnen zijn gekomen nog niet heb gezien, vraag ik voor alle zekerheid of wij ervan uit kunnen gaan dat geen uitgeprocedeerde Iraanse asielzoekers worden uitgezet, totdat wij in de Kamer een debat over de monitoring hebben gehad, naar aanleiding van de door de regering toegezegde notitie.

Staatssecretaris Schmitz:

Voorzitter! Dat kan ik volledig bevestigen: totdat de Kamer over monitoring heeft gesproken. Daarover zal een notitie in meer algemene zin worden opgesteld, omdat dit punt ook bij andere landen aan de orde is. Daarbij wordt ook gesproken over mogelijkheden en soms ook onmogelijkheden van monitoring, waarover de Kamer een oordeel moet vellen. Het ene deel gaat over Iran, terwijl er verder nog overleg gaande is over medewerking van de Iraanse autoriteiten, welk overleg op dit moment nog zonder resultaat is, zodat van gedwongen terugkeer nog sprake kan zijn. Dat moet helder zijn voor de Kamer, die uiteraard de gelegenheid heeft daarover eventueel eerst te debatteren.

Naar boven