Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 102, item 48 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 102, item 48 |
Aan de orde is het VAO Stopzetten kinderopvangtoeslag (AO d.d. 4/7).
De voorzitter:
De eerste spreker is de heer Omtzigt van het CDA, en hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd.
De heer Omtzigt (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil de staatssecretaris heel hartelijk danken voor de toezeggingen in het algemeen overleg. Ik vond het ruiterlijk. Ik vind het netjes hoe u nu met de oplossingen omgaat in deze zaak. Ik heb twee moties, meer om te bekrachtigen wat er gezegd is dan om nog iets toe te voegen.
De eerste motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Belastingdienst onrechtmatig gehandeld heeft tegen de ouders in de CAF-11-zaak door de kinderopvangtoeslag stop te zetten in plaats van op te schorten, door de termijn van bezwaar zeer ernstig te overschrijden en door incomplete dossiers aan te leveren bij de rechterlijke macht;
constaterende dat de Belastingdienst zelf al jaren op de hoogte was van de problemen, en kritische rapporten van de Ombudsman en de Kinderombudsman niet adequaat opgevolgd werden;
constaterende dat ouders niet alleen direct gedupeerd zijn door het stopzetten en terugvorderen van kinderopvangtoeslag, maar ook indirect door baanverlies, echtscheiding, depressies en andere gevolgen;
verzoekt de regering gedupeerde ouders zo spoedig mogelijk individueel schadeloos te stellen, daarbij ook te kijken naar afgeronde terugvorderingen over de jaren 2012 en 2013, hierin ook ouders mee te nemen die geen bezwaar of beroep hebben ingediend of doorgezet, en er tevens voor te zorgen dat in relevante gevallen er langer dan vijf jaar teruggekeken wordt bij de vaststelling van toeslagen;
verzoekt de regering tevens onderzoek te (laten) doen of vergelijkbare problemen, zoals onrechtmatige stopzettingen, ernstige overschrijding van bezwaartermijnen of onvolledige dossiers bij de bezwaar- en beroepsprocedures ook elders aan de orde geweest zijn bij CAF-zaken en andere zaken;
verzoekt de regering vervolgens uiterlijk 1 oktober een tussenrapportage naar de Kamer te sturen over de compensatie van gedupeerden en andere relevante ontwikkelingen in dit dossier,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de cultuur bij de Belastingdienst het zeer sterk bemoeilijkt om intern kritiek te leveren;
overwegende dat het voor een cultuurverandering bij de Belastingdienst essentieel is dat medewerkers en externen vrijelijk misstanden kunnen melden, problemen kunnen oplossen en dat dat positief gewaardeerd dient te worden;
constaterende dat de Belastingdienst meerdere wetten overtrad in de CAF-11-zaak en er sprake was van onbehoorlijk bestuur;
constaterende dat de Raad van Ministers (inclusief Nederland) van de Raad van Europa een stel duidelijke richtlijnen heeft aangenomen voor de bescherming van klokkenluiders naar aanleiding van het rapport daarvan van de eerste ondertekenaar van deze motie;
verzoekt de regering deze richtlijnen volledig te implementeren bij de Belastingdienst en jaarlijks onafhankelijk en extern te laten rapporteren over de naleving van deze richtlijnen door de Belastingdienst;
verzoekt de regering tevens in de CAF-11-zaak alle aandacht te focussen op een oplossing voor de desbetreffende ouders en in deze uitzonderlijke zaak geen enkele actie te ondernemen tegen medewerkers van de dienst die ervoor gezorgd hebben dat documenten publiek werden, waardoor bijvoorbeeld ouders wél complete dossiers bij de rechtbank hadden;
verzoekt de regering tot slot in oktober over de uitvoering van deze motie te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dan is het woord aan mevrouw Leijten van de fractie van de SP.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Op de overheid moet je kunnen vertrouwen, en "de overheid" is ook de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft wetten met voeten getreden. De staatssecretaris heeft vandaag in het debat toegegeven dat de Belastingdienst onrechtmatig gehandeld heeft. De overheid heeft onrechtmatig gehandeld richting kwetsbare en kansloze gezinnen, die vijf jaar lang opgejaagd zijn. Er is nogal iets gebeurd vandaag. Er was tunnelvisie, en zelfs de staatssecretaris zat in die tunnel. En nu vraagt hij ons om vertrouwen om dit op te lossen met dezelfde ambtenaren die al die jaren — al die jaren! — die wetten overtraden.
Het wegsturen van deze staatssecretaris is niet de oplossing, want het ligt ergens anders. Er zijn duidelijke moties ingediend door de heer Omtzigt. Ik weet dat die Kamerbreed worden aangenomen. En ik ga ervan uit dat de motie die ik nu ga indienen ook Kamerbreed wordt aangenomen. Het is dan ook geen motie voor de staatssecretaris, maar voor de Kamer.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Belastingdienst onrechtmatig heeft gehandeld bij het stopzetten van kinderopvangtoeslag in de CAF-11 Hawaï-zaak;
constaterende dat het onrechtmatig handelen niet is hersteld maar jarenlang, mede via vele rechtszaken, is geïnstitutionaliseerd en toegedekt;
constaterende dat het handelen van de Belastingdienst gezinnen in diepe ellende heeft gestort en gastouderbureaus brodeloos maakte;
constaterende dat noch een vernietigend rapport van de Nationale ombudsman in 2017, noch interne signalen binnen de Belastingdienst, in 2015, hebben geleid tot het rechtzetten van het onrechtmatig handelen;
constaterende dat de ambtenaar of ambtenaren die deze misstand aan de kaak stelden, geconfronteerd is of zijn met disciplinaire maatregelen;
spreekt haar afkeuring uit over het gevoerde beleid bij de Belastingdienst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dan de heer Van Weyenberg van de fractie van D66.
De heer Van Weyenberg (D66):
Dank u, voorzitter. We hebben een heel goed debat gehad over een hele onverkwikkelijke zaak. Daarin kan wat mij betreft nu de stap worden gezet om ouders eindelijk te compenseren voor het onrecht dat hun is aangedaan. Het feit dat de staatssecretaris het onvoorstelbaar noemt dat zij geen schadevergoeding krijgen, geeft mijn fractie het vertrouwen dat dat zal gebeuren. De zoektocht naar de vormgeving daarvan is nog heel complex, maar ik heb er alle vertrouwen in dat de staatssecretaris dat in goede banen weet te leiden.
Ik was heel blij met het antwoord van de staatssecretaris over de klokkenluider. Zonder iets expliciets te zeggen, maakte hij klip-en-klaar duidelijk dat er geen maatregelen tegen deze persoon of personen zullen worden genomen.
Er zijn goede moties ingediend. Ik wil er graag een aan toevoegen, over etnisch profileren.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Autoriteit Persoonsgegevens onderzoek doet naar het mogelijke gebruik van de dubbele nationaliteit bij het verwerken van gegevens, geautomatiseerde besluitvorming en profilering door de Belastingdienst, en dat de Nationale ombudsman een onderzoek is gestart naar de behandeling van klachten over etnisch profileren bij de overheid;
spreekt uit dat etnisch profileren onaanvaardbaar is en dat het niet zo kan zijn dat iemand vanwege een dubbele nationaliteit anders wordt behandeld dan iemand met alleen de Nederlandse nationaliteit;
verzoekt het kabinet om te borgen dat de Belastingdienst een dubbele nationaliteit niet meer als risico-indicator gebruikt bij het toekennen van toeslagen;
verzoekt het kabinet tevens om bij het verschijnen van de onderzoeken van de Autoriteit Persoonsgegevens en de Nationale ombudsman de Kamer zo snel mogelijk te informeren over de wijze waarop het kabinet de lessen van deze onderzoeken implementeert,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wilt u even blijven staan? Er is namelijk nog een korte vraag van mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Het is bij mijn weten niet eerder voorgekomen dat het onrechtmatig handelen van de overheid, in dit geval van de Belastingdienst, ruiterlijk erkend is en door iedere Kamerfractie tijdens het debat ook afgewezen is. Ik zou de fractie van D66 willen vragen of zij dat ook durft uit te spreken.
De heer Van Weyenberg (D66):
Ja. Volgens mij heb ik dat in het debat ook gedaan. Het staat ook letterlijk in de motie. In het debat — daar waren wij allebei bij — heb ik zelf gesproken over zowel onrechtmatig handelen als onbehoorlijk bestuur. Het staat ook in de motie van collega Omtzigt die ik mede heb ingediend.
De voorzitter:
Dan de heer Azarkan van de fractie van DENK.
De heer Azarkan (DENK):
Voorzitter, dank. Ik dank de staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording. We hebben inderdaad een goed debat gehad. De staatssecretaris is eindelijk uit de tunnelvisie gekomen, maar het heeft wel wat gekost. Een advocate die er al jarenlang keihard aan werkt en heel veel uren maakt om de gedupeerden bij te staan. Journalisten die stukken hebben opgevraagd. Kamerleden die goede vragen hebben gesteld en daar antwoord op hebben gekregen. De Ombudsman, die een vernietigend rapport heeft geschreven. De Raad van State, die kritisch was. Dat allemaal heeft geleid tot deze nieuwe inzichten. Ik ben daar blij mee.
De staatssecretaris heeft heldere taal gesproken en toezeggingen gedaan. Voor de gedupeerden — en voor hen doen we het — komt er na vijf jaar eindelijk de hoop dat het goed gaat komen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat er een schadeloosstelling komt, waarin ouders ruimhartig worden gecompenseerd. De klokkenluider wordt gerehabiliteerd en mag aan het werk. Ik ga ervan uit dat er ook een schadevergoeding komt voor het gastouderbureau dat ten onrechte werd aangemerkt als fraudeur.
Voorzitter. Ik vind wel dat we te lang hebben gewacht, omdat het rapport van de Ombudsman er vorig jaar al was. Wat zeg ik? Het was er in augustus 2017; dat is dus bijna twee jaar geleden. Om die reden dien ik de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in de CAF-11-zaak inzake de kinderopvangtoeslag ontzettend veel mis gegaan is;
overwegende dat er in deze zaak sprake is van ernstige misstanden, die jarenlang doorgegaan zijn, en waarbij belangrijke stukken stelselmatig achtergehouden zijn;
overwegende dat de staatssecretaris heeft toegegeven dat de Belastingdienst/Toeslagen onrechtmatig gehandeld heeft, dat er sprake was van onbehoorlijk bestuur en een tunnelvisie, waar hijzelf en de Belastingdienst/Toeslagen pas na lange tijd en zware politieke druk uit zijn gekomen;
overwegende dat onnodig veel tijd verloren is gegaan, ook na duidelijke signalen van de Nationale ombudsman en de Raad van State, en de gedupeerden al deze tijd in onzekerheid hebben gezeten;
spreekt uit dat een dergelijk deplorabel en mensonvriendelijk overheidsoptreden niet meer mag voorkomen, rijksbreed en bij de decentrale overheden;
spreekt zijn treurnis uit over de hele gang van zaken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Nijboer (PvdA):
Het is een aangelegen punt voor de heer Azarkan, en dat deel ik zeer. Nou heeft hij voor het debat in de media al aangegeven dat hij een motie van wantrouwen zal indienen. Ik vind dat staatsrechtelijk niet zo zuiver, zeker niet omdat je het kabinet ook de mogelijkheid moet geven om antwoord te geven. Ik wil wel gezegd hebben dat ik een motie van treurnis het meest treurige instrument van de Kamer vind, ook voor zo'n zaak.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Lodders als laatste spreker van de zijde van de Kamer.
Mevrouw Lodders (VVD):
Voorzitter. We hebben vanmiddag een stevig debat gevoerd over het stopzetten van de kinderopvangtoeslag voor ruim 300 ouders. Dit is uiteindelijk een langslepende kwestie geworden. Ouders zijn hierdoor in de financiële problemen geraakt en de persoonlijke situatie is bij velen op de kop gezet. Het belangrijkste voor de VVD is dat vandaag is uitgesproken dat ouders schadeloos worden gesteld. Dat is winst. Mijn fractie realiseert zich dat daardoor bij deze ouders het vertrouwen niet van vandaag op morgen terug is. Het zal echt even duren voordat deze zaak daadwerkelijk is afgehandeld, maar dit is wel een hele belangrijke stap.
De overige punten uit het algemeen overleg zal ik niet herhalen. Ik heb wel een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in de CAF-11-zaak sprake is geweest van een tunnelvisie;
overwegende dat in bredere zin de cultuur en werkwijze van de Belastingdienst aandacht behoeft;
overwegende dat de staatssecretaris cultuur als vierde pijler aan de agenda "Beheerst vernieuwen" wil toevoegen;
verzoekt de regering deze pijler toe te voegen in het jaarplan 2020 en bij de eerstvolgende rapportage aan te geven hoe de pijler concreet wordt ingevuld,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik zou mevrouw Lodders willen vragen waarom ze deze motie indient, omdat dit juist is toegezegd in de allerlaatste brief van de staatssecretaris.
Mevrouw Lodders (VVD):
Ik doe dat om te bekrachtigen hoe belangrijk het is. Ik heb vanmiddag in het debat aangegeven dat we kunnen overgaan tot schadeloosstelling, het betalen van een schadevergoeding richting de ouders, dat er een aantal stappen zijn gezet door de staatssecretaris, maar dat het niet zal werken als we niet ook wat doen aan de cultuur binnen de Belastingdienst. Deze motie is om dat kracht bij te zetten en om de staatssecretaris te verzoeken bij de eerstvolgende rapportage aan te geven hoe wij die agenda gaan invullen. Dat stond nog niet in de brief.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Kan de staatssecretaris reeds antwoord geven. Ja, dat is het geval. Het woord is aan hem.
Staatssecretaris Snel:
Voorzitter. Ik moet wel zeggen dat ik de zesde motie nog niet gelezen heb, maar wel goed heb meegeluisterd. Als die er zo aankomt, zou dat mooi zijn.
Laat ik meteen beginnen met de moties. De allereerste motie, op stuk nr. 503, gaat over het zo snel mogelijk tot afronding komen van de schadeloosstelling voor de ouders. Zij gaat ook in op het feit dat ik zo snel mogelijk, uiterlijk 1 oktober, een tussenrapportage zal geven over de stand van zaken en zal reageren op hoe de commissie-Donner ermee bezig is. We hebben hier vandaag lang met elkaar over gesproken. Ik zie heel goed wat hier staat. Ik ben het er ook mee eens. Veel van de dingen zijn al eerder besproken. Ik heb ook aangegeven dat ik die belangrijk vind, dus ik geef de motie oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 504 van de heer Omtzigt en mevrouw Lodders. Deze gaat over de klokkenluiders. Ik heb vandaag wat langer daarover gesproken. De heer Van Weyenberg gaf net ook aan dat het bij elke overheidsorganisatie, maar zeker bij de Belastingdienst, ontzettend belangrijk was en is dat er een werkklimaat gecreëerd wordt waarin fouten maken mogelijk is, maar waarin het ook mogelijk is dat men misstanden aankaart. Voor deze motie geldt ook oordeel Kamer.
Dan komen we bij de derde motie van mevrouw Leijten, op stuk nr. 505. Die is niet voor mij, maar voor de Kamer. Ik kan erover zeggen dat het de woorden van mevrouw Leijten zijn die erin staan. Ik heb vanmiddag mijn eigen woorden ervoor gekozen. Maar goed, de motie is niet aan mij gericht, dus ik zal er verder niet te veel over zeggen.
De voorzitter:
Staatsrechtelijk hebt u helemaal gelijk, maar ...
Mevrouw Leijten (SP):
Wat bedoelt de staatssecretaris hiermee?
Staatssecretaris Snel:
Precies wat ik zeg, voorzitter.
Mevrouw Leijten (SP):
Bedoelt hij dat er niet onrechtmatig zou zijn gehandeld?
Staatssecretaris Snel:
Nee, ik zeg dat dit uw woorden zijn, dat u mij niets vraagt en dat ik mijn eigen woorden vanmiddag heb gekozen voor dit alles. Het staat u vrij om deze motie in te dienen.
Mevrouw Leijten (SP):
Staan er dingen in die niet kloppen dan?
Staatssecretaris Snel:
U spreekt bijvoorbeeld ... Het zijn gewoon uw eigen woorden. Ik heb die van mij gekozen. Dat is het enige, voorzitter. Mevrouw Leijten kijkt mij aan alsof er iets verschrikkelijks gebeurt, maar dit is toch gewoon hoe het is?
Mevrouw Leijten (SP):
Ja, er is zeker iets verschrikkelijks gebeurd. De Belastingdienst heeft wetten gebroken en heeft dat niet rechtgezet, maar heeft het rechtssysteem vervolgens gebruikt en dure advocaten ingeschakeld om gezinnen die financieel in de penarie zaten, hun recht te ontnemen. Er is inderdaad heel veel gebeurd. Dat is afkeurenswaardig. De staatssecretaris zegt aan de ene kant: deze motie is niet aan mij, dus ik zeg er niets over. Aan de andere kant zegt hij: maar het zijn niet mijn woorden. Ik moet wel zeggen dat dit mij behoorlijk irriteert. Zeg er dan echt niets over!
Staatssecretaris Snel:
Ik weet niet precies waar deze irritatie vandaan komt. Volgens mij hebben wij vanmiddag uitgebreid gedeeld wat we ervan vonden. Ik heb uitgebreid gedeeld wat ik ervan vond. Dat was niet misselijk. Mevrouw Leijten zegt nu nog wat. Ik zeg alleen: dit zijn uw woorden en het is aan u om die te kiezen. Ik blijf bij mijn constatering dat het niet aan mij is om erop te reageren.
Dan ga ik verder met de motie op stuk nr. 506. Dat is de motie over etnisch profileren. De motie spreekt uit dat dit onaanvaardbaar is. Dat vind ik ook. Laat ik dat volstrekt helder maken. Ik geef de motie daarom oordeel Kamer.
Er liggen nog twee moties. De eerste, op stuk nr. 507, is van de heer Azarkan. Ook daarin wordt mij niets gevraagd. Ik zal het niet meer in mijn hoofd halen om er ook maar iets over te zeggen, want dat is niet de bedoeling. Ik zal er dus niets over zeggen.
Dan ten slotte de laatste motie, op stuk nr. 508. Die is van mevrouw Lodders en de heren Snels, Van Weyenberg en Omtzigt. We hebben het vanmiddag gehad over de toevoeging van de vierde pijler. Het is ontzettend belangrijk dat we dat doen. Dat heb ik aangegeven. We hadden drie pijlers en er komt nu een vierde bij. Als één ding duidelijk is geworden uit ons debat van vanmiddag, is het dat cultuurverandering belangrijk is. Dat ik daar in het jaarplan en bij de eerstvolgende rapportage concreet invulling aan geef, lijkt mij heel verstandig, dus dat doe ik graag. Ook hiervoor geldt dat ik de motie oordeel Kamer geef.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik heb nog één vraag aan de staatssecretaris. Het is nog niet zo lang geleden dat een andere staatssecretaris, die de Kamer verkeerde cijfers had gegeven, zijn conclusies trok. Hierbij vond hij zijn relatie met de Kamer in het geding en zei hij: ik neem de verantwoordelijkheid voor de foute informatie en ik stap op. Hoe kijkt de staatssecretaris in dat licht naar zijn eigen rol? Er is niet alleen foute informatie naar de Kamer gegaan, waardoor de relatie met de Kamer is geschaad, maar wij zitten ook met een Belastingdienst die niet alleen onrechtmatig heeft gehandeld, maar dat ook vijf jaar lang heeft volgehouden. Hoe ziet hij nu zijn eigen positie en zijn eigen geloofwaardigheid?
Staatssecretaris Snel:
Ik zal zeker geen recensie geven over wat collega-staatssecretaris Harbers heeft gedaan. Dat is zijn eigen afweging. En het is goed dat iedereen zijn eigen afweging maakt. Ik doe dat hier ook. Volgens mij heb ik vanmiddag duidelijk gemaakt hoe het zit. Wij hebben daar ook met elkaar over gesproken. Ook mevrouw Leijten is daar veelvuldig over aan het woord geweest. Ik heb daarover gezegd wat ik daarover wil zeggen.
De voorzitter:
Prima. Tot zover dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Morgenochtend stemmen wij over de moties. Dank aan de staatssecretaris.
Wij hebben nog acht debatten te gaan. De volgende bewindspersoon maakt reeds zijn opwachting. Ik schors de vergadering voor enkele minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-102-48.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.