De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de cultuur bij de Belastingdienst het zeer sterk bemoeilijkt om
intern kritiek te leveren;
overwegende dat het voor een cultuurverandering bij de Belastingdienst essentieel
is dat medewerkers en externen vrijelijk misstanden kunnen melden, problemen kunnen
oplossen en dat dat positief gewaardeerd dient te worden;
constaterende dat de Belastingdienst meerdere wetten overtrad in de CAF-11-zaak en
er sprake was van onbehoorlijk bestuur;
constaterende dat de Raad van Ministers (inclusief Nederland) van de Raad van Europa
een stel duidelijke richtlijnen heeft aangenomen voor de bescherming van klokkenluiders
naar aanleiding van het rapport daarvan van de eerste ondertekenaar van deze motie;
verzoekt de regering, deze richtlijnen volledig te implementeren bij de Belastingdienst
en jaarlijks onafhankelijk en extern te laten rapporteren over de naleving van deze
richtlijnen door de Belastingdienst;
verzoekt de regering tevens, in de CAF-11-zaak alle aandacht te focussen op een oplossing
voor de desbetreffende ouders en in deze uitzonderlijke zaak geen enkele actie te
ondernemen tegen medewerkers van de dienst die ervoor gezorgd hebben dat documenten
publiek werden, waardoor bijvoorbeeld ouders wél complete dossiers bij de rechtbank
hadden;
verzoekt de regering, tot slot in oktober over de uitvoering van deze motie te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.