47 Fiscale beleidsagenda 2019

Aan de orde is het VAO Fiscale beleidsagenda 2019 (AO d.d. 27/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Fiscale beleidsagenda 2019. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. We hebben vijf deelnemers aan dit debatje. De eerste is mevrouw Leijten van de fractie van de SP. Het woord is aan haar.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris een voortrekkersrol wil spelen in de OESO in het tegengaan van belastingontwijking;

constaterende dat de OESO inzet op een bronbelasting vanaf 2021 die gebaseerd is op een effectief minimumtarief;

van mening dat het wenselijk is daar in de Nederlandse wetgeving zo veel mogelijk op aan te sluiten;

verzoekt de regering om de bronbelasting zo vorm te geven dat er geen verschil kan bestaan tussen het statutaire en het effectieve tarief,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55 (32140).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de belasting op een fictief rendement over spaargeld in box 3 niet aansluit bij de werkelijkheid en ook door de Hoge Raad als onrechtmatig is beoordeeld;

constaterende dat kleine spaarders hierdoor vermogen verliezen, waaronder zelfstandigen die gespaard hebben voor hun pensioen of mensen die een eenmalige uitkering hebben gekregen vanwege arbeidsongeschiktheid of letselschade;

constaterende dat de aangenomen motie-Bashir c.s. (34302, nr. 97) al in 2015 opriep tot het oplossen van dit probleem;

verzoekt de regering met ingang van 2020 een oplossing te bieden voor dit probleem, desnoods via het aanpassen van de tarieven, en dit uit te werken in het Belastingplan 2020,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56 (32140).

Mevrouw Leijten (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Slootweg van de fractie van het CDA.

De heer Slootweg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik dien de volgende motie mede namens mevrouw Lodders in. Het is nogal een lange motie, dus ik ga direct van start.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de heffing van box 3 op stelselniveau een schending van artikel 1 EP is indien het nominaal zonder veel risico's gemiddeld haalbare rendement lager is dan 1,2%;

constaterende dat het om een grote groep mensen gaat die een aantal achtereenvolgende jaren geen gemiddeld rendement hebben kunnen behalen dat gelijk of hoger is dan 1,2%;

overwegende dat de belastingplichtige met het arrest in de hand individueel bezwaar kan maken;

verzoekt het Presidium een parlementair advocaat onderzoek te laten doen naar de volgende zaken:

  • -Welke verplichtingen schept het Hoge Raad-arrest voor de wetgever in zaken waarin het EHRM op stelselniveau oordeelt dat het recht op eigendom geschonden is?

  • -Vormt een individuele uitspraak op bezwaar een adequate afsluiting van een massaal bezwaarprocedure, zoals vastgesteld door de staatssecretaris van Financiën op 26 juni 2015?

  • -In hoeverre dienen box 3-belastingplichtigen, na verkrijging van een individuele uitspraak op bezwaar door de Belastingdienst, eerst de nationale rechtsgang te doorlopen (oordeel van hoogste nationale rechter is al bekend) voordat ze naar het EHRM in Straatsburg kunnen?

  • -In hoeverre kunnen box 3-belastingplichtigen die niet besluiten om een individuele uitspraak op bezwaar te vragen, straks toch een beroep doen op een andersluidend oordeel van het EHRM?

  • -Wat betekent het voor de werkdruk van de Belastingdienst als alle individuele gevallen bezwaar gaan maken?

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slootweg en Lodders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 57 (32140).

Uw motie was natuurlijk helemaal helder en duidelijk. Als ik het goed begrijp is het een motie met een verzoek aan het Presidium.

De heer Slootweg (CDA):

Ja, daarom had ik daar nog even de klemtoon op gelegd.

De voorzitter:

Dat deed u heel goed. Het staat de staatssecretaris vrij om daar een mening over te ventileren, maar dat hoeft niet. Misschien dat de eerste ondervoorzitter, lid van het Presidium, mevrouw Tellegen een mening heeft of de motie wil ontraden of oordeel Kamer wil geven. Dat kan dan. Er is in ieder geval nog een vraag, kort en puntig, van mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, voorzitter, ik wou vooral even zeggen dat het EHRM het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is.

De voorzitter:

Kijk, dat waarderen onze kijkers ook.

De heer Slootweg (CDA):

Anders had ik geen 18 seconden overgehouden.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Van Weyenberg van de fractie van D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik zal het heel kort houden. Ik heb geen motie. Het is wel heel belangrijk dat de staatssecretaris nu eindelijk een opening heeft gegeven rondom de vermogensrendementsheffing, box 3, om toch te kijken of voor spaargeld kan worden gerekend met het daadwerkelijk rendement. Bij spaargeld hanteren we allang niet meer 4% bij de rente van de afgelopen jaren. Mensen die veel spaargeld hebben en dat veilig willen wegzetten, omdat het bijvoorbeeld hun pensioen is, betalen nu veel te veel. Ik hoop echt dat dat lukt. We wachten al heel lang. Deze doorbraak zou voor heel veel mensen een groot gevoelde onrechtvaardigheid wegnemen.

Dan zijn de bouwstenen van de fiscale agenda besproken, rond de toeslagen. Om echt naar box 2 te kijken, waarover deze week ook wat rapportages waren, lijkt mij brood- en broodnodig. Ik zie met grote belangstelling uit naar een ambitieuze aanpak van de staatssecretaris.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de laatste spreker van de zijde van de Kamer, mevrouw Lodders van de fractie van de VVD.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Voordat u denkt dat ik met allerlei moties kom, dat is niet het geval. Wij hebben deze week een algemeen overleg gevoerd over de fiscale beleidsagenda. Ik wil mijn twee minuten gebruiken om even stil te staan bij box 3. Ik dank de staatssecretaris hartelijk voor de antwoorden op de schriftelijke vragen van collega Omtzigt en mijzelf die wij vandaag hebben ontvangen.

In het debat heb ik stilgestaan bij box 3. Daar zijn de vorige sprekers ook op ingegaan. De staatssecretaris heeft nogmaals bevestigd dat hij op Prinsjesdag de uitkomst van een versneld onderzoek zal presenteren over de invulling van de afspraak in het regeerakkoord dat we voor spaargeld toe willen werken naar het reële rendement.

De VVD heeft hoge verwachtingen van dat versnelde onderzoek. Ik hoop dat er echt een oplossing komt, met name voor de groep mensen die hun spaargeld in box 3 hebben staan, zoals mevrouw Leijten ook al aangaf; het gaat veelal om pensioen en in sommige gevallen om letselschade.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het gemiddeld haalbare rendement voor mensen die niet heel veel risico willen nemen echt onder de 1,2% ligt. Dat is de reden waarom ik de motie van de heer Slootweg mede heb ondertekend. Dat is de reden waarom wij zo graag met enige snelheid toe willen werken naar dat reële rendement. Nogmaals, wij kijken uit naar het versnelde onderzoek en de oplossingen.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel.

Kan de staatssecretaris de beide moties van mevrouw Leijten reeds becommentariëren? Dat is het geval. Het woord is aan hem.

Staatssecretaris Snel:

Voorzitter, dank u wel. Inderdaad, er zijn twee moties waarin een verzoek aan ons wordt gedaan, en er is een motie die gericht is aan het Presidium. Daar hoef ik eigenlijk niet zo heel veel over te zeggen. U gaf mij wel die kans. Ik zal daar niet al te veel over zeggen. Laat mij heel kort wat zeggen over die motie en over de opmerking van de heer Van Weyenberg en mevrouw Lodders.

Het klopt, we hebben een lang debat en een goed debat gehad over box 3. Ik heb daarin kenbaar gemaakt dat ook ik denk dat juist voor de spaarders — en niet alleen voor kleine spaarders, maar ook voor mensen die er bewust voor kiezen om het risico niet te nemen — bij box 3 een gevoel van onrechtvaardigheid komt kijken. In het regeerakkoord staat ook dat wij daar wat aan willen doen. Dat was niet makkelijk. Desalniettemin heb ik gezegd dat ik op Prinsjesdag ga aankondigen hoe ik denk dat het eventueel zou kunnen. Dus dat zeg ik richting deze drie opmerkingen van vooral de heer Slootweg, de heer Van Weyenberg en mevrouw Lodders. De heer Van Weyenberg heeft ook nog gezegd dat de bouwsteen in box 2 belangrijk is. Dat ben ik met hem eens. Het gaat dus ook bij de bouwstenen verder aan de orde komen.

Voorzitter. Dan de twee moties van het lid Leijten. Allereerst de motie op stuk nr. 55. Daarin wordt eigenlijk gevraagd of wij de bronbelasting niet zo kunnen vormgeven dat er geen verschil bestaat tussen het statutaire en het effectieve tarief. Los van het feit dat dit technisch heel ingewikkeld is — het effectieve tarief stel je immers niet vast, maar is een uitkomst van zaken — zou ik willen zeggen dat het een beetje voorbarig is. Want we weten nog niet precies waar het OESO-beraad op zal uitkomen. Vervolgens is het ook zo dat ons eigen wetsvoorstel over bronbelasting op Prinsjesdag naar de Kamer gaat. Om die reden heb ik dat ontraden.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, één vraag. Het woord is aan u.

Mevrouw Leijten (SP):

Het is niet uit te leggen dat wij een winstbelasting hebben van 25%. Die wordt weliswaar door deze regering verlaagd, maar eigenlijk wordt die helemaal niet betaald. Je hebt statutair dus iets op papier, maar effectief wordt die niet betaald. Nou komt er een nieuwe belasting, en dat is om belastingontwijking aan te pakken. Als een bedrijf zijn royalty's, rentes en dividenden doorsluist naar een belastingparadijs en wij zeggen dat daar 20% op geheven moet worden, dan kun je toch gewoon zeggen dat dit effectief ook altijd gewoon 20% is? Sluist een bedrijf het door naar een belastingparadijs waar 2% wordt geheven, dan heffen wij altijd 18%. Op het moment dat het doorsluist naar een land waar 7% wordt geheven, dan heffen wij 13%. En dat is wat ik hier wil. Anders zeg je heel stoer "wij gaan iets doen", maar als je niet uitspreekt dat het effectief is — wat je op papier zet, wordt ook daadwerkelijk betaald — dan is het weer een wassen neus.

Staatssecretaris Snel:

Dat is zeker geen wassen neus. Het effectieve tarief is uiteindelijk het tarief dat je daadwerkelijk betaalt over de winst die je maakt. Als een bedrijf ervoor kiest om bijvoorbeeld de dividend- of royaltystromen niet meer door Nederland te laten lopen, dan hebben wij geen opbrengst en dan is het effectieve tarief toch anders. Dus het is echt niet zo simpel als dat. Tegelijkertijd denk ik dat wij hetzelfde willen, namelijk ervoor zorgen dat wij dit soort stromen van Nederland naar belastingparadijzen aanpakken. Dat is ook in het debat uitgebreid aan de orde geweest. Het gaat om een stroom van 22 miljard. Ik verwacht dat die door onze maatregel snel zal opdrogen.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 56. Die gaat over box 3 en over problemen met bijvoorbeeld eenmalige uitkeringen. Ik moet deze motie ook ontraden. Ik heb gezegd dat er op Prinsjesdag een brief komt over box 3; daarin staat hoe ik in ieder geval voor spaargeld denk wat te kunnen betekenen. We zullen uiteindelijk ook moeten bepalen of daarbij een oplossing mogelijk is voor het probleem dat zich hierbij voordoet, maar die zal niet in het Belastingplan zitten. We zullen die hooguit aankondigen. Dus is de motie ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgenochtend stemmen wij over de drie moties.

We gaan meteen door met het VAO Stopzetten kinderopvangtoeslag.

Naar boven