50 Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie) ( 35167 ),

en van:

  • -de motie-Beckerman c.s. over geld naar werknemers van gesloten kolencentrales (35167, nr. 10);

  • -de motie-Van der Lee over geld naar werknemers van gesloten kolencentrales (35167, nr. 11);

  • -de motie-Sienot/Van Weyenberg over het starten met van-werk-naar-werktrajecten (35167, nr. 12);

  • -de motie-Yeşilgöz-Zegerius c.s. over individuele plannen van aanpak voor medewerkers na sluiting van de kolencentrale (35167, nr. 13);

  • -de motie-Yeşilgöz-Zegerius c.s. over een prognose van het aandeel elektriciteit via constante energiebronnen (35167, nr. 14);

  • -de motie-Yeşilgöz-Zegerius/Agnes Mulder over onderzoek naar de mogelijke rol van kernenergie in de energiemix (35167, nr. 15);

  • -de motie-Dik-Faber/Sienot over duurzaamheidseisen voor niet-gesubsidieerde biomassa (35167, nr. 16);

  • -de motie-Dik-Faber/Sienot over geen negatief klimaateffect wanneer kolencentrales overschakelen op een vervangende brandstof (35167, nr. 17).

(Zie vergadering van 26 juni 2019.)

De voorzitter:

Het gaat om een heropening in derde termijn van de behandeling van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie (35167).

De algemene beraadslaging wordt heropend.

De voorzitter:

We hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Van der Lee van de fractie van GroenLinks. Het woord is aan hem.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik had al bij de behandeling van de kolenwet aangekondigd dat ik een heropening zou vragen als dat nodig was. Dat bleek helaas nodig, omdat we bij de stukken over het Klimaatakkoord ook een brief kregen over de uitvoering van het Urgandavonnis. Er is een gat van 9 megaton. Er ligt een pakketje van 4 megaton. Er is dus nog 5 megaton te gaan. Daar hebben we het gisteren ook uitvoerig over gehad, maar daar is eigenlijk geen beweging op gekomen.

Dat heeft er bij mij toe geleid dat ik een amendement heb ingediend op de kolenwet. Het idee ervan is dat we marktwerking gaan creëren tussen de overgebleven kolencentrales. We geven hun de opdracht hun CO2-uitstoot te reduceren. De centrale die het minst daarin slaagt, wordt gesloten. Dat is geen willekeur, maar dat is marktwerking. Het is een race tussen gelijken. Het kabinet vreesde dat dit een perverse prikkel zou veroorzaken en dat de productie zelfs opgevoerd zou kunnen worden. Ik heb er daarom aan toegevoegd dat daar een plafond in komt, namelijk de CO2-uitstoot uit 2018. Daar mag men in de komende jaren niet meer overheen. Ik hoop dat we met dit mechanisme versneld die 5 megaton gaan besparen. Dat is het simpele idee.

De noodzaak daarvan wordt onderstreept door een ander stuk dat we een paar uur geleden kregen naar aanleiding van een eerder verzoek van mij. In dat stuk wordt inzicht geboden in de ontwikkeling van de CO2-uitstoot per sector. Dan zie je dat ten opzichte van 1990 de uitstoot in de elektriciteitssector zeer fors is gegroeid. Dat komt ook door die kolencentrales. Een ander bericht dat vandaag bekend werd, is dat in Duitsland, in ons buurland, men erin is geslaagd om in het eerste halfjaar van 2019 meer dan 20% van de uitstoot gerelateerd aan bruinkool te reduceren. Er worden elders in Europa forse stappen gezet, en bij ons gaat het traag. We halen Urgenda niet met wat er ligt. Het zou een unieke situatie opleveren dat we een gerechtelijk vonnis dat in twee instanties is bevestigd, niet zouden uitvoeren. En we hebben nu de mogelijkheid, met deze kolenwet, om die stap te zetten. Ik doe een indringend beroep op de minister om dit amendement heel serieus te overwegen en er een "oordeel Kamer" aan te geven.

De voorzitter:

U heeft het over het amendement op stuk nr. 22, dat u vandaag heeft ingediend?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja. Dat is een variant op een eerder gewijzigd amendement, om ook die perverse prikkel die het kabinet vreesde, eruit te halen. En ik heb net ook geprobeerd te betogen dat hier geen sprake is van willekeur, en ook niet van onbehoorlijk bestuur. De Hemwegcentrale heeft bij de sluiting minder tijd gekregen van dit kabinet. En ik noem ook bijvoorbeeld het besluit van gisteren rond het openbreken van de Autobrief waarbij het ging om elektrisch rijden. Dat gebeurt ook op veel kortere termijn dan bij deze kolencentrales. Het is dus niet onbehoorlijk. Het is niet willekeurig. Er gaat geen perverse prikkel van uit. Het gaat wel bijdragen aan de extra 5 megaton CO2-reductie die we zo dringend nodig hebben.

De voorzitter:

Voor de volledigheid: het amendement dat u vandaag heeft ingediend, namelijk het amendement op stuk nr. 22, is een wijziging van het amendement op stuk nr. 20, dat u in de tweede termijn heeft ingediend en dat ook is becommentarieerd door de minister.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Neenee, ik heb het niet in tweede termijn ingediend. Ik heb het na het debat ingediend, maar de minister heeft een brief gestuurd voor de stemmingen van afgelopen dinsdag waarin hij een appreciatie gaf van dat amendement.

De voorzitter:

En dat was?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Die appreciatie was ontraden. Ik heb mijn amendement daarop aangepast, en ik heb vervolgens om een heropening gevraagd om een nieuw oordeel te krijgen over dit aangepaste amendement.

De voorzitter:

Kijk! Nu snappen we het allemaal weer.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja?

De voorzitter:

Ja, ik ben weer helemaal op de hoogte.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat is fijn. Het is laat, maar ...

De voorzitter:

Nee, maar je hersens werken nog volop. Mevrouw Agnes Mulder van de fractie van het CDA ziet af van haar spreektijd. De laatste spreker is de heer Van Otterloo van de fractie van 50PLUS.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Dank u, voorzitter. Ik heb met name een vraag over het amendement dat de heer Van der Lee heeft ingediend. Naar aanleiding van de reactie die gisteren van de minister kwam, wil ik graag weten op welke wijze — al dan niet met het amendement van de heer Van der Lee — we ervoor zorgen dat inderdaad de meest vervuilende centrale het eerst zal worden gesloten. Ik ben namelijk wat in verwarring gebracht. Na de reactie van gisteren weet ik niet helemaal meer zeker of een sluiting of een tijdelijke sluiting van een kolencentrale ook ongewenste effecten heeft op de hoeveelheid CO2 per kilowattuur. Wat ons betreft komt er een methode waarbij echt de meest vervuilende in de zin van het meeste bijdragend aan de CO2-uitstoot, het eerst verdwijnt. Als het aan 50PLUS ligt, kan dat met het amendement van de heer Van der Lee zijn, tenzij blijkt dat we dat met een andere maatstaf beter bereiken. Ik zou de staatssecretaris dus ook willen uitnodigen om ...

De voorzitter:

De minister.

De heer Van Otterloo (50PLUS):

Sorry, de minister. Ik leef in het verleden. Ik zou de minister willen uitnodigen om tot een zodanig advies te komen dat het doel in ieder geval wordt bereikt.

De voorzitter:

Kan de minister reeds het amendement van de heer Van der Lee op stuk nr. 22 becommentariëren? Dat is het geval. Het woord is aan hem.

Minister Wiebes:

Jazeker, en ik zal de vraag van de heer Van Otterloo ook direct meenemen. Je kunt wel spreken over een race tussen gelijken, maar de heer Van der Lee legt de startlijn voor deze race tussen gelijken op een verschillende plek. Tussen die centrales bestaat geen objectief verschil in rendement. Het zijn gelijken. Dat was ook mijn bezwaar tegen het vorige amendement. Het gewijzigde amendement stelt een maximering op de uitstoot van 2018 als randvoorwaarde. Dat wordt gedaan om een race naar de bodem te voorkomen. Maar daarmee staan ook de bezettingsgraden vast, want de toevallige uitstoot van 2018 bepaalt hoeveel je mag draaien. Daarmee staan de bezettingsgraden over het jaar dus vast. Die hebben weer invloed op de rendementen. We hebben dus eigenlijk in 2018 de race al gedaan, maar zonder te weten dat het een race was, want daar komen de maximale rendementen van deze verder gelijke centrales uit. Dat betekent dat de uitkomst van deze centrales die in principe gelijk zijn, nu volkomen willekeurig is. Die wordt immers bepaald door wat er in het verleden is gebeurd en wat nu niet meer kan worden beïnvloed. Dat is juridisch beslist niet houdbaar.

Verder zou ik het bezwaarlijk vinden als ik aansluit bij het betoog van de heer Van der Lee waarin hij dit aankondigt als maatregel voor Urgenda. Het amendement gaat in in 2023, en dat is een jaar waar Urgenda niet op ziet. Daarnaast is bij sluiting van één centrale in 2023, de kans op dat moment nog zeer aanzienlijk dat die stroomvoorziening wordt overgenomen door een Duitse bruinkoolcentrale. Dan is er een weglek van meer dan 100%. Dat betekent dus dat we hier in feite het klimaat zouden gaan verslechteren. Dat is ook geen grote bijdrage aan het tegengaan van de opwarming van de aarde. En overigens ben ik het met de heer Van der Lee eens dat het vonnis staat en dat er gewoon doorgegaan moet worden met de zoektocht.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Sommige argumenten stellen wat voor, maar dat laatste slaat eigenlijk nergens op, want dan zou dat ook linea recta voor de sluiting van de Hemweg gelden. Dat vind ik echt gewoon onzin.

Dan het andere argument. Ook daar kan een oplossing voor worden gevonden. Maar ik merk dat er niet echt met mij wordt meegedacht.

Dan een uitnodiging aan de minister. U zegt: de start is ongelijk. Daar kunnen we ook wat aan doen. We kunnen ook kijken naar de tijd die de centrales open zijn geweest en dan berekenen wat de gemiddelde uitstoot per jaar was. Dan is dat de cap voor de jaren die komen, om die perverse prikkel die u vreest te voorkomen. Zo zouden we dat kunnen oplossen. Dat maakt het nog complexer.

Als ik die aanpassing ga doen, denk ik dat de minister weer met andere argumenten komt om mijn amendement te ontraden, omdat hij eigenlijk niet gelooft, of wenst te zien, dat het nu starten van een wedloop tussen die centrales wel degelijk al gaat leiden tot CO2-besparing en ook impact kan hebben op Urgenda. De conclusie volgt later maar je begint aan een wedloop en dan gaan de bedrijven, met drie verschillende eigenaren, daar wel op anticiperen.

Minister Wiebes:

Ik vind GroenLinks en de heer Van der Lee altijd aan mijn kant als het erom gaat tegenover andere leden van deze Kamer de wetenschappers van het IPCC te verdedigen. Maar nu heeft GroenLinks binnen 48 uur eerst PwC en nu het Frontierrapport afgeserveerd. Ik zou wel willen dat we degelijke, door experts in elkaar gezette rapporten enige geloofwaardigheid toekennen. En dan is de weglek zeer groot en dan is deze maatregel wat mij betreft onwenselijk. Ik blijf bij het advies: ontraden.

De voorzitter:

Ontraden, dus. De heer Van der Lee, afrondend.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dan afrondend nog één opmerking over PwC. We hebben ze hier gehoord bij de technische briefing. Zij erkennen zelf dat zij volstrekt geen rekening hebben gehouden met de terugsluis die wij allemaal in onze varianten hebben opgenomen. Als je zo eenzijdig kijkt naar het in kaart brengen van het risico op weglek, dan is dat geen waardevolle bijdrage aan de discussie. Ik ben altijd bereid om wetenschappelijke inzichten en planbureaus heel serieus te nemen, maar als je bewust maar naar één helft van het verhaal kijkt, dan kan ik dat verhaal niet serieus nemen.

Minister Wiebes:

In een microeconomische analyse weten we allemaal dat als je een heffing zet op het product, de marginale kostprijs hoger wordt en dus ook de prijsvorming hoger wordt. Als de markt dat niet volgt — en dat is dan niet zo, want Nederland doet het in zijn eentje — dan komt er dus minder volume in Nederland terecht. Punt. Dat is heel logisch.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit debat. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanochtend nog stemmen wij over het amendement op stuk nr. 22.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven