42 Landbouw- en Visserijraad 18 juni 2019

Aan de orde is het VAO Landbouw- en Visserijraad 18 juni 2019 (AO d.d. 12/6).

De voorzitter:

Dan is thans aan de orde het VAO Landbouw- en Visserijraad van 18 juni 2019. We hebben twee sprekers van de zijde van de Kamer. Nee, we hebben maar één spreker van de zijde van de Kamer. En wie is nou die ene spreker? Dat is mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Het woord is aan haar.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Een andere discussie die we met de minister hebben lopen, is over haar belofte, en ook die van haar voorgangers, om bijen beter te beschermen tegen landbouwgif. De Kamer heeft een motie aangenomen dat het voorliggende bijenrichtsnoer wat Nederland betreft volledig geïmplementeerd moet worden zoals het was bedoeld, en dat is tegen de acties in die het ministerie achter de rug van de Kamer om de afgelopen jaren heeft ondernomen.

De minister heeft een brief gestuurd dat ze die motie op zich wel gaat uitvoeren, maar ik vind dat er nog wel een schepje bovenop kan. Er zijn de afgelopen jaren dus brieven naar de Europese Commissie gegaan, vanuit Nederland, die zeiden: nou, nou, nou, die bescherming van bijen, dat wordt een beetje te gortig, dat kan wat ons betreft wel een onsje minder. De minister mag dat nu niet meer doen, want de Kamer heeft die motie aangenomen, maar dan kan ze ook een briefje naar de Europese Commissie sturen dat de positie is veranderd en of alsjeblieft het oorspronkelijke voorstel om bijen te beschermen alsnog wordt ingevoerd.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer de minister heeft opgeroepen om zich in Europa in te zetten voor de benodigde aanscherping van het richtsnoer dat wordt gebruikt bij de beoordeling van de risico's van pesticiden voor bijen en hommels, en te pleiten voor inwerkingtreding hiervan, niet later dan eind 2019;

constaterende dat er naar verwachting al in oktober wordt gestemd over een zwaar afgezwakt voorstel waardoor de komende jaren weinig tot niets zal verbeteren in de bescherming van bijen en hommels tegen schadelijke pesticiden;

constaterende dat op basis van dit voorstel gevaarlijke stoffen als neonicotinoïden hoogstwaarschijnlijk nog altijd kunnen worden toegelaten;

verzoekt de regering een brief te sturen aan de Europese Commissie om te pleiten voor inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer als geheel, inclusief de tests op het gebied van chronische toxiciteit en de gevolgen voor solitaire bijen en hommels, niet later dan eind 2019,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1188 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de huidige beoordelingskaders voor de toelating van pesticiden niet alle risico's meenemen, zoals indirecte en cumulatieve effecten, en de impact op niet-doelwitorganismen en kwetsbare groepen zoals kinderen onder de 16 weken;

constaterende dat op voorstel van de Europese Commissie nog altijd bestrijdingsmiddelen worden toegelaten waarin deze risico's niet zijn beoordeeld;

verzoekt de regering het voorzorgsbeginsel te hanteren en zich totdat de risicobeoordelingsmodellen zijn aangescherpt te verzetten tegen voorstellen van de Europese Commissie om bestrijdingsmiddelen toe te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1189 (21501-32).

Ik schors een enkel ogenblik, zodat de minister de moties aangereikt kan krijgen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister. Het mag kort en puntig.

Minister Schouten:

Voorzitter. De eerste motie vraagt om bij de Europese Commissie te pleiten voor totale inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer. Dat doe ik al. Dat is ook steeds ons standpunt geweest. De motie suggereert dat er nu ineens een hele grote ommezwaai is in ons standpunt, maar dat is niet zo. Ik heb altijd al gezegd dat ik wil dat het gehele bijenrichtsnoer snel wordt ingevoerd, dus deze motie vraagt iets wat ik al doe, maar doet dat met overwegingen waardoor het lijkt alsof ik een compleet andere koers ben gaan varen en dat is niet het geval. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Één vraag, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik ben bereid om alle overwegingen te schrappen als het er maar toe leidt dat de motie zoals die is aangenomen ... De minister heeft daar een brief over gestuurd. Zij zegt: er is een tussenvoorstel, daar moet ik mee instemmen want dat kunnen we niet veranderen, maar ik zal een stemverklaring afleggen. Dat betekent volgens mij dat pas in oktober in de SCoPAFF en bij de Europese Commissie duidelijk wordt dat Nederland eigenlijk wil dat het bijenrichtsnoer toch eerder wordt ingevoerd. Ik vind dat andere momenten niet moeten worden gemist. Er is in juli een SCoPAFF-bijeenkomst. Gaat de minister daar ook over de aangenomen motie spreken? Gaat ze aan de Europese Commissie kenbaar maken dat dit is wat Nederland wil? Daar gaat het mij om.

Minister Schouten:

We hebben het niet anders gedaan al die jaren. We hebben steeds gezegd dat we graag willen dat het gehele bijenrichtsnoer wordt aangenomen. Ik heb alleen uitgelegd aan de Kamer dat er nu een deel voorligt en dat dan de keuze is: je doet al een stap vooruit of je doet niks. Dat is het dilemma waar we voor staan. Ook bij een volgende SCoPAFF maak ik duidelijk dat wij willen dat graag het gehele bijenrichtsnoer wordt ingevoerd. Dat is steeds mijn inzet. Maar de vraag was: als er een deel voorligt, ga je dan voor of tegen stemmen, ga je dan voor of tegen een verbetering stemmen?

De voorzitter:

Goed. De motie op stuk nr. 1189.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, het gaat over een ...

De voorzitter:

Nee, ik doe één vraag per motie, want anders wordt het echt 06.00 uur morgenochtend. Mevrouw Ouwehand, kort.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het gaat over een aangenomen motie. Het kabinet heeft in de voorgaande jaren ...

De voorzitter:

Nee, sorry, nu gaan we toch naar de inhoud. Ik ga echt één vraag ...

Minister Schouten:

Voorzitter, ik voer die motie ook uit. Dat is het punt. Mevrouw Ouwehand doet alsof ... Ik weet niet goed meer wat ik moet doen: ik zeg "wij voeren haar uit", maar mevrouw Ouwehand zegt dat ik het niet doe. Ja, dan hebben we een ander probleem.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1189.

Minister Schouten:

Ja. Mevrouw Ouwehand vraagt daarin om het voorzorgsbeginsel te hanteren. Dat wordt al toegepast in de toelatingsprocedure, want het is: nee, tenzij blijkt dat er geen schade is voor mens, milieu en dier. Dus dat geldt al. Zij zegt: je moet eerst afwachten totdat al die andere onderzoeken afgerond zijn. Die onderzoeken lopen. Er wordt nu gekeken naar de cumulatie van effecten, maar het voorzorgsprincipe wordt al gehanteerd. Ik ontraad dus ook deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel.

Minister Schouten:

Voorzitter, staat u mij toe om de commissie op deze laatste dag nog wel te bedanken voor de samenwerking. We waren het niet altijd eens, zo zeg ik ook tegen mevrouw Ouwehand, maar ik heb altijd genoten van de debatten met u. Ik zie ernaar uit om dat in het volgende parlementaire jaar weer te doen.

De voorzitter:

Kijk. Dat vinden we mooi, om zo het jaar af te sluiten.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Nog een kort stichtelijk woord van mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Begrijp ik goed dat de minister in de reactie op de motie op stuk nr. 1189 eigenlijk zegt: wij stemmen inderdaad niet in met voorstellen van de Europese Commissie voor het toelaten van bestrijdingsmiddelen zolang die modellen nog niet zijn aangescherpt? Ik noem de Bee Guidance, ik noem de bescherming van omwonenden. Het zou mooi zijn als dat het geval is, maar dat wil ik dan wel bevestigd hebben.

Minister Schouten:

Nee, ik heb aangegeven dat het voorzorgsprincipe nu al onderdeel uitmaakt van de toelatingsprocedure. Tegelijkertijd — dat is altijd zo — wordt nagedacht over verbeteringen en aanscherpingen. Die zullen we erbij betrekken op een moment dat ze er weer zijn, maar het is niet zo dat we in de tussentijd de zaken gaan stilleggen. Ik heb daarom de motie ontraden.

De voorzitter:

Meneer De Groot, u staat bij de interruptiemicrofoon, maar ik wil de vragenstellers eigenlijk beperken tot de indieners van de moties. Het spijt me. Tot zover. Dank aan de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanochtend, morgenochtend, gaan we stemmen over de moties.

Ik schors een enkel ogenblik en dan gaan we het hebben over het VAO Handelsbevordering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven