59 Funderingsproblematiek

Funderingsproblematiek

Aan de orde is het tweeminutendebat Funderingsproblematiek (CD d.d. 26/10).

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

We gaan in één beweging door met het tweeminutendebat Funderingsproblematiek. Het commissiedebat vond plaats op 26 oktober. Dat is vandaag. Ik geef graag het woord aan de heer Nijboer van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De heer Nijboer (PvdA)

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Dan begin ik echt aan mijn zwanenzang. Het was een mooi debat vanochtend, over funderingen, een belangrijk probleem. Ik heb een drietal moties, die vrij breed ondertekend zijn.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat funderingsproblemen herstellen grote kosten met zich meebrengt en er veelal meerdere oorzaken zijn;

overwegende dat iedere partij een redelijk deel van de kosten op zich moet nemen en mensen niet geholpen zijn met alleen een lening;

verzoekt het kabinet met voorstellen te komen voor een redelijke kostenverdeling tussen alle betrokken partijen, zodat de funderingen snel kunnen worden aangepakt en hersteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Beckerman, Boulakjar en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 260 (28325).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat funderingsproblemen steeds meer voorkomen en dat snelle actie de oplopende schade kan beperken;

verzoekt het kabinet een coördinerend minister aan te wijzen en een regeringscommissaris funderingsherstel aan te stellen om zo spoedig mogelijk tot oplossingen te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Peter de Groot en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 261 (28325).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de funderingsproblemen ook voorkomen ten gevolge van bodemdaling en funderingen op staal;

verzoekt het kabinet ook deze problemen mee te nemen in de aangekondigde analyses die worden uitgevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Beckerman, Boulakjar, Inge van Dijk en Peter de Groot.

Zij krijgt nr. 262 (28325).

De heer Nijboer (PvdA)

De heer Nijboer (PvdA):

Rest mij nog de collega's ontzettend te bedanken, niet alleen deze, maar via hen ook de collega's van Financiën voor de afgelopen jaren, net als u als voorzitter en de voorzitters daarvoor en de bewindslieden. Het was mij vrijwel altijd een genoegen en altijd een eer om hier te mogen staan. Dank u wel.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

We gaan u enorm missen, meneer Nijboer. Het is een verlies voor de democratie dat u weggaat. De heer Nijboer was tevens de enige spreker. Ik schors twee minuutjes.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Voorzitter, dank. Drie kloeke moties als slotakkoord van de heer Nijboer, althans, dat zou je denken. We zijn al enige tijd bezig met het afscheid van de heer Nijboer. Afscheid, the sequel, daar wordt straks vast een Netflixserie van gemaakt. Maar we zien hem over een aantal weken weer terug in de Eerste Kamer, want daar gaat hij een van de vele wetten-Nijboer verdedigen, dit keer samen met de heer Grinwis.

Maar dit zijn wel zijn laatste moties in de Tweede Kamer, en dat is toch een mooi moment, waar we wel even bij stil gaan staan. Over de motie op stuk nr. 260 hebben we vanmorgen een uitgebreid debat gehad: "verzoekt het kabinet met voorstellen te komen voor een redelijke kostenverdeling tussen alle betrokken partijen, zodat de funderingen snel kunnen worden aangepakt". Ik zou daarvan kunnen zeggen, een beetje de gereformeerde interpretatie, dat dit vooruitloopt op de uitkomsten van een Rli-advies dat we zojuist hebben aangevraagd, dat het kabinet zich daarover eerst een oordeel moet vormen en vervolgens met een dekking moet komen, als daar al financiële consequenties aan verbonden kunnen worden, en dat dit toch meer aan een volgend kabinet is. Dat zou ik kunnen doen, maar dat is toch gereformeerd. Ik zou eigenlijk de katholieke variant willen proberen en willen zeggen: als ik mag verwijzen naar alles wat ik daarover vanmorgen heb gezegd in het commissiedebat, dan zou ik hier het oordeel aan de Kamer kunnen laten.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Ik vind het bijna jezuïtisch, eigenlijk.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Dat zou je zeker als kwalificatie hierop kunnen plakken.

De motie op stuk nr. 261 verzoekt het kabinet een coördinerend minister en een regeringscommissaris aan te wijzen. Die coördinerend minister, daar heb ik niet zo veel moeite mee, maar die regeringscommissaris vind ik ingewikkelder, omdat ik dat rapport van de Raad voor de leefomgeving zou willen afwachten. Maar het is zeer denkbaar dat er een functionaris zou moeten komen. Ik wil het eigenlijk zo doen dat ik aan u vraag om deze motie aan te houden, maar dat ik wel kwartier ga maken voor een functionaris die met deze klus aan de slag zou moeten, zodat we geen tijd verliezen. Want dat bleek vanmorgen in het commissiedebat uw belangrijkste zorg te zijn. Dus de motie aanhouden. Althans, dat is mijn verzoek. U gaat daar natuurlijk over. Ik ga wel vast kwartier maken om geen tijd te verliezen.

De heer Nijboer (PvdA)

De heer Nijboer (PvdA):

Ik hou eigenlijk niet zo van moties aanhouden en zo, maar ik vond de minister in het debat best toegeeflijk. Het kernpunt … Het gaat ons ook niet precies om die titel. De minister zou de motie dus ook met zijn uitleg kunnen omarmen. En anders houd ik de motie aan.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Ik denk toch dat aanhouden dan het verstandigste is. Je moet af en toe ook wél een gereformeerd antwoord kunnen geven, toch? Ja.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Nijboer stel ik voor zijn motie (28325, nr. 261) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Jonge de

Minister De Jonge:

Dan de motie-Nijboer c.s. op stuk nr. 262. Die is voorzien van een imponerende ondertekening. Daar is een ruime Kamermeerderheid voor, alleen al bij ondertekening. "Volgens welke peiling dan ook", zou ik daaraan willen toevoegen. Hierover laat ik het oordeel aan de Kamer.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De heer Bosma (PVV)

Vannacht gaan wij stemmen over de moties.

Naar boven