58 Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Aan de orde is het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving (CD d.d. 05/10).

De voorzitter:

We gaan meteen door met het volgende debat: het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Het commissiedebat vond plaats op 5 oktober jongstleden. Ik geef graag het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU naar de doelstelling van 90% CO2-reductie in 2040 gaat, maar dit kabinet vanaf 2026 blijft inzetten op hybride warmtepompen;

constaterende dat dit betekent dat de in 2026 en daarna geïnstalleerde hybride warmtepompen na 2046 nog CO2 uitstoten;

constaterende dat hybride warmtepompen en normale warmtepompen (die geen gas meer verbruiken) onder dezelfde subsidieregeling vallen;

verzoekt de regering met de ISDE-subsidie nadrukkelijker te sturen op het bevorderen van duurzame warmteoplossingen die in één keer geen CO2-uitstoot meer veroorzaken ten opzichte van de warmteoplossingen die later nog aanpassing of vervanging behoeven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 1116 (32847).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er gewerkt wordt aan een bouwmaterialenakkoord, maar de ervaring met sectorakkoorden de afgelopen jaren niet onverdeeld positief is;

verzoekt de regering te zorgen dat alleen een akkoord gesloten wordt als er concrete doelen zijn gesteld, waarborgen zijn over het doelbereik en er geen beleid wordt gevoerd dat strijdig is met ander overheidsbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 1117 (32847).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter. Dan de laatste motie die ik in deze Kamer zal indienen. Ik heb er bewust voor gekozen om die te laten gaan over dieren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat isolatiebedrijven voor alternatieve vleermuisverblijfplaatsen moeten zorgen wanneer de oorspronkelijke verblijfplaats door na-isolatie verdwijnt;

constaterende dat, conform de Wet natuurbescherming, de effectiviteit van een maatregel vooraf bekend én bewezen moet zijn, maar de meeste maatregelen nog niet bewezen effectief zijn;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk wetenschappelijk te laten onderzoeken welke variabelen bepalend zijn voor de effectiviteit van alternatieve verblijfplaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 1118 (32847).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Daarmee hoop ik uiteraard de vleermuizen nog een beetje een mooie toekomst in de geïsoleerde huizen in Nederland te geven.

De voorzitter:

Als u nog een mooi afscheidswoord heeft?

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het ga u goed. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Thijssen van de fractie van de Partij van de Arbeid, die bij een eerder debat vanmiddag sprak over "mijn fracties". Dat is geheel nieuw in de parlementaire geschiedenis: mijn fracties. Maar het is wel weer mooi. Let maar op, meneer De Jonge.

De heer Thijssen (PvdA):

Voorzitter, namens mijn fracties!

De voorzitter:

Het is toch geweldig, "mijn fracties"?

De heer Thijssen (PvdA):

Dat is toch geweldig. Hoe vaak kun je dat nou doen!

De voorzitter:

Hoeveel fracties heeft u eigenlijk?

De heer Thijssen (PvdA):

Twee.

De voorzitter:

O, oké!

De heer Thijssen (PvdA):

En het is de laatste keer. Want ja, de volgende keer zijn we één fractie.

Voorzitter. De minister en ik hebben vaker gepraat over klimaatbeleid en de plek waar dat neerslaat. Waar dat heel duidelijk wordt voor mensen, is bij hun huis. Ik heb vaker gezegd dat die mensen daarbij ontzorgd moeten worden. Dat is de minister volgens mij ook met mij eens. Op sommige plaatsen gebeurt dat en is er voldoende geld, maar ik heb toch ook een rondetafel gehad waarin bleek dat er regio's zijn waarin de gemeentes nog niet genoeg kunnen ontzorgen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het in de huizen is waar mensen heel direct te maken krijgen met klimaatbeleid en dat het daarmee van groot belang is dat het isoleren van huizen voorspoedig gaat voor voldoende draagvlak, voor een lage energierekening en voor CO2-reductie;

constaterende dat relatief weinig van de subsidies bestemd voor het isoleren terechtkomt bij mensen die leven in energiearmoede;

overwegende dat het van belang is dat mensen hierbij ontzorgd worden en dat gemeenten voldoende budget moeten hebben om met hun burgers het gesprek aan te gaan en hun een aanbod voor het aanpakken van hun huis te kunnen doen;

constaterende dat niet alle gemeenten die bezig zijn om hun burgers te ontzorgen nu voldoende en voldoende langjarig budget daarvoor hebben;

verzoekt de regering in kaart te brengen in welke regio's of gemeenten er onvoldoende middelen beschikbaar zijn om de verduurzamingsopgave van de gebouwde omgeving ter hand te nemen, daarbij hun burgers actief te benaderen en te ontzorgen, en de Kamer hierover op korte termijn te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 1119 (32847).

De heer Thijssen (PvdA):

Het zou natuurlijk heel fijn zijn als we dat zo rond de formatie zouden hebben. Dan hebben we ook concreet iets om over te praten.

U had het al over het illustere lid Nijboer. Hij heeft afgelopen dinsdag een hele mooie motie aangenomen gekregen over de tochtkorting. Die is er eindelijk, en die is supergoed, want ze geeft bijvoorbeeld particuliere verhuurders echt een prikkel om te gaan verduurzamen. Ik zou heel graag weten wat de verschillende manieren zijn om die tochtkorting in te voeren. Ook daarbij zou het natuurlijk prachtig zijn als het af is tegen de tijd dat er geformeerd gaat worden, want dan kunnen er ook echt goede besluiten over genomen worden. Ik krijg dus graag een toezegging op dat punt van de minister. Wil hij dat doen?

Dank namens mijn fracties, voorzitter.

De voorzitter:

Heerlijk. Kan de minister reeds reageren? Nee. Ik schors drie minuutjes.

De vergadering wordt van 19.53 uur tot 20.02 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister De Jonge:

Voorzitter, dank u wel. Laten we beginnen met de moties van mevrouw Van Esch. De eerste motie, op stuk nr. 1116, verzoekt de regering met de ISDE-subsidie nadrukkelijker te sturen op de all-electric warmtepomp. Daar hebben wij in ons commissiedebat best wel uitgebreid over gesproken, denk ik. De ISDE maakt die all-electric warmtepomp ook mogelijk, maar we zullen ook de hybride warmtepompen gewoon nodig hebben. Het woord "nadrukkelijker", met de nadruk op "-er", suggereert dat all-electric eigenlijk beter is dan hybride. Dat moeten we niet doen, denk ik, omdat we de hybride warmtepomp ook gewoon nodig hebben. Als iedereen inderdaad zou overstappen op all-electric, dan vereist dat voor heel veel huizen een veel betere isolatie, maar vooral eigenlijk een heel veel sneller versterkt elektriciteitsnet. Dat gaat gewoon niet. Deze motie kan dus eigenlijk niet. Daarom ontraad ik die.

De motie op stuk nr. 1117 verzoekt de regering om te zorgen dat er alleen een akkoord wordt gesloten als er concrete doelen zijn gesteld. Daarmee lijkt mevrouw Van Esch een beetje te veronderstellen dat het ofwel een akkoord is ofwel scherpere normering. Mijn stelling is dat je het allebei nodig zult hebben. Sterker nog, dat akkoord helpt juist om een scherpe normering voor elkaar te krijgen. We gaan het in ieder geval allebei doen. Hierover laat ik het oordeel dus graag aan de Kamer, maar dan wel met deze context en deze uitleg.

De motie op stuk nr. 1118 verzoekt de regering om zo snel mogelijk wetenschappelijk te laten onderzoeken welke variabelen bepalend zijn voor de effectiviteit van alternatieve verblijfplaatsen. Het doet mij deugd dat ik bij de laatst ingediende motie van mevrouw Van Esch het oordeel aan de Kamer kan laten. Dat lijkt mij meer dan passend.

De voorzitter:

Dat waardeert zij.

Minister De Jonge:

Ja, en de vleermuizen ook, en dát is zo belangrijk.

Dan de motie op stuk nr. 1119. Die is ingediend namens de fracties van de heer Thijssen, en allemaal met het oog op de formatie, om aan de formatietafel met deze informatie de zegenrijke arbeid van de heer Thijssen te kunnen vervolgen. Dat is natuurlijk een jaloersmakende zelfverzekerdheid, namelijk de zelfverzekerdheid dat u dan ook aan die formatietafel zit, met die enorme stapels door mij voorbereid werk, waarmee u dan zegenrijke arbeid zou kunnen verrichten. Daar kunnen we alleen maar een hele diepe buiging voor maken, zou ik willen zeggen. Het oordeel over de motie op stuk nr. 1119 laat ik dus graag aan de Kamer.

Dan vraagt u mij: wat vond u eigenlijk van die fantastische motie van mijn fantastische collega Nijboer? Nou, ik heb daar al eens vrijelijk over gefilosofeerd. Ik denk dat de manier waarop wij daar uitvoering aan geven eigenlijk minstens zo fantastisch is als de motie van de heer Nijboer. Maar als u mij vraagt om daar eens een keer een brief over te schrijven, waarin staat hoe dat dan gaat en zo, dan doe ik dat natuurlijk graag. Ik kom daar graag in een brief op terug.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vannacht gaan wij nog stemmen over de moties.

Naar boven