51 Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 12/10).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Het commissiedebat vond plaats op 12 oktober jongstleden. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Er zijn vijf sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Temmink van de fractie van de SP. Ik geef haar graag het woord.

Mevrouw Temmink (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de nieuwe alternatieve aanvullende schaderoute afgesloten wordt met een vaststellingsovereenkomst waarbij na het sluiten geen bezwaar- of beroepsmogelijkheid bestaat;

overwegende dat de informatievoorziening aan gedupeerden nog altijd niet op orde is;

van mening dat een gedupeerde de mogelijkheid moet hebben om de overeenkomst bij een civiele rechter te kunnen toetsen als de afgesproken compensatie onvoldoende blijkt;

verzoekt de regering de optie voor juridische toetsing bij de civiele rechter mogelijk te maken na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst in de alternatieve aanvullende schaderoute,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1304 (31066).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meerdere kinderen van gedupeerde ouders geld hebben geleend bij DUO om hun ouders financieel te ondersteunen;

overwegende dat dit kabinet heeft aangegeven deze schulden categorisch uit te sluiten van compensatie;

van mening dat het een groot falen is als de overheid deze kinderen niet voldoende financieel compenseert;

verzoekt de regering de DUO-schulden van personen die onder de kindregeling vallen niet meer categorisch uit te sluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1305 (31066).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gedupeerde ouders zich vanaf 1 januari 2024 niet meer kunnen aanmelden als gedupeerde in het toeslagenschandaal;

overwegende dat handhaving van de deadline betekent dat gedupeerde ouders die eventueel veel schade hebben geleden, niet meer geholpen zullen worden;

verzoekt de regering de aanmeldingsdeadline van 31 december 2023 te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1306 (31066).

Mevrouw Temmink (SP):

Voorzitter. Tijdens het debat heeft de SP aangegeven dat het politieke onwil is dat het toeslagenherstel niet goed gaat. Daarom ook nog de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat tienduizenden gedupeerde ouders en kinderen nog steeds onvoldoende gecompenseerd zijn voor de schade die hun is aangedaan in het toeslagenschandaal;

overwegende dat het nog jaren zal duren voordat alle gedupeerden gecompenseerd zullen zijn;

overwegende dat veel gedupeerden opnieuw vastlopen in stroperige procedures;

spreekt uit dat het niet willen herstellen van het ongekend onrecht heeft geleid en leidt tot nieuw aangedaan onrecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Temmink.

Zij krijgt nr. 1307 (31066).

Mevrouw Temmink (SP):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Mevrouw Kat van D66.

Mevrouw Kat (D66):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst een aantal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een significante groep gedupeerde jongeren aangeeft door niet-saneerbare schulden (zoals bij DUO) geen nieuwe start te kunnen maken;

overwegende dat eenduidige informatie ontbreekt om tot een passend aanvullend aanbod te komen voor deze niet-saneerbare schulden;

verzoekt het kabinet het CBS te verzoeken te onderzoeken in welke mate de studieschuld van gedupeerde jongeren verschilt van die van andere jongeren met vergelijkbare achtergrondkenmerken en dit op microniveau (schuld per jongere) en macroniveau (totale schuld) te rapporteren in de eerstvolgende voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen;

verzoekt de regering, indien het onderzoek bevestigt dat er sprake is van een significante impact op het schuldniveau, met scenario's te komen om deze jongeren te helpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Inge van Dijk en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1308 (31066).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gedupeerde jongeren in juni 2021 gevraagd hebben om een laagdrempelige mogelijkheid voor financieel advies en ondersteuning;

constaterende dat het kabinet samen met jongeren en een bank deze financiële voorlichting op fysieke locaties aan het verkennen is;

verzoekt de regering deze verkenning zo snel mogelijk af te ronden en jongeren een laagdrempelige manier te bieden om op een fysieke locatie financieel advies en ondersteuning in te winnen en hiervoor in de eerstvolgende voortgangsrapportage een concreet plan te presenteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Inge van Dijk en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1309 (31066).

Mevrouw Kat (D66):

Tot slot, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het schuldhulpverleningsaanbod voor jongeren een belangrijke factor is om een nieuwe start te maken;

overwegende dat voor sommige jongeren na een schuldhulpverleningstraject ook niet-saneerbare schulden, zoals DUO-schulden, knellend kunnen zijn;

verzoekt de regering gemeenten ruimte te bieden om gedupeerde jongeren, die na een schuldhulpverleningstraject een niet-saneerbare restschuld houden, op basis van hun behoeften te ondersteunen en te zorgen voor maatwerk voor een schuldenvrije toekomst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kat, Inge van Dijk en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 1310 (31066).

Mevrouw Kat (D66):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Een korte vraag van mevrouw Temmink. Eéntje.

Mevrouw Temmink (SP):

Als kinderen van toeslagenouders geld hebben geleend bij DUO en uit het onderzoek blijkt dat het gemiddeld gezien niet veel meer is, vindt D66 het dan gerechtvaardigd dat deze DUO-schulden niet vergoed worden?

Mevrouw Kat (D66):

Ja, voorzitter?

De voorzitter:

Als dat uw antwoord is.

Mevrouw Kat (D66):

Nee, dat was niet mijn antwoord. Ik vroeg gewoon de mogelijkheid om te reageren.

Bij DUO-schulden gaat het om de vraag of er sprake is van een goed schuldhulpverleningsaanbod, waar jongeren echt mee geholpen zijn. Ik vind het dus van belang dat wij een passend aanbod hebben. Op dit moment is dat voor niet-saneerbare schulden niet aanwezig. Daarom heb ik via deze moties gevraagd om dat te regelen en om samen met gemeenten aan de slag te gaan voor die schuldenvrije toekomst.

De voorzitter:

Prima. Mevrouw Inge van Dijk van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de hersteloperatie toeslagen het dossier van cruciaal belang is voor zowel UHT als de gedupeerde ouders om inzicht te krijgen in de omvang van de schade;

constaterende dat de Staat bij herhaling in strijd handelt met de wet door niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen aan gedupeerde ouders en ook stukken uit FSV niet toe te voegen aan de dossiers;

constaterende dat hierdoor gedupeerde ouders geen redelijke kans krijgen hun kant van het verhaal naar voren te brengen en zich goed te verdedigen, waardoor het "equality of arms" principe uit artikel 6 EVRM wordt geschonden;

verzoekt de regering te erkennen dat zij in strijd handelt met de wet en het EVRM door geen complete dossiers, inclusief FSV-stukken, aan gedupeerde ouders te verstrekken;

verzoekt de regering als de complete dossiers niet verstrekt kunnen worden, ouders wel een eerlijke kans te bieden, door hun verhaal als uitgangspunt te nemen voor het vergoeden van de geleden schade,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Temmink.

Zij krijgt nr. 1311 (31066).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de trage werkwijze bij CWS van 3,1 dossiers per week een enorme bottleneck in de hersteloperatie vormt, vooral voor de zwaarst gedupeerde ouders;

overwegende dat nog zo'n 1.400 dossiers beoordeeld moeten worden en dat dit aantal nog verder toe zal nemen waardoor we, in het huidige tempo, het risico lopen dat deze route nog zo'n tien jaar operationeel moet blijven;

overwegende dat bij een maatwerkoplossing ook integraal de daadwerkelijke schade van de ouder wordt beoordeeld;

verzoekt de regering binnen zes maanden de capaciteit bij CWS opgeschaald te hebben naar vijftien dossiers per week;

verzoekt de regering, wanneer dit niet lukt, de capaciteit van CWS voor de ontwikkeling van de maatwerkroute in te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Inge van Dijk en Temmink.

Zij krijgt nr. 1312 (31066).

Het regent moties. Mevrouw Kamminga van de VVD.

Mevrouw Kamminga (VVD):

Voorzitter, dank voor het woord. Van mijn kant geen moties, maar ik wil wel nog een paar woorden zeggen. Het commissiedebat dat wij op 12 oktober voerden, was de laatste keer dat de Kamer in deze samenstelling over dit onderwerp sprak. Het ongemak en ongeduld over de duur van de hersteloperatie was bij alle aanwezigen voelbaar, want helaas zijn nog steeds niet alle gedupeerden geholpen en is en blijft het voor veel ouders en kinderen een moeizaam traject. Als Kamer hebben we de afgelopen periode, samen met de staatssecretaris, geprobeerd het proces te verbeteren, te versnellen, transparanter te maken en te versimpelen. Er zijn goede stappen gezet, maar helaas is dat werk nog niet af. Het is dan ook goed dat de staatssecretaris, ook in haar demissionaire periode, vol doorgaat met het oplossen van de problemen en doorwerkt aan duidelijke, eenvoudige processen die voor iedereen hetzelfde zijn, maar tegelijkertijd ook aandacht hebben voor persoonlijke omstandigheden en, waar nodig, maatwerk kunnen bieden. Ook vandaag hebben een aantal collega's weer voorstellen gedaan om dat verder te verbeteren.

Voorzitter. Veel van die verbeteringen — dat wil ik toch ook hier zeggen — waren er niet geweest zonder de input van de gedupeerde ouders, die altijd bereid waren om in gesprek te gaan, suggesties aan te dragen voor hoe het beter kon of andere gedupeerden te helpen. Daar heb ik groot respect en waardering voor, want het niet niets om telkens weer je verhaal te doen en de energie te vinden om, ondanks je eigen problemen, je ook steeds weer in te zetten voor andere gedupeerden. Maar dat deden ze wel. Dank daarvoor.

Voorzitter. Hoewel we het in deze Kamer wellicht niet altijd eens zijn over wat de beste oplossing is, wat werkt en wat mogelijk is, trekken we allemaal wel aan dezelfde kant van het touw. De staatssecretaris zei dat ook al in het commissiedebat. Ik hoop dat de nieuwe Kamer dat ook zal doen, want een onderwerp als dit verdient dat of, beter gezegd, de gedupeerden verdienen dat.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Het klopt wat collega Kamminga zegt, namelijk dat wij allemaal aan dezelfde kant van het touw trekken maar dat de wedstrijd nog niet goed verloopt. Op allerlei terreinen zien we dat de voortgang niet gaat zoals we graag zouden zien. We hebben ook een rapport gekregen van de inspecteur-generaal van belastingen, toeslagen en douane, die terecht aandacht vraagt voor en aandringt op het met spoed centraal stellen van vooral de meest zwaar getroffen gedupeerden. Ik heb in het debat ook aangegeven dat wat mij betreft maatwerk voor gelijke behandeling gaat. De staatssecretaris heeft toezeggingen gedaan. Ik heb daarom niet nog weer specifiek daarover moties ingediend en dat ga ik ook niet doen. Ik heb een aantal moties van mevrouw Kat meegetekend. Ik denk ook mee te gaan in andere moties. Ik wil de staatssecretaris en al haar medewerkers die hieraan werken een hart onder de riem steken. Het is een monsterklus, maar hopelijk zijn ze met nog meer daadkracht in staat om de gedupeerden, die daar zo dringend behoefte aan hebben, te helpen.

Tot slot zou ik mevrouw Kat speciaal willen bedanken. Ik moet altijd optimistisch zijn, maar ik weet niet of de uitslag van D66 voor haar hoog genoeg zal zijn om terug te komen in de Kamer. Mocht dat niet het geval zijn, dan dank ik haar voor haar inzet in deze commissie op dit dossier, zeker ook als het gaat om mensen met hele ernstige schulden. Ze heeft daar veel op gedaan. Maar we hebben ook uitstekend samengewerkt in de parlementaire enquêtecommissie over de aardgaswinning in Groningen. Ik wens haar alvast alle succes voor de toekomst, maar voor dit moment: dank u wel.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 16.36 uur tot 16.39 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris. Ik hoop dat we er kort, snel en puntig doorheen kunnen.

Staatssecretaris De Vries:

Ik ken u, voorzitter, dus ik ga mijn best doen.

De motie op stuk nr. 1304 van het lid Temmink verzoekt de regering de optie voor juridische toetsing van de vaststellingsovereenkomst bij de civiele rechter mogelijk te maken. Er zijn eigenlijk twee routes. De ene is via de bestuursrechter. De andere route is via de civiele rechter. Ik denk dat het belangrijk is dat de ouders te allen tijde de keuze hebben welke route ze willen volgen. Wat betreft deze motie zeg ik het volgende. Als er nieuwe feiten zijn, die bij het tekenen van de overeenkomst nog niet helder waren, dan kun je sowieso weer naar de vaststellingsovereenkomst kijken. In die zin wil ik deze motie dus ontraden. De motie zegt "in de volle breedte", en er zijn wat dat betreft al mogelijkheden op het moment dat er nieuwe feiten zijn die bij het tekenen niet bekend waren. De motie wordt dus ontraden.

De voorzitter:

Er is één hele korte vraag van mevrouw Temmink.

Mevrouw Temmink (SP):

Ja, ter verheldering. Als er nieuwe feiten bekend zijn en er weer naar de overeenkomst gekeken kan worden, door wie wordt daar dan precies naar gekeken? Kan dat bij de rechter? Of gebeurt dat door de commissie zelf?

Staatssecretaris De Vries:

Voor zover ik begrijp, kan dat opnieuw bij bijvoorbeeld een gesprek over een vaststellingsovereenkomst.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 1305. Mevrouw Temmink, ik had gezegd: één opmerking.

Mevrouw Temmink (SP):

Ja, maar ik wil dit gewoon helder hebben, want anders kan ik de motie misschien intrekken. Dat helpt ook weer. Dan gaat de commissie daar dus zelf naar kijken. Kan de commissie dat ook weigeren? Gebeurt dit ook als de ouder dat aangeeft? Of gebeurt dit niet als de commissie weigert?

Staatssecretaris De Vries:

Nou, de Commissie Werkelijke Schade doet de bestuursrechtelijke route. De civielrechtelijke route kan via de rechter. Daarvoor kan een ouder uiteindelijk ook nog altijd kiezen. Maar ik denk dat de ruimhartigheid groter is bij de andere route. De vaststellingsovereenkomst is een afspraak tussen de ouder en de rijksoverheid. Daarin worden een aantal zaken vastgelegd wat betreft aanvullende schade die vergoed gaat worden. Als er nou echt nieuw feiten zijn, die niet bekend waren op het moment van die ondertekening ... Ouders krijgen ook echt bedenktijd als er een voorstel ligt: jongens, ik wil daar goed naar kijken en ik wil daar even de tijd voor hebben. Dat gaan we nu uitproberen bij de proef die in september gestart is. Dan kun je daarover natuurlijk opnieuw het gesprek aangaan met degene met wie je de overeenkomst gesloten hebt.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de motie op stuk nr. 1305.

Staatssecretaris De Vries:

De motie op stuk nr. 1305 gaat over schulden en jongeren. "Verzoekt de regering de DUO-schulden van personen die onder de kindregeling vallen niet meer categorisch uit te sluiten." Ik ga hierbij iets langer wat zeggen, omdat ik het belangrijk vind om hierover een aantal zaken te zeggen. Binnen de hersteloperatie hebben wij een kindregeling om het leven van getroffen kinderen wat meer op de rit te krijgen en hun een steuntje in de rug te geven. Voor jongeren die problematische schulden hebben, hebben wij in samenspraak met gemeenten en de VNG, het Jongeren Perspectief Fonds en de schuldenhulpbranche een aanvullend aanbod ontwikkeld. Dat was naar aanleiding van de motie-Kat, van D66. Daarvoor hebben wij 35 miljoen euro uitgetrokken, waarbij het mogelijk is dat problematische schulden worden gesaneerd en dat jongeren, waar gewenst, extra ondersteuning krijgen. Indien DUO-schulden verhinderen dat getroffen jongeren hun gestaakte opleiding kunnen afmaken terwijl de opleiding noodzakelijk is om hun leven op de rit te krijgen, kunnen gemeenten reeds vanuit de brede ondersteuning maatwerkhulp bieden.

In het commissiedebat heb ik aangegeven dat er ook bij DUO mogelijkheden zijn. De DUO-schuld is natuurlijk sowieso al naar draagkracht. Er kan ook een aflosvrije periode worden ingelast. Er wordt gekeken naar iemands draagkracht om te kunnen aflossen. Ik denk dat dat belangrijke elementen zijn. Indien ouders bijvoorbeeld bijgestaan zijn bij het inkomensverlies dat ze gehad hebben tijdens de ellendige periode die wij hen aangedaan hebben, dan kunnen ouders dat inkomensverschil als aanvullende schade gecompenseerd krijgen. Ze zouden dat dan ook kunnen vergoeden aan hun jongeren of kinderen. Schulden van minderjarige kinderen worden ook meegenomen in de schuldenaanpak van ouders wanneer die binnen de reikwijdte van de wet vallen. Mijn oordeel is dus dat ik deze motie moet ontraden. Ik denk dat we echt al een compleet pakket hebben neergelegd. Ik heb ook gezegd dat we gaan monitoren en dat we aan de gemeenten gaan vragen of ze daarover kunnen rapporteren. Dat zullen we inderdaad doen.

Ik kom zo nog op de moties van mevrouw Kat.

De voorzitter:

Prima. Dan de motie op stuk nr. 1306.

Staatssecretaris De Vries:

Dan hebben wij de motie-Temmink op stuk nr. 1306 over het aanpassen van de aanmeldtermijn. Mensen die denken dat ze gedupeerd zijn, kunnen zich nog aanmelden tot 31 december van dit jaar. Ik denk dat het belangrijk is om te melden dat wij al in de systemen gekeken hebben welke ouders nog gedupeerd zouden kunnen zijn en er zijn al heel veel acties opgezet om te zorgen dat we die ouders bereiken. Dat hebben we op verschillende manieren geprobeerd: telefonisch, via brieven, via contactkaarten. Ik heb in het debat aan mevrouw Inge van Dijk van het CDA toegezegd dat wij ook deze groep nog een keer zullen gaan benaderen met het oog op de naderende sluiting van de aanmeldtermijn, die overigens wettelijk is vastgelegd, zoals u natuurlijk weet. Ik heb in de brief die deze week naar u toegestuurd is, ook aangegeven hoe we in algemene zin aandacht zullen vragen voor deze einddatum. Ik denk dat we echt een breed pakket hebben neergezet, waardoor we het voldoende bij de ouders onder de aandacht hebben kunnen brengen. Dat betekent dat ik die motie dan ook moet ontraden.

Dan is er een spreekt-uitmotie, die op stuk nr. 1307. Ik wil daar één ding over zeggen. Op zich hoor ik daar natuurlijk niets over te zeggen, maar er wordt eigenlijk gesproken van politieke onwil en dat vind ik echt te ver gaan. Ik denk dat er heel hard gewerkt wordt en in de afgelopen tijd heel hard gewerkt is om zaken voor elkaar te krijgen. We zijn het misschien niet altijd eens over de oplossingen, maar ik vind wel dat we hiermee tekortdoen.

Dan de moties van D66. De motie-Kat c.s. op stuk nr. 1308 verzoekt de regering het CBS te verzoeken om onderzoek te doen naar de studieschuld van gedupeerde jongeren en naar hoe die verschilt van de schuld van andere jongeren, en om, indien dat onderzoek bevestigt dat er sprake is van een significante impact op het schuldniveau, met scenario's te komen om deze jongeren te helpen. Wij zijn al eerder in gesprek gegaan met het CBS om te kijken wat voor onderzoek er gedaan kan worden. Het CBS heeft aangegeven daarbij tegen een aantal methodologische en principiële bezwaren aan te lopen. Ze hebben aangekondigd een haalbaarheidsonderzoek te doen, allereerst naar de ouders maar daarna ook naar de jongeren en de kinderen. Ik ben bereid om het CBS te vragen daarin ook de schulden mee te nemen.

In het tweede deel wordt er gevraagd om een aantal scenario's. Ik zou echt dat onderzoek even willen afwachten. Ik wil ook geen verwachting wekken bij de jongeren en de kinderen. Dat zou ook niet goed zijn. Ik denk namelijk dat zij misschien al veel te vaak zijn teleurgesteld. In die zin zou ik zeggen "ontraden", maar ik ben zeker bereid om het CBS te vragen of ze dit aspect mee willen nemen in hun haalbaarheidsonderzoek.

De voorzitter:

Prima.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de motie-Kat c.s. op stuk nr. 1309 over een fysiek loket om op een fysieke locatie financieel advies en ondersteuning in te winnen. Zoals mevrouw Kat weet, is er inmiddels een gesprek met een bank en met de jongeren om te kijken hoe we dat vorm kunnen geven, omdat er echt behoefte is aan financiële voorlichting door experts. Dat traject zijn we begonnen. Als ik de motie zo mag interpreteren dat we dat traject voortzetten en daarover rapporteren in de eerstvolgende voortgangsrapportage, al kan ik niet zeggen hoever we tegen die tijd zijn, dan geef ik deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Kat. Zij moet dat beamen of niet. Gewoon even knikken is voldoende, hoor.

Staatssecretaris De Vries:

Nou, mevrouw Kat vraagt eigenlijk om een concreet plan te presenteren. Ik zal zo concreet mogelijk aangeven hoe we dat gaan invullen, maar of dat helemaal een nieuw plan wordt ... We werken nu al samen met een bank en met jongeren om te kijken hoe we dat kunnen vormgeven. Een heel apart plan zou ik dus niet willen maken, maar ik ga wel aangeven hoe we dit gaan vormgeven, of het kans van slagen heeft en of het aansluit bij wat de jongeren willen. Ik denk namelijk dat dat het allerbelangrijkste is.

De voorzitter:

U heeft mevrouw Kat overtuigd.

Staatssecretaris De Vries:

Dan de motie-Kat c.s. op stuk nr. 1310 over niet-saneerbare schulden. Daarin verzoekt D66 de regering om gemeenten ruimte te bieden om gedupeerde jongeren die na een schuldhulpverleningstraject een niet-saneerbare restschuld houden, op basis van hun behoeften te ondersteunen en te zorgen voor maatwerk voor een schuldenvrije toekomst. Ik denk dat ik een heel eind mee kan gaan in die motie van mevrouw Kat en een aantal anderen. Ik vind dat zowel DUO als de gemeente maatwerk moet kunnen bieden aan jongeren, maar wat die "maakbaarheid" betreft, kan ik nooit een schuldenvrije toekomst garanderen of zeggen dat die in het leven van die jongeren zal zijn. Het eerste deel ga ik dus sowieso uitvoeren, maar omdat die garantie er ook instaat, moet ik de motie toch ontraden, tenzij mevrouw Kat bereid is dat laatste stukje te schrappen. Ik denk dat we hetzelfde willen, maar ik wil geen verwachtingen wekken die we uiteindelijk niet waar kunnen maken.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1311 ... Mevrouw Kat.

Mevrouw Kat (D66):

Waar het mij om gaat, is een richting naar een toekomst zonder schulden, dat er stappen worden gezet en dat dat het doel is van dat maatwerk en van die ondersteuning na een schuldhulpverleningstraject. Als er sprake is van restschulden, waaronder dus niet-saneerbare schulden, dan moeten die ondersteuning en dat maatwerk wel ergens toe leiden.

De voorzitter:

Helder.

Staatssecretaris De Vries:

Ik denk dat voor ons gezamenlijk het doel vooropstaat dat we de jongeren en kinderen een nieuwe start willen kunnen geven. Maar een hele schuldenvrije toekomst? Ik denk dat we dat aan niemand kunnen garanderen. Dat vind ik een beetje het moeilijke in deze motie. Als mevrouw Kat dat niet bedoelt, maar meer de intentie heeft om de jongeren en kinderen een nieuwe start te bieden, dan zou ik de motie nog oordeel Kamer kunnen geven. Maar het zou mijn voorkeur hebben om het laatste stukje er even uit te halen.

De voorzitter:

Ja, maar wat is het nu? Dit is gewoon de motie die we hebben. We hebben maar één motie.

Staatssecretaris De Vries:

Zoals die nu is, is die dan ontraden. Sorry, excuus.

De voorzitter:

Helder. De motie op stuk nr. 1311.

Staatssecretaris De Vries:

Dan nog ... Nee, deze heb ik al gehad. Dan ga ik naar de moties van mevrouw Van Dijk. En ik zie de heer Van Dijck binnenkomen, dus ik ben helemaal in verwarring.

De eerste motie, op stuk nr. 1311, gaat over het beschikbaar stellen van complete dossiers ... Nee, "verzoekt de regering als de complete dossiers niet verstrekt kunnen worden, ouders wél een eerlijke kans te bieden, door hun verhaal als uitgangspunt te nemen voor het vergoeden van de geleden schade". Dit gaat over de Commissie Werkelijke Schade. Ik denk dat het heel belangrijk is bij de aanvullende schade dat er heel goed geluisterd wordt naar het verhaal van de ouder. Ik moet ook eerlijk zeggen dat wij niet alle informatie hebben over wat wij de ouder hebben aangedaan en wat de gevolgen zijn van het onrecht dat wij ze hebben aangedaan. Ik vind het dus in die zin wat ingewikkeld dat er hier gesproken wordt over complete dossiers. Ik heb inmiddels afspraken gemaakt met de advocaten en de Raad voor de rechtspraak om te bepalen wat er in dat dossier zou moeten zitten om de ouders en de advocaten voldoende te ondersteunen. We zijn op dit moment aan het onderzoeken of FSV-gegevens daar eventueel standaard in meegenomen zouden kunnen worden. Ik kom nog bij u terug op de planning en hoe we de uniformering van de dossiers precies gaan vormgeven. Ik zou dus eigenlijk willen vragen of mevrouw Van Dijk 'm tot die tijd wil aanhouden. Anders is het oordeel "ontraden".

De voorzitter:

Nee, mevrouw Van Dijk houdt 'm niet aan.

Staatssecretaris De Vries:

Dan is die motie ontraden.

De voorzitter:

Dan is die ontraden. De motie op stuk nr. 1312.

Staatssecretaris De Vries:

Ik wil er overigens geen misverstand over laten bestaan dat dat nieuwe uniforme dossier voldoende zou moeten zijn voor zowel het CWS-traject als het bezwaartraject en het ib-traject. Ik denk dat we elkaar in die zin al een heel eind kunnen vinden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1312.

Staatssecretaris De Vries:

De motie op stuk nr. 1312 gaat over het opschalen van de CWS tot de productie naar vijftien gaat. We delen de ambitie om op korte termijn de capaciteit en de productie fors op te schalen. Het kabinet heeft een aantal ingrijpende maatregelen in gang gezet om dat voor elkaar te krijgen. Ik beschouw de motie als een aanmoediging daartoe, al zal ik me niet laten afremmen als een hogere productie dan vijftien mogelijk is. Ik denk dat we heel goed moeten bekijken hoe dat tot elkaar staat als het gaat om de alternatieve schaderoute, waar we nu een proef mee draaien, en ook de andere mogelijkheid om vaststellingsovereenkomsten af te sluiten. In die zin kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Heel goed.

Staatssecretaris De Vries:

Mag ik nog één laatste opmerking maken naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Lee van PvdA-GroenLinks over de zwaarst gedupeerden? Ik heb in het debat toegezegd dat ik in gesprek zou gaan met de IBTD, de inspecteur belastingdienst, toeslagen en douane. We hebben daar het eerste gesprek al over gehad. We zijn het volgens mij eens dat we de zwaarst gedupeerde mensen zo snel mogelijk willen helpen. Ik hoop natuurlijk naar u terug te kunnen koppelen — ik zal dat zeker in de eerstvolgende voortgangsrapportage doen — wat wij gezamenlijk met de IBTD doen. Wij blijven kijken wat we kunnen doen naast de urgentie die we al hebben bij zowel de integrale beoordeling als de Commissie Werkelijke Schade.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vannacht gaan we stemmen over deze moties.

Naar boven