6 Afrikastrategie

Afrikastrategie

Aan de orde is het tweeminutendebat Afrikastrategie (CD d.d. 05/10).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Afrikastrategie, te houden naar aanleiding van het commissiedebat van 5 oktober. Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Ik heet de leden van harte welkom, de mensen die dit thuis volgen en de mooi volle publieke tribune. Allemaal welkom.

Voordat we van start gaan alvast even een huishoudelijke mededeling. Ik had gehoopt dat we in de ochtend wat meer ruimte zouden hebben om de debatten wat uitgebreider te voeren. Maar we beginnen iets later en ik zie ook dat een aantal sprekers zich hebben aangemeld die dat aan de voorkant niet hadden gedaan en waar we in de planning geen rekening mee hadden gehouden. Dat betekent dat we nu toch een beetje voortvarend moeten zijn en dat er beperkte mogelijkheden zijn om te interrumperen. Dat heeft ermee te maken — dat zeg ik ook voor de mensen die dit thuis volgen — dat we om 12.00 uur de viering hebben van 175 jaar grondwetswijziging. We worden allemaal geacht om daarbij aanwezig te zijn. Nogmaals, in de planning was daar rekening mee gehouden, maar het loopt iets anders. Dat vraagt dus wat flexibiliteit van ons allemaal.

Ik wil voorstellen om snel van start te gaan met de eerste spreker. Dat is de heer Amhaouch van het CDA. Maar voor ik hem het woord geef, wil mevrouw Van der Graaf nog een vraag stellen.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik zou heel graag toestemming vragen om ook te spreken tijdens dit debat, mevrouw de voorzitter. Ik heb niet mee kunnen doen aan het commissiedebat, maar zou toch nog wel iets willen voorleggen aan de minister.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Ik zie de heer Klink knikken. Bedoelt u dat u bezwaar heeft, of dat u daarmee instemt? U stemt daarmee in, begrijp ik. Dan noteren we u, mevrouw Van der Graaf. Ik geef de heer Amhaouch nu het woord namens het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Dit tweeminutendebat is eigenlijk een beetje een afsluiting van een periode waarin wij met de collega's in de afgelopen jaren over de Afrikastrategie hebben gesproken, over de focus op wat we in de toekomst zouden moeten doen met een continent dat op 30 of 40 kilometer van Europa af ligt of in elk geval over het intensiveren van ons partnerschap en de gelijkwaardigheid met de Afrikaanse landen, want het is een continent met 54 landen. Ik denk dat het ons goed gelukt is om de discussie daarover te voeren. Het kabinet heeft het goed opgepakt met de Afrikastrategie. Ik hoop dat het volgende kabinet daarop door kan pakken, want dat is cruciaal. Daarom heb ik ook nog één amendement om een accent te zetten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat goede scholing kan zorgen voor een sterke beroepsbevolking;

overwegende dat een sterke beroepsbevolking nodig is om toevoeging aan de waardeketen te creëren;

overwegende dat integratie van de Afrikaanse waardeketens veel ontwikkelingsperspectief kan bieden aan Afrika;

verzoekt de regering de ontwikkeling van onderwijs- en beroepsbevolkingsprogramma's ook in de kortetermijnprioriteiten op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Amhaouch.

Zij krijgt nr. 190 (29237).

Dank u wel, meneer Amhaouch. Ik neem aan dat u een motie bedoelde en geen amendement, want het klonk als een motie.

De heer Amhaouch (CDA):

Zei ik "amendement"?

De voorzitter:

U zei "amendement".

De heer Amhaouch (CDA):

Dan weet u wat er in mijn hoofd omgaat.

De voorzitter:

Kijk eens aan. Maar dank daarvoor. Ik kijk even rond. Er zijn geen interrupties. Ik geef het woord dus aan de heer Eppink namens BBB.

De heer Eppink (BBB):

Voorzitter. Ik heb gewoon een motie. De amendementen komen straks bij het Belastingplan. Goedemorgen, minister! Ik heb dus één motie, die ik nu ga voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de veiligheidssituatie van commerciële boeren in Zuid-Afrika verslechtert;

constaterende dat commerciële boeren cruciaal zijn voor de lokale voedselvoorziening en de snel groeiende bevolking van Zuid-Afrika;

constaterende dat naar verwachting 20% van de Zuid-Afrikaanse boeren de komende tien jaar de sector gaat verlaten;

overwegende dat de afgelopen decennia het geweld tegen commerciële boeren en hun families in Zuid-Afrika is toegenomen en dat deze situatie een emigratie van commerciële boeren veroorzaakt;

overwegende dat deze trend een potentieel gevaar vormt voor het waarborgen van de voedselzekerheid in Zuid-Afrika;

verzoekt de regering in haar dialoog met de regering van Zuid-Afrika de toestand rond de veiligheid van commerciële boeren aan de orde te stellen, en te benadrukken dat de veiligheid van commerciële boeren cruciaal is voor de voedselzekerheid van Zuid-Afrika,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eppink.

Zij krijgt nr. 191 (29237).

De heer Eppink (BBB):

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Eppink, voor uw inbreng namens BBB. Ik zie dat de volgende spreker op de lijst niet aanwezig is, evenals de spreker daarna. Dan gaan we toch nog sneller dan we dachten. Dan is het woord aan de heer Hammelburg namens D66.

De heer Hammelburg (D66):

Kunt u mij tien seconden geven om even iets op te schrijven?

De voorzitter:

Dan zou ik willen voorstellen dat ik eerst de volgende spreker uitnodig, want anders wordt het wel weer extra lang.

De heer Hammelburg (D66):

Ja, graag.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Klink namens de VVD.

De heer Klink (VVD):

Enkele bijzondere moves, zo op de vroege ochtend. Ik sluit me aan bij de mooie woorden van de heer Amhaouch over de Afrikastrategie. Er ligt echt een mooie strategie, die het kabinet heeft neergelegd. Nu komt het aan op de uitvoering.

Voorzitter. Ik ga direct door, want ik heb twee moties. De eerste motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering op het punt staat strategische partnerschappen te formuleren om toegang tot kritieke grondstoffen zeker te stellen en daarmee onze energietransitie te ondersteunen;

constaterende dat Afrikaanse landen in toenemende mate de afname van grondstoffen willen koppelen aan investeringen en samenwerkingen op het gebied van lokale verwerking en productie;

constaterende dat in de Afrikastrategie staat dat Nederland zorgt dat het perspectief van ontwikkelingslanden wordt betrokken in de internationale afspraken en wet- en regelgeving, maar er nog geen helderheid is over hoe zij betrokken worden in de partnerschappen;

verzoekt de regering om bij nieuwe partnerschappen afspraken over economische ontwikkeling in Afrika te maken door onder andere aan te sluiten bij de EU Global Gatewayprogramma's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klink.

Zij krijgt nr. 192 (29237).

De heer Klink (VVD):

De tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de geopolitieke invloed van onder andere China in Afrika de afgelopen jaren fors is toegenomen;

constaterende dat het huidige Global Gatewayinitiatief in potentie een duurzaam alternatief is voor het Chinese Belt and Road Initiative (BRI) en dat het in wederzijds Europees en Afrikaans belang is dat de EU een duurzaam alternatief kan bieden;

verzoekt de regering zich in Europa in te zetten op een meer proactieve Global Gatewaybenadering om met Nederlandse publieke en private kennis en kunde meer ontwikkelingsimpact te bereiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klink.

Zij krijgt nr. 193 (29237).

De heer Klink (VVD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Klink, voor uw inbreng namens de VVD. Dan de heer Hammelburg, D66.

De heer Hammelburg (D66):

Dank, voorzitter. Ik dank mijn collega's, maar zeker ook de minister, voor een goed en af en toe ook pittig debat over de Afrikastrategie. Mijn fractie heeft duidelijk aangegeven dat we blij zijn dat er meer integraal wordt nagedacht over de verhouding tussen Nederland en de Europese Unie aan de ene kant en de Afrikaanse landen aan de andere kant, en dat we de banden moeten aanhalen en versterken, niet alleen op handel, maar zeker ook op duurzame ontwikkeling. Ik hoop dat het werk en de uitvoering daarin steeds verder gaan integreren en strategischer worden. Ik heb namelijk toch nog het gevoel dat er een beetje sprake was van een visie. Desalniettemin is er een hoop werk verzet. In de toekomst zal er nog meer werk worden verzet. Ik heb nog wel een motie. Die ziet op het proces rond het klimaatschadefonds.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tijdens de internationale klimaatconferentie COP27 een akkoord is bereikt over de oprichting van een fonds ter compensatie van het verlies en de schade voor ontwikkelingslanden die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering;

constaterende dat de oprichting van dit fonds is mislukt terwijl dit er zou moeten zijn voor de COP28 die 30 november begint;

van mening dat we een betrouwbare partner moeten zijn en dus trouw moeten blijven aan de afspraak om een klimaatschadefonds op te richten om deze landen te ondersteunen;

verzoekt de regering om trekker te worden van een diplomatiek offensief opdat de onderhandelingen nu wel slagen en het klimaatschadefonds tot stand komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hammelburg.

Zij krijgt nr. 194 (29237).

De heer Hammelburg (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Hammelburg. Ik zie mevrouw Van der Graaf al naar voren komen, maar de heer Thijssen had zich eerder ingeschreven dan zij, dus ik nodig de heer Thijssen uit, namens de PvdA, en ongetwijfeld ook namens GroenLinks.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter. Het is goed dat we het debat voeren over de vraag wat voor relatie we willen aangaan met Afrika. Mijn fractie vindt ook dat de doelen wat preciezer zouden kunnen, net als de actieplannen om die doelen te kunnen halen. Volgens ons is het heel erg belangrijk dat er dan wordt samengewerkt met partners in de gemeenschappen in Afrika. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voornemens is om strategische partnerschappen te formuleren om toegang tot kritieke grondstoffen zeker te stellen en daarmee onze energietransitie te ondersteunen;

constaterende dat de minister erkent dat dit gelijkwaardige partnerschappen moeten zijn, maar daarbij nog geen duidelijkheid heeft gegeven over hoe de regering dit voor ogen heeft;

verzoekt de regering beleid te formuleren over hoe (lokale) stakeholders als ngo's en vakbonden betrokken worden bij de totstandkoming en de daaropvolgende monitoring van de partnerschappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 195 (29237).

De heer Thijssen (PvdA):

Dan nog een tweede motie, over hoe onze voedselvoorziening en onze voedselproductie lokale voedselproductie, onder andere in Afrika, in de weg kan zitten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voedselzekerheid bijdraagt aan regionale stabiliteit en het groeiende hongerprobleem blijvend kan oplossen;

constaterende dat voedseldumping van Nederland in onder meer Kenia en Ghana de productie van kleinschalige boeren belemmert en zelfvoorzienendheid en duurzame voedselvoorziening in de weg zit;

overwegende dat het bijdragen aan mondiale voedselzekerheid ook inhoudt dat de voedselexport vanuit Nederland aansluit bij duurzame voedselketens in derde landen;

verzoekt de regering in kaart te brengen waar Nederlandse voedselexport de voedselproductie en bijbehorende lokale marktwerking van kleinschalige boeren en boerinnen in derde landen in de weg zit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 196 (29237).

De heer Thijssen (PvdA):

Deze motie is dus mede ingediend door collega Amhaouch. Dat we op deze dag nog samen een motie indienen, vind ik nou zo leuk!

De voorzitter:

Kijk eens aan. Dank u wel, meneer Thijssen, voor uw inbreng. Dan is het woord aan mevrouw Van der Graaf namens de ChristenUnie. Zij is tevens de laatste spreker van de zijde van de Kamer in dit tweeminutendebat.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in haar briefadvies over de urgentie van een Afrikastrategie adviseert het eigen beleid te screenen op incoherentie, daarbij prioriteit te geven aan incoherenties op het terrein van landbouw en van klimaat;

verzoekt de regering het regeringsbeleid te onderzoeken op incoherentie, met name op de thema's landbouw en klimaat;

verzoekt de regering tevens de resultaten van dit onderzoek te bespreken met Afrikaanse partners;

verzoekt de regering bovendien de gevonden incoherenties in zowel Nederlands als Europees beleid te adresseren en een langeretermijncoherentie-agenda op terreinen als handel, migratie en belastingen te formuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 197 (29237).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet na afsluiting van de triloog over de EU-richtlijn gepaste zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (CSDDD) hiervoor implementatiewetgeving zal ontwikkelen;

verzoekt de regering om bij de transpositie van de EU-richtlijn gepaste zorgvuldigheid een grondige impacttoets uit te voeren op de effecten van deze wetgeving op ontwikkelingslanden, met daarbij bijzondere aandacht voor mensenrechten en milieu en overeenstemming met het internationale normenkader voor verantwoord ondernemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 198 (29237).

Dank u wel, mevrouw Van der Graaf, voor uw inbreng. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van Kamer. De minister heeft aangegeven een kleine zeven minuten nodig te hebben. Ik schors dus voor zeven minuten en doe ook een beroep op de minister om in haar beantwoording en de appreciatie ook kort te zijn. Dank u wel. Ik schors voor zeven minuten.

De vergadering wordt van 10.51 uur tot 11.00 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Afrikastrategie, naar aanleiding van een commissiedebat op 5 oktober. De minister is inmiddels aanwezig en bereid om de moties te appreciëren; het waren er negen. Ik geef de minister het woord.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzittter. Op uw verzoek zal ik zo kort mogelijk zijn in mijn appreciatie, dus ik ga meteen door naar de moties.

De motie op stuk nr. 190 van de heer Amhaouch. Mijn beoordeling zou oordeel Kamer zijn, mits ik "in de kortetermijnprioriteiten opnemen" mag lezen als "op de kortst mogelijke termijn". "Korte termijn" betekent in de tabel die we hebben opgenomen "deze kabinetsperiode". Dat wordt lastig.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik weet niet wat de minister bedoelt met "deze kabinetsperiode", want die is er niet meer. Het gaat ons om het volgende. We zagen onderwijs staan. We hebben immers drie blokken: korte termijn, middellange termijn en lange termijn. In het middelste blok staat wel iets van onderwijs, maar niet iets waar we nu eigenlijk mee aan de slag kunnen gaan. Ik weet ook wel dat we nog moeten gaan formeren en zo, maar we moeten dit niet op de lange baan schuiven. We zagen trouwens ook mooie voorbeelden bij het bezoek aan Zuid-Afrika, waar juist onderwijs …

De voorzitter:

Ik ga u kort houden. De minister.

De heer Amhaouch (CDA):

… aan de orde kwam.

Minister Schreinemacher:

De heer Amhaouch en ik begrijpen elkaar goed. Volgens mij gaat om de kortst mogelijke termijn en het niet op de lange baan schuiven. Wij zijn er al mee aan de slag gegaan, maar het lukt niet om het af te ronden binnen deze kabinetsperiode.

De voorzitter:

Ik zie meneer Amhaouch knikken, dus met die lezing noteren wij oordeel Kamer bij de motie op stuk nr. 190.

Minister Schreinemacher:

Dan de motie-Eppink op stuk nr. 191. Met deze motie verzoekt hij de regering om in haar dialoog met de regering van Zuid-Afrika de toestand aan de orde te stellen. Dat doen we al. Dat doen we in breder verband met EU-partners en we doen het ook in onze bredere dialoog met de regering van Zuid-Afrika. Daarin stellen we de veiligheid van de boeren aan de orde, ook als het gaat om het ondernemingsklimaat. Daarom zou ik deze motie oordeel Kamer willen geven.

De voorzitter:

Bij de motie op stuk nr. 191 noteren we oordeel Kamer.

Minister Schreinemacher:

De motie-Klink op stuk nr. 192 krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 192: oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 193.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 193 van de heer Klink: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 193: oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 194.

Minister Schreinemacher:

In zijn motie op stuk nr. 194 stelt de heer Hammelburg in de tweede constatering dat het fonds mislukt is. Wat het kabinet betreft, is dat niet mislukt, juist omdat er nog een extra bijeenkomst wordt gepland. Wij zijn daarbij met een aantal andere EU-lidstaten medetrekker. We zetten daar in de EU echt wel stevig op in. Wij zijn nu dus medetrekker. Ik zie deze motie dus meer als ondersteuning van beleid en daarmee wil ik de motie oordeel Kamer geven. Maar ik heb wel moeite met die tweede constatering.

De heer Hammelburg (D66):

Het is een beetje verschil van interpretatie en tekstexegese. Laten we zeggen dat we het niet zo stellig bedoelen en dat we het kabinet aanmoedigen om de diplomatieke trekker te zijn om het schade- en herstelfonds nu echt van de grond te krijgen.

De voorzitter:

Dan noteren we oordeel Kamer. Ook is er genoteerd wat de minister over de tweede constatering zei.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 194 van de heer Thijssen verzoekt de regering om beleid te formuleren. Wat ons betreft is het juist staand beleid. We spreken al met onze lokale stakeholders over de totstandkoming en monitoring van de partnerschappen. Daarom zou ik de motie oordeel Kamer willen geven. We gaan nu dus geen nieuw beleid formuleren, want dit maakt al deel uit van ons beleid.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 195: oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 196.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 196 van de heer Thijssen en de heer Amhaouch ontraad ik. Ten eerste gaat het in de constatering over "voedseldumping van Nederland". Dat is een oordeel dat ik niet onderschrijf. We hebben hierover in het debat ook eigenlijk al wel flink van gedachten gewisseld. Het is toch echt aan landen zelf om het aan de orde te stellen als zij het idee hebben en constateren dat er sprake is van dumping. Bij de WTO helpen wij daarbij. Dus ik ontraad deze motie.

De heer Thijssen (PvdA):

Dat vind ik jammer, want er zijn gewoon nieuwsberichten die dit laten zien. Daar heb ik ook vragen over gesteld. Maar goed, ik hoop dat er een meerderheid voor komt.

Ik wil toch nog heel even terug naar de motie daarvóór. Een van de cruciale dingen in de Afrikastrategie is dat er strategische partnerschappen komen en dat die gelijkwaardiger zijn. Dan zou ik verwachten dat er een verschil komt met de afgelopen jaren en dat het maatschappelijk middenveld een grotere en stevigere plek aan tafel krijgt. Ik verwacht dus dat de Afrikastrategie ervoor gaat zorgen dat er additioneel beleid komt om het maatschappelijk middenveld echt steviger aan tafel te krijgen. Anders krijg je die gelijkwaardige partnerschappen niet.

Minister Schreinemacher:

Het maatschappelijk middenveld heeft al een stevige plek aan tafel. Maar als je de doelen anders formuleert, dan kom je wel tot andere resultaten. Zo zie ik het. De manier waarop we het doen, is volgens mij hetzelfde. Het doel dat we voor ogen hebben, is alleen anders. Dat zijn namelijk die gelijkwaardige partnerschappen waar de heer Thijssen het over heeft en die ik ook erken in de ...

De voorzitter:

Dank u wel. De motie op stuk nr. 195 blijft oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 196 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 197.

Minister Schreinemacher:

De motie van mevrouw Van der Graaf op stuk nr. 197 ontraad ik. We hebben daarover in het debat uitgebreid van gedachten gewisseld. Op dit moment hebben we drie thema's geïdentificeerd wat betreft de beleidscoherentieagenda. Ik heb in dat debat ook toegezegd dat we daar in de toekomst andere thema's aan gaan toevoegen. Maar dat doen we nu nog niet, omdat we juist even willen kijken hoe we deze drie thema's verder brengen. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 197 wordt ontraden met verwijzing naar het debat. De motie op stuk nr. 198.

Minister Schreinemacher:

Die is oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 198 is oordeel Kamer. Dan zijn we daarmee door de moties. Ik dank de minister voor de appreciatie.

We zijn aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat Afrikastrategie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik ga meteen door naar het volgende tweeminutendebat.

Naar boven