68 Ziekenhuiszorg

Ziekenhuiszorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg (CD d.d. 25/10).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg. Nogmaals welkom aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de woordvoerders. Ik geef het woord aan de heer Dijk, SP.

De heer Dijk (SP):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er steeds vaker ziekenhuisafdelingen sluiten, waardoor de toegankelijkheid van de zorg achteruitgaat;

spreekt uit dat er geen ziekenhuisafdelingen meer zouden moeten sluiten;

verzoekt de regering om hiervoor stappen te zetten, dan wel via beschikbaarheidsbijdragen dan wel via populatiebekostiging,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Bushoff.

Zij krijgt nr. 355 (31016).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat behoud van regionale ziekenhuizen belangrijk is voor het leveren van basiszorg en reguliere acute zorg;

overwegende dat de huidige financiering van betaling per behandeling perverse prikkels heeft welke leidt tot financiële druk op regionale ziekenhuizen;

verzoekt het demissionaire kabinet stappen te zetten om de spoedeisende zorg meer te financieren op basis van beschikbaarheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk, Van den Berg en Bushoff.

Zij krijgt nr. 356 (31016).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de spoedeisende hulp, intensive care en de opnamebedden van het Zuyderland ziekenhuis in Heerlen dreigen te verdwijnen;

overwegende dat Parkstad juist een regio is waar al sprake is van grote sociaal-economische gezondheidsachterstanden, waardoor een volwaardig ziekenhuis van groot belang is;

verzoekt de regering om zich er zo veel mogelijk voor in te zetten om ervoor te zorgen dat Heerlen een volwaardig ziekenhuis behoudt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 357 (31016).

De heer Dijk (SP):

Tot slot zou ik heel graag alle mensen willen bedanken die zich de afgelopen jaren heel hard hebben ingezet voor het behoud van ziekenhuizen. Ik heb jullie het afgelopen halfjaar heel veel mogen spreken en mogen leren kennen. Het is me een waar genoegen. Ik hoop dat we dat de komende jaren door kunnen zetten, omdat goede ziekenhuiszorg voor iedereen van cruciaal belang is.

De voorzitter:

Dank u wel. Eén vraag, van mevrouw Tielen, VVD

Mevrouw Tielen (VVD):

Met de laatste opmerking ben ik het op zich natuurlijk eens, maar hoorde ik de heer Dijk het nou het Zuiderzeeziekenhuis noemen of zei hij toch Zuyderland?

De heer Dijk (SP):

Zuyderland, dank u wel. Het is laat en ik begin ook wat moeiig te worden.

De voorzitter:

Kijk. Dat is collegiaal. Het is aangepast. Dank, mevrouw Tielen. Gaat uw gang.

Mevrouw Tielen (VVD):

Voorzitter, dank. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tien jaar geleden al werd vastgesteld dat de medisch generalist in het ziekenhuis zou moeten komen vanwege enerzijds de toenemende co-morbiditeit en anderzijds toenemende (sub)specialisatie van medisch specialisten;

overwegende dat deze generalisten bijdragen aan kwaliteit en doelmatigheid van de ziekenhuiszorg;

overwegende dat het College Geneeskundige Specialisten deze zomer de houtskoolschets van het specialismenlandschap 2035 publiceerde met als titel Generalisme als basis voor opleiding en beroepsuitoefening;

overwegende dat ook het Integraal Zorgakkoord (IZA) zich richt op transformatie van de medisch specialistische zorg;

verzoekt de regering om samen met de medische beroepsgroep synergie aan te brengen in deze ontwikkelingen en de positionering van medisch generalisten in het medisch specialistische domein te versterken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 358 (31016).

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Tielen. Dan geef ik het woord aan de heer Bushoff, PvdA.

De heer Bushoff (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat iedereen in het geval van nood binnen 45 minuten met een ambulance bij een spoedeisendehulppost (SEH-post) moet kunnen zijn;

constaterende dat er daarmee een spreidingsnorm is van SEH-posten, maar zo'n norm niet bestaat voor ziekenhuizen;

van mening dat streekziekenhuizen essentieel zijn voor de leefbaarheid van een regio;

verzoekt de regering bij een herschikking van het ziekenhuislandschap vast te leggen dat alle bewoners uit het verzorgingsgebied binnen 45 minuten met het openbaar vervoer (ov) bij het streekziekenhuis moeten kunnen zijn;

en verzoekt de regering streekziekenhuizen die vanwege deze norm niet kunnen sluiten te financieren op basis van beschikbaarheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff en Dijk.

Zij krijgt nr. 359 (31016).

De heer Bushoff (PvdA):

En dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bereikbaarheid onderdeel is van de zorgplicht van verzekeraars, doordat de verzekeraar zorg op een redelijke afstand van de woonplaats van de verzekerde moet aanbieden;

van mening dat "op een redelijke afstand" veel ruimte laat voor interpretatie en strakker gedefinieerd zou moeten worden;

van mening dat reistijd met het ov expliciet mee moet worden genomen in het oordeel over "een redelijk afstand";

verzoekt de regering om samen met de NZa de beleidsregels rond de zorgplicht zo aan te passen dat "op een redelijke afstand" strakker wordt gedefinieerd en reistijd met ov hier onderdeel van wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.

Zij krijgt nr. 360 (31016).

De heer Bushoff (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bushoff. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van den Berg, CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de zorg een substantiële bijdrage levert aan milieuvervuiling, onder andere door medicijnresten in het afvalwater;

van mening dat het goed zou zijn indien ziekenhuizen bij renovaties en/of nieuwbouw verplicht zijn een pharmafilter te installeren;

verzoekt de regering dit mee te nemen bij de wetgevingsverkenning door IenW op basis van de green deal en dit proces te bespoedigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 361 (31016).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het grootste deel van de artsen die cosmetische ingrepen doen geen cosmetische opleiding heeft;

overwegende dat dit tot veel complicaties leidt, zoals het overvolle complicatie-spreekuur van Erasmus laat zien, en dat vele herstelingrepen wel verzekerde zorg zijn en de samenleving geld kosten;

overwegende dat de inspectie nu niet adequaat kan handhaven, omdat er geen kader bekwaamheidseisen cosmetisch arts is;

verzoekt de regering in een gesprek met NVCG en NVPC op te roepen om tot zo'n kader te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 362 (31016).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Dit was mijn allerlaatste debat. Ik vond het bijzonder eervol om volksvertegenwoordiger te mogen zijn en het publieke belang te mogen dienen. Dank aan alle collega's voor de samenwerking. Ik hoop natuurlijk dat de drie b's van beschikbare, bereikbare en betaalbare zorg op het netvlies blijven, ook voor toekomstige generaties.

Voorzitter, dank aan u en aan alle ondervoorzitters. Dank aan de minister. Dank aan alle collega's. Ook dank aan de Griffie, de ICT, de beveiliging, de bodes, de facilitaire dienst en het restaurantbedrijf en ook aan alle ambtenaren bij de ministeries. Alle goeds en veel besluitvaardigheid toegewenst!

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van den Berg.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Agema, PVV. Vervolgens geef ik het woord aan mevrouw Den Haan.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik ben door de jaren heen erg dol geraakt op mevrouw Van den Berg. Ik ga haar ook erg missen. Vanavond ben ik wat minder dol op mevrouw Van den Berg. Dat zal duidelijk worden met wat ik nu te zeggen heb.

In maart vorig jaar is hier een initiatiefnota van mij besproken om de acute ziekenhuiszorg uit de marktwerking te halen en te financieren op basis van een beschikbaarheidsbijdrage, zoals de ambulancedienst, en op basis van capaciteit en kwaliteit, om op die manier de streekziekenhuizen open te houden. Dat kost maar 380 miljoen euro. Ik kreeg geen steun van het CDA en de SP was afwezig. In juni en juli stemde het CDA ook nog tegen. Groot was dan ook mijn verbazing toen tijdens de APB er ineens een motie werd ingediend door Bontenbal en Marijnissen waarin mijn idee gewoon was gepikt.

Voorzitter. Ik denk dat ik dit maar gewoon moet scharen onder een kat in het nauw die rare sprongen maakt. Ik moet natuurlijk wel positief eindigen. Ik las in het merendeel van de verkiezingsprogramma's dat iedereen de acute ziekenhuiszorg uit de marktwerking wil halen en wil financieren op basis van een beschikbaarheidsbijdrage. Dat zou betekenen dat mijn motie van juli op basis van de peilingen van nu over een paar weken 108 stemmen vóór zou krijgen. De afgezwakte motie van iets meer beschikbaarheidsbijdrage hoef ik dus niet in te dienen. Ik zal precies dezelfde motie indienen die ik in juli indiende en ik verwacht dat de meerderheid van de partijen die straks wellicht worden gekozen deze belofte waarmaakt na de verkiezingen.

De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de acute ziekenhuiszorg uit de marktwerking te halen en te financieren op basis van een beschikbaarheidsbijdrage, zoals de ambulancedienst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 363 (31016).

Dank u wel, mevrouw Agema. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan, Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb geen motie, maar ik vond het toch wel heel mooi om hier nog wat te zeggen, zoals een aantal collega's vandaag al heeft gedaan. Ik ben heel blij dat ik mag eindigen in deze samenstelling. Ik denk dat ik de afgelopen tweeënhalf jaar de meeste tijd heb doorgebracht met de onderwerpen van VWS. Ik heb dat met buitengewoon veel plezier en passie gedaan. Ik ga ook verder in de zorg; daar ben ik ook heel blij mee.

Ik wil vooral deze minister en de minister voor Langdurige Zorg dank zeggen voor toch heel veel goede plannen die er liggen. Ik heb het ook in het commissiedebat gezegd: we vergrijzen, de zorgkosten stijgen heel hard en dan is er moed en lef voor nodig om de discussie te starten over hoe we de zorg betaalbaar en houdbaar houden en ook toegankelijk voor de meest kwetsbaren. Dank daarvoor. Dat heeft u niet veel vriendelijkheid opgeleverd in de afgelopen periode, denk ik.

Dan wil ik ook al mijn collega's dank zeggen voor de buitengewoon prettige, inhoudelijke debatten die wij in deze commissie hebben gehad. Dat laat zien dat samenwerken en verbinding in de politiek echt kunnen. Daar ben ik ook heel trots op, trots op jullie.

Ik wil natuurlijk ook dank zeggen aan mijn team, want zonder team ben je als Kamerlid helemaal niets. Ook wil ik dank zeggen aan alle fantastische medewerkers hier in dit gebouw. Want werkelijk waar, ik heb nog nooit in mijn carrière mensen meegemaakt die met zo veel passie en liefde hun werk doen als in dit huis, het huis van de democratie, en zo ongelofelijk ondersteunend en servicegericht zijn. Dank jullie wel daarvoor. Jullie zijn echt fantastisch.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de moties kunnen worden verspreid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Ziekenhuiszorg. Het woord is aan de minister.

Minister Kuipers:

Dank u wel, voorzitter. Ik kom gelijk bij de moties. De motie op stuk nr. 355 is een spreekt-uitmotie met een verzoek. Daarmee ontraad ik deze motie onder verwijzing naar het debat.

De motie op stuk nr. 356 ontraad ik eveneens. Ik heb de NZa advies gevraagd over een mogelijke bekostiging van spoedeisende hulp op basis van beschikbaarheid. Ik verwacht eind van het jaar een advies van de NZa over dit onderwerp. Dan heb ik ook meer inzicht in de voor- en nadelen van zo'n bekostiging. Het advies zal ik aan uw Kamer sturen. Het is aan mijn opvolger om mede op basis van dit advies beleidsmatige keuzes te maken.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 357. Zoals tijdens het debat besproken hecht ik zeer aan goede zorg en toegankelijkheid en ook aan kwalitatief goede zorg in Parkstad als een regio, maar ook in geheel Nederland. Dat gezegd hebbende ontraad ik tegelijkertijd deze motie. Het is niet aan mij om een definitie te maken van wat een "volwaardig ziekenhuis" is en om iets te doen aan welke zorg het betreffende ziekenhuis op welke locatie levert, los van alle voorwaarden die daaraan gesteld zijn in een AMvB.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 358. Als de motie mag worden opgevat als een uitnodiging om met de sector in gesprek te blijven over de ontwikkelingen rond het specialistenlandschap, waarbij de inzet op meer generalisten een belangrijk uitgangspunt is, dan wil ik deze gaarne oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Tielen knikt. Dit betekent dat de motie op stuk nr. 358 oordeel Kamer krijgt.

Minister Kuipers:

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 359, voorzitter. Die ontraad ik eveneens. Ik weet dat het een onderwerp is in het verkiezingsprogramma van de partij van de heer Bushoff, maar het is in de motie een mengeling van allerlei verschillende dingen door elkaar: een 45 minutennorm uit de acute zorg, het openbaar vervoer als aanrijtijd et cetera. Ik ontraad daarmee deze motie.

Voorzitter. De motie op stuk nr. 360 ontraad ik eveneens. De motie is juridisch niet uitvoerbaar. Beleidsregels moeten volgen op wettelijke kaders en veldnormen. De NZa heeft niet de ruimte om zelf deze normen aan te passen. Daarbij is het zo dat "een redelijke afstand" afhankelijk is van het zorgtype. Dus ook het veel nauwer definiëren zou buitengewoon complex zijn.

De motie op stuk nr. 361 geef ik oordeel Kamer.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 362.

De motie op stuk nr. 363 ontraad ik, met een verwijzing naar het debat.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan later stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over naar een ander debat, namelijk het debat over maatschappelijke diensttijd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven