65 Luchtvaart

Aan de orde is het tweeminutendebat Luchtvaart (CD d.d. 25/10).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Luchtvaart. Ik heet de minister van Infrastructuur en Waterstaat, de minister voor Natuur en Stikstof en de woordvoerders van harte welkom. Het ziet er heel gezellig uit in vak K.

We gaan meteen van start met de heer Krul van het CDA. Als u zover bent, meneer Krul, dan … Wij hebben een strak programma vandaag. Gaat uw gang.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. Dank u wel. Een drietal moties onzerzijds. De eerste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet bij de evaluatie van het steunpakket een analyse toe te voegen om in de toekomst stevigere en verplichtende voorwaarden toe te voegen, vooral gericht op het schenden van afspraken, en daarin mee te nemen hoe de overheid zou moeten handelen bij schending van die afspraken inclusief de mogelijkheid tot het opleggen van sanctie;

verzoekt het kabinet het contract tussen KLM en de Staat, uiteraard geschoond van eventuele bedrijfsvertrouwelijke gegevens, vertrouwelijk ter inzage te leggen bij de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 1119 (31936).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol nu een natuurvergunning heeft gekregen op basis van 500.000 vluchtbewegingen;

overwegende dat ook de minister zo snel mogelijk toe wil naar krimp van het aantal vluchtbewegingen op Schiphol;

verzoekt het kabinet zo snel mogelijk aanpassingen aan de relevante wet- en regelgeving te doen, zodat de eisen voor de natuurvergunning waaraan Schiphol moet gaan voldoen zo snel als mogelijk gebaseerd zullen worden op het aantal vluchtbewegingen in het krimpbesluit, en de Kamer over het tijdpad met betrekking tot deze aanpassingen bij elke stap actief te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Vedder.

Zij krijgt nr. 1120 (31936).

De heer Krul (CDA):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de luchtruimherziening beoogt om de militaire oefenruimte te vergroten;

overwegende dat de invoering van een steilere vertrapping en hoger naderen wenselijk is om de impact van vliegverkeer te verlagen;

overwegende dat de herziening een meerjarig proces is met een stapsgewijze implementatie;

verzoekt het kabinet om er binnen het programma Luchtruimherziening en in lijn met alle relevante besluiten en wet- en regelgeving, zoals onder meer Luchthavenverkeerbesluiten, de Wet luchtvaart, het Besluit burgerluchthavens en het Besluit milieueffectrapportage, op toe te zien dat de verruiming van de militaire oefenmogelijkheden en het eventueel invoeren van een vierde aanvliegroute, steilere vertrapping en hogere nadering als voorwaarden worden gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 1121 (31936).

Dank u wel, meneer Krul. Dan geef ik het woord aan de heer Boucke, D66.

De heer Boucke (D66):

Dank u wel, voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Schiphol pleit voor een nachtsluiting van het luchtruim zodat er meer rust is voor de omgeving;

overwegende dat de minister aangeeft dat de door de omgeving gewenste en door Schiphol ingebrachte nachtsluiting goed past bij de inzet om geluidshinder blijvend te verminderen;

constaterende dat de nachtsluiting nader onderzoek behoeft voordat vervolgstappen kunnen worden genomen én dat de regering hiervoor de benodigde voorbereidingen start;

verzoekt de regering om de Kamer voor het kerstreces van een tijdsplanning te voorzien voor een inhoudelijke verkenning van de nachtsluiting van Schiphol en bij deze verkenning ook vervolgstappen in kaart te brengen, zoals een mogelijk aanstaande Balanced Approachprocedure;

verzoekt de regering om de Kamer na toezending van de tijdsplanning periodiek over de voortgang van deze verkenning te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boucke.

Zij krijgt nr. 1122 (31936).

De heer Boucke (D66):

Voorzitter, tot slot. Dit zijn mijn laatste woorden in deze plenaire zaal. Ik heb het een enorme eer gevonden om een volksvertegenwoordiger te zijn van de Nederlandse bevolking. Ik ben dit jaar precies 30 jaar in Nederland. Ik kwam op mijn 17de vanuit Suriname hiernaartoe. Ik ben blijven hangen, omdat ik hier een hele mooie, lieve man leerde kennen.

Ik kom uit een land waar een militaire dictatuur heerste. Ik heb een groot deel van mijn jeugd onder een militaire dictatuur geleefd. Tegen iedereen die nu naar dit debat luistert, zou ik het volgende willen zeggen. Koester wat we hier hebben. Onze open, weerbare democratie is heel waardevol. We hebben goud in handen. Laten we daar zuinig op zijn.

Dank u wel, voorzitter.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Boucke. Ik geef het woord aan de heer Koerhuis, VVD.

De heer Koerhuis (VVD):

Voorzitter. Dit is mijn laatste inbreng in deze Kamer. Mijn laatste inbreng in de Eerste Kamer komt misschien nog, maar dat hangt af van de behandeling van onze initiatiefwet. Ik zou graag mijn vrouw Leonie en onze vier kinderen willen bedanken, die me de afgelopen twee Kamerperiodes hebben gesteund. Zonder hun steun zou ik dit niet hebben gekund. Ik zou graag de ondersteuning van de Kamer willen bedanken: de Griffie plenair, Griffies commissies, Kamerbewaarders, Kamerbodes, beveiligers, schoonmakers en restaurant- en barpersoneel. Ook de ondersteuning van de fractie wil ik bedanken, in het bijzonder Michiel Hasslacher, Malkis Jajan, Dyon van Stigt en Constantijn Teske, mijn persoonlijk medewerkers. Jord Schepel, Isabel Plessius, Kevin Franken, Bas de Vos en Denis Damoiseaux, mijn stagiairs. Jet Vlaanderen, Gijs Broek, Solange Kamm en Ruben van de Zande, mijn beleidsmedewerkers. En Simon Kandelaars, mijn voorlichter. En natuurlijk de ondersteuning van de ministers, de ambtenaren en in het bijzonder Gijs Felix en Dion Vijverberg, de politiek assistenten. Nu ik haar zie zitten, kan ik haar niet onbenoemd laten: Christien Waller, onze ambtelijk secretaris.

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Dank. En iedereen die u bent vergeten, zeg ik maar. Dan is het woord aan mevrouw Van der Graaf, ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering een Balanced Approachprocedure doorloopt om het aantal vluchten op Schiphol te reduceren tot 452.500, om daarmee te voldoen aan geldende normen over geluidsbelasting;

overwegende dat daarmee een goede eerste stap wordt gezet in reductie van geluidsoverlast en emissies van de luchtvaart, maar dat dit onvoldoende is om de luchtvaart binnen de reductiedoelstellingen van het Parijsakkoord te krijgen;

verzoekt de regering een maximaal aantal vliegbewegingen in Nederland in 2030 te bepalen als streefgetal en de benodigde stappen te doorlopen om dit streefaantal te kunnen verwezenlijken, zoals een aanvullende Balanced Approachprocedure,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1123 (31936).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering een landelijke indicatieve reductieopgave van de NOx-emissies voor de mobiliteitssector, waaronder luchtvaart, van 25% tussen 2019 en 2030 opgelegd heeft (34682, nr. 114);

overwegende dat de Kamer heeft uitgesproken dat de luchtvaart op een eerlijke wijze moet bijdragen aan het oplossen van het stikstofprobleem (31936, nr. 1034);

overwegende dat de regering voor de luchtvaartsector enkel wijst op maatregelen zoals het stimuleren van elektrisch taxiën, waardoor de luchtvaart niet evenredig zal bijdragen aan het oplossen van het stikstofprobleem;

verzoekt de regering de indicatieve reductieopgave van 25% van de NOx-emissies tussen 2019 en 2030 voor de mobiliteitssector specifiek te laten gelden voor de luchtvaart,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1124 (31936).

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik ben heel erg blij dat mijn stem het heeft gehouden deze laatste dagen. Ik heb ongeveer de hele dag plenair gestaan.

De voorzitter:

Beterschap, zeg ik dan maar. Het heeft ook wel iets, die stem. Het klonk niet verkeerd. Ik zag overal bolletjes, dus soms spreek ik gewoon maar dingen uit die ik zie als voorzitter, neutraal als ik ben.

Ik geef het woord aan de heer Van Raan, Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Als ik de verkiezingsprogramma's bij elkaar optel, is er een meerderheid die definitief af wil van Lelystad Airport. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering definitief af te zien van het openen van Lelystad Airport voor handelsverkeer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan, De Hoop, Dassen, Boucke en Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 1125 (31936).

Voordat u verdergaat, heeft de heer Krul één vraag.

De heer Krul (CDA):

Zonder vraagteken zelfs! Ik word nu toch even uitgedaagd. Het klopt dat het CDA in het verkiezingsprogramma heeft staan dat wij tegen de opening van deze airport zijn. Wij vinden tegelijkertijd dat zo'n ingrijpend besluit alleen maar genomen wordt samen met de regio, waarbij we ook recht moeten doen aan de verwachtingen die daar gewekt zijn en de maatschappelijke investeringen die daar gedaan zijn. Om dan nu een paar uur voor het sluiten van de klok bij motie zo'n ingrijpend besluit te nemen, is niet de lijn die wij voorstaan. Dat neemt niet weg dat wij achter het statement staan en in de volgende kabinetsperiode met een voorstel zullen komen of met de Partij voor de Dieren een voorstel zullen maken.

De voorzitter:

U gaat verder, meneer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik ben blij om te horen dat het CDA in ieder geval de boodschap steunt dat Lelystad Airport niet open moet.

Voorzitter. Ik ga door.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Schiphol een staatsdeelneming is;

constaterende dat in de Nota Deelnemingenbeleid 2022 staat: "De Staat verwacht dat de deelnemingen Nederlands beleid en wet- en regelgeving ruimhartig naleven. Dit geldt in het bijzonder voor beleid en wet- en regelgeving op de thema's klimaat en milieu";

constaterende dat Schiphol is gevraagd rekening te houden met het kabinetsbesluit om het aantal vliegbewegingen te beperken tot 440.000, maar dat Schiphol toch een vergunningaanvraag deed voor 500.000 vliegbewegingen;

verzoekt de regering Schiphol te houden aan het naleven van de Nota Deelnemingenbeleid en het kabinetsbeleid, in het bijzonder op de thema's klimaat en milieu;

verzoekt de regering Schiphol op te dragen geen gebruik te maken van enige mogelijk verkregen milieuruimte boven 440.000 vliegbewegingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan, De Hoop en Dassen.

Zij krijgt nr. 1126 (31936).

De heer Van Raan (PvdD):

Ik geef weer de verkeerde motie aan de bode. Op het einde doe ik het waarschijnlijk goed.

Voorzitter. De minister wou niet laten onderzoeken wat de juridische kwetsbaarheden zijn in de natuurvergunning van Schiphol, terwijl er een heleboel lijken te zijn. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister stelt dat intern de juridische risico's voor het besluit over de vergunningaanvraag van Schiphol in kaart zijn gebracht en gewogen, maar de Kamer die informatie niet heeft ontvangen;

constaterende dat er meerdere kwetsbaarheden bekend zijn, maar gerechtelijke toetsing jaren op zich kan laten wachten;

verzoekt de regering op korte termijn een onafhankelijk red-teamonderzoek te laten doen naar de juridische kwetsbaarheden in het besluit over de natuurvergunning voor Schiphol en de bevindingen zo snel mogelijk met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 1127 (31936).

De heer Van Raan (PvdD):

Nog twee te gaan. Nee, dat is niet waar.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat inmiddels breed gedeeld wordt dat de pfas-vervuiling door Chemours onacceptabele milieu- en gezondheidsschade heeft opgeleverd waarvoor het bedrijf verantwoordelijk is;

constaterende dat in 2008 op Schiphol 110.000 kubieke meter water vervuild raakte met pfos en de vervuiling vanwege lekke opvangbassins kon weglekken naar de wijde omgeving;

verzoekt de regering de pfos-vervuiling in de omgeving nauwkeurig in kaart te brengen en te onderzoeken welk deel daarvan van Schiphol afkomstig is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 1128 (31936).

Heel snel de volgende.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Ik wil ook iemand bedanken, namelijk mijn beleidsmedewerker op dit dossier, Sebastiaan van Pruissen, die ons gaat verlaten voor een andere mooie functie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Raan. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Eerdmans, JA21.

De heer Eerdmans (JA21):

Voorzitter, dank je wel. Er zijn mooie woorden gesproken door de collega's. We zullen contact houden. Daar ga ik van uit.

Voorzitter. Terug naar de luchtvaart.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet de vliegbelasting heeft verhoogd in januari 2023 naar circa 600 miljoen euro jaarlijks;

constaterende dat het kabinet heeft aangegeven structurele financiële middelen te willen inzetten voor verduurzaming van de luchtvaart en vermindering van leefomgevingseffecten;

constaterende dat het positief is dat de overheid eenmalig in 2022 geld uit het Nationaal Groeifonds heeft ingezet voor onderzoek naar verduurzaming van de luchtvaart;

overwegende dat het verduurzamen van de luchtvaart door het kabinet als essentieel is aangemerkt, maar tevens erg kostbaar is;

verzoekt de regering dat de omvang en samenstelling van een in te richten structureel fonds in overleg met de sector wordt opgezet, en de Kamer daarover wordt ingelicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 1129 (31936).

Dank u wel, meneer Eerdmans. Ik kijk even naar het kabinet. Zal ik de vergadering een enkel moment schorsen of kunnen we meteen door? We kunnen meteen door, helemaal goed. De moties komen eraan; dat is heel fijn.

Dan geef ik als eerste het woord aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Heeft u nog één tel? Dan wachten we even tot wij ook de moties hebben. Dan kunnen we het allemaal volgen. Het woord is aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Minister Harbers:

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de leden, de luchtvaartwoordvoerders, voor hun inbreng, zowel gisteren in het commissiedebat als vanavond in het tweeminutendebat. Zoals een aantal sprekers ook memoreerde, was het het laatste debat van woordvoerders op dit gebied in deze ambtstermijn van de Kamer. Daar gaan we althans maar even van uit. Sommigen hebben ook hun aanstaande afscheid van de Tweede Kamer gememoreerd. Ik dank alle woordvoerders en in het bijzonder de heren Boucke en Koerhuis, maar ook de heer Alkaya, die niet het woord heeft gevoerd maar hier wel aanwezig is, voor de plezierige en constructieve debatten in de afgelopen periode en hun grote inzet hier in de Kamer. Dat geldt natuurlijk voor alle woordvoerders, maar voor deze in het bijzonder.

Voorzitter. Ik loop de moties langs. De motie op stuk nr. 1119 van de heer Krul geef ik oordeel Kamer.

Van de motie op stuk nr. 1120 laat ik het oordeel ook aan de Kamer. Dat is in essentie namelijk ook wat we nu aan het doen zijn met de Balanced Approach-procedure.

Van de motie op stuk nr. 1121 van de heer Krul laat ik het oordeel ook aan de Kamer, maar ik hecht er toch aan om daarbij de opmerking te maken dat als de Kamer dit echt heel erg graag wil, u mij ook het plezier zou kunnen doen het onderwerp nu of in de volgende Kamer niet meer controversieel te verklaren, want dan kunnen we er ook daadwerkelijk mee door.

Van de motie op stuk nr. 1122 van de heer Boucke laat ik het oordeel ook aan de Kamer. Daarbij zeg ik het volgende. De allerlaatste zin luidt: "Over de voortgang van de verkenning te informeren". We gaan de motie uitvoeren en de informatie over de voortgang krijgt u in de periodieke voortgangsbrieven van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol.

De motie op stuk nr. 1123 van mevrouw Van der Graaf ontraad ik, want zoals we in het Hoofdlijnenbesluit Schiphol van juli vorig jaar aangaven, willen we in de toekomst juist overstappen op een systeem waarmee we sturen op milieunormen en milieu-uitstoot, in plaats van op aantallen vliegbewegingen. Daarvoor moet een normstelling worden ontwikkeld die steeds verder zal worden aangescherpt, zodat we ook een voortdurende vermindering van de negatieve externe effecten rond de luchtvaart bereiken. Deze motie roept op tot het sturen van aantallen. Dat vind ik niet wenselijk. Dat is de reden waarom ik de motie ontraad.

Minister Van der Wal zal op de motie op stuk nr. 1124 reageren.

De motie op stuk nr. 1125 van de heer Van Raan ontraad ik. Ik ben me ervan bewust dat het onderwerp Lelystad Airport controversieel is. Het is daarom zelfs controversieel verklaard. Wat mij betreft is besluitvorming dan ook echt aan het volgende kabinet.

Dan de motie op stuk nr. 1126 van de heer Van Raan. We hebben er deze kabinetsperiode wel vaker discussies over gehad wat het betekent om een staatsdeelneming te zijn. Dat is overigens een debat dat we gisteren niet in de commissie hebben gevoerd. Het is aan de minister van Financiën om daar het debat met de Kamer over te voeren. Maar een staatsdeelneming betekent in essentie dat wij aandelen hebben en niet dat wij op de bestuursstoel van dat bedrijf zitten. Om die reden ontraad ik de motie.

Minister Van der Wal zal reageren op de motie op stuk nr. 1127.

De motie op stuk nr. 1128 ontraad ik, onder verwijzing naar het debat van gisteren. Een belangrijk aspect daarbij is dat het niet het Rijk is maar de omgevingsdienst die hier het bevoegd gezag is.

Tot slot ontraad ik de motie op stuk nr. 1129. We hebben in deze periode vaak discussies gehad over de vliegbelasting en een eventuele terugsluis, maar helaas was zowel vorig jaar als dit jaar de budgettaire ruimte daarvoor niet aanwezig. Deze motie roept op een structureel fonds op te zetten, maar dat deel van de motie is dan ook nog eens ongedekt.

De voorzitter:

Dank u wel. Eén vraag van de heer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Ja, ik heb een korte vraag, voorzitter. Ik snap heel goed dat de minister dat onderzoek niet zelf gaat doen. Ik kan me voorstellen dat de minister zich vanuit de zorgplicht geroepen voelt om het wel te doen uitvoeren. De vraag is als volgt. Als ik een kleine wijziging in de motie aanbreng, namelijk "verzoekt de regering de pfos-vervuiling in de omgeving nauwkeurig in kaart te dóén brengen", zou dat dan een wijziging zijn die de minister kan billijken?

Minister Harbers:

Nou, ik hecht ook wel aan de bestuurlijke zuiverheid op dit punt. De omgevingsdienst valt onder een andere bestuurslaag, in dit geval de provincie. Het kan een heel waardevol debat zijn, maar dan zou de aangewezen plek de Staten van Noord-Holland zijn. Die kunnen dan zo'n uitspraak doen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan dank ik de minister. Ik geef het woord aan zijn collega, de minister voor Stikstof en Natuur.

Minister Van der Wal-Zeggelink:

Voorzitter, dank. Voor mij de moties op stuk nrs. 1124 en 1127. Fijn dat mevrouw Van der Graaf haar stem terug heeft.

Ik moet de motie op stuk nr. 1124 ontraden. Los van het feit dat we sectordoelen per sector vaststellen en we in bijvoorbeeld de agrarische sector ook geen onderscheid maken tussen de varkens- en de melkveehouderij is het ook gewoon niet tijdig. We hebben met elkaar evenredige sectordoelen vastgesteld. Inmiddels weten we dat er een grotere opgave is. Dat betekent iets voor alle sectordoelen. Dan is het simpelweg niet tijdig om dat nu te wijzigen. Dat is echt aan een nieuw kabinet. De motie op stuk nr. 1124 ontraad ik.

Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1127. Zoals ik gisteren kort en bondig heb gezegd: nee, dit gaan we niet doen. De aanvraag van Schiphol hebben we getoetst aan de Wet natuurbescherming. Ik ben van mening dat er echt een afgewogen besluit ligt, dat zorgvuldig tot stand is gekomen.

De voorzitter:

Dank u zeer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Straks gaan we stemmen over de ingediende moties. Ik dank beide bewindspersonen en de woordvoerders.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven