54 Externe veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid (CD d.d. 12/10).

De voorzitter:

We gaan in één beweging door met het tweeminutendebat Externe veiligheid. Dit commissiedebat vond plaats op 12 oktober jongstleden. Ik geef graag het woord aan mevrouw Hagen van de fractie van D66. Het woord is aan haar.

Mevrouw Hagen (D66):

Dank, voorzitter. Een einde aan de pfas-productie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat pfas (een ernstig giftige en kankerverwekkende stof) inmiddels overal in wordt teruggevonden, van ons milieu en ons voedsel tot ons bloed;

constaterende dat Nederland (samen met Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden) een voorstel voor een pfas-verbod heeft ingediend bij de Europese Unie;

constaterende dat de Belgische pfas-producent 3M reeds heeft aangegeven per 2025 te stoppen met de productie van pfas;

constaterende dat, zolang de productie en daarmee de uitstoot onverminderd doorgaat in Nederland, het opruimen van pfas dweilen met de kraan open is;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met Chemours en uiterlijk in 2025 te komen tot een eind aan de pfas-productie in Dordrecht en de Kamer te informeren over de uitkomsten daarvan;

verzoekt de regering alle juridische en wetgevende mogelijkheden in kaart te brengen om de pfas-productie in Dordrecht uiterlijk in 2025 te stoppen en de Kamer te informeren over de uitkomsten daarvan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 374 (22343).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ILT concludeert dat de uitvoering van de VTH-taken voor bouwen, milieu en natuur op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba niet voldoet aan de wettelijke vereisten en lokale verordeningen;

overwegende dat door het gebrekkige VTH-stelsel kustbebouwing gerealiseerd is zonder de vereiste bouw- en natuurvergunningen en bedrijven zonder ingrijpen milieu-, natuur- en bouwwetgeving kunnen overtreden;

constaterende dat de ILT in haar rapport een aantal aanbevelingen doet over de verbetering van het VTH-stelsel op de eilanden;

verzoekt de regering om de aanbevelingen van de ILT over te nemen en de Kamer te informeren over de wijze waarop hier uitvoering aan gegeven gaat worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 375 (22343).

Mevrouw Van Esch van de Partij van de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Het is "voor". Voorzitter, u bent zeker niet de enige.

Ik heb nog één vraag en twee moties. We hoorden net vers van de pers dat Tata Steel niet mag claimen dat de uitstoot van kankerverwekkende PAK-stoffen tussen 2019 en 2022 is gehalveerd. Het is de uitspraak van de Reclame Code Commissie. Ik ben blij dat dat zo is. Dit is namelijk niet bewezen. We zien dan wel weer in dat het de zoveelste keer is dat bevestigd wordt dat we niet kunnen vertrouwen op de woorden van Tata. Ik ben benieuwd hoe geloofwaardig de staatssecretaris Tata Steel vindt als gesprekspartner en wat zij gaat doen om ervoor te zorgen dat er onafhankelijke metingen komen van de uitstoot van de gevaarlijke stoffen door Tata, omdat we nu weer zien dat dat zo belangrijk is.

Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat omwonenden camera's hebben geplaatst die het terrein van Tata Steel in de gaten houden en dat via de actie Spot de Gifwolk al meer dan 400 gifwolken zijn gemeld;

overwegende dat de omgevingsdienst is gestart met cameratoezicht bij Tata Steel, maar dit slechts een pilot is en enkel gericht op Kooksfabriek 2;

overwegende dat de omgevingsdienst aangeeft dat wanneer een verdachte situatie op de beelden te zien is, het vervolgonderzoek niet eenvoudig is en veel tijd kost;

verzoekt de regering om te zorgen voor structureel cameratoezicht bij zowel Kooksfabriek 1 als 2 van Tata Steel, waarmee het mogelijk wordt om incidenten met rauwe kooks visueel te beoordelen, en de realtimegegevens 24/7 openbaar te houden;

verzoekt de regering tevens om in gesprek te gaan met de provincie Noord-Holland, zodat de omgevingsdienst genoeg budget en capaciteit krijgt om ook snel te kunnen handelen op basis van de camerabeelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Hagen en Beckerman.

Zij krijgt nr. 376 (22343).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat naast de structurele bekostiging van omgevingsdiensten er incidenteel geld is vrijgemaakt voor verbetering van het VTH-stelsel;

constaterende dat omgevingsdiensten aangeven dat ze meer structurele middelen nodig hebben, omdat de huidige inspanningen voor verbetering van het VTH-stelsel en de resultaten daarvan anders tenietgaan;

verzoekt de regering te zorgen voor structureel meer budget voor omgevingsdiensten, zodat de inspanningen en resultaten voor het verbeteren van het VTH-stelsel niet tenietgaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 377 (22343).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, dank. De inwoners maken zich zorgen over hun gezondheid en veiligheid. De Onderzoeksraad voor Veiligheid zegt in haar rapport over industrie en omwonenden dat de overheid die zorgen onvoldoende wegneemt. Ik zeg u hier: ik hoor de zorgen van inwoners, ik zie ze en ik luister. We willen Nederland schoon doorgeven aan onze kinderen door samen te werken aan een innovatieve duurzame economie, waar alle Nederlanders van kunnen profiteren en waar we niet tegenover elkaar staan. Iedereen wil namelijk schone lucht, een lage energierekening en een sterke toekomst met nieuwe groene banen, een economie die vooroploopt. Daar gaan wij voor.

Voorzitter. Die Nederlandse economie, die Nederlandse industrie, moet bij de schoonste van Europa horen. Niet door bedrijven weg te pesten maar door ze te helpen met een goed functionerend stelsel voor vergunningen, toezicht en handhaving. Daarvoor is deze staatssecretaris verantwoordelijk. Zij heeft de bevoegdheid om, mocht dat nodig zijn, de wet aan te passen en binnen de budgettaire ruimte middelen beschikbaar te stellen. Vooralsnog kiest zij daar niet voor. Daarmee ligt het perspectief voor die schone industrie, voor die veilige, gezonde omgeving voor onze inwoners terug op de onderhandelingstafel van de partijen die na de verkiezingen een coalitie gaan vormen. Een motie gaat daar wat ons betreft nu geen verandering in brengen, dus die heb ik ook niet.

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Mevrouw Van der Graaf van de ChristenUnie.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel voor het woord, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat omwonenden van Chemours grote onzekerheid hebben over de gezondheidseffecten van de pfas-vervuiling in hun regio;

overwegende dat dit leidt tot meer druk op de GGD-dienst in deze regio (GGD Zuid-Holland Zuid) aan capaciteit en middelen om onderzoeken naar gezondheidsproblemen uit te voeren en vragen van bewoners te kunnen beantwoorden;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de GGD Zuid-Holland Zuid om te komen tot gerichte ondersteuning bij de gezondheidsvragen in deze regio,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 378 (22343).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het OVV-rapport Industrie en omwonenden aanbeveelt te borgen dat het voorzorgsprincipe zwaarder wordt gewogen in het systeem van vergunnen van persistente stoffen;

verzoekt de regering het voorzorgsbeginsel invulling te geven door bij de emissie van potentieel zeer zorgwekkende stoffen uit te gaan van omgekeerde bewijslast, waarbij de producenten moeten aantonen dat stoffen niet schadelijk voor de omgeving zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 379 (22343).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het rapport Om de leefomgeving uit 2021 van de Adviescommissie Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving reeds concludeerde dat het omgevingsdiensten vaak aan kennis, capaciteit en doorzettingsmacht ontbreekt om hun taken goed uit te voeren, mede doordat het Rijk geen overkoepelende regie voert;

overwegende dat uit het OVV-rapport Industrie en omwonenden opnieuw blijkt dat omgevingsdiensten tekort hebben geschoten in de uitvoering van hun VTH-taken;

verzoekt de regering haar regiefunctie in het VTH-domein breder invulling te geven en daartoe de omgevingsdiensten beter te ondersteunen met kennis, capaciteit en doorzettingsmacht, de Kamer hierover voor de zomer te informeren, en eventuele financiële consequenties te verwerken in de begroting voor 2025,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 380 (22343).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de kabinetsreactie op het OVV-rapport Industrie en omwonenden niet gesproken wordt over het voorzorgsprincipe en aansprakelijkheid van het bedrijfsleven;

verzoekt de regering het voorzorgsprincipe en aansprakelijkheid van het bedrijfsleven te verwerken in de kabinetsreactie op het rapport en de daaruit voortvloeiende actieagenda,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Graaf.

Zij krijgt nr. 381 (22343).

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Klaver van de fractie van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een tweetal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Chemours Dordrecht direct en indirect pfas loost in de bodem en het water;

constaterende dat het volgens de Waterwet is toegestaan om een watervergunning in te trekken of aan te scherpen als de maatschappelijke functies van water, waaronder recreatie, visconsumptie en het voorzien van drinkwater, in gevaar komen;

overwegende dat gebleken is dat de maatschappelijke functies allang niet meer worden vervuld door onder andere het negatieve zwemadvies rond de fabriek, het advies om niet uit omliggende moestuinen te eten, het advies om geen gevangen vis te eten, en het risico dat pfas-stoffen naar de drinkwatervoorziening zakken;

verzoekt de regering erop toe te zien dat Rijkswaterstaat de watervergunning van Chemours Dordrecht aanscherpt of zo nodig intrekt om de maatschappelijke functies van het water te herstellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver.

Zij krijgt nr. 382 (22343).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit grondonderzoek blijkt dat de pfas in de bodem rondom Chemours Dordrecht langzaam richting het grondwater zakt;

constaterende dat zowel Waterschap Rivierenland als het drinkwaterbedrijf Oasen pleit voor verstrekkende maatregelen om het water in de omgeving gezond te houden;

overwegende dat elk beetje extra pfas-vervuiling te veel is en de pogingen tot sanering tenietdoet;

verzoekt de regering om in kaart te brengen wat de risico's van de bodemvervuiling door pfas zijn voor de drinkwatervoorziening in de omgeving van Chemours Dordrecht en hierop de nodige actie te ondernemen zodat de drinkwatervoorziening nu en in de toekomst niet in gevaar komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver.

Zij krijgt nr. 383 (22343).

De heer Klaver (GroenLinks):

Is de krant uit?

De voorzitter:

Nee, ik moet alleen de kruiswoordpuzzel nog.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dan praat ik nog even door. Nee hoor. Dank u wel.

De voorzitter:

Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 17.46 uur tot 17.53 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen:

Voorzitter. Ik heb één vraag van mevrouw Van Esch over de Reclame Code Commissie en Tata Steel. Ik begrijp dat ze geoordeeld hebben dat Tata nog niet kan claimen dat de PAK-uitstoot 40% is gedaald. Ik heb in de Kamer eerder aangegeven dat die claim ook nog niet door de omgevingsdienst is gevalideerd. Overigens moet Tata Steel die reductie wel realiseren. In de Expression of Principles met het bedrijf is afgesproken dat er aanvullende maatregelen moeten worden genomen als de doelstellingen niet worden gehaald. Daar zal ik uiteraard op blijven toezien.

Ik heb ook nog een hele rits aan moties.

De motie op stuk nr. 374 van mevrouw Hagen wil ik ontraden. Ik ben niet voor het opleggen van een nationaal productieverbod, omdat het een zware ingreep is in de vrije markt. Een Europese restrictie zal ook al leiden tot een vergaande inperking op het gebruik, de toepassing en daarmee ook de productie van pfas. Het komt eraan. We doen dat op Europees niveau. Dat is de korte reactie.

De voorzitter:

Eén vraag, mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66):

In Europa pleiten we ervoor dat we per 2025 een verbod hebben. Maar dan gaan we het dus wel op Europees niveau doen en niet op nationaal niveau?

Staatssecretaris Heijnen:

Op het moment dat het op Europees niveau gebeurt, doen we het ook nationaal, hè. Ik denk dat dat veel meer uithaalt. Die discussie hadden we net nog in de commissievergadering: pfas stopt niet bij landsgrenzen, dus het helpt ons enorm als er een Europees verbod komt. Daarom pleiten we daarvoor in Europa.

De motie op stuk nr. 375 van mevrouw Hagen wil ik ontraden. We zitten met de eilanden in dat proces. Ik heb met de besturen van de eilanden en met Omgevingsdienst NL afgesproken dat ik, voordat ik een appreciatie geef van de aanbevelingen, eerst een verkennende fase doorloop waarin de eilanden kennismaken met de werkzaamheden van de omgevingsdiensten. Die verkenning wordt afgesloten met een appreciatie en een afspraak over de dienstverlening met ODNL.

De motie op stuk nr. 376 van mevrouw Van Esch c.s. wil ik ontraden. Provincies en gemeenten zijn in het VTH-stelsel al als bevoegd gezag verantwoordelijk. Ik ben wel bereid om het gesprek erover met ze aan te gaan. Hopelijk kom ik mevrouw Van Esch dan toch tegemoet.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dat staat toch ook in de motie? Die verzoekt de regering om in gesprek te gaan.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat ga ik doen. Dus dan kan ik die positief appreciëren.

De voorzitter:

Everybody happy! Oordeel Kamer, denk ik dan? Krijgt de motie oordeel Kamer, mevrouw de staatssecretaris?

Staatssecretaris Heijnen:

Even kijken. Het gaat wel nog even wat verder, hè? Het is een gesprek om ervoor te zorgen dat er bij de omgevingsdienst genoeg budget en capaciteit zijn om ook snel te kunnen handelen op basis van de camerabeelden. Ik ga even kijken wat ik kan doen. Ik zeg toe dat ik het gesprek erover heb om te kijken hoe ik ze kan ondersteunen. Als dat de strekking van de motie is, dan kan ik daar positief over oordelen.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Volgens mij is dat wat er staat.

De voorzitter:

Nou, dan zijn we er toch uit? Tel uw zegeningen!

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Oké.

Staatssecretaris Heijnen:

Ja, we zijn eruit.

De voorzitter:

Meneer Haverkort komt het feestje nog even verknallen.

De heer Haverkort (VVD):

Nou, dat weet ik niet, voorzitter. Ik wil de staatssecretaris wel vragen of ze dekking heeft om genoeg budget te organiseren.

Staatssecretaris Heijnen:

Het gaat om een gesprek waarin we bespreken wat er allemaal nodig is. Dan kom ik vervolgens nog wel een keer … Budgetten hebben we zeer beperkt, zoals de Kamer ook weet. Mevrouw Van Esch weet dat ook. Ik melde me dus weer bij de Kamer als er wordt aangegeven dat er extra budgetten nodig zijn en het niet lukt binnen de mogelijkheden van de daarvoor bevoegd gezagen.

De motie op stuk nr. 377 van mevrouw Van Esch moet ik ontraden. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de VTH en voor het vrijmaken van middelen uit het Gemeentefonds en het Provinciefonds voor de uitvoering door omgevingsdiensten.

De motie op stuk nr. 378 van mevrouw Van der Graaf wil ik graag oordeel Kamer geven.

Ik wil vragen om de motie op stuk nr. 379 aan te houden, omdat ik in mijn brief van 24 oktober ook heb aangegeven dat ik bezig ben om de toepassing van het voorzorgsbeginsel samen met de andere overheden te versterken. Daarom wil ik vragen om de motie aan te houden.

De moties …

De voorzitter:

Wacht even hoor, want we moeten de vorige motie nog even afhandelen. Mevrouw Van der Graaf.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Op zich ben ik wel bereid om de motie aan te houden, maar ik heb nog wel een reflectie op de brief die de staatssecretaris ons heeft gestuurd. Het voorzorgsbeginsel in zijn zuiverste vorm is dat je, juist als er een redelijke twijfel is over de veiligheid, dan niet doorgaat. Maar het lijkt er nu op dat de interpretatie — zo heb ik de brief van de staatssecretaris gelezen — precies het omgekeerde in zich draagt. We weten het niet, dus het mag. Er wordt dus eigenlijk geen grens aangegeven. Ik vind het onjuist dat het zo wordt geïnterpreteerd. Ik wil dus toch aan de staatssecretaris meegeven of ze dat punt nader wil bekijken.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat gaan we de komende tijd ook doen. We gaan kijken hoe je dat voorzorgsbeginsel nu nader en verder kunt versterken. Dat gesprek hebben we op dit moment ook met de andere overheden. Dat is ook heel erg van belang. Ik weet dat we een iets ander vertrekpunt hebben, maar ik neem het wel mee in de gesprekken. Dat kan ik toezeggen. Een volledige omkering van de bewijslast is niet in alle gevallen mogelijk, onder meer omdat het motiveringsbeginsel daar bijvoorbeeld weer in de weg staat. Maar er zijn al wel informatieverplichtingen. In een vergunning kan je aanvullend bijvoorbeeld om monitoring vragen, maar ik zeg toe dat we in de gesprekken over dat voorzorgsbeginsel bekijken hoe we dat strakker kunnen gaan interpreteren.

De voorzitter:

De vraag is of de motie-Van der Graaf op stuk nr. 379 is aangehouden. Dat is aan u, mevrouw Van der Graaf. Het hoeft niet.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik vind dit toch een beetje ingewikkeld. Als ik de motie nu aanhoud, dan vervalt die. Dat is gewoon een beetje raar. Ik zou dus eigenlijk willen voorstellen om de motie in stemming te brengen. Dan kijken we hoe de verhoudingen in de Kamer liggen. Ik heb de staatssecretaris gehoord. Als ze met die toelichting oordeel Kamer kan geven, dan zijn we alweer een stap verder!

De voorzitter:

Jajaja.

Staatssecretaris Heijnen:

Dat is helaas niet mogelijk. Ik heb gevraagd om de motie aan te houden met een reden. Ik weet namelijk niet wat er uitkomt. Ik wil de motie dan toch graag ontraden, ondanks het feit dat we het volgens mij heel erg met elkaar eens zijn.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 380?

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 380 kan ik dan wel weer oordeel Kamer geven, net als de motie op stuk nr. 381.

De motie op stuk nr. 382 moet ik ontraden. Dat is de portefeuille van de minister. De verleende lozingsvergunning kan niet worden ingetrokken, omdat de vergunning in oktober 2022 nog is geactualiseerd en voldoet aan alle eisen die de Waterwet stelt. Er is dus geen grond om de vergunning in te trekken.

De motie op stuk nr. 383.

De voorzitter:

Er is nog een vraag over de motie op stuk nr. 382 van de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Als er wordt gezegd "intrekken", snap ik heel goed dat de motie vanuit het perspectief van de staatssecretaris geen oordeel Kamer krijgt. In deze motie roepen we echter de regering op om Rijkswaterstaat te vragen om de watervergunning van Chemours aan te scherpen en zo nodig in te trekken. Dat aanscherpen kan op basis van alles wat er ligt. En als het niet kan, krijgen we wel teruggekoppeld waarom het niet zou kunnen. Dit is een verzoek aan Rijkswaterstaat om nog eens te kijken naar die vergunning en de Kamer vervolgens te informeren waarom het niet zou kunnen.

Staatssecretaris Heijnen:

Nou, ik kan wel een toezegging doen. Ik heb naar aanleiding van het debat dat we twee weken geleden met elkaar hebben gevoerd nog eens contact gezocht met de provincie en gezegd: laten we nou de kennis die we allemaal hebben, zo veel mogelijk delen met elkaar. Zo kunnen we zo goed mogelijk beslagen ten ijs komen, om de leefomgeving zo goed mogelijk te beschermen. Ik kan toezeggen dat ik het verzoek nog een keer overbreng tijdens de gesprekken met de provincie. Daar zal ook Rijkswaterstaat een keer bij aansluiten, omdat we met elkaar aan tafel gaan om die kennis te delen. Het ligt uiteindelijk natuurlijk bij de bevoegde gezagen om ernaar te handelen, maar als wij aanvullende inzichten kunnen aanleveren die wellicht kunnen helpen bij een aanscherping, dan zijn wij graag bereid dat te doen.

De voorzitter:

Heel goed. Kunnen we naar de motie op stuk nr. 383? Ik wilde eigenlijk maar één vraag per persoon toestaan. Heel kort dan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ja, heel kort, want misschien komen we tot elkaar. Wat in de motie wordt gevraagd, is om Rijkswaterstaat te verzoeken om nog een keer naar die vergunning te kijken of aanscherping, dan wel intrekking, mogelijk is. Als de staatssecretaris dat kan toezeggen, kan ze de motie volgens mij oordeel Kamer geven.

Staatssecretaris Heijnen:

Ik zal het in elk geval overbrengen. Het is de portefeuille van de minister, dus dat maakt het iets ongemakkelijk voor mij om zomaar een toezegging te doen. Dat komt ook omdat die lozingsvergunning niet zomaar kan worden ingetrokken. Ik kan wel toezeggen dat ik aan hem zal overbrengen dat hij nog eens een keer met Rijkswaterstaat over dit punt spreekt. De motie is iets scherper geformuleerd door de heer Klaver dan ik hem interpreteer, dus daarom wil ik hem ontraden. Maar ik breng de boodschap wel over.

De voorzitter:

Heel goed.

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 383. De bodemverontreiniging en de omgeving van Chemours hebben geen invloed op de drinkwatervoorziening. Het water waarmee de productielocatie van Evides op de Baanhoek drinkwater maakt, wordt niet daar gewonnen en komt ook niet in contact met de grondwaterverontreiniging van het Chemoursterrein. Natuurlijk zal er wel gehandeld worden als blijkt dat er op een of andere manier gevaar kan ontstaan voor de drinkwatervoorziening. In feite doen we dat al. Het is natuurlijk altijd belangrijk om het goed in kaart te houden. Dat zien we bijvoorbeeld ook bij de drugsdumping in Brabant. Je wilt immers niet dat de drinkwatervoorziening in gevaar komt. Ik zal nog weleens een keer aandringen op een toets daarop.

De voorzitter:

En dus?

Staatssecretaris Heijnen:

Ik kan een deel oordeel Kamer geven, maar de hele motie moet ik ontraden omdat we het voor een deel al doen. Ik kan het niet mooier maken, voorzitter.

De voorzitter:

Soms is het leven wat hard, hè. Zo is het, meneer Klaver. Toch een ontspannen reces gewenst!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze moties stemmen wij vannacht nog.

Naar boven