61 Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023

Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023 (CD d.d. 26/09).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad Algemene Zaken 27 en 28 september 2023. Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken en de woordvoerders in de zaal van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Van Houwelingen, Forum voor Democratie. Ik wil ook even mijn afschuw afspreken over wat er gebeurd is met uw fractieleider toen hij een lezing wilde geven. Sterkte daarmee!

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. Heel veel dank hiervoor. Het gaat naar omstandigheden goed met hem. Dank aan de ambtsgenoten die hun zorgen hebben uitgesproken.

Ik heb één motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat artikel 42, lid 7 van het Verdrag van Lissabon als volgt luidt: "Indien een lidstaat het slachtoffer is van gewapende agressie op zijn grondgebied, hebben de andere lidstaten jegens hem een verplichting tot hulp en bijstand met alle middelen die binnen hun macht liggen, in overeenstemming met artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties.";

constaterende dat Oekraïne de status heeft van kandidaat-lidstaat en lid wil worden van de Europese Unie;

constaterende dat de voorzitter van de Europese Commissie, mevrouw Von der Leyen, afgelopen zomer het volgende heeft gezegd: "Op de lange termijn is het voor Oekraïne onmogelijk om geen lid te zijn van de Europese Unie.";

constaterende dat Oekraïne op dit moment in oorlog is met Rusland;

constaterende dat mocht Oekraïne op dit moment toetreden tot de Europese Unie, Nederland, op basis van artikel 42, lid 7 van het Verdrag van Lissabon, formeel in staat van oorlog met Rusland kan geraken;

overwegende dat een oorlog met Rusland, de grootste kernmacht op aarde, niet in het Nederlands belang is;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat zolang Oekraïne in oorlog is met Rusland, Oekraïne onder geen beding lid kan worden van de Europese Unie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Houwelingen.

Zij krijgt nr. 2765 (21501-02).

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Houwelingen. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD. Nee, hij ziet af van zijn termijn. Dan de heer Van der Lee, GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik zal het kort houden. Ik heb geen moties. De heer Sjoerdsma heeft die wel. Die gaan over rechtsstatelijke kwesties, namelijk de positieve ontwikkelingen in Polen en de negatieve ontwikkelingen als het gaat om Orbán in Hongarije en ook rond Kosovo. Hij zal dat straks op excellente wijze gaan uitleggen.

Ik wil me eigenlijk even richten tot de heer Sjoerdsma, omdat dit volgens mij het laatste debat is dat hij zal hebben in deze Kamer. O, ik hoor dat het een van de laatste is. In ieder geval is het voor mij het laatste. Ik wil hem danken voor zijn jarenlange inzet. Hij is altijd zeer actief geweest, soms op een wat hinderlijke manier voor de troepen uit lopend, maar ook altijd scherp analyserend en goede initiatieven nemend. Dat gebeurde ook recent nog, toen het ging om het postuum uitreiken van een belangrijke onderscheiding aan iemand die heel veel mensen heeft gered in de Tweede Wereldoorlog. Ik ben hem ook dankbaar voor onze samenwerking in de parlementaire alliantie over China, waar we wereldwijd met veel parlementariërs de wijze van optreden van China in eigen land en daarbuiten hekelen en proberen daar gezamenlijk wat tegen te ondernemen. Ik wil hem veel succes wensen in de toekomst en nogmaals danken voor onze samenwerking.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank, voorzitter. Ik dank collega Van der Lee voor de zeer aardige woorden. Dat hinderlijk voor de troepen uitlopen heet "agenderen", maar hij gaat er de volgende periode wel achter komen hoe nuttig dat soms kan zijn.

Ik heb drie moties, inderdaad ook mede namens collega Van der Lee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Poolse oppositieleider Tusk gister in Brussel heeft toegezegd dat hij zo snel mogelijk werk wil maken van het herstellen van de Poolse rechtsstaat;

overwegende dat de bevroren EU-gelden zo snel mogelijk bij het Poolse volk terecht moeten komen zodra de rechtsstaat hersteld is;

verzoekt de regering om met de Europese Commissie in gesprek te gaan over het zo snel mogelijk vrijgeven van Europese middelen, zodra een nieuwe regering de vereiste rechtsstaathervormingen heeft doorgevoerd;

verzoekt de regering om Nederlandse expertise beschikbaar te stellen indien de Poolse regering dat wenst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Piri, Van der Lee en Dassen.

Zij krijgt nr. 2766 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegend dat met de verkiezingen in Polen het krachtenveld met betrekking tot de artikel 7-procedure tegen Hongarije aanzienlijk is veranderd;

overwegende dat in Hongarije de democratie, rechtsstaat en mediavrijheden steeds verder worden afgebroken;

overwegend dat Orbán de eenheid van het Europese buitenlandbeleid ondergraaft en in Europese Raden de belangen van Poetin behartigt;

verzoekt de regering om zo snel mogelijk de artikel 7-procedure tegen Hongarije verder te brengen en Hongarije het stemrecht in de EU te ontnemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Van der Lee en Dassen.

Zij krijgt nr. 2767 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):

En tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Unie als bemiddelaar optreedt tussen Servië en Kosovo om tot een gezamenlijke visie te komen voor de stabiliteit in de Balkan;

constaterende dat Kosovo te maken heeft met een escalerende retoriek vanuit Servië;

constaterende dat er nog altijd sanctiemaatregelen gelden tegen Kosovo;

constaterende dat het huidige onevenwichtige beleid van de Europese Unie in dezen een andere weg moet inslaan;

verzoekt het kabinet om in Europees verband te pleiten voor het opheffen van sancties op Kosovo,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma, Van der Lee en Dassen.

Zij krijgt nr. 2768 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, zodat de minister de moties kan ontvangen en deze kan appreciëren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De moties worden nog even richting de minister gebracht en de andere moties komen er natuurlijk aan. Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad Algemene Zaken. Het woord is aan de minister van Buitenlandse Zaken. Gaat uw gang.

Bruins Slot:

Voorzitter. De heer Van Houwelingen heeft een motie ingediend, op stuk nr. 2765, over de toetredingsonderhandelingen en dergelijke. We hebben het daar in het debat ook vrij uitgebreid over gehad. Daarbij heb ik aangegeven dat er op dit moment niet eens onderhandelingen plaatsvinden met Oekraïne. We zijn nog bezig in het proces dat überhaupt de beslissing moet worden genomen dat er onderhandelingen gaan plaatsvinden. Dat betekent dat deze motie in ieder geval ook voorbarig is. Daarmee geef ik 'm ontraden.

De voorzitter:

Eén vraag, meneer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank voor de beantwoording, maar regeren is natuurlijk ook vooruitzien en het gaat hier nog wel ergens over. De vraag die in de motie wordt geformuleerd is heel duidelijk. Kan de minister daar dan antwoord op geven? Is het zo dat, mocht Oekraïne toetreden, we in die situatie kunnen geraken? Dat is waar de motie over gaat. En gaat het kabinet er alles aan doen om dat dan te voorkomen? Regeren is ook vooruitzien, dus het lijkt me heel redelijk dat we daar iets van een reactie op krijgen.

Bruins Slot:

Wat de heer Van Houwelingen aangeeft, is nu nog niet aan de orde. We zullen ons als Europese Unie goed moeten voorbereiden op de toekomstige uitbreiding. Daar moeten we ook de tijd voor nemen. Dat betekent dat we ook de juiste vragen moeten stellen, onder andere op het gebied van veiligheid. Daarover wordt de Kamer ook verder geïnformeerd, dus dat is conform het normale proces.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 2765 wordt ontraden. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 2766.

Bruins Slot:

De motie op stuk nr. 2766 gaat over de verzoeken van de heer Sjoerdsma, mevrouw Piri en de heren Van der Lee en Dassen. Voordat ik begin met het waarderen van die motie, wil ik ook mijn waardering uitspreken voor de vele jaren dat de heer Sjoerdsma lid is geweest van de Tweede Kamer en daar ook echt het verschil heeft kunnen maken bij veel onderwerpen en zaken in verandering heeft weten te brengen. Dat heeft hij altijd met veel overtuigingskracht weten te doen, dus daaraan zie je ook dat hij met een echte Buitenlandse Zaken-achtergrond hier in de Tweede Kamer is terechtgekomen. Ik wil hem danken voor al het werk dat hij heeft gedaan. Hierbij mijn waardering daarvoor.

Voorzitter. In de motie-Sjoerdsma c.s. op stuk nr. 2766 over Polen wordt de regering verzocht om Nederlandse expertise beschikbaar te stellen. Deze motie wil ik in ieder geval oordeel Kamer geven. Het is nog wel te vroeg om een conclusie te trekken over de betekenis van de uitslag van de verkiezingen voor de belangrijke Europese thema's zoals rechtsstaat. Ik ben het ermee eens dat de EU-middelen uit het Herstelfonds pas aan Polen kunnen worden uitbetaald als het de overeengekomen supermijlpalen op het gebied van de rechtsstaat heeft gerealiseerd. Het is de taak van de Commissie om dat zorgvuldig te toetsen. Op dit moment heeft Polen in ieder geval nog niet een betaalverzoek ingediend. Het kabinet blijft natuurlijk wel inzetten op die zorgvuldige toets door de Commissie. Dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ja. Er is ruimte voor één korte vraag. De heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik snap de bedoeling van deze motie wel, maar is die niet ook een beetje voorbarig? Want gaat de regering dit niet sowieso doen? Op het moment dat die nieuwe regering er komt, zal dit een gebruikelijke procedure zijn, neem ik aan. Want dan hoef je volgens mij al die sancties niet meer in te stellen. Dan kun je daarmee stoppen.

Bruins Slot:

Nee. Het gaat nu natuurlijk ook om het parallelle proces dat plaatsvindt: het kabinet zal zich bilateraal, zowel politiek als financieel, blijven inzetten voor ondersteuning van het maatschappelijk middenveld. Het is geen als-danmotie, want dit vindt nu plaats en niet over een langere tijd.

De voorzitter:

Dan de motie-Sjoerdsma c.s. op stuk nr. 2767.

Bruins Slot:

De heer Sjoerdsma weet natuurlijk dat de beste moties altijd de moties zijn die door het kabinet ontraden worden. Verzocht wordt om de artikel 7-procedure tegen Hongarije verder te brengen en Hongarije het stemrecht in de EU te ontnemen. Ik zeg tegen de heer Sjoerdsma dat ik zijn zorg deel. Maar de realiteit is op dit moment dat een viervijfdemeerderheid in de Raad om te constateren dat er een duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van de waarden van de EU, gewoon nog niet in zicht is. Dat maakt dat ik deze motie op dit moment ontraad.

De voorzitter:

De heer Sjoerdsma, één vraag.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ja, voorzitter, één vraag. De situatie in Polen verandert natuurlijk wel, en daarmee ook de viervijfdemeerderheid. En daar zag dit eigenlijk op. Er is een nieuw momentum om hier toch werk van te maken. En dat is eigenlijk ook wat deze motie vraagt. Verder verheug ik me op het dictum "ontraden", want dat maakt de motie alleen maar mooier. Ik hoop wel dat de minister de kans ziet die er is en die kans ook wil grijpen, nog los van het antwoord op de vraag of deze motie het gaat halen of niet.

Bruins Slot:

Hier zit even het punt van de heer Van Dijk: dit loopt iets te veel op de zaken vooruit. Maar het spreekt voor zich dat op het moment dat de verhoudingen weer veranderen, het kabinet natuurlijk wel zo'n inzet heeft. Maar de motie wordt nu gewoon ontraden vanwege de timing ervan.

Voorzitter. Dan de motie-Sjoerdsma c.s. op stuk nr. 2768 over Kosovo. Ik snap wat de heer Sjoerdsma doet: hij probeert tot een evenwichtige aanpak te komen. De Hoge Vertegenwoordiger, de speciale vertegenwoordiger van de EU, willen wij hierin heel graag steunen, juist door hem de vrijheid te geven om die maatregelen zelf in goede balans aan te pakken. In dit stadium, waarin het zo precair opereren is, willen we hem niet alvast met een opdracht op pad sturen, zodat hij dat ook effectief kan doen. Wat wij wel willen overbrengen, is dat wij een gebalanceerde aanpak willen hebben. Dus in die zin begrijp ik de bedoeling. Maar hier wil ik echt de bal bij de speciale vertegenwoordiger houden. Hij is volgens mij echt bezig met een balanceeract, met een koorddans. Daarom ontraad ik deze motie, ondanks dat ik de weg die de heer Sjoerdsma bewandelt, heel goed snap.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan straks nog stemmen over de ingediende moties. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, en dan gaan we over tot het debat over de artikel 100-procedure inzake de bredere veiligheidsinzet in Irak.

De vergadering wordt van 21.45 uur tot 21.49 uur geschorst.

Naar boven