53 Circulaire economie

Circulaire economie

Aan de orde is het tweeminutendebat Circulaire economie (CD d.d. 04/10).

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Circulaire economie. Het commissiedebat vond plaats op 4 oktober. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. Mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren is de eerste spreker en ik geef haar graag het woord. Zij heeft net als iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.

Mevrouw Esch van (PvdD)

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb een heleboel moties, dus ik ga snel beginnen. Ik heb vier moties over het statiegeldsysteem.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering te zorgen voor meer innamepunten waar consumenten het betaalde statiegeld weer terug kunnen krijgen, zoals bijvoorbeeld in (sport)scholen, kantoren en bouwcentra,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 273 (32852).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een innameplicht in te stellen, zodat winkels die statiegeldverpakkingen verkopen, deze verpakkingen vervolgens ook weer moeten innemen, met de mogelijkheid tot uitzondering voor kleinere verkooppunten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 274 (32852).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om het statiegeldbedrag op blikjes en kleine plastic flesjes te verhogen van €0,15 naar €0,25 om meer mensen te stimuleren hun statiegeldverpakking weer in te leveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 275 (32852).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om ook statiegeld in te voeren op drankkartons en waar nodig op andere to-go-drankverpakkingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch en Hagen.

Zij krijgt nr. 276 (32852).

Mevrouw Esch van (PvdD)

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Voorzitter, mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ILT signaleert dat bedrijven die regels voor hergebruik van plastic drank- en voedselverpakkingen ontwijken, onder andere doordat bedrijven elke uitzondering in regelgeving aangrijpen;

constaterende dat hierdoor de doelen om plastic in het milieu terug te dringen onhaalbaar worden;

constaterende dat per 1 januari 2024 een verbod op wegwerpbekers en -voedselverpakkingen bij consumptie ter plaatse ingaat, maar dat bedrijven gebruik kunnen maken van een uitzondering als ze 75-90% van de wegwerpverpakkingen inzamelen voor hoogwaardige recycling;

constaterende dat nu al blijkt dat de uitzondering in deze regeling niet handhaafbaar is;

verzoekt de regering deze uitzondering uit de wetgeving tegen wegwerpplastic, die per 2024 in gaat, te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Esch, Hagen en De Hoop.

Zij krijgt nr. 277 (32852).

De heer Bosma (PVV)

Dank u wel. De heer Haverkort van de VVD.

De heer Haverkort (VVD)

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Deze week schrijft de ILT dat de regeling voor eenmalige kunststofproducten in de praktijk niet werkt zoals bedoeld. Voldoen aan de regels heet ineens "ontwijken" en creatieve ondernemers krijgen de schuld.

Voorzitter. Als regels in de praktijk niet werken, ligt dat wat de VVD betreft niet aan ondernemers of welwillende inwoners, maar aan de verantwoordelijken voor het opstellen van de regel. Daarom twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ministeriële regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik wel een uitzondering maakt voor de recycling van 100% plastic wegwerpbekers maar niet voor recycling van bekers en bakjes die van papier zijn;

constaterende dat bekers en bakjes van papier in heel veel gevallen goed hoogwaardig te recyclen zijn;

constaterende dat bekers en bakjes van papier veel duurzamer zijn dan 100% plastic bekers en bakjes, ondanks dat ze niet worden hergebruikt maar gerecycled;

verzoekt de regering in de ministeriële regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik ruimte te bieden voor het gebruik van eenmalig bruikbare papieren bekers en bakjes mits deze maximaal slechts 5% kunststof bevatten, 100% gerecycled kunnen worden en aantoonbaar aan de in de regeling gestelde inzamelpercentages voldaan wordt;

verzoekt de regering tevens niet te handhaven bij aanbieders van producten die aan gestelde voorwaarden voldoen, voordat de ministeriële regeling daadwerkelijk is aangepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Haverkort, Stoffer, Eppink en Madlener.

Zij krijgt nr. 278 (32852).

De heer Haverkort (VVD)

De heer Haverkort (VVD):

De tweede motie.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Eerst een vraag van mevrouw Van Esch.

Mevrouw Esch van (PvdD)

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Deze motie zagen wij al aankomen, maar ik ben er alsnog verbaasd over. We hebben gezien hoeveel bedrijven juist de afgelopen dagen hebben aangegeven "doe dit nou niet". Dat zijn de circulaire bedrijven die juist heel erg zitten te wachten op die regelgeving per 1 januari, die al zo lang is aangekondigd. Ik ben benieuwd wat de heer Haverkort tegen al die bedrijven zou willen zeggen die zo hard hun best hebben gedaan om juist aan de regelgeving te voldoen per 1 januari. Dit heeft voor hen immers enorme consequenties.

De heer Haverkort (VVD)

De heer Haverkort (VVD):

Ik zal het kort houden. Tegen die bedrijven zou ik twee dingen willen zeggen. Ten eerste. In al die mails zie ik voorbijkomen dat het alternatief dat ze aanbieden, een beker van plastic is. Mijn motie gaat over bekers van papier. Dat is één. Ten tweede. Ik kreeg vandaag ook weer een heel aantal mailtjes van bedrijven. Dat lijkt dan elke keer een nieuw bedrijf te zijn, maar het zijn allemaal medewerkers van hetzelfde bedrijf. Ik ben daar dus niet zo van onder de indruk. Deze motie gaat zorgen voor minder plastic in plaats van meer. Dat zou mevrouw Van Esch moeten willen omarmen.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Uw tweede motie.

De heer Haverkort (VVD)

De heer Haverkort (VVD):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ministeriële regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik een definitie voor hoogwaardige recycling bevat die stelt dat recycling alleen hoogwaardig is als grondstoffen van producten weer tot hetzelfde product worden gerecycled;

overwegende dat het Europees Parlement ten behoeve van de Verordening inzake verpakkingen en verpakkingsafval (PPWR) een definitie voorstelt die breder is en ook ruimte biedt aan vergelijkbare producten waarbij minimaal verlies van hoeveelheid, kwaliteit of functie acceptabel is;

verzoekt de regering de door het Europees Parlement voorgestelde bredere definitie voor hoogwaardige recycling op te nemen in het eerste Circulaire Materialenplan (CMP1), en in de ministeriële regeling eenmalige kunststofproducten;

verzoekt de regering tevens niet te handhaven bij aanbieders van producten die aan deze voorgestelde definitie voldoen totdat de ministeriële regeling daadwerkelijk is aangepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Haverkort, Stoffer, Eppink en Madlener.

Zij krijgt nr. 279 (32852).

De heer Haverkort (VVD)

De heer Haverkort (VVD):

Tot zover. Dank u wel.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De heer Krul van het CDA.

De heer Krul (CDA)

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) een belangrijk instrument is in de transitie naar een circulaire economie;

overwegende dat meer regie vanuit de rijksoverheid of door een onafhankelijke partij bij de invulling van UPV's voor een betere balans kan zorgen tussen de belangen van producenten en die van lokale overheden bij de onderhandelingen over onder andere tarieven;

overwegende dat de noodzaak voor zo'n sterkere regierol ook blijkt uit de constatering van de Inspectie Leefomgeving en Transport dat bedrijven geneigd zijn om bijvoorbeeld regels voor wegwerpplastic te ontwijken;

verzoekt de regering bij de verbetervoorstellen voor de UPV's ook te verkennen hoe het Rijk of een onafhankelijke partij een meer centrale regierol kan spelen, zonder dat producenten daardoor minder verantwoordelijkheid gaan dragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Krul.

Zij krijgt nr. 280 (32852).

De heer Bosma (PVV)

Mevrouw Hagen van D66.

Mevrouw Hagen (D66)

Mevrouw Hagen (D66):

Voorzitter. Dit is toch wel het onderwerp dat mijn hart gestolen heeft. Allereerst ga ik een kort, maar warm pleidooi houden voor twee aangehouden moties, die de staatssecretaris ontraden heeft. Allereerst het ecolabel, waarvoor ik een motie heb ingediend. Die wil ik in stemming brengen. Van de bedrijven in Nederland heb ik duidelijk vernomen dat ook zij behoefte hebben aan een ecolabel, zeker gegeven het feit dat landen om ons heen allemaal alternatieven aan het ontwikkelen zijn. Daarom wederom mijn verzoek tot een ecolabel. Daarmee breng ik die motie in stemming. Dat is reeds doorgegeven.

Dan het andere punt. Er is echt een wirwar van keurmerken. Mijn verzoek aan de staatssecretaris is dus nogmaals: wilt u die wirwar alstublieft terugbrengen?

Voorzitter. Dan heb ik nog twee moties.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

U heeft de Griffie ervan op de hoogte gebracht om welke moties het gaat?

Mevrouw Hagen (D66)

Mevrouw Hagen (D66):

Die zijn inmiddels al in stemming gebracht. Het gaat om 36254, nr. 7 en 36254, nr. 6.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Dan zou het allemaal goed moeten komen.

Mevrouw Hagen (D66)

Mevrouw Hagen (D66):

Oké.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat e-sigaretten in steeds grotere hoeveelheden worden aangetroffen in het restafval en steeds vaker veroorzaker zijn van afvalbranden met veiligheidsrisico's voor werknemers in de afvalbranche tot gevolg;

constaterende dat er zowel wegwerp-e-sigaretten bestaan als herbruikbare e-sigaretten en dat wegwerpvarianten van e-sigaretten niet passen binnen een samenleving waarin we zorgvuldig omgaan met grondstoffen zoals koper en lithium;

verzoekt de regering om de mogelijkheid te onderzoeken om wegwerp-e-sigaretten te verbieden, en de Kamer over de uitkomsten te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Van der Laan.

Zij krijgt nr. 281 (32852).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat reparatie ervoor zorgt dat producten zo lang en zo vaak mogelijk gebruikt worden;

overwegende dat veel consumenten niet weten dat de wettelijke garantietermijn in Nederland niet beperkt is tot slechts twee jaar en dat consumenten bij een defect (na normaal gebruik van een product) recht hebben op reparatie of vervanging;

verzoekt de regering om een publiekscampagne te starten om consumenten te wijzen op hun wettelijke garantierecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 282 (32852).

De heer Bosma (PVV)

Heel goed. De heer De Hoop van de Partij van de Arbeid.

De heer Hoop de (PvdA)

De heer De Hoop (PvdA):

Dank, voorzitter. Ik hou het vandaag bij één motie — nee, ik moet niet "vandaag" zeggen, want er komt later nog wel wat. Maar in dit tweeminutendebat hou ik het bij eentje.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Ik stond al te juichen, maar goed.

De heer Hoop de (PvdA)

De heer De Hoop (PvdA):

Ja, dat dacht ik al. Ik wil geen verwachtingen wekken die ik later niet waarmaak.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er veel plastic afval naar landen buiten Europa wordt geëxporteerd, ondanks dat er vaak geen zicht is op hoe dit afval wordt verwerkt en bekend is dat slechts 9% van het afval wereldwijd wordt gerecycled;

overwegende dat Nederland op dit moment grote hoeveelheden plastic afval naar onder andere Turkije exporteert, waar er onvoldoende capaciteit is en er hierdoor veel plastic afval wordt gestort of verbrand;

constaterende dat de transitie naar de circulaire economie vraagt om een reductie van afval en de Europese Commissie stelt dat de EU voldoende capaciteit heeft om dit afval te verzamelen en te recyclen;

verzoekt de regering om zich op Europees niveau in te zetten voor een verbod op de export van plastic afval buiten de Europese Unie waarbij de uitzondering voor OESO-landen, zoals Turkije, wordt geschrapt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Hoop.

Zij krijgt nr. 283 (32852).

De heer Bosma (PVV)

Heel goed. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 17.25 uur tot 17.29 uur geschorst.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

Dank u wel, voorzitter. De eerste motie van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 273, wil ik ontraden. Het is aan het verpakkingsbedrijfsleven om de inzameldoelstellingen te halen en hoe ze dat doen is aan hen.

De tweede motie van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 274: ontraden. We evalueren het hele statiegeldsysteem in 2024.

De derde motie van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 275, wil ik ook ontraden. Het is een minimumbedrag. Dat nemen we ook mee in de evaluatie.

De vierde motie, ook van mevrouw Van Esch, op stuk nr. 276, wil ik ontraden, omdat we het systeem evalueren in 2024.

De vijfde motie, op stuk nr. 277, wil ik ontraden, omdat we dat ook betrekken bij de evaluatie.

De zesde motie, van de heer Haverkort, op stuk nr. 278, wil ik ontraden, omdat op 1 januari de regels voor consumptie ter plaatse ingaan. Dan worden eenmalige bakjes en bekers verboden. Er is één uitzondering en die hebben we bewust heel erg beperkt gehouden. Het voorstel van meneer Haverkort klinkt misschien als een kleine technische aanpassing, maar het gaat er in de praktijk op neerkomen dat heel veel bekers en bakjes onder die uitzondering komen te vallen. Dat betekent ook dat we massaal bekers en bakjes met plastic erin zullen blijven gebruiken. Ik hoorde meneer Haverkort ook zeggen dat bekers zonder plastic niet bestaan, omdat je altijd plastic nodig hebt in die wegwerpbekertjes, om ze waterdicht te houden.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De heer Krul, één vraag?

De heer Krul (CDA)

De heer Krul (CDA):

Eén vraag, ja. Het CDA worstelt met deze motie. Wij begrijpen dat de staatssecretaris zegt geen algehele uitzondering te willen. Maar wij weten als Kamer ook dat er een voorbeeld is van een bedrijf dat in sommige gevallen het recyclen wat zij doen echt duurzamer is dan hergebruiken. Kan de staatssecretaris toezeggen dat ze probeert, op wat voor manier ook, bijna maatwerkafspraken te maken met bedrijven die dat wel duurzaam kunnen, als we niet die algehele uitzondering willen?

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

Ik kan op zich toezeggen dat we nog een keer gaan kijken wat de impact ervan is, maar ik moet de motie zoals die voorligt, echt ontraden. Ik kan nog eens laten bekijken hoe dat in het specifieke geval van dit bedrijf precies zit, maar de motie an sich ontraad ik wel.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Eén vraag, mevrouw Van Esch.

Mevrouw Esch van (PvdD)

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Ja, één vraag aan de staatssecretaris. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris het gevoel heeft dat het een betrouwbare overheid is, als wetgeving die over nog geen twee maanden ingaat, op die manier zou worden gewijzigd.

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

Zeker. Dat is ook de reden waarom ik de motie ontraad. Maar er wordt een specifieke vraag aan mij gesteld door de heer Krul, om een bedrijf nog een keer goed te beoordelen en te kijken naar de toegevoegde waarde die dat de afgelopen jaren heeft gehad op het gebied van recyclebaarheid. Ik zal nog een keer heel goed bekijken hoe dat zit met de circulariteit van dat bedrijf.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 279?

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 279 moet ik ontraden, want dat komt neer op een verruiming van de uitzondering van het verbod. Dat is precies niet de bedoeling, aangezien we van hergebruik de norm willen maken.

De motie op stuk nr. 280 van meneer Krul van het CDA kan ik oordeel Kamer geven, mits ik de regie kan nemen door meer randvoorwaarden te stellen aan de invulling van die verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld door meer eisen te stellen aan producentenorganisaties en werkzaamheden in het kader van de UPV. Onder de regierol van het Rijk valt niet het beslechten van onderlinge geschillen tussen producenten en gemeenten, want daar is natuurlijk de rechtspraak voor. Als ik de motie zo mag lezen, kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De heer Krul beaamt dat. Dan de motie op stuk nr. 281.

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

De motie van mevrouw Hagen en mevrouw Van der Laan op stuk nr. 281 wil ik graag oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 282 moet ik ontraden, omdat de wettelijke garantietermijnen op het terrein liggen van mijn collega's van de ministeries van EZK en JenV.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Eén vraag van mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66)

Mevrouw Hagen (D66):

Dan kan het toch doorgeleid worden en dan kan er toch een appreciatie komen? Het is toch niet per se zo dat het niet kan als het om een ander ministerie gaat?

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

EZK is op dit moment aan het onderhandelen over twee Europese duurzaamheidsvoorstellen die onder meer betrekking hebben op de garantierechten. Als die onderhandelingen zijn afgerond, zal het ministerie van EZK ondernemers en consumenten ook informeren over die nieuwe wetgeving. In welke vorm dat zal gebeuren, zal pas duidelijk worden na de vaststelling van de wetgeving. Dat is een aanvullende reden voor het ontraden van de motie, maar dat zit ook echt niet op mijn terrein.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

De motie-De Hoop op stuk nr. 283. Nee, mevrouw Hagen, maar één vraag p.p., want anders wordt het echt nachtwerk.

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

De motie op stuk nr. 283 van de heer De Hoop moet ik ontraden, omdat de huidige handelsverdragen niet de mogelijkheid bieden om een exportverbod in te stellen. Ik ben het wel met de heer De Hoop eens dat de controle op de verwerking van het uit de EU geëxporteerde afval en het transport veel beter moet. Dat is ook mijn inzet bij de lopende herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen.

De heer Hoop de (PvdA)

De heer De Hoop (PvdA):

Ik vind het wel teleurstellend dat deze motie ontraden wordt. Het Europees Parlement wil dit zelf. Het afgelopen jaar is een oproep gedaan. Nederland is de kampioen export van plastic afval. Per jaar exporteren wij 200 miljoen kilo naar landen buiten Europa. Ik vind echt dat wij hier een grotere stap in moeten zetten. Ik begrijp dus niet waarom de staatssecretaris het oordeel hierover niet aan de Kamer laat, gezien onze morele, maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheid, ook tegenover derdewereldlanden en andere landen buiten Europa. Ik zou hier dus toch iets meer ambitie willen zien.

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

Heel even voor de duidelijkheid zeg ik tegen de heer De Hoop — volgens mij zijn wij het heel erg met elkaar eens — dat het bij de onderhandelingen die nu plaatsvinden over de herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen, echt mijn inzet is om regels aan te scherpen. Dat gaat dus ook iets betekenen voor de export naar OESO-landen zoals Turkije. Die zal deze ook daadwerkelijk gaan beëindigen. Dat is wel mijn verwachting.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Omdat u met z'n tweeën bent, nog één keer, mevrouw Hagen.

Mevrouw Hagen (D66)

Mevrouw Hagen (D66):

Nou, die ga ik misschien later nog een keer inzetten, voorzitter. Dank u.

Ik hoor de staatssecretaris net zeggen dat een publiekscampagne wordt gestart zodra dat is afgerond. Dan kan de staatssecretaris de motie op stuk nr. 282 natuurlijk overnemen. Want dan staat ze daar volledig achter.

Staatssecretaris Heijnen

Staatssecretaris Heijnen:

Het is gewoon niet aan mij. Dat is een beetje mijn probleem met deze motie. Ik zou u echt willen vragen om ook over de wettelijke garantietermijnen het gesprek aan te gaan met het ministerie van EZK en het ministerie van JenV. Ik begrijp de wens om daarover een publiekscampagne te houden. Ik zal dat doorgeleiden aan de collega's. Dan kom ik mevrouw Hagen nog tegemoet.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De heer Bosma (PVV)

De voorzitter:

Vannacht gaan wij stemmen over de moties.

Naar boven