22 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -Wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg in verband met het creëren van een bevoegdheid voor Onze Minister om een voorgedragen kwaliteitsstandaard vanwege financiële gevolgen niet in het openbaar register op te nemen (financiële toetsing voorgedragen kwaliteitsstandaarden) (35124);

  • -Goedkeuring van het koninklijk besluit van 14 februari 2019 tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (35196);

  • -Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel (35003);

  • -Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2019) (35117).

Ik stel voor toestemming te verlenen aan de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op woensdag 29 mei 2019 van 12.00 uur tot 16.00 uur over het wetsvoorstel Wijziging van de Meststoffenwet in verband met tijdelijke verhoging van het afromingspercentage bij overgang van een fosfaatrecht (35208).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 29911-226; 31015-168; 33836-36; 33836-37; 25422-231; 21501-08-765; 21501-08-753; 31288-711; 26407-120; 26407-119.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda het VAO Mijnbouw Groningen, met als eerste spreker mevrouw Beckerman namens de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Het kabinet wil graag het klimaat redden met biodiesels en biobrandstoffen. Die zijn afkomstig van planten en soms van frituurvet. Maar welke afkomst er ook is, er is simpelweg te weinig van om aan de grote vraag te voldoen, laat staan dat het duurzaam gebeurt. Er is dus op grote schaal gefraudeerd met biobrandstoffen, ook in Nederland. Dat is zeer schadelijk voor klimaat, biodiversiteit en natuur. Daarom wil ik graag hierover een debat met de staatssecretaris van IenW.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Deze zaak is ook deels onder de rechter. Op 22 mei hebben wij een brief van de staatssecretaris ontvangen, waarin zij aangeeft dat zij ons zo snel mogelijk alle informatie zal geven. Op dit moment steun ik dus zowel het verzoek om een debat als het verzoek om een brief niet. De brief komt als het goed is gewoon nog vanzelf.

De voorzitter:

De brief heeft geen steun nodig.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb ook helemaal geen brief gevraagd. We hebben een brief gekregen. Ik vraag om een debat, geen brief. Dus dank voor het onthouden van de steun, maar ik had geen brief gevraagd.

De heer Laçin (SP):

Steun, voorzitter.

De heer Van Aalst (PVV):

Steun, voorzitter. Het lijkt me goed dat we die groene maffia aan gaan pakken.

De heer Ziengs (VVD):

Geen steun.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Bij de vorige procedurevergadering heb ik gevraagd of we dit niet kunnen betrekken bij het algemeen overleg Duurzaam vervoer. Dat is al op hele korte termijn, over twee weken. Dan kunnen we dit hele onderwerp behandelen. Dat zou mijn voorkeur hebben. Ik hoop dus op steun bij de volgende procedurevergadering voor dat voorstel.

De heer Wassenberg (PvdD):

Als we het kunnen bespreken in een AO is dat fijn ...

De voorzitter:

Nee, nee, nee, meneer Wassenberg. Mevrouw Kröger, steunt u nou het verzoek van de heer Wassenberg of niet?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik steun het verzoek, maar dan ga ik ervan uit dat we dit dertigledendebat niet toevoegen aan de lijst als we het gewoon bij het AO bespreken.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, ik stel inderdaad voor dat we, in de lijn van mevrouw Kröger, het zo spoedig mogelijk bespreken bij het AO Duurzaam vervoer.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter. Dezelfde lijn: het AO Duurzaam vervoer is binnen twee weken, dus dan kunnen we het bespreken. Anders duurt het misschien zelfs wel een jaar.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie deelt de zorgen en wil het snel bespreken, dus bij het algemeen overleg.

De heer Stoffer (SGP):

Daar sluit ik mij bij aan.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, ik tel 53 leden. Daarmee zit ik ruim ...

De voorzitter:

Nee ...

De heer Wassenberg (PvdD):

Jawel. SP, GroenLinks, Partij voor de Dieren en PVV: dat zijn 53 leden.

De voorzitter:

Ja. Heel goed, heel goed. U kunt goed rekenen!

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan wil ik het debat toch op de lijst van dertigledendebatten zetten. Mocht het goed besproken kunnen worden bij het AO: debatten intrekken is my middle name, dus dan kunnen we het altijd afvoeren.

De voorzitter:

Ik voeg dit debat toe aan de lijst van dertigledendebatten.

Mevrouw Belhaj namens D66.

Mevrouw Belhaj (D66):

Dank, voorzitter. Ik heb hier al wel vaker gestaan, maar in ieder geval één keer eerder over het Marineterrein Amsterdam. Enige tijd geleden is er een motie ingediend, waarin de Kamer de minister heeft gevraagd om eerst iets meer te vertellen over nut, noodzaak en alle financiële implicaties van de heroverweging voordat ze definitieve besluiten neemt. De minister heeft vervolgens netjes een brief gestuurd, waarin ze uitlegt dat ze een besluit heeft genomen. Dat is heel bijzonder, aangezien wij als Kamer nog steeds verder niet specifiek zijn geïnformeerd over waarom dat zo noodzakelijk is, behalve in vijf algemene zinnen.

De voorzitter:

En dus?

Mevrouw Belhaj (D66):

Dus dacht ik: ik ga hier staan. Ik vind de brief niet helemaal duidelijk, dus dat is het moment om te zeggen: misschien is het goed om er toch even een debat over te hebben. Dan hoop ik altijd dat de andere collega's zeggen: wat sympathiek; laten we dat maar doen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Wat sympathiek; laten we dat maar doen.

De heer Kerstens (PvdA):

Voorzitter. Wat sympathiek; laten we dat maar doen.

Mevrouw Belhaj (D66):

Zo kan het dus ook.

De heer Beertema (PVV):

Iets minder sympathiek, voorzitter: geen steun voor een debat.

De heer Kuzu (DENK):

Wat sympathiek; laten we dat maar doen.

De heer Stoffer (SGP):

Geen steun.

De voorzitter:

Nou, mevrouw Belhaj, u heeft geen meerderheid.

Mevrouw Belhaj (D66):

Dan voel ik me genoodzaakt om een verzoek te doen voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dan voegen we dit debat toe aan de lijst van dertigledendebatten.

Mevrouw Belhaj (D66):

Erg sympathiek van u.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Krol namens 50PLUS.

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Tijdens het vragenuur hadden we het al even over het vuurwerk en het verzoek om tot een verbod te komen. Ik zou niet willen wachten tot er weer een halfjaar voorbij is en alle vuurwerkleveranciers hun spullen alweer verkocht hebben. Vandaar dat ik er snel een debat over zou willen hebben.

De heer Van Dam (CDA):

Voorzitter. We moeten zeker debatteren over vuurwerk, maar toen dit onderwerp eerder aan de orde kwam, is gezegd dat dit debat tijdens andere debatten gevoerd kan worden, onder andere het debat naar aanleiding van de uitspraken van de minister-president over hoe de jaarwisseling is verlopen. Ik stel dus voor om deze debataanvraag niet te steunen, maar om hierover wel binnenkort te debatteren.

De voorzitter:

Ja, dat is het debat van mevrouw Helder ... O, u komt nog, mevrouw Helder? Ik dacht misschien nu. Maar goed.

Mevrouw Den Boer (D66):

Voorzitter, dat verzoek om die brief kunnen we uiteraard steunen. De evaluatiecijfers worden in juni verwacht. Dus ik zou zeggen: gaat het niet veel sneller als we de cijfers en de evaluatie bespreken tijdens een AO Jaarwisseling? Dat is een ongeplande activiteit maar dan kan dat debat veel sneller plaatsvinden.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Wel steun.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, van harte steun en als het op een ander moment sneller kan, ja, dan doen we dat.

De heer Drost (ChristenUnie):

Er staat volgens mij een debat gepland en we krijgen nog een evaluatie. Daar wachten we liever op. Dus geen steun nu.

De heer Van Nispen (SP):

Steun voor de brief uiteraard, maar die komt er volgens mij ook al. Als we dit debat steunen en op de lijst zetten, weten we zeker dat we het niet hebben gevoerd voor 31 december. Dus volgens mij moeten we dit op een ander moment sneller bespreken.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

Mevrouw Laan-Geselschap (VVD):

Geen steun, vanwege het debat van mevrouw Helder dat eraan komt. Daar nemen we dit onderwerp graag in mee.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Normaal gesproken zeg je dan: doe het bij het AO Jaarwisseling. Dat wil ik zeker ook doen, want omdat die brief helaas in juni komt, vrees ik dat het AO niet voor het zomerreces gaat plaatsvinden, hoewel ik natuurlijk hoop van wel, maar laten we dat in commissieverband warm houden. Ik steun het verzoek van de heer Krol wel, want dan heeft hij voldoende steun voor een dertigledendebat, maar ik hoor dat meer collega's het steunen. Dan zou ik het verzoek willen doen om dat bij mijn debat te voegen, dat is aangevraagd; daarom sta ik hier ook als laatste. Dat debat is een meerderheidsdebat, dat gaat over geweld tegen hulpverleners tijdens de jaarwisseling. Dat is inderdaad het onderwerp waar de minister-president van zei: ik had ze liever zelf rake klappen verkocht. Daarbij doe ik dan tevens het verzoek om dat debat met spoed in te plannen. Ook daar had ik, toen ik daar stond, om gevraagd. Dus hierbij nog een keer het verzoek om het voor het zomerreces in te plannen. Dan hebben we in ieder geval één debat voor het zomerreces over deze problematiek.

De voorzitter:

Ja. Ik zit even te kijken. Eerst nog mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Laat ik het dan steunen maar dan een beroep doen om het voorstel van mevrouw Helder over te nemen.

De voorzitter:

Meneer Krol, u heeft sowieso een dertigledendebat. Dat begreep ik uit uw opmerking.

De heer Krol (50PLUS):

Maar ik vind het voorstel van mevrouw Helder heel erg constructief, dus ik zou het dan graag daarbij willen onderbrengen.

De voorzitter:

Ja, maar mevrouw Helder vraagt ook om het zo snel mogelijk te plannen.

De heer Krol (50PLUS):

Misschien moet het dan een nieuw verzoek worden.

Mevrouw Helder (PVV):

Het was al een meerderheidsdebat.

De voorzitter:

Ja, dat weet ik, maar tijdens het vragenuur heeft de minister gezegd dat er in juni een brief komt. Dus houdt u er nog steeds ...

Mevrouw Helder (PVV):

Ja, voorzitter, daar hou ik nog steeds graag aan vast — sorry dat ik even het woord neem — want dan hebben we tenminste één debat voor het zomerreces hierover. Dan spitsen we ons alleen toe op het geweld tegen hulpverleners. Daar zit het onderwerp van de heer Krol ook bij. Dan hebben we twee debatten alvast kunnen plannen. Als we dan die brief van de minister nog niet hebben, kan die aan de orde komen bij het AO Jaarwisseling.

De voorzitter:

Dan ga ik naar het verzoek om het zo snel mogelijk in te plannen. Wie hierover?

De heer Van Dam (CDA):

Ik vind het een prima voorstel om het voor de zomer te doen, maar dan moet wel die evaluatie er zijn.

De voorzitter:

Maar dat is het probleem.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Ik denk dat één goed en gedegen debat op z'n plaats is. Dus twee debatten hoeven van mij niet en als de evaluatie in juni komt, dan vlak na die evaluatie een debat.

De voorzitter:

Als het verzoek is om het voor het zomerreces te doen, dan is dat helder. Is iedereen het ermee eens? Dat betekent wel dat de kans aanwezig is dat er dan geen brief is, maar dan weten jullie dat ook. Dan gaan we het gewoon plannen voor het zomerreces, ook als er geen brief is.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter, kunt u het dan niet alvast met potlood inplannen? De ervaring leert namelijk dat het dan heel erg hectisch is. Dus laten we het gewoon inplannen. Is de brief er niet, dan gaat het ervan af.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Den Boer (D66):

Ik wil nog wel even nadrukkelijk het standpunt herhalen dat de evaluatie echt wel eerst bekend moet zijn, want anders kan je geen debat voeren met elkaar.

De voorzitter:

Ik probeer een conclusie te trekken, maar dat is heel lastig. Als jullie nou even onderling overleggen en er morgen bij de regeling even op terugkomen? Is dat een idee? Ja? Dan doen we dat.

Het woord is aan de heer Markuszower namens de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Volkert van der Graaf, die moordenaar van Pim Fortuyn, had natuurlijk levenslang moeten krijgen, maar slappe rechters hebben een hele lage straf gegeven en falende ministers van CDA- en VVD-huize hebben met deze gevaarlijke terrorist onderhandeld, en Nederland laten denken dat hij zou gaan emigreren. Daarom hoefde hij zich niet aan alle voorwaarden te houden en hoefde hij zich niet meer te melden. Maar hij gaat helemaal niet emigreren. Dat zei ik vorig jaar al tegen u en tegen de Kamer. Ik heb toen een debat aangevraagd, maar de VVD en het CDA wilden toen niet meedoen.

De voorzitter:

Meneer Markuszower ...

De heer Markuszower (PVV):

Maar misschien willen zij dat vandaag wel.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Het is een hele vertoning geworden. Het is belangrijk om ons even te realiseren dat we net de antwoorden van de minister over het wetsvoorstel voorwaardelijke invrijheidsstelling binnen hebben gekregen. Als we die nou snel agenderen, kunnen we het direct hebben over alle aspecten die gaan over vervroegde invrijheidsstelling. Dat is wat wij willen: het er snel over hebben. Dat is de snelste weg.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

De heer Kuzu (DENK):

Geen steun.

De heer Groothuizen (D66):

Geen steun.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Geen steun, want dit kan prima betrokken worden bij het wetsvoorstel Straffen en beschermen en dan kunnen we het nog voor de zomer behandelen.

De heer Drost (ChristenUnie):

Geen steun. Ik vind ook niet dat we de regeling zouden moeten gebruiken voor de diskwalificatie van rechters.

De heer Markuszower (PVV):

Nee, stel je eens voor!

De voorzitter:

Nee, meneer Markuszower.

De heer Van Nispen (SP):

Het is inderdaad een rare gang van zaken, maar als je het hier snel over wilt hebben, kun je het inderdaad beter bespreken bij die wetsbehandeling.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Met de laatste opmerking ben ik het eens.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ga in dit geval ook mee in het idee om het mee te nemen in de wetsbehandeling, maar dan wel expliciet na een brief, denk ik.

De voorzitter:

Meneer Markuszower, u heeft geen steun. Dank u wel.

Dan ga ik naar de heer Beertema namens de PVV.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. Stelt u zich voor dat honderden leraren zich zouden verenigen in een actiegroep Leraren voor Pegida. Heel Nederland zou op z'n achterste benen staan, en terecht. Wat mij betreft hoort politiek, of het nou gaat om ideeën van linkse of rechtse activistische politici, niet in de klas. Toch dreigt dat nu wel te gebeuren. Teachers for Climate — sorry voor het Engels, voorzitter — is zo'n lerarencollectief, geïnitieerd door het activistische Greenpeace. Het zoekt een plaats binnen het onderwijs, met als doel: nog meer aandacht voor klimaatverandering en duurzaamheid in de klas. Ik vind dat verontrustend. Ik zou graag een debat willen met de minister, maar ook met mijn collega-woordvoerders, om tot principiële uitspraken te komen over dit soort bewegingen, waarmee de politiek rechtstreeks in de klas wordt gebracht. Mocht ik een meerderheid voor dit verzoek krijgen, dan zou ik graag willen dat het debat wordt ingepland na de beantwoording van de vragen die ik hierover aan de minister heb gesteld.

De voorzitter:

Meneer Van Meenen?

De heer Beertema (PVV):

Van Meenen, kom op!

De heer Van Meenen (D66):

Zal ik het maar doen, voorzitter? Iemand moet toch reageren. Nee, geen steun. De heer Beertema is er altijd heel trots op dat hij zo'n fijn meldpuntje heeft ingericht. Laat mensen zich daar maar melden. Ik heb geen behoefte aan een debat hierover. Laat de leraren lekker hun werk doen.

De heer Beertema (PVV):

Even over het meldpunt waar de heer Van Meenen het over heeft: bedoelt hij nou dat ouders zich moeten melden bij dat meldpunt als deze actiegroep van leraren inderdaad carte blanche krijgt in het onderwijs, zoals hij zou willen?

De heer Van Meenen (D66):

Nee. Ik begrijp het niet. De heer Beertema is er altijd trots op dat hij zo'n fijn meldpunt bedacht heeft, dus ik zou zeggen: dan heb je geen debat nodig; laat mensen maar een melding maken op school, als ze daar behoefte aan hebben.

De heer Beertema (PVV):

Hier begrijp ik helemaal niks van, voorzitter. Alle ratio is weg in dit huis.

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Mijn standpunt is dat hier geen apart plenair debat voor nodig is. Het kan wel betrokken worden bij een algemeen overleg over leraren.

De heer Stoffer (SGP):

Steun.

De heer Kwint (SP):

Volgens mij zijn leraren autonome professionals en moeten we ze zo benaderen. Geen steun.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. De heer Beertema van de PVV maakt weer de klassieke fout dat hij klimaatverandering aan links koppelt, dus geen steun voor dit debat.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik laat dit bij de leraren en heb geen behoefte aan een debat.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Geen steun.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ook geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Geen steun.

De heer Beertema (PVV):

Nu komt de VVD.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Voorzitter. Ik zou dit wel willen steunen. Alleen, dan wordt het waarschijnlijk een dertigledendebat. En daar hebben we er al ontzettend veel van. Als we dat gaan inplannen, dan zitten we waarschijnlijk ergens in 2024, en dat vind ik ook zonde. Dus ik wil het wel steunen, maar volgens mij zouden wij het veel eerder behandelen in een algemeen overleg over leraren. Dan ga ik met het CDA mee. Maar ik wil hier wel genoteerd hebben dat dit absoluut belangrijk genoeg is om over te spreken.

De heer Beertema (PVV):

Een dertigledendebat is niet zo zinvol, voorzitter, want dan is het kwaad al een paar jaar geschied. Dus dan maar dat AO.

De voorzitter:

Oké. Dank u wel.

Dan ga ik naar de heer Kwint namens de SP.

De heer Kwint (SP):

Voorzitter. Het is met enig chagrijn dat ik hier sta, maar ik wil toch namens een hele hoop van mijn collega-woordvoerders het verzoek doen om het debat over de afrekenbaarheid van onderwijsbestuurders voor hedenavond om 19.00 uur gepland staat, uit te stellen. Wij zijn namelijk nog in afwachting van het aangescherpte sanctie-instrumentarium van de minister. Dat ligt er helaas nog niet.

De voorzitter:

Dus u wilt geen debat vanavond.

De heer Kwint (SP):

Nee. Dat is de kortste manier om het samen te vatten. Dank.

De heer Rog (CDA):

Steun.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Steun.

De heer Van Meenen (D66):

Steun.

De heer Beertema (PVV):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Ook steun.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Niet dat het er nog heel veel toe doet, maar steun.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een meerderheid, meneer Kwint. Dan wordt het debat van de agenda voor vanavond afgevoerd. Wij hebben vanavond dus geen vergadering.

Mevrouw Van den Hul namens de PvdA.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Voorzitter. Scholen hebben volgend jaar nog eens 115 miljoen euro minder te besteden, terwijl het water ze nu al aan de lippen staat, zo weet ook een Malieveld vol leraren. Er moet dringend meer geld naar het onderwijs. Daarom graag zo snel mogelijk een debat met beide ministers van Onderwijs, met voorafgaand een brief over hoe zij ervoor gaan zorgen dat deze bezuiniging niet ten koste gaat van het personeel.

De heer Rog (CDA):

Geen steun voor een apart debat.

De heer Kwint (SP):

Er lijkt me alle reden voor een debat, aangezien de minister zegt: we gaan bezuinigen op stoelen en borden. Maar dat kan de minister helemaal niet zeggen. We hebben namelijk een lumpsum, en die wil de minister niet afschaffen. Alle steun voor een debat.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Geen steun voor een debat.

De heer Van Meenen (D66):

Geen steun.

De heer Stoffer (SGP):

Wat ons betreft betrekken we het bij de Voorjaarsnota. Dus geen steun.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Steun voor dit debatverzoek, voorzitter.

De heer Kuzu (DENK):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Van den Hul.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Helaas geen steun voor een meerderheidsdebat. Maar ik laat het toch nog graag wel plaatsen op de lijst van dertigledendebatten. En ik wil dus graag voorafgaand aan dat debat die brief ontvangen.

De voorzitter:

Dan voegen we dit debat toe aan de lijst van dertigledendebatten. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Kuiken namens de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter, dat klopt. Ik heb namelijk het verzoek om morgen te stemmen over de wijziging van de Meststoffenwet in verband met de tijdelijke verhoging van het afromingspercentage bij de overgang van een fosfaatrecht. Wij gaan dat morgen in een wetgevingsoverleg behandelen en willen dat plenair afronden.

De voorzitter:

Wij zullen daar in de planning rekening mee houden. Dank u wel, mevrouw Kuiken.

Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Ziengs

Naar boven