5 Afscheid Kamerlid Alexander Pechtold

Aan de orde is het afscheid van het Kamerlid Alexander Pechtold (D66).

De voorzitter:

Aan de orde is het afscheid van de heer Pechtold van D66. Ik begin met het voorlezen van de afscheidsbrief van de heer Pechtold.

"Geachte voorzitter, beste Khadija,

Ik hoor het je denken: daar vertrekt er weer eentje voortijdig. Ik deel het gevoel dat de doorstroming soms zorgelijk is, maar na twaalf jaar is het voor mij mooi geweest. Met een mengeling van dankbaarheid en weemoed neem ik met ingang van morgen afscheid van het hoogste ambt in onze parlementaire democratie.

De afgelopen jaren waren voor mij nooit saai, en telkens was er een nieuwe uitdaging; niet alleen de groei van drie naar uiteindelijk negentien zetels. Ook mijn rol als fractievoorzitter was steeds afwisselend: van opbouw in de marge, stevige oppositie en uiteindelijk via constructieve oppositie naar coalitiepartij.

Heel bewust ben ik na de vorming van het kabinet-Rutte III in de Kamer gebleven. Het ambacht van Kamerlid is een blijvend leerproces en geeft een vrijheid van denken en handelen die zeer bij mij past. Het is heel gezond om geregeld, ondanks alle hectiek, na te blijven denken over je eigen rol en effectiviteit. Dit voorjaar heb ik, na gesprekken thuis en met vrienden, besloten dat ik na de eerste Prinsjesdag van dit kabinet wilde stoppen. Het juiste tijdstip voor vertrek lijkt in ons werk niet te bestaan. De juiste plek voelde voor mij heel natuurlijk: op het congres van mijn partij.

Er is sinds 2006 ontzettend veel gebeurd en veranderd, en toch lijken de jaren voorbijgevlogen. Mijn eerste bijdrage ging over de profielschets van de Voorzitter, die ik een sterkere rol wilde laten spelen bij de veranderde omstandigheden van ons werk. Mijn laatste stem was vorige week tegen de zoveelste motie van wantrouwen rond middernacht.

Er wordt veel gesproken en geschreven over het klimaat in de Kamer. De opwarming is geregeld voelbaar en de oorzaak ook aantoonbaar: wijzelf. Maar anders dan het klimaat buiten, dat in wetten en regels gevangen kan worden, gaat het hier vooral om onze eigen verantwoordelijkheid. Ik behoor zeker niet tot diegenen die vroeger alles beter vonden. Ik heb stevig debat zelf nooit geschuwd. Taalgebruik kan ontsporen, maar daar heeft u als Voorzitter alle ruimte om te corrigeren of grenzen te stellen. Moeizamer vind ik de verbureaucratisering van debatten, de inflatie van de instrumenten als moties en zeker die van wantrouwen. De steeds hyperigere reacties tussen mediaberichten en onze agenda gijzelen ons in het nu en belemmeren onze verantwoordelijkheid voor de lange termijn. Luisteren wordt steeds moeilijker en het compromis wordt niet meer op zijn onschatbare waarde getaxeerd.

U ziet, ik maak graag gebruik van dit ene moment van bespiegeling.

Ik ben ontzettend trots dat ik zo lang mijn eigen idealen en die van mijn partij hier mocht verwoorden. Vele zijn een stap verder gebracht of zelfs gerealiseerd. Het meest stimulerende was dat ik dat met steeds meer betrokken fractiegenoten mocht doen en nu zelfs met zes bewindslieden. Als kunsthistoricus was ik het aan mijn stand verplicht mij in te zetten voor noodzakelijke investeringen in de cultuursector. Betrokken zijn bij de aankoop van twee Rembrandts was mijn absolute guilty pleasure.

Ik ga alles missen, maar vooral de collega's, medewerkers en iedereen die we zo treffend "Kamerbewoners" noemen. Dank aan iedereen. Hou de collegialiteit buiten het oog van de camera hoog en koester het.

Redenen om langer te blijven waren absoluut mijn voorzitterschap van de commissie Koninkrijksrelaties en natuurlijk de Kunstcommissie. Maar zelfs daar heb ik vertrouwen dat ik gepassioneerde opvolgers krijg.

Tot slot. Mijn toekomst is nog ongewis, maar dat is inherent aan ons vak. Het waren voor mij bevoorrechte en eervolle jaren van mijn leven. Ik heb er op zo vele momenten van genoten. Mijn laatste advies aan u allen is dus: geniet er bewust van, want voor je het weet, ben je een brief als deze aan het tikken.

Met collegiale en hartelijke groet, Alexander Pechtold."

(Applaus)

De voorzitter:

Nou ben ik aan de beurt.

Geachte heer Pechtold, beste Alexander,

Vlak na het overlijden van je vriend, schrijver en kunstenaar Jan Wolkers, vertelde je in een tv-programma dat je als huwelijkscadeau een schilderij van hem mocht uitzoeken. Het werd een schilderij met een voor de woeste schrijver opvallend rustige stijl — met puntjes en streepjes en lichte pasteltinten. Maar jij, zo vertelde je, zag er een enorme passie in. De robuuste passie die je in Wolkers bewonderde. "Sneeuwstorm" noemden jullie thuis het schilderij.

En zo heb ik je als politicus leren kennen: als een gecontroleerde sneeuwstorm. Uiterlijk altijd rustig en beheerst. Je spreekt beschaafd, bouwt goed getimede pauzes in en — daar ben ik jaloers op — je legt klemtonen precies waar je ze nodig vindt.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Je ziet er ook altijd onberispelijk uit — nou ja, inderdaad, bij de formatie was dat niet zo. En je hecht in alle opzichten aan de fatsoensnormen en procedures in de Kamer.

Maar je hebt ook die robuuste kant, die passie. Over die passie wil ik het bij je afscheid hebben, omdat die een leidraad vormt bij het behalen van je grote politieke successen en belangrijke maatschappelijke verdiensten. Je passie voor je partij, je passie voor de Tweede Kamer en je passie voor de democratie.

Ik begin bij de partij. Een kwikstaartje: dat was de typering die Hans van Mierlo gaf aan de hoge pieken en de duikvluchten die D66 traditioneel maakte vanaf de komst van die partij in de politiek. In 2006, het jaar dat jij verkozen werd tot partijleider, was er sprake van zo'n dal. De peilingen stonden toen dramatisch laag: virtueel op nul. Het werden er toch nog drie onder jouw lijsttrekkerschap. En sindsdien was het afgelopen met de duikvluchten. De vogel bleef omhoogvliegen. Dat mag echt op het conto van jouw leiderschap worden geschreven. Om te beginnen wist je het al te dwingende profiel van de partij te verbreden. Je legde de kroonjuwelen wat verder naar achter in de etalage en zorgde met onderwijs, hervorming en diversiteit voor nieuwe speerpunten.

Jouw kritische noten over politieke spelletjes heb jij vooral zelf ter harte genomen. Het politiek wat naïeve imago van D66 in de jaren tot 2006 is onder jouw leiding afgeschud. Ook al zat D66 onder jou in de oppositie, je wist op de een of andere manier altijd de indruk te wekken dat je meeregeerde. Ik moest vaak aan groepen bezoekers uitleggen dat jij echt geen minister was. Menig akkoord met een zittend kabinet werd op jouw kamer gesloten en gepresenteerd. "Constructieve oppositie" heette dat, niet de enige term die door jou het moderne staatsrecht is binnengedrongen.

Je bouwde D66 uit tot een stabiele middenpartij die niet zo makkelijk van haar sokkel is te blazen. Daarmee heb je iets wezenlijks toegevoegd aan het leiderschap van je illustere voorgangers — Hans van Mierlo, Jan Terlouw, Els Borst. En plaats je jezelf in die traditie.

Dan is er natuurlijk je passie voor de Tweede Kamer. Vóór alles was jij de afgelopen twaalf jaar een rasparlementariër en een groot meester van het parlementaire debat. En dan vooral een gepassioneerd aanvaller met een grote liefde voor de interruptiemicrofoon.

In een interview met Vrij Nederland vergeleek je het politieke debat met de kunst van het houthakken. "Bij het hakken", ik citeer, "heeft één goedgemikte klap meer effect dan een serie ongerichte slagen. Net als in de Kamer: met een bozige monoloog bereik je minder dan met één rake interruptie."

Scherp en gevat, dat is jouw debatstijl. Fel maar fatsoenlijk. Je neemt elke tegenstander serieus, hoezeer je het ook met hem of haar oneens bent. Jouw aanvallen betroffen niet alleen het kabinetsbeleid, maar ook het ontbreken van kabinetsplannen.

Ook andere oppositiepartijen nam jij graag de maat, om de verschillen met jouw D66 scherp te markeren. Vaak deed je er nog een schepje bovenop als je vond dat de positie van het parlement zelf in het geding was. Of dat nou was omdat ministers de Tweede Kamer informatie onthielden of anderszins niet serieus genoeg namen, of omdat collega-fractievoorzitters volgens jou met te veel dedain over de gekozen volksvertegenwoordigers spraken. Een teken van democratisch respect.

Ik denk dat de heer Wilders zijn "bumperklever" nog gaat missen.

Je hield van de Kamer en wilde het instituut aansprekend maken voor de mensen in het land. Je passie voor de Kamer zag je niet alleen in de plenaire zaal, maar ook in het commissiewerk. Bijvoorbeeld als voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties. Je energie straalde af op andere commissieleden, of op iedereen die maar zijdelings met de commissie te maken had. Een voorbeeld. Vrij recent was er een videoconferentie na het IPKO, het Interparlementair Koninkrijksoverleg. Je zat in de Tilanuskamer, klaar om namens de commissie verslag te doen. Het duurde even, maar op een bepaald moment waren alle drie de Staten — van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten — goed in beeld. Je begon enthousiast te vertellen. Iedereen luisterde aandachtig en hing aan jouw lippen. Maar toen je ook aan de Staten van Sint-Maarten vroeg of er nog vragen waren, bleek daar geen parlementariër te zitten, maar de technicus die de verbinding had opgezet. Hij had ademloos naar jou zitten luisteren.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Ook de Kunstcommissie mag niet onbesproken blijven, als het gaat om jouw liefde voor de Kamer. Het was van korte duur, maar de resultaten zijn blijvend: het beeld van Suze Groeneweg dat vorige week is onthuld, en natuurlijk dé vlag. Het land was te klein toen we die introduceerden, maar sinds de Kunstcommissie zich daarmee heeft bemoeid is iedere discussie verstomd.

Overigens was jouw voorliefde voor kunst ook over de landsgrenzen heen bekend. De aankoop van de Rembrandts heb je net in je brief genoemd. Maar dat niet alleen. Vanuit de commissie voor Europese Zaken was je delegatieleider van een werkbezoek aan een grensplaatsje in Macedonië. Aan het einde van het gesprek met de burgemeester in het gemeentehuis, een joviale man, trok hij een olieverfschilderij van de muur en overhandigde het aan jou, als dank voor de komst, en bedoeld om op te hangen in de Tweede Kamer. Je sprak met warme woorden over de compositie en de kleurstelling maar liet je, heel diplomatiek, niet uit over de kwaliteit van het kunstwerk. Het schilderij heeft de Tweede Kamer nooit bereikt. Ik begreep dat je, eenmaal buiten, het schilderij aan de ambassade hebt geschonken.

Maar waar ik het meeste van genoten heb in de afgelopen jaren, is natuurlijk jouw passie voor de democratie. Je hebt dit huis van de democratie altijd verdedigd, met rechte rug en opgeheven hoofd. En waar mogelijk zocht je naar vernieuwing, naar verbetering, bijvoorbeeld door de Kamer een grotere rol te geven bij de kabinetsformatie. Ik heb mij tijdens de formatie zeer gesteund gevoeld door jou. Je had er een grenzeloos vertrouwen in dat de Kamer de regierol kon vervullen en waarmaken.

Je weet als geen ander dat een parlementaire democratie bestaat bij de gratie van het compromis. Er is onder jouw fractievoorzitterschap veel bereikt. Dat was je nooit gelukt zonder je vermogen om samen te werken en akkoorden te smeden, zowel vanuit de oppositie als vanuit de coalitie. De politicus in je vond dát het moest; de veilingmeester in je wist hoe het moest. Jij hebt de afgelopen jaren meermaals het voortouw genomen in grote overeenkomsten, met als hoogtepunt het lenteakkoord, waardoor belangrijke veranderingen konden worden doorgevoerd ondanks het vallen van het toenmalige kabinet, zoals het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en de verhoging van de AOW-leeftijd. Dat heeft de positie van de Kamer versterkt; heel belangrijk in onze duale democratie.

Beste Alexander, je ouders hebben je van huis uit geleerd om niet schuw te zijn. Daarmee wilden ze je niet alleen helpen je jeugdige verlegenheid te overwinnen. Het was ook een manier om te zeggen: blijf niet aan de zijlijn staan. Durf je mond open te doen en verantwoordelijkheid te nemen. Dat heb je de afgelopen jaren gedaan door de partij te hervormen, je aansprekende vakmanschap in te zetten om veranderingen door te voeren en door constructief oppositie te voeren in alle opzichten, tot het einde aan toe. Gedreven door je passie. Een gecontroleerde sneeuwstorm.

We gaan je missen. Dat geldt, denk ik, niet alleen voor alle Kamerbewoners, maar ook voor alle D66-medewerkers, die jouw stemming al konden peilen als ze jou door de gang hoorden lopen, op de tweede verdieping van Justitie, op weg naar je werkkamer op de hoek. Als je "Wat ruist er door het struikgewas" zong, wisten ze dat je in een goede bui was. Ik hoop dat je dat ook vasthoudt.

Beste Alexander, namens de hele Kamer, heel veel dank voor alles en een welgemeend adieu!

(Applaus)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven