4 Vragenuur: Vragen Marijnissen

Vragen van het lid Marijnissen aan de minister-president, minister van Algemene Zaken over de afgeblazen verhuizing van Unilever naar Rotterdam.

De voorzitter:

Dan zijn we nu toegekomen aan de vragen van mevrouw Marijnissen namens de SP aan de minister-president — die ik van harte welkom heet — over de afgeblazen verhuizing van Unilever naar Rotterdam. Ik zie een aantal fractievoorzitters in de zaal, die waarschijnlijk gaan interrumperen. Voor hen gelden dezelfde regels als voor anderen met betrekking tot de duur van de interruptie. Die is 30 seconden.

Mevrouw Marijnissen.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Jarenlang was hij erover in gesprek. 2 miljard had hij ervoor over, en nog meer dan dat. Hij luisterde niet naar de ambtenaren, niet naar de deskundigen, niet naar de oppositie en, misschien nog wel het ergste, hij luisterde niet naar de mensen in het land. 2 miljard, plus zijn geloofwaardigheid, had premier Rutte ervoor over; alles om zijn oud-collega's van Unilever te behagen.

En nu? Nu wordt hij in zijn hemd gezet, voor schut gezet door zijn eigen vrienden. Rutte bleef vasthouden, maar zijn vrienden besloten anders. Unilever komt helaas toch niet naar Nederland. Nu gaat deze premier, die altijd zei dat deze maatregel heus niet voor één bedrijf genomen zou worden, opeens de cadeaubon van 2 miljard aan buitenlandse aandeelhouders heroverwegen, omdat één bedrijf anders besluit. Zo wordt duidelijk dat ons land helemaal niet geregeerd wordt door Mark Rutte. Ons land wordt geregeerd door Unilever. Deze premier gedraagt zich als zijn loopjongen. Dat waar een heel land al een jaar lang naar vraagt, krijgt Unilever met één telefoontje voor elkaar. Een jaar lang verdedigde deze premier hier met ál zijn vezels de maatregel. De hele oppositie kreeg een veeg uit de pan, want we zouden onverantwoorde risico's nemen. Weet u nog? De structuur van de economie zouden we op het spel zetten, simpelweg omdat wij niet miljarden cadeau wilden doen aan buitenlandse aandeelhouders, maar die wilden investeren hier in de Nederlandse samenleving, daar waar het hoort.

Voorzitter. Het is een schoffering van de volksvertegenwoordiging. Het is een minachting van de democratie. Uren, dagen spraken we in dit parlement over het afschaffen van de dividendbelasting. Maar de premier vertrok geen spier. Hij zet hier het vertrouwen van mensen in deze premier op het spel en misschien nog wel erger: het vertrouwen van mensen in het functioneren van onze democratie. Wij willen geen premier die zich voor het karretje van de multinationals laat spannen. Hoe denkt de premier nog geloofwaardig te kunnen zijn en dit beschaamde vertrouwen te kunnen herstellen?

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de minister-president.

Minister Rutte:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Marijnissen voor deze vraag. Deze coalitie probeert een aantal dingen te bereiken. Wij willen investeren in de publieke sector, wij willen de lasten verlichten voor de mensen in het land, en wij willen ook zorgen voor een goed investeringsklimaat. Daarom is onderdeel van het regeerakkoord en van alle plannen voor volgend jaar een heel pakket gericht op het vestigingsklimaat in het land. Dat is gericht op banen, dat is erop gericht bedrijven aan te trekken, bedrijven hier te behouden en daarmee ook die gemoeide werkgelegenheid hier te behouden. Daarbij gaat het niet alleen om hoofdkantoren, maar ook om al die andere besluiten die bedrijven nemen. Waar komen onze investeringen in research and development, de leveranciers van die bedrijven, de adviseurs die ze inhuren, maar ook cateraars en schoonmakers, vandaan? Het is dus van groot belang dat we in dit land grote internationale bedrijven hebben, maar ook heel veel bedrijven die toeleveren zodat ook het midden- en kleinbedrijf ervan kan profiteren.

De aankondiging van Unilever van afgelopen vrijdag is teleurstellend. Dat is gewoon waar; het is echt teleurstellend. Het kabinet heeft gezegd dat het gek is om nu zomaar door te stomen gegeven deze aankondiging. Het is een relevant gegeven, en daarom hebben we besloten om even opnieuw naar het hele pakket voor het vestigingsklimaat te kijken.

Mevrouw Marijnissen (SP):

De premier geeft aan dat het raar is om nu zomaar door te stomen. Maar mag ik hem eraan herinneren dat hij gewoon doorstoomde toen zijn eigen ambtenaren zeiden dat het niet deugde? Hij stoomde gewoon door toen alle economen in Nederland zeiden: dit gaat niet werken. Hij stoomde gewoon door toen hij van de complete oppositie een motie van afkeuring aan zijn broek kreeg. Toen stoomde de premier gewoon door. Ik vraag me af: heeft de premier nou van zijn fouten geleerd? En hoe gaat hij het nou doen? Want mag dit keer de gekozen volksvertegenwoordiging er wel wat van vinden, voordat minister-president Rutte de multinationals weer een ander cadeau in het vooruitzicht stelt waar we dan aan vastzitten?

Voorzitter. We willen geen nieuw debacle over herinneringen aan memo's of memo's die er wel of niet zijn. Dus kan de premier nu vast vertellen of hij al contact heeft met de multinationals over wat daar dan in de plaats van zou moeten komen? Is hij bereid om eerst met de Kamer hierover te spreken, voordat hij verdergaat op de heilloze weg van de race naar beneden, om het multinationals steeds meer naar de zin te maken ten koste van alles?

Minister Rutte:

Voorzitter. Dit hebben we gedaan in opdracht van de Kamer. De Kamer heeft gevraagd aan partijen om te kijken of ze het eens konden worden over een regeerakkoord. Dat is uiteindelijk gelukt. Dat waren vier partijen: ChristenUnie, D66, CDA en VVD. Het is een opdracht van de Kamer om een kabinet te vormen. Onderdeel van de plannen van het kabinet is dat wij zeggen: er moet een goed pakket komen voor het bedrijfsleven. In dat pakket zit bijvoorbeeld ook de aanpak van de brievenbus-bv's. Ik zag mevrouw Marijnissen gisteren nog bij een concert van U2. Zij kent dat probleem van de brievenbus-bv's; die willen wij aanpakken. Ik geloof dat ze dat met mij eens is. Wat wil je uiteindelijk bereiken? Dat banen hier blijven, dat banen hier komen en dat er genoeg R&D-investeringen in dit mooie land zijn. Dat pakket zat in het regeerakkoord.

Mevrouw Marijnissen heeft ook gevraagd naar de contacten. In algemene zin geldt dat ik met heel veel mensen contact heb: met vakbonden, met werkgevers, met ngo's, met maatschappelijke organisaties, met bedrijven. Daar kunnen we heel vaak open over zijn — dan staat het ook in de openbare agenda — maar dat kan niet altijd. Dat kan alleen als ook die organisaties openbaarheid accepteren.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Ik vind dit ongelofelijk! De premier geeft gewoon geen antwoord op de vraag. Een jaar lang gaat het hier al over het afschaffen van de dividendbelasting en over 2 miljard. Maar inmiddels gaat het over de vraag: wie is er eigenlijk de baas in dit land? Dat zijn helaas niet de mensen. Het is helaas niet de volksvertegenwoordiging. Het is zelfs niet het kabinet. Het is Paul Polman van Unilever. Ik dacht toch echt dat ik vandaag de premier naar de Kamer had gevraagd om antwoord te geven op mijn vragen, maar ik luister nu al minutenlang naar iemand die zich zo voor het karretje van de multinationals heeft laten spannen dat hij het zelf niet eens meer in de gaten heeft.

Voorzitter. Dat gaat zo niet. En ik weet dat het eigenlijk niet kan, maar ik zou eigenlijk wel graag op dit moment een motie in willen dienen.

De voorzitter:

Nee, dat kan niet.

Mevrouw Marijnissen (SP):

En als dat nu niet kan, dan zal ik het zeker doen op het moment dat ik de gelegenheid daartoe krijg. Wij laten de premier hier niet mee wegkomen, wij willen een premier die er is voor álle Nederlanders.

Minister Rutte:

Die heeft u. Dat is goed nieuws. Die premier staat hier, want het is mijn taak en die van het hele kabinet en van de hele coalitie, met steun ook van veel oppositiepartijen, om ervoor te zorgen dat er in dit land werkgelegenheid is, dat we met elkaar het geld opbrengen om ook te kunnen investeren in de publieke sector. Daardoor is het nu ook mogelijk om 6 miljard extra uit te geven aan de kwaliteit van onze publieke sector. Maar dat geld moet wel ergens worden opgebracht. Dat wordt opgebracht door bedrijven: kleinere en middelgrote bedrijven en grote ondernemingen. Je hebt dat hele scala aan bedrijven nodig. Die zorgen op zichzelf ook weer voor het leeuwendeel van de banen hier in Nederland. Dus is het mijn taak en de taak van het hele kabinet en van de hele coalitie om ervoor te zorgen dat hier banen zijn, blijven en komen. Daartoe hebben wij in het regeerakkoord afspraken gemaakt over een heel pakket gericht op ons investeringsklimaat.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Marijnissen. Dan ga ik naar de heer Wilders namens de PVV.

De heer Wilders (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Wie in de geschiedenisboekjes kijkt, ziet dat er de afgelopen honderd jaar geen premier zo op z'n bek is gegaan als premier Rutte. Hij is afgegaan als een gieter, en niet een beetje! Hij heeft een mokerslag gekregen van zijn eigen vriendjes van multinational Nederland. Hij heeft de maatregel door de strot moeten duwen; het werd "meloenen" genoemd door z'n coalitiegenoten. Niemand in Nederland wilde die dividendmaatregel. Vervolgens is zijn oude werkgever degene geweest, mevrouw de voorzitter, die hem het meest heeft vernederd. Die heeft gebeld en gezegd: Mark, we lusten het niet; wel je geld maar we komen niet naar Nederland. Dus voorzitter, ik heb eigenlijk maar één vraag. Een premier die zo heeft geblunderd, die zo af is gegaan, die niemand meer steunt, wat doet u hier nog? Wat doet u hier nog? Waarom treedt u niet af? Waarom gaat u niet gewoon weg en bevrijdt u Nederland van de ellende die Mark Rutte heet?

Minister Rutte:

Nou, ik zie niet heel veel aanknopingspunten in deze vraag om tot samenwerking met de heer Wilders te komen, dat merk ik wel. Maar ik ga het toch maar niet doen, omdat het nog niet af is. We hebben de afgelopen jaren vreselijk hard gewerkt in dit land, ook met heel veel steun van de oppositie, om het land uit de crisis te halen. Dat is gelukt en we zitten nu in een nieuwe fase. We moeten ervoor zorgen dat we investeren in de publieke sector, dat we de mensen laten voelen dat het beter gaat met het land, ook in hun portemonnee. Tegelijkertijd maken we ons zorgen over en dragen we oplossingen aan voor andere dingen waar mensen bezorgd over zijn, zoals integratie, migratie et cetera. Daar werkt het kabinet hard aan. Dat is een waanzinnig mooie uitdaging en een waanzinnig mooie opdracht. Dat motiveert mij enorm om door te gaan, ondanks de opbeurende woorden van de heer Wilders.

De voorzitter:

Tweede vraag. De heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

De minister-president kan er een grap van maken, maar heel Nederland ziet dat wat daar staat, de premier die daar staat, aangeschoten wild is en nul gezag heeft, niet alleen door zijn geblunder maar ook door het feit dat hij persisteert dat die 2 miljard nu naar bedrijven moet gaan, terwijl de mensen in heel Nederland, zelfs van uw eigen achterban, vinden dat dat geld naar de burgers zou moeten gaan die de crisis hebben betaald. Dus als u dan toch blijft zitten, tot mijn grote spijt, waarom kiest u er dan niet voor om met die 2 miljard de btw-verhoging op boodschappen niet door te laten gaan? Niet de bedrijven spekken, de bedrijven die u een mes in de rug steken, die de 2 miljard niet willen hebben. Waarom besteedt u dat geld niet om volgend jaar de boodschappen niet te verhogen? Als u dat ook niet doet, dan zijn er twee redenen waarom u moet gaan.

Minister Rutte:

Dan moet de heer Wilders wel het hele verhaal vertellen. Hij wijst nu alleen op de btw-verhoging, maar het hele verhaal is dat die btw-verhoging, en nog veel meer, teruggaat in de portemonnee van hardwerkend Nederland, dat uiteindelijk de lasten met miljarden dalen voor werkenden, inclusief de btw-verhoging. Dus die gaat helemaal terug en er gaat nog meer terug, en dat is ook terecht omdat het en-en-en moet zijn de komende jaren: én investeren in de publieke sector én zorgen voor een goed vestigingsklimaat én ervoor zorgen dat de mensen in het land ook in hun portemonnee merken dat het beter gaat. Dus de heer Wilders moet dan wel het hele verhaal vertellen, voorzitter.

De heer Klaver (GroenLinks):

Deze minister-president heeft echt een dreun van jewelste gekregen. Wat een fiasco, die hele dividendbelasting. Hij denkt nog steeds met dezelfde langspeelplaat hiermee weg te komen in de Tweede Kamer; alsjeblieft. Die dividendbelasting trekt u terug omdat één bedrijf heeft gezegd: we gaan ons niet meer vestigen in Nederland. Hoe kun je dan nog zeggen "ik voel tot in heel mijn vezels dat dit nodig is voor Nederland"? Dat is ongeloofwaardig. Voorzitter, ik wil ervoor waken dat het geld dat nu vrijkomt nu de dividendbelasting niet langer doorgaat, weer naar de lobby gaat van het grote bedrijfsleven. Mijn hele concrete vraag aan deze minister-president is: geef de Tweede Kamer en de samenleving inzicht in alle lobbycontacten die er op dit moment zijn met het grote bedrijfsleven en hun lobbyisten.

Minister Rutte:

Die tweede vraag heb ik net al beantwoord in de richting van mevrouw Marijnissen. Maar toch even over de inleidende opmerking van de heer Klaver. Wat dit kabinet beoogt — ik denk dat dat cruciaal is voor dit land — is ervoor te zorgen dat wij, nu het beter gaat, niet veronachtzamen waarom het beter gaat. Het gaat in de eerste plaats beter omdat 17 miljoen mensen bereid waren om in een hele moeilijke fase de afgelopen jaren moeilijke maatregelen te nemen, maar ook omdat we in dit land gelukkig, of het nou kleine bedrijven zijn of middelgrote of grote ondernemingen, bedrijven hebben die bereid zijn hier te ondernemen en hier te investeren. Dat is cruciaal voor de werkgelegenheid, voor banen voor heel normale Nederlanders. Daarvoor zouden we allemaal moeten opkomen. Dit kabinet beoogt dus, naast investeringen in de publieke sector, naast lastenverlichtingen voor de burgers, er ook voor te zorgen dat dit een land is waarin het goed is om te ondernemen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Dit is echt volstrekt ongeloofwaardig. Ik hoop dat de minister-president dat goed inziet. Dit is volstrekt ongeloofwaardig. Nog niet zo lang geleden stonden we hier voor de Politieke Beschouwingen. Toen zei de premier: we nemen die maatregel van de dividendbelasting niet voor één bedrijf; die is belangrijk voor het vestigingsklimaat voor heel veel bedrijven in Nederland. Nu is er één bedrijf dat zegt zijn hoofdkantoor niet in Nederland te willen vestigen en gelijk wordt de maatregel van het afschaffen van de dividendbelasting ingetrokken. Het is ongeloofwaardig wat de minister-president hier zegt. Ik verwacht van hem dat hij ingaat op de concrete vraag die ik heb gesteld, want wij laten ons nu niet wegsturen. Ik wil dat dit kabinet inzicht geeft in alle contacten die er op dit moment zijn met het grote bedrijfsleven, met alle multinationals, met hun lobbyisten, met de topmannen en -vrouwen. Ik wil weten welke contacten er zijn, want het geld dat nu is vrijgespeeld, die 2 miljard, mag niet opnieuw naar die grote multinationals gaan. Ik wil daar graag een toezegging op van de minister-president.

Minister Rutte:

Voorzitter. Die vraag heb ik net al beantwoord richting mevrouw Marijnissen. Ik zal het zo nog een keer doen, maar ik ga eerst naar het eerste punt. Dat hele pakket gericht op ons vestigingsklimaat inclusief de maatregel om de dividendbelasting af te schaffen is erop gericht om bedrijven hier te houden, om bedrijven hiernaartoe te halen en om een gelijk speelveld te creëren voor als er nieuwe bedrijven ontstaan — de Booking.coms van de toekomst; grote ondernemingen die voortkomen uit de ICT-revolutie — die moeten kiezen waar ze zich gaan vestigen, in Engeland of hier. Daartoe is die maatregel rond de dividendbelasting er. Die is dus niet voor één bedrijf, maar om te zorgen voor een level playing field met het Verenigd Koninkrijk. Vervolgens is er afgelopen vrijdag een relevante ontwikkeling geweest. Die hebben we opnieuw te wegen. Je gaat niet zomaar doorstomen als dat gebeurt.

Nou naar de tweede vraag van de heer Klaver. Ik heb die net al beantwoord. Ik heb contacten met vakbonden, met werkgevers, met bedrijven, met ngo's, met maatschappelijke organisaties. Daar kan ik heel vaak open over zijn — dan vindt u ze terug in de openbare agenda — maar dat kan niet voor alle contacten. Dat kan alleen als ook de gesprekspartner accepteert dat die contacten openbaar zijn.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Wat een treurige afgang. We zien hier een premier in de robotstand, terwijl hij gewoon excuses had moeten maken. Een week geleden kregen wij hier in de Tweede Kamer te horen dat je een onaanvaardbaar risico neemt met de structuur van onze economie als je die belasting niet afschaft. Het is toch wat. Dat is in dit parlement gezegd. Maar één telefoontje van Paul Polman op vrijdagochtend en via de persconferentie gaan we opnieuw heroverwegen. Als je zo met het parlement omgaat, als je dat soort grote woorden hier gebruikt die niks waard zijn, waarom zou de Tweede Kamer of iemand anders deze premier dan nog wel geloven?

Minister Rutte:

Omdat hier een minister-president van een kabinet staat dat ervoor wil zorgen dat nu Nederland uit de crisis is — we hebben met z'n allen in Nederland ook de prijs van die crisis betaald — er ook in de toekomst genoeg banen zijn en genoeg geïnvesteerd kan worden in de publieke sector, iets wat de afgelopen jaren niet kon vanwege het feit dat we moesten bezuinigen vanwege de ernstige crisis. Daar zijn we uit. Onze economie groeit inmiddels twee keer zo snel als de Belgische en de Franse en meer dan een procent sneller dan de Duitse. Dat komt, zeg ik tegen de heer Asscher, doordat we ook in de afgelopen jaren moeilijke maatregelen hebben durven te nemen. De heer Asscher was daar ook bij betrokken. We moeten er nu voor zorgen dat die banen de komende jaren hier ook blijven en dat er banen hiernaartoe komen. Er zijn veel dingen aan de hand in de wereld op dit moment. Denk aan het goedkope geld, de brexit, het niet-level playing field met het Verenigd Koninkrijk, maar ook al die andere zaken waarbij er sprake is van concurrentie in Europa, zoals de bedrijfsbelastingen. Daartoe hebben wij een heel pakket gemaakt in het regeerakkoord. Er is afgelopen vrijdag een relevante ontwikkeling geweest. Het is logisch dat we die opnieuw wegen.

De heer Asscher (PvdA):

Voorzitter. Het is geen antwoord op de vraag. Het is inderdaad een soort Rutte-robot die hetzelfde blijft vertellen, maar mijn vraag was specifiek. Die ging over wat hier gezegd is. Daar staat de man die tot in al z'n vezels gelooft dat we de dividendbelasting moeten afschaffen, maar één telefoontje later en hier staat een man zonder vezels, die geen schim meer is van wie hij was. De vraag is oprecht. Je kunt niet hier in de Kamer dat soort hele grote woorden gebruiken en die via een persconferentie wegnemen. De vraag is: waarom zouden Nederlanders, voor wie dit ongelofelijk belangrijk is, waarde hechten aan de woorden van deze premier in deze Kamer als hij zo omgaat met de dividendbelasting?

Minister Rutte:

Omdat mensen weten dat dit kabinet en deze minister-president als doel hebben om, nu we uit de crisis komen, ervoor te zorgen dat we met z'n allen bewaken dat we onze werkgelegenheid op dit hoge niveau houden. Daarvoor is het nodig dat bedrijven hier willen komen en hier willen blijven. Daartoe hebben we een heel pakket gemaakt in het regeerakkoord dat gericht is op het bedrijfsleven. Onderdeel van dat pakket — ja — is het afschaffen van de dividendbelasting, een belangrijke maatregel om te zorgen voor een level playing field tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland in een situatie waarin een aantal zeer grote ondernemingen zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Nederland actief zijn. Maar er zijn wel relevante ontwikkelingen, zoals afgelopen vrijdag. Die heb je dan opnieuw te wegen.

De heer Azarkan (DENK):

Je zult het leiderschap van Rutte maar gevolgd hebben, dat je je mee hebt laten slepen in het avontuur en dat je het gelooft ook, die brede afweging, het vestigingsklimaat. Je bent met hem op reis gegaan. En bij de eerste de beste tegenslag, bij het eerste het beste bedrijf dat zegt dat het niet komt, zegt Rutte eigenlijk: ja, dat avontuur waarin ik jullie wilde meenemen, gaat dadelijk helemaal niet door; ik ga dat nog eens heroverwegen. Wat blijft er dan over, zo vraag ik aan meneer Rutte, van uw geloofwaardigheid?

Minister Rutte:

Wat wij aan het doen zijn, is ervoor zorgen dat wij, behalve het land veilig houden, een sterke economische structuur hebben. Dat is mijn baan. Daartoe is het noodzakelijk dat we alle maatregelen nemen, niet alleen voor de portemonnee van de burger, niet alleen voor de publieke sector, niet alleen voor het op orde brengen van de overheidsfinanciën voor de lange termijn, niet alleen om sterke pensioenen te houden et cetera, maar ook om een land te zijn waarin het aantrekkelijk is om te investeren. In die mix van maatregelen is dit een belangrijke maatregel om ervoor te zorgen dat er een level playing field is tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland, zeker als een aantal grote ondernemingen daarmee te maken heeft en we ook weten dat misschien andere bedrijven om die reden niet naar Nederland zouden willen komen als we zo'n situatie handhaven. Tegelijkertijd is er een relevante ontwikkeling geweest afgelopen vrijdag, waarbij blijkt dat een van de grootste bedrijven in Europa een besluit heeft moeten uitstellen over de vraag of het geheel naar Nederland komt. Dat is een relevant feit. Het is logisch dat je dat opnieuw weegt.

De heer Azarkan (DENK):

De minister-president spreekt zichzelf in dit verhaal gewoon tegen. Het eerste deel is het verhaal dat hij ingestudeerd heeft over het vestigingsklimaat en over een level playing field, terwijl de enige die 0% dividendbelasting heeft, het Verenigd Koninkrijk is. Dus er ontstaat helemaal geen level playing field in Europa. Alleen, wij volgen de Engelsen in dit geval. Dat is een slecht verhaal. Óf u gelooft erin dat dit een goede maatregel is, maar zet die dan door. Óf u gelooft er niet in en dan zegt u bij de eerste de beste tegenslag dat u die maatregel gaat heroverwegen. Wat is het nu?

Minister Rutte:

De maatregel staat in het pakket omdat een aantal zeer grote ondernemingen te maken heeft met het niet hebben van dat level playing field. Dat gaat om ondernemingen die zowel in Groot-Brittannië actief zijn, waar geen dividendbelasting wordt geheven, als in Nederland, waar wel dividendbelasting wordt geheven. Een van die zeer grote ondernemingen heeft besloten een besluit om volledig naar Nederland te komen nu uit te stellen, om dat terug te halen van de aandeelhoudersvergadering en zich opnieuw te beraden. Dat is op zichzelf een relevant gegeven dat ook hoort te worden gewogen. Je kunt niet zomaar doorstomen als dat gebeurt. De maatregel zelf is zéér verdedigbaar, niet alleen vanwege die grote ondernemingen, maar ook omdat andere bedrijven mogelijk bereid zouden zijn om naar Nederland te komen en omdat er bedrijven zijn, bijvoorbeeld in de ICT-sector, die zich moeten afvragen waar zij zich gaan vestigen. Zij hebben hier ook mee te maken. In hun vestigingskeuze kiezen zij vaak tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik hoor de minister-president nu al drie keer zeggen — de laatste keer was net tegen de heer Azarkan — dat de dividendbelasting eigenlijk moet worden afgeschaft vanwege het level playing field tussen Nederland en Engeland. Er zijn twee bedrijven die daarmee te maken hebben en potentieel misschien een derde, dat nu niet in beeld is. Daarmee verengt u toch het hele debat dat u eerst heel breed trok naar de economische structuur van Nederland die in gevaar was tot "we moeten zorgen dat we hetzelfde doen wat Engeland doet, namelijk de dividendbelasting opheffen"? Dat is toch een rare redenering? U trekt het eerst heel breed en daarna praten we in de Kamer een jaar lang als Brugman. En dan belt een andere man, meneer Polman, u vrijdagmorgen op, die zegt: we komen niet naar Nederland. Vervolgens gaat u heroverwegen. Óf u houdt vast aan uw voorstel omdat het breed getrokken was maar inmiddels niet meer óf u trekt het nu in. Wat gaat u doen, en wanneer?

Minister Rutte:

De heer Van Rooijen moet me dan wel compleet citeren. Ik wijs op een paar zeer grote ondernemingen die zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Nederland actief zijn. Ik wijs erop dat er ook vanwege de brexit andere bedrijven zijn in het VK die kunnen overwegen naar Europa te komen. Ik wijs erop dat er grote investeringen plaatsvinden in de wereld op het gebied van ICT. Nederland heeft een paar van die hele grote ondernemingen, die bij een keuze tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland wel degelijk ook kijken naar dit soort aspecten van taxation, van bedrijfsbelastingsituaties. Dan is het niet hebben van een level playing field een nadeel voor Nederland. Dat is slecht voor de structuur van onze economie. Vandaar dat in dat hele pakket voor het bedrijfsleven deze maatregel zit. Het is belangrijk voor de structuur van onze economie om die maatregel te hebben. Tegelijkertijd heeft afgelopen vrijdag een van die zeer grote bedrijven besloten om een voor Nederland positief besluit van de directie om naar Nederland te komen, opnieuw te overwegen en dat punt weg te halen van de aandeelhoudersvergadering. Dat is ook een relevant gegeven.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

We hebben nu een jaar een debat voor spek en bonen gevoerd. Ik heb dat vorige week ook tegen minister Hoekstra gezegd. Kunt u zeggen wanneer die heroverweging tot een eind komt? Wij moeten morgen de vragen bij het Belastingplan gaan stellen. Wij kunnen daar toch niet aan beginnen als u niet vandaag in een ander debat of morgen zegt: wij trekken die maatregel in of we handhaven die? Anders kunnen wij het wetsvoorstel bronbelasting 2020 ook niet behandelen. Wij staan hier voor joker. Meneer Polman belt en loopt dwars door de porseleinkast, en wij kunnen ons werk niet meer doen! Dat is toch niet een ordelijke parlementaire behandeling van een belastingplan?

Minister Rutte:

Dat doen wij zo snel mogelijk, maar wel stap voor stap.

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee, meneer Van Rooijen. Niet meer.

De heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik vond het eigenlijk wel bijzonder dat een Kamermotie waarin werd gevraagd om alternatieve plannen voor de afschaffing van de dividendbelasting — dat is de motie-Klaver c.s., die ik graag medeondertekend heb — eerst verworpen is maar vervolgens toch uitgevoerd wordt. Dat is een bijzondere geste in de richting van de oppositie, zij het dat het nog wel even heeft geduurd en er nog wel íets meer voor nodig was. Maar ik vond de vraag die de heer Van Rooijen aan de orde stelde, wel terecht. Het is van belang om er snel duidelijkheid over te krijgen. Wanneer denkt de minister-president dat die duidelijkheid er kan zijn?

Minister Rutte:

Dat doen we zo snel mogelijk. Maar ik kan dat nu niet op een dag of een week prikken. We doen het zo snel mogelijk.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik neem aan dat "zo snel mogelijk" betekent dat de behandeling van het Belastingplan, waar dit voorstel onderdeel van is, wel gewoon tijdig voortgang kan vinden, zodat er niet alleen voor de Kamer maar, belangrijker nog, ook voor de mensen en de bedrijven in het land duidelijkheid komt en ze weten waar ze aan toe zijn.

Minister Rutte:

Vanzelfsprekend bekijkt het kabinet bij die planning ook het feit dat de Kamer op dit moment in gesprek is, of althans schriftelijk in gesprek begint te komen, over het Belastingplan en bekijkt het wat dat betekent voor de termijnen. Dat is uiteraard onderdeel van de precieze planning, vanzelfsprekend. Eens.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Partij voor de Dieren maakt zich grote zorgen over de volstrekte vanzelfsprekendheid waarmee de minister-president de belangen van het grote bedrijfsleven kennelijk een-op-een ziet als gelijkstaand aan het publieke belang. Er is geen Nederlander die denkt: die minister-president staat er voor mij. Iedereen denkt: die minister-president staat daar voor Unilever. Hij heeft de samenleving ervan proberen te overtuigen dat we een "onverantwoord risico" zouden nemen als we de dividendbelasting niet afschaffen. Vrijdag is gebleken dat dat niet waar is. Nu is er vanmorgen hier in Den Haag door het gerechtshof een uitspraak gedaan waarbij de rechter sprak over "een reëel en dreigend gevaar" van de klimaatverandering, waar dit kabinet te weinig tegen doet. De minister-president heeft één kans om al die burgers nu te laten zien dat hij wel degelijk staat voor het algemeen belang, namelijk door nu toe te geven en te zeggen: we gaan niet in cassatie en het geld dat we besparen, gaat naar het klimaatbeleid.

Minister Rutte:

Ik sta hier voor maar één belang: het nationale belang, het Nederlandse belang. Dat betekent in dit geval: banen in Nederland. Voor banen hebben we nodig een sterke economie, een sterke structuur van onze economie, een sterk kleinbedrijfsleven, een sterk middelgrootbedrijfsleven maar ook grote bedrijven, zodat we met elkaar in staat zijn om de banen te creëren voor de mensen in het land en ook de belastingen op te brengen die noodzakelijk zijn voor ons onderwijs en onze gezondheidszorg. Mevrouw Ouwehand wijst bij haar vragen daarnaast op een andere ontwikkeling die zich vandaag voordeed. Daarvoor geldt vanzelfsprekend dat het kabinet zal doen wat de rechter vraagt. Vanzelfsprekend worden rechterlijke uitspraken opgevolgd. Dat zullen we dus doen. We beraden ons daarnaast op cassatie, niet omdat we de uitspraak niet zouden uitvoeren, maar omdat we principieel willen beoordelen — we zijn nu aan het kijken of we in cassatie gaan — of het aan de rechter is om dit soort bestuurlijke, politieke beslissingen te nemen. De uitspraak ligt er, en dus wordt die uitgevoerd.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De minister-president blijft volharden in zijn mantra dat wat híj ziet als het publieke belang, ook het publieke belang ís, terwijl heel Nederland ziet dat de minister-president hier de belangen van de multinationals probeert te verkopen als het publieke belang. Nu zegt de rechter voor de tweede keer: als er al sprake is van een reëel en dreigend gevaar, dan is dat die klimaatverandering. De minister-president noemt het eufemistisch: er is een ontwikkeling geweest vanochtend. Het kabinet heeft een keiharde tik op de vingers gekregen en het enige wat deze minister-president kan doen om zijn geloofwaardigheid te redden, is zeggen: ik ga staan voor het publieke belang, wij zijn ons kapot geschrokken, wij schamen ons diep en wij gaan nu werk maken van het klimaatbeleid.

Minister Rutte:

Voorzitter. Mevrouw Ouwehand combineert nu twee onderwerpen. Ik wil ze toch graag uit elkaar trekken. Het ene onderwerp is dat ik hier sta, dat het kabinet hier staat voor banen in Nederland. De taak van de politiek is het land veilig houden en zorgen voor een sterke economie waarin de mensen ook aan de slag kunnen komen. Dat kan bij de overheid zijn, maar in heel veel gevallen ook bij het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven heeft nog een belangrijke extra functie, behalve al die mooie banen en innovatie, namelijk ervoor zorgen dat wij met elkaar, de burgers en de bedrijven, het geld kunnen opbrengen om te investeren in het onderwijs en te investeren in de gezondheidszorg.

Dan haar tweede vraag over de Urgenda-uitspraak. Daar heb ik net op geantwoord. Vanzelfsprekend voeren wij rechterlijke uitspraken uit. Als het kabinet zegt dat het overweegt om in cassatie te gaan, is dat niet omdat wij die uitspraak niet zouden uitvoeren, maar omdat wij met de rechterlijke macht in Nederland nog wel principieel willen wegen of dit een taak is voor de rechter of een taak voor de politiek.

Mevrouw Marijnissen (SP):

De minister-president refereerde in zijn antwoord op de vragen van de heer Asscher aan antwoorden die hij zou hebben gegeven op mijn vraag, maar ik heb dat eigenlijk zelf ook niet gehoord. Daarom wil ik die vraag hier opnieuw stellen. Wij hebben hier de Algemene Beschouwingen gehad, wij hebben de Financiële Beschouwingen gehad, er is hier uren en dagen gesproken over de afschaffing van de dividendbelasting en er kon niks. De hamer was nog niet gevallen na de Financiële Beschouwingen of de telefoon ging, Unilever belde en opeens kon alles. De vraag is heel terecht door mij en door de heer Asscher gesteld en ik stel hem hier opnieuw. Ik vind dat u antwoord moet geven op de vraag hoe u gaat voorkomen dat er een nieuw hoofdstuk ontstaat in dit dividenddebacle waarbij de coalitie opnieuw in de achterkamer gaat besluiten waar het miljardencadeau dan naartoe moet. Hoe gaat u ervoor zorgen dat het hier wordt besproken, in de gekozen volksvertegenwoordiging, daar waar het hoort?

Minister Rutte:

Wij praten hier over het regeerakkoord. In het regeerakkoord is een hele passage gewijd aan het vestigingsklimaat. Dit overstijgt dus het kabinet. Het kabinet is, zeg maar, de aannemer van de vier coalitiefracties. Wij praten hier over het regeerakkoord en wij willen opnieuw die passage in het regeerakkoord wegen. Dat doen wij in de coalitie. Dat doen wij stap voor stap en zodra het klaar is, krijgt u daar bescheid van.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Ik vind dit ongelofelijk. Ik dacht echt dat wij de minister-president naar de Kamer hadden geroepen, maar wij kunnen volgende keer net zo goed de woordvoerder van Unilever er bij vragen. Ik vind dit echt een debacle en voor zover er nog enige geloofwaardigheid van de minister-president was op dit punt, dan is die, volgens mij, na vandaag wel weg.

Minister Rutte:

Dat laat ik dan aan mevrouw Marijnissen, maar het was goed om het er even over te hebben.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn wij aan het einde van het vragenuur gekomen. Ik schors de vergadering tot 15.00 uur en dan gaan wij afscheid nemen van de heer Pechtold van D66.

De vergadering wordt van 14.55 uur tot 15.02 uur geschorst.

Naar boven