6 Herdenking aanslag Londen

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van de aanslag in Londen. 

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van de aanslag bij een Londense moskee op zondag 18 juni 2017. Ik heet de minister-president, Mark Rutte, en de ambassadeur, Geoffrey Adams, van harte welkom. Ik wil iedereen in de zaal en op de publieke tribune vragen om, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan. 

"Vervreemdend", zo noemde een inwoner van Londen de situatie in het Verenigd Koninkrijk op dit moment. Het beschrijft heel treffend hoe Britten zich voelen. Met iedere aanslag wordt er een stukje grond onder hun voeten weggeslagen en voelt het Verenigd Koninkrijk — hun land, hun thuis en hun haven — minder veilig, open en vrij. 

Eergisteren was er in Londen opnieuw een aanslag. Een man reed in op een groep moskeebezoekers die net bij elkaar waren geweest voor het ramadangebed, met als doel zo veel mogelijk slachtoffers te maken. 

Ook op de Champs-Élysées in Parijs probeerde iemand een aanslag te plegen. Daar reed een auto in op een politiebusje. Gelukkig raakten er daar geen agenten of voorbijgangers gewond. 

In een reactie op de aanslag in Londen zei burgemeester Sadiq Khan: "Het lijkt op een aanval op een specifieke gemeenschap, maar net als bij de aanslagen in Manchester, Westminster en London Bridge is het ook een aanval op tolerantie, vrijheid en respect." Daarmee onderstreept hij het gemeenschappelijke. Hij gaat niet in op de verschillen, maar op wat ons bindt. Dat moet ook. Het is belangrijk dat bevolkingsgroepen zich niet tegen elkaar laten opzetten of uitspelen. Dat geldt niet alleen in Engeland, maar overal. Of, zoals de religieuze leiders die in Finsbury Park bij elkaar kwamen het zeiden: wie haat en verdeeldheid wil zaaien, zal niet slagen. 

We moeten ons richten op wat we delen. Dat vinden we in de basiswaarden die horen bij een democratische rechtsstaat: vrijheid van meningsuiting en gelijkheid, verdraagzaamheid en begrip voor andersdenkenden. Daar moeten we aan vasthouden, want een land, een thuis, een haven verdient het dat je ervoor opstaat. 

Ik heb het Britse parlement laten weten dat we aan hen denken: aan de slachtoffers die eergisteren zijn gevallen, aan hun familie en aan de hele Britse samenleving, die zo op de proef wordt gesteld. 

Dan geef ik nu het woord aan de minister-president. 

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. De afschuwelijke aanslag die eergisternacht bij een moskee in Londen plaatsvond, laat zien hoe deze vorm van terroristisch geweld iedereen in een samenleving kan raken: concertgangers in Parijs en Manchester, flanerende toeristen in Westminster, reizigers op de Brusselse luchthaven en nu dus een groep vreedzame gelovigen die zich in de vroege nacht van zondag op maandag vanwege de ramadan verzameld hadden bij hun gebedshuis. Mensen die simpelweg hun geloof wilden belijden, werden uit het niets overvallen door een daad van blinde haat. 

Wij herdenken vandaag een dodelijk slachtoffer en spreken onze steun en ons medeleven uit in de richting van nabestaanden en iedereen die door deze aanslag is getroffen. Ons hart is opnieuw in Londen. Laat ons vandaag nogmaals beseffen hoezeer deze recente daden van geweld terug te voeren zijn op het gif van agressief wij-zijdenken, een manier van denken die uitsluit en mensen tegen elkaar opzet, vijandig tegen alles wat anders is. En dat is meteen de enige echte wij-zijtegenstelling: zij, de kleine groep die kiest voor geweld tegen onschuldige medeburgers, tegenover wij, die met meer zijn en geloven in de weg van overleg, democratie en gelijkwaardigheid. 

Ik wil hier graag mijn waardering uitspreken voor de vertegenwoordigers van de islamitische gemeenschap in Nederland, die gisteren opriepen tot rust en kalmte. Vanzelfsprekend steun ik die oproep, want het is zoals een van hen het verwoordde: de terroristen zullen pas stoppen als de samenleving uit elkaar wordt gerukt, maar dat laten we niet gebeuren. Ik citeer deze woorden met grote instemming, want dit is en blijft het enige juiste antwoord op aanslagen als deze, tegen wie dan ook. 

Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik verzoek u allen een moment van stilte in acht te nemen. 

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.) 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat u in het Ledenrestaurant uw medeleven kunt overbrengen aan de ambassadeur van het Verenigd Koninkrijk. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven