21 Energieraad

Aan de orde is het VAO Energieraad (AO d.d. 15/06). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken van harte welkom en geef mevrouw Kröger als eerste spreker het woord. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Namens mijn fractie wil ik graag naar aanleiding van het AO Energieraad twee moties indienen. De eerste gaat over energiebesparing. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat in het voorstel van het Maltezer voorzitterschap over de Energiebesparingsrichtlijn (EED) een aantal mazen staan die de Energiebesparingsrichtlijn minder effectief maken; 

constaterende dat een van die mazen het tot 15% meetellen van duurzame energie bij het behalen van het doel van energiebesparing is; 

overwegende dat dit leidt tot dubbeltelling met de Duurzame Energierichtlijn; 

verzoekt de regering, zich in te zetten om te voorkomen dat duurzame energie kan worden meegeteld bij het behalen van de doelen in de Energiebesparingsrichtlijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 652 (21501-33). 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

En de tweede motie gaat over de toekomst van EU-ETS. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, te onderzoeken wat de benodigde prijsontwikkeling van EU-ETS tussen nu en 2050 zou moeten zijn om het doel van het klimaatakkoord van Parijs te halen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 653 (21501-33). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik zal na het indienen van de moties helaas deze vergadering moeten verlaten, omdat ik elders een vergadering moet voorzitten. Anders laat ik andere leden wachten. Maar er wordt hier met veel aandacht meegeluisterd door de medewerkers. Ik dien drie moties in, allemaal om ervoor te zorgen dat de Europese regelgeving zo sterk mogelijk wordt en we als Europa zo veel mogelijk gezamenlijk dezelfde ambitieuze doelstellingen nastreven om de doelstellingen van Parijs te halen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Nederlandse regering voorstander is van de doelstelling van 1,5% energiebesparing per jaar in de Richtlijn energiebesparing; 

overwegende dat een aantal lidstaten deze doelstelling wil afzwakken, en dat er een coalitie van ambitieuze lidstaten is gevormd om die afzwakking tegen te gaan; 

verzoekt de regering, zich aan te sluiten bij de coalitie van lidstaten die streeft naar het behoud van de ambitie van 1,5% voor alle landen van de EU, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 654 (21501-33). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat om de gezamenlijke Europese doelstelling voor hernieuwbare energie te halen individuele lidstaten moeten weten welke bijdrage ze moeten leveren; 

verzoekt de regering, bij de Governancerichtlijn te pleiten voor "commission guidelines" met daarin benchmarks voor elke lidstaat, gebaseerd op een eerlijke en kostenefficiënte verdeling van de Europese doelstelling over de lidstaten, die de lidstaten moeten meenemen bij het bepalen van hun ambitieniveau voor hernieuwbare energie, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 655 (21501-33). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat door een stapeling van rekenregels de ambitie van de energiebesparingsdoelstelling van de richtlijn in de praktijk sterk vermindert; 

verzoekt de regering om in de Raad zich ervoor in te zetten dat deze opstapeling wordt voorkomen en ervoor te pleiten dat: 

  • -besparingen die voortvloeien uit een toename van hernieuwbare energie óf meetellen onder de Richtlijn hernieuwbare energie óf bij de Richtlijn energiebesparing, maar niet bij beide; 

  • -er een begrenzing komt op de mate waarin besparingen van vóór 2021 kunnen worden meegenomen; 

  • -langjarige besparingen uit het verleden die al genomen zijn, niet kunnen meetellen als nieuwe besparingen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 656 (21501-33). 

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. U ziet dat de fractie van de Partij voor de Dieren snel leert. Ik heb nu niet alleen een jasje aan en een cravate om, maar ik heb zelfs niet nagelaten om sokken aan te trekken. Dat laatste ziet u wellicht niet. 

De voorzitter:

Even kijken, heel goed! 

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Ik heb één motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat energiebesparing de meest logische eerste stap is voor het behalen van het klimaatakkoord; 

constaterende dat Malta een ernstig afgezwakt voorstel van de herziening van de Energiebesparingsrichtlijn heeft uitgebracht, waarmee 80% minder energiebesparing zal worden gerealiseerd; 

verzoekt de regering, niet in te stemmen met dit voorstel, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 657 (21501-33). 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Van Dam:

Voorzitter. Het zal u zijn opgevallen dat ik de minister vervang. Af en toe moet ik even vragen hoe het precies zit met de details in de moties. Dat heb ik nu helder, dus kan ik de Kamer vanzelfsprekend mede namens de minister advies geven. 

Wat de eerste motie van mevrouw Kröger betreft, zou ik willen zeggen dat het belangrijk is om voor 1,5% per jaar de mogelijkheid te houden voor een flexibele invulling. Het kabinet wil daarbij ook de ruimte hebben om hernieuwbare energie achter de meter mee te tellen, dus niet alle hernieuwbare energie. Zolang dat niet dubbelt telt voor de CO2-reductie, wil het kabinet dat onder de EED mee kunnen tellen. Die ruimte biedt de motie niet en daarom ontraad ik haar. 

De tweede motie van mevrouw Kröger gaat over de prijsontwikkeling van EU-ETS. Er wordt van uitgegaan dat er een absoluut plafond is aan CO2-uitstoot en dat op basis van ETS de CO2-reductie daar plaatsvindt waar dat het goedkoopste kan. Dus is het tevoren niet mogelijk om te bepalen welke prijs nodig is voor het reduceren van CO2-uitstoot. Het beginsel van ETS is marktontwikkeling. Ik moet ook die motie ontraden. 

In de derde motie verzoekt mevrouw Van Veldhoven ons om ons aan te sluiten bij de coalitie van lidstaten … 

De voorzitter:

Voordat u verdergaat, wil mevrouw Kröger iets vragen over de vorige motie. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Er zijn wel degelijk marktverkenningen mogelijk voor de prijsontwikkeling van ETS. Je kunt nagaan welke scenario's tot welke prijsstelling leiden en wat dat betekent voor het behalen van de doelen. Waarom is de staatssecretaris van mening dat die prognoses niet te maken zijn? Is hij het niet met mij eens dat dit wel handig zou zijn bij het nagaan of wij de doelen van Parijs halen? 

Van Dam:

Zoals ik net in mijn antwoord al zei, gaat ETS ervan uit dat de prijs tot stand komt op de markt en dat op die manier ook de CO2-uitstoot op de meest efficiënte manier gereduceerd wordt. Die marktontwikkelingen tot 2050 kun je natuurlijk niet op die manier voorspellen. De motie veronderstelt ook dat je zelf een bepaalde invloed kunt hebben op de prijsontwikkelingen, terwijl nou juist het hele idee erachter is dat via een marktstelsel die CO2-reductie op de meest goedkope manier tot stand komt. Dat is de reden dat ik de motie heb ontraden. 

In de motie-Van Veldhoven op stuk nr. 654 wordt de regering verzocht om zich aan te sluiten bij de coalitie van lidstaten die streeft naar het behoud van de ambitie van 1,5%. Dat klinkt sympathiek. Het kabinet is ook voor deze ambitie, maar het wil wel flexibiliteit kunnen behouden in de invulling ervan. Alleen dan kunnen we de 1,5% accepteren, dus mits die flexibiliteit onderdeel wordt van het voorstel. Daarom moet ik ook deze motie ontraden. 

Dan kom ik te spreken over de motie-Van Veldhoven op stuk nr. 655. Nederland wil zelf zijn bijdrage aan energie-efficiëntie en hernieuwbare energie kunnen vaststellen in de INEK, op basis van een kosteneffectieve invulling van het CO2-reductiedoel voor 2050. Dat strookt niet met het verzoek in de motie. Daarom moet ik ook deze motie ontraden. 

Voor de motie-Van Veldhoven/Kröger op stuk nr. 656 geldt eigenlijk dezelfde argumentatie als die ik zojuist gaf bij de motie op stuk nr. 654. Het kabinet kan alleen de 1,5% accepteren indien het de flexibiliteit behoudt. Er is geen verschil tussen energiebesparing uit oude en uit nieuwe maatregelen. Ook deze motie moet ik dus ontraden. 

Datzelfde geldt voor de laatste motie, die van het lid Wassenberg op stuk nr. 657. Daarin wordt verzocht om überhaupt niet in te stemmen met het voorstel dat er ligt. Het kabinet vindt het echter belangrijk om te komen tot een ambitieuze doelstelling, met, zoals gezegd, flexibiliteit voor de invulling. Er moet dus ruimte zijn om tijdens de Energieraad te kunnen komen tot een breed gedragen voorstel. 

De heer Bosman (VVD):

Misschien toch even iets technisch. De staatssecretaris zei over ETS dat de reductie tot stand komt op basis van de markt. Maar volgens mij is ETS een vooringenomen reductie, waarbij de prijs ontstaat op de markt. 

Van Dam:

Ja, dat bedoelde ik. 

De heer Bosman (VVD):

Oké. Dan is dat duidelijk. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Hiermee zijn we ook aan het einde gekomen van dit VAO. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we morgen stemmen. 

De vergadering wordt van 16.22 uur tot 19.16 uur geschorst. 

Naar boven