14 Aanpassingen in de Gids Proportionaliteit

Aan de orde is het VSO over de nieuwe werkwijze met betrekking tot aanpassingen in de Gids Proportionaliteit (32440, nr. 95). 

De voorzitter:

Ik mag als eerste het woord geven aan de heer Bruins van de ChristenUnie. Hij heeft, net als alle sprekers na hem, twee minuten spreektijd inclusief het indienen van eventuele moties. Die moties zijn, zoals bekend, bij voorkeur kort en bondig en bevatten geen rare Engelse termen. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat overheidsopdrachten op een eerlijke en transparante manier worden aanbesteed. Meer concurrentie zorgt voor een betere toegang van het mkb en voor betere en innovatievere ideeën. Daarom heeft de ChristenUnie er samen met de VVD voor gezorgd dat de Gids Proportionaliteit wettelijk is geborgd. De kracht van de Gids Proportionaliteit is dat het bedrijfsleven en de aanbestedende diensten gezamenlijk hebben vastgesteld wat proportionaliteit is. De evaluatie van de Aanbestedingswet heeft laten zien dat de gids effectief is voor proportionaliteit en uniformiteit. Ook is het veld tevreden over de werking van de gids. 

De minister wil nu de penvoering overnemen van de schrijfgroep, terwijl die juist zo goed werkt. Dat begrijp ik niet en het is ook niet de bedoeling geweest van de indieners van het amendement. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat uit de evaluatie van de Aanbestedingswet blijkt dat de Gids Proportionaliteit een belangrijke bijdrage levert aan de proportionaliteit en uniformering van de aanbestedingspraktijk; 

overwegende dat het amendement-Schouten/Ziengs (32440, nr. 50) en het amendement-Bruins/Ziengs (34329, nr. 9) benadrukken dat waarde wordt gehecht aan een breed gedragen gids en dat de mogelijkheid tot eenzijdig aangebrachte inhoudelijke wijzigingen in de gids wordt uitgesloten; 

verzoekt de regering, de huidige werkwijze bij aanpassingen van de Gids Proportionaliteit te handhaven, waarbij de penvoering blijft liggen bij de schrijfgroep met een vertegenwoordiging van aanbestedende diensten en ondernemers, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 96 (32440). 

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Ook de VVD heeft een motie gemaakt naar aanleiding van hetgeen de heer Bruins in zijn toelichting al noemde. Hij schetste de bezwaren met betrekking tot de schrijfgroep. Onze motie is nagenoeg hetzelfde. We hebben wel contact gehad om tot een eenduidige motie te komen, maar dat is niet helemaal gelukt. Deze motie lijkt in hoofdlijnen dus heel erg op de motie die net is ingediend, maar heeft aan het eind een ietwat andere tekst. Ik hoop dat ze uiteindelijk hetzelfde doel dienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat uit de evaluatie van de Aanbestedingswet 2012 blijkt dat de Gids Proportionaliteit een belangrijke bijdrage levert aan de proportionaliteit en uniformering van de aanbestedingspraktijk; 

overwegende dat het amendement-Schouten/Ziengs (32440, nr. 50) en het amendement-Bruins/Ziengs (34329, nr. 9) benadrukken dat waarde wordt gehecht aan een breed gedragen gids en dat de mogelijkheid tot eenzijdig aangebrachte inhoudelijke wijzigingen in de gids wordt uitgesloten; 

verzoekt de regering om bij aanpassing van de Gids Proportionaliteit: 

  • -de aanbestedingspraktijk goed te blijven betrekken en te zorgen voor een zware vertegenwoordiging van ondernemers en aanbestedende diensten in de adviescommissie; 

  • -te garanderen dat de Kamer goed betrokken wordt door middel van een voorhangprocedure; 

verzoekt de regering tevens, de Kamer te informeren over de voorgenomen evaluatie van de nieuwe werkwijze, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ziengs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 97 (32440). 

Mij is gebleken dat mevrouw Agnes Mulder van het CDA ook het woord wil voeren. Daarover was wat verwarring, maar komt u verder. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Het was gisteren doorgegeven, maar mijn naam was toch niet op de sprekerslijst beland. Dank dat ik alsnog het woord kan voeren. 

Ik kan me vinden in de onafhankelijkheid die de collega's net schetsen. Waarom is dat zo belangrijk? Soms kom je in de praktijk voorbeelden tegen — onlangs was dat bij een debat nog het geval — van mooie bedrijven die innovatief bezig zijn en toch niet in aanmerking komen voor met name overheidsaanbestedingen. Daar zit natuurlijk wel een probleem. In dit geval ging het om het bedrijf Fairphone. Dat maakt modulair gemaakte telefoons op basis van goede grondstoffen. Zij proberen daarmee de wereld te veranderen. Zij komen in de aanbesteding niet goed aan bod. Vervolgens komen ze ook niet aan bod bij de overheden om te kunnen worden ingekocht als product, terwijl het juist een Nederlandse innovatie is die we verder willen krijgen. Daarom wil ik dit punt vandaag graag naar voren brengen. Hoe gaat de minister met de 60 miljard aan inkoop door de overheid invulling geven aan dit soort mooie innovaties, die we verder willen krijgen en waarmee we duurzaamheid voorop willen stellen? 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Voorzitter. Gerelateerd aan de Aanbestedingswet en de aanbestedingspraktijk wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om een voorbeeld bij de overheid aan de orde te stellen en te proberen de overheid redelijk proportioneel te laten handelen. Het gaat om een aanbesteding die het ministerie van Algemene Zaken van zins is te doen. In onze visie kan en moet die echt anders om zzp'ers en mkb'ers een kans te geven. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het ministerie van Algemene Zaken tot nu toe gebruikmaakte van ongeveer 30 zelfstandige freelancers bij de aanbesteding van fotografie; 

constaterende dat het ministerie van Algemene Zaken in 2017 de fotografie wil aanbesteden aan één bureau, dat het werk namens de ministeries en de overheidsdiensten, waaronder de Belastingdienst zou moeten verdelen; 

overwegende dat in artikel 1.5 van de Aanbestedingswet een clusterverbod opgenomen is, dat verbiedt dat opdrachten onnodig samengevoegd worden, en stelt dat de belangen van kleine ondernemers hierin meegewogen moeten worden; 

overwegende dat hierdoor kleine ondernemers buitenspel komen te staan en mkb'ers en zzp'ers geen eerlijke kans krijgen; 

van oordeel dat dit onwenselijk is; 

verzoekt de regering, de clustering van fotografieopdrachten niet door te zetten en direct zaken te doen met de freelancefotografen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mei Li Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 98 (32440). 

Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de inbreng van de Kamer. 

De vergadering wordt van 16.23 uur tot 16.27 uur geschorst. 

Minister Kamp:

Voorzitter. De eerste motie in deze beraadslaging, de motie op stuk nr. 96, is door de heer Bruins aan de Kamer voorgelegd. Ik krijg nu de gelegenheid daarop te reageren. In die motie stelt hij dat wat ik heb voorgesteld, niet zou moeten gebeuren. In plaats daarvan zou moeten worden aangesloten bij de huidige werkwijze en zou de penvoering moeten blijven liggen bij de schrijfgroep. 

Het is goed dat wij hierover nu met elkaar spreken, want wij ons moeten realiseren dat ik in mijn functie als minister van Economische Zaken verantwoordelijk ben voor de implementatie en goede uitvoering van Europese regelgeving, Europese richtlijnen over aanbestedingen en aanbestedingsbeginselen zoals de proportionaliteit. Ik ben daarvoor verantwoordelijk en dan ligt het in de reden dat ik, waar nodig, het initiatief kan nemen om aanpassingen in die gids, die wettelijk is verankerd, door te voeren. Dat past in onze democratie. Ik word gecontroleerd door het parlement en als ik ergens niet over ga, dan gaat het parlement er ook niet over. Dan onttrekt het zich eigenlijk aan de democratische controle. 

Als de schrijfgroep en ik van mening zouden verschillen over een juiste interpretatie van bijvoorbeeld het Europese proportionaliteitsbeginsel, er gebeurt wat de schrijfgroep wil doordat hij de positie krijgt die in de motie van de heer Bruins wordt beschreven, en de Europese Commissie het met mij eens is en van mening is dat het niet kan zoals de schrijfgroep wil, dan komt er een infractieprocedure. Dan kan er een boete of dwangsom worden opgelegd en die wordt niet betaald door de schrijfgroep maar door de Staat. Het lijkt mij logisch dat de minister dan ook de verantwoordelijkheid draagt. Daarom hebben wij dit voorstel gedaan en daarom ontraad ik de motie van de heer Bruins. 

De motie op stuk nr. 97 is aangedragen door de heer Ziengs. Hij zegt dat in de nieuwe opzet de vertegenwoordiging van ondernemers qua gewicht in stand moet blijven. Daarnaast moeten aanbestedende diensten vertegenwoordigd blijven. Ook moet gegarandeerd worden dat de Kamer erbij betrokken wordt, omdat de gids niet veranderd kan worden dan nadat de Kamer daar via een voorhangprocedure kennis van heeft genomen en er een opvatting over duidelijk heeft kunnen maken. Dat is de lijn die we allemaal graag willen. We willen de werkwijze die we tot dusver hebben gehad, van samenwerking tussen ondernemers en aanbestedende diensten, in stand houden. We willen ook graag dat de minister verantwoordelijk blijft, zodat de Kamer kan controleren. De motie die de heer Ziengs heeft ingediend, is daar een goede vertaling van. Daarom laat ik het oordeel erover aan de Kamer. 

Mevrouw Mulder gaf aan dat er reden is om bijzondere aandacht te geven aan ondernemers die met innovatieve ideeën komen. Het is verstandig om dat te doen. Ik geloof niet dat we daar al helemaal zijn. We zijn bij de rijksoverheid voortdurend bezig om op verschillende manieren te bekijken hoe aandacht aan innovatie gegeven kan worden. We hebben de verantwoordelijkheid om niet meer belastinggeld uit te geven dan noodzakelijk is, maar we hebben er ook belang bij dat de mogelijkheden van innovatie optimaal benut worden en ondernemers daarvoor gestimuleerd worden, zeker kleine ondernemers. De blijvende aandacht waarom mevrouw Mulder vraagt, ben ik dus zeker bereid te geven. 

De motie op stuk nr. 98 betreft een concreet geval. Ik ga niet over concrete gevallen. Ik ben verantwoordelijk voor het beleid, voor de beleidslijnen, voor het goed vastleggen daarvan en voor het er goed over wisselen met de Kamer. Over hoe een aanbestedende dienst in een concreet geval precies tot een besluit komt, ga ik niet. Ik ken deze casus bij Algemene Zaken niet. Ik zou mij daarin moeten verdiepen om er namens het kabinet een opvatting over te geven. Ik ben natuurlijk bereid om, als dat gevraagd wordt, met degene die de verantwoordelijkheid draagt erover te overleggen en naar aanleiding daarvan de Kamer te informeren. Vooruitlopend daarop kan ik niet anders dan vragen om deze motie aan te houden. Voor het geval mevrouw Vos daartoe onverhoopt niet bereid zou zijn, moet ik de motie op dit moment ontraden, omdat ik het niet verstandig vind dat er een uitspraak wordt gedaan over een concrete casus, waarbij ik, en naar ik inschat ook de Kamer, nog niet over alle informatie beschik. 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik begrijp dus goed dat de minister dit onderwerp en deze ongewenste clustering wil bespreken met zijn collega? 

Minister Kamp:

Zeker. 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Wat kan de Kamer daar dan over verwachten? 

Minister Kamp:

Als mevrouw Vos een casus aan mij voorlegt waar ik niet over ga, wil ik er met mijn collega die er wel over gaat over spreken, het gevoelen van mevrouw Vos delen en bekijken wat de reactie van het kabinet op haar motie zou kunnen zijn. Ik zal die reactie dan ook aan de Kamer communiceren. Maar ik ga er niet over en ken de casus niet. Daarom kan ik dat niet op dit moment doen en vraag ik mevrouw Vos om deze motie aan te houden. 

De voorzitter:

Leidt dat voor mevrouw Vos al tot een concrete exclamatie aan de interruptiemicrofoon? 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Mevrouw Vos wil er nog even over nadenken. Het is op zich klip-en-klaar: er is een clusterverbod en volgens mij zouden we het zo niet meer doen. Ik denk er dus nog even over na. 

Minister Kamp:

Mevrouw Vos wijst terecht naar die bepaling, maar over hoe die in een concreet geval is toegepast, is ongetwijfeld het nodige te zeggen. Ik zou dat graag vernemen van mijn collega en vervolgens met de Kamer willen wisselen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VSO. Ik stel voor om hedenavond nog over de ingediende moties te stemmen en wil meteen doorgaan met het volgende onderwerp. 

Naar boven