13 Handhavingsbeleid Belastingdienst

Aan de orde is het VAO Handhavingsbeleid Belastingdienst (AO d.d. 22/02). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Financiën hartelijk welkom in ons midden. Ik geef als eerste het woord aan de heer Groot namens de fractie van de Partij van de Arbeid, onder herhaling van de spelregels: twee minuten spreektijd, inclusief het indienen van eventuele moties, die bij voorkeur kort en bondig zijn en geen rare Engelse termen bevatten. 

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. Het is wel ingewikkelde materie waar we het over hebben. In de voorbije moeilijke jaren zijn er veel ondernemers, zzp'ers geweest die onder het bestaansminimum zijn gezakt. Dat kan natuurlijk gebeuren, maar het kan niet de bedoeling zijn dat je dan nog extra wordt gestraft in de vorm van hogere belastingen en dat je dan je toeslagen kwijtraakt. Toch is dat wel degelijk gebeurd. We hebben daarvan schrijnende voorbeelden in onze mailbox. Ik blijf de wens herhalen dat wat kan worden gedaan, ook werkelijk wordt gedaan. Ik ben er nog niet van overtuigd dat alle mogelijkheden zijn uitgeput. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat zelfstandige ondernemers in slechte jaren een lening kunnen krijgen van de gemeente om het inkomen aan te vullen tot bijstandsniveau en dat die lening in het jaar daarop bij tegenvallende inkomsten wordt omgezet in een gift; 

overwegende dat die gift belast inkomen vormt en dat door dit "papieren inkomen" meer belasting moet worden betaald en toeslagen worden teruggevorderd, waardoor zelfstandigen in een neerwaartse spiraal terechtkomen; 

met instemming constaterende dat vanaf 1 januari 2017 dit probleem voor toekomstige gevallen is opgelost; 

overwegende dat bestaande gevallen hiermee niet zijn geholpen, terwijl de regering jaren geleden al een structurele oplossing in het vooruitzicht stelde, ook op verzoek van de Nationale ombudsman; 

overwegende dat het daarom redelijk is om deze bestaande gevallen te compenseren; 

verzoekt de regering, de juridische mogelijkheden nader te onderzoeken om het mogelijk te maken dat deze ondernemers een aanvraag kunnen indienen om alsnog gecompenseerd te worden voor de fiscale nadelen als gevolg van het papieren inkomen voor de jaren 2014, 2015 en 2016, en de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Groot en Omtzigt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 346 (31066). 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Het DBA-debacle dendert maar door in Nederland, met een vernietigende kracht onder zzp'ers. Meer dan 100.000 zzp'ers zien hun opdrachten opdrogen en hun bestaansrecht aangetast worden, zo bleek uit onderzoek van de Kamer van Koophandel. Veel grote opdrachtgevers zijn terughoudend met het inhuren van zzp'ers en kiezen voor de veilige route van payrolling. Is dat soms de bedoeling? Voor de PVV is het dan ook onbegrijpelijk en onverteerbaar dat de staatssecretaris weigert om de Wet DBA in te trekken. Deze wet brengt een hoop onrust en onzekerheid en doet niet wat hij zou moeten doen, namelijk schijnzelfstandigheid aanpakken. Daarom zegt de PVV: deze wet moet van tafel voordat hij nog meer onherstelbare schade aanricht. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties in de praktijk averechts uitpakt; 

constaterende dat uit onderzoek van de Kamer van Koophandel is gebleken dat meer dan 100.000 zzp'ers last hebben van deze nieuwe wet en moeite hebben om aan nieuwe opdrachten te komen; 

overwegende dat het niet handhaven van de wet onvoldoende is om de onrust en onzekerheid weg te nemen; 

verzoekt de regering, de Wet DBA per direct in te trekken en de VAR weer (tijdelijk) te laten herleven; 

verzoekt de regering voorts, naar andere gerichte oplossingen te zoeken om misbruik en schijnzelfstandigheid aan te pakken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Tony van Dijck, De Graaf en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 347 (31066). 

Vindt u het goed dat we van "DBA" "deregulering beoordeling arbeidsrelaties" maken? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat staat al in de eerste zin. 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. De motie van de heer Groot en de heer Omtzigt op stuk nr. 346 gaat over de bbz-gerechtigden, wat toch een bewijs is dat je geen buitenlandse termen nodig hebt om volstrekt onbegrijpelijk te zijn. De motie is helder. Het is de zoektocht van de heer Groot naar gerechtigheid. Ik heb al eerder gemeld dat ik precies dit onderzoek al heb gedaan. Maar gezien de toch behoedzame formulering ben ik wel bereid om over deze motie het oordeel aan de Kamer te laten en, als de Kamer daar prijs op stelt, een en ander nog één keer te bekijken. Ik wil de hoop niet heel erg ophemelen, maar ik ben bereid om met deze formulering het oordeel aan de Kamer te laten. 

De voorzitter:

Wacht even. Als u wat wilt zeggen, mijnheer Omtzigt, moet u de microfoon gebruiken, zowel voor de publieke tribune als voor de Handelingen. Voorlopig hebt u dus niks gezegd. 

De heer Groot wil een interruptie plegen. 

De heer Groot (PvdA):

Ik begrijp dat de staatssecretaris de hoop een beetje wil temperen, maar we hebben eerder gezien, bijvoorbeeld bij de compensatie van Joodse oorlogsslachtoffers: waar een wil is, is een weg. Ik hoop dus wel dat hij dit onderzoek serieus gaat doen, desnoods ook de landsadvocaat inschakelt en kijkt naar wat wel kan in plaats van naar wat niet kan. 

Staatssecretaris Wiebes:

Uiteraard. Dat is de aard van de motie. We gaan niet flauw doen. Ik neem de motie ook niet over, want dat zou een gretigheid verraden die ik nou ook weer niet heb. Maar als ze wordt aangenomen, ga ik dat serieus doen en niet op een flauwe manier. 

De voorzitter:

Wil de heer Omtzigt nog iets zeggen? Dat is niet het geval. 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik kom op de motie-Van Dijck c.s. op stuk nr. 347. Uit het onderzoek van de Kamer van Koophandel blijkt ongeveer het tegenovergestelde van wat de heer Van Dijck in zijn inleiding zegt. Ik kan deze motie alleen maar ontraden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Daarmee zijn wij, onder hartelijke dankzegging aan de staatssecretaris, gekomen aan het eind van dit verslag van een algemeen overleg. 

We gaan vanavond stemmen over deze moties. 

De vergadering wordt van 16.09 uur tot 16.15 uur geschorst. 

Naar boven