11 Milieuraad

Aan de orde is het VAO Milieuraad (AO d.d. 21/02). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van harte welkom. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Wij hebben een goed inhoudelijk algemeen overleg gehad, waarvoor dank. Wij delen de inzet met elkaar, maar ik wil de staatssecretaris nog wel iets meegeven voor het moment waarop zij bij de Milieuraad zit. Daarom de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het Europese emissiehandelsysteem (EU-ETS) momenteel innovatie onvoldoende stimuleert, mede doordat er te veel rechten in de markt zijn gebracht en de prijs relatief laag is; 

overwegende dat het EU-ETS een cruciaal instrument is om uitvoering te geven aan het klimaatakkoord van Parijs; 

verzoekt de regering, in de Milieuraad in te zetten op het vergroten van de lineaire reductiefactor naar 2,4% per jaar, wat ruimschoots in lijn is met het klimaatakkoord van Parijs, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 664 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Min 2,4% ruim in lijn met Parijs? In Parijs is afgesproken om te komen tot "well below 2 degrees", ruim onder de 2oC-doelstelling. Met 2,4% reductie kun je niet zeggen dat dat ruimschoots voldoende is voor Parijs, want dan zou je zeggen dat we meer doen dan Parijs. Dat is niet zo. Is de heer Dijkstra bereid om dat laatste zinnetje te schrappen, want het is feitelijk onjuist? 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het is niet feitelijk onjuist. In Parijs is de afspraak gemaakt van 2oC met een streven naar 1,5oC. In 2018 wordt dat geëvalueerd. Ik heb de berekeningen van de Europese Commissie gezien met het originele voorstel van 2,2% reductie. Dan kom je uit op 83% CO2-reductie. Met dit voorstel kom je uit op 93% CO2-reductie. Onze doelstelling voor 2050 is tussen de 80% en 95%. Met dit voorstel zit ik dichter bij het laatste dan het eerste percentage. Ik denk dus dat het een heel goed voorstel is. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik deel zeker de analyse dat wij dan dichter bij het laatste dan bij het eerste zitten. Maar "ruimschoots Parijs" wil zeggen dat je meer doet dan Parijs. Dat is feitelijk niet waar, temeer omdat er in Parijs is afgesproken om echt onder de 2oC uit te komen. Ik waardeer de intentie van de VVD om de reductiefactor aan te scherpen, maar de zinsnede dat je daarmee ruimschoots Parijs haalt, is niet waar. Het zou zonde zijn om dat in de motie te laten staan. Dat geef ik nog even mee. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik denk dat dit een semantische discussie is. Wat wij doen, is het verhogen van de factor, waardoor de emissiehandel beter gaat werken. Dat betekent dat wij binnen de in Parijs afgesproken doelstelling blijven, namelijk dat wij richting die 2oC gaan. Voor Europa betekent dat een reductie van 80% tot 95% reductie. Met ons voorstel komen wij op 93%. Daarmee zitten wij dus heel goed. Nogmaals, ik denk dat dit een goed voorstel is en ik hoop op de steun van D66. Anders laat die partij een mogelijkheid liggen om de Europese emissiehandel te versterken en dat zou ik zonde vinden. 

De heer Van der Velde (PvdA):

Voorzitter. Ik bedank de staatssecretaris voor haar toezegging in het AO over de Milieuraad. Zij heeft het verzoek van de Partij van de Arbeid gehonoreerd om zorg te dragen voor de realisering van een Europese visie op vergroening en duurzaamheid. Voor de Partij van de Arbeid is zo'n visie wenselijk om te kunnen komen tot een effectief economisch en budgettair beleid, gebaseerd op afstemming en samenwerking tussen de lidstaten. 

Ik spreek mijn bewondering uit voor de werkwijze van de staatssecretaris. En dat op een dag dat de politieke jongerenorganisaties in Nederland een duurzaamheidsmanifest hebben gepresenteerd. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Het ETS is ons belangrijkste Europese instrument en we moeten proberen om waar we maar kunnen dat instrument aan te scherpen. Een aanscherping naar een reductie van 2,4% is absoluut een grote verbetering. Dat moeten we ook zeker doen, maar daarnaast is er nog meer nodig om de doelstellingen van Parijs echt te bereiken. Daarom de volgende voorstellen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het emissiehandelsysteem geen kolencentrales moet gaan subsidiëren; 

verzoekt de regering, zich er in Europa voor in te zetten dat een emissiestandaard van 450 gram CO2 per kilowattuur in moderniseringsmechanismes (artikel 10c en het Modernisatiefonds) voor Centraal- en Oost-Europa wordt ingevoerd, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 665 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ook moeten we meer inzetten op innovatie. Daarom de volgende motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat innovatie van groot belang is voor de energietransitie; 

verzoekt de regering, zich er in Europa voor in te zetten dat het innovatiefonds wordt opgehoogd van 400 naar 600 miljoen emissierechten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 666 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ten slotte, voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat een goed werkend Europees emissiehandelsysteem van groot belang is om de broeikasgassen in Europa terug te dringen; 

verzoekt de regering, zich in Europa in te zetten voor: 

  • -een lineaire reductiefactor van 2,4% met rebasing of anders maatregelen met een vergelijkbare uitkomst, zoals het flink vergroten van de marktstabiliteitsreserve en het annuleren van overschotrechten; 

  • -het halen van de rechten voor de reserve voor nieuwe markttoetreders uit de totale hoeveelheid rechten die beschikbaar zijn tussen 2021 en 2030 en niet uit de marktstabiliteitsreserve; 

  • -het schrappen van de 30%-lijst en het beperken van de carbon-leakagelijst tot bedrijven die daadwerkelijk last hebben van veel internationale concurrentie, dus bijvoorbeeld zonder de cementsector of de keramieksector; 

  • -het tegengaan van de verhoging van administratieve lasten en dus geen analyse van sectoren op detailniveau, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 667 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Als we al deze dingen doen, dan komen we in de buurt van Parijs. 

Laat ik mijn laatste seconde gebruiken om de staatssecretaris heel hartelijk te danken voor de uitstekende samenwerking. 

De voorzitter:

Ik zie dat de laatste moties worden gekopieerd. Dan wachten we daar heel even op. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Dank aan de leden voor de ingediende moties. Ik zal ze heel snel van een oordeel voorzien. Laat ik het vast maar in algemene zin zeggen: het komt erop neer dat ik alle moties kan overlaten aan het oordeel van de Kamer. Ik zal zo nog per motie een toelichting geven. Tegelijkertijd wil ik de Kamer ook een enorme winstwaarschuwing geven. Deze moties zijn ondersteuning van het zeer ambitieuze beleid dat het kabinet heeft om van het emissiehandelssysteem een groot succes te maken, maar daar staan we in Europa betrekkelijk alleen in. We hebben nog wel vrienden, maar zeker op een aantal van de onderwerpen die de leden naar voren brengen, zal het heel moeilijk zijn om daar een meerderheid voor te krijgen. Toch vind ik het de moeite waard om het oordeel van de Kamer te vernemen en ik voel mij ook gesteund door de inzet. 

Ik kom bij de motie van de heer Dijkstra op stuk nr. 664, die vraagt om de lineaire reductiefactor naar -2,4% per jaar te brengen. Oordeel Kamer. Ik denk inderdaad dat het heel mooi zou zijn om het op deze manier te doen, maar waarschijnlijk zullen we zien dat andere landen gaan inzetten op maatregelen zoals bijvoorbeeld een verdubbeling van de marktstabiliteitsreserve. Het zal in the end heel lastig worden om deze inzet voor elkaar te krijgen, maar ik steun hem van harte en ik ga daar ook mijn best voor doen. 

Mevrouw Van Veldhoven heeft de motie op stuk nr. 665 ingediend om de emissiestandaard te verhogen in moderniseringsmechanismes voor Centraal- en Oost-Europa. Dat moderniseringsfonds moet nu inderdaad worden ingezet, in lijn met de doelen van Parijs en het 2030-pakket, en een norm zoals de voorgestelde zou investeringen in het verschonen van kolencentrales voorkomen. Landen die op dit moment afhankelijk zijn van kolen, kunnen dan overigens niets met dat geld. Dat is wel de keerzijde van deze motie, die dus vermoedelijk ook niet zal kunnen rekenen op warme belangstelling vanuit de landen waar het nu over gaat. Maar principieel gezien klopt de motie, vandaar ook oordeel Kamer. 

In haar motie op stuk nr. 666 stelt mevrouw Van Veldhoven voor dat wij ons in Europa inzetten voor een ophoging van het innovatiefonds. Als ik die motie zo mag uitleggen dat we ons ook Europees aan budgetregels houden, lijkt het mij heel sympathiek om dat te doen. Ik wil het oordeel overlaten aan de Kamer. 

Dat wil ik ook met de motie op stuk nr. 667 van mevrouw Van Veldhoven. Daarin staan naast de reeds door de heer Dijkstra genoemde 2,4% ook een aantal andere van de maatregelen die wij zelf voornemens zijn om in te zetten. Ook hiervoor geldt dat ik denk dat het lastig zal worden om het voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk — en daar wil ik mee afsluiten — zal dinsdag het eindoordeel erover gegeven moeten worden of het pakket goed genoeg is om het daadwerkelijk te kunnen steunen. 

Ik wil de heer Van der Velde ook nog bedanken voor het noemen van het manifest dat gisteren door de politieke jongerenorganisaties naar buiten is gebracht en waarin zij zich voorstander verklaren van het hartstochtelijk oppakken van de doelstellingen die we in Parijs hebben afgesproken. Het is mooi om te zien dat ze over de grenzen van al die politieke jongerenpartijen heen in staat zijn geweest om de handen ineen te slaan en met zo'n voorstel te komen. Dat is prachtig om te zien. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dank voor het oordeel van de staatssecretaris over mijn motie. Ik zal de formulering iets scherper maken om D66 mee te krijgen, namelijk dat het in lijn zou zijn met de Europese doelen die volgen uit het klimaatakkoord. Ik denk dat we er dan zijn. Dan nog iets over het oordeel Kamer voor de motie op stuk nr. 667. Die motie is niet van mij, maar ik heb er wel een punt over. Die motie gaat vooral over de cementsector. Een van de grote zaken die spelen, is de cement en die willen we niet graag in de lijst van gratis rechten hebben. Aan de andere kant, doe je dat wel, dan zou er sprake zijn van een border adjustment fund, wat concreet betekent dat je handelsbeperkingen gaat opleggen binnen Europa. Daarom is de VVD daar niet voor. Je hebt Europa en je hebt de grens. We gaan niet allerlei extra grenzen trekken. Hoe kijkt de staatssecretaris daar tegenaan? Dat maakt het zo complex. 

Staatssecretaris Dijksma:

Volgens mij stelt mevrouw Van Veldhoven juist voor om het in Europees verband te regelen. Zo ervaar ik deze motie. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Helder. Daar ben ik voor, als dat maar niet leidt tot protectionisme, tot handelsbelemmeringen. Dat is volgens mij het gevolg van het voorstel van mevrouw Van Veldhoven. Ik denk dat zij daar zelf ook niet enthousiast van wordt. 

Staatssecretaris Dijksma:

Mijn indruk is niet dat het zo bedoeld is, maar ik ben niet de indiener. We gaan het nu horen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De interpretatie van de staatssecretaris is de juiste. 

Ik heb een andere vraag. De staatssecretaris zegt terecht dat wij dinsdag een heel moeilijke afweging zullen moeten maken. Ik vraag haar of zij de volgende optie in haar achterhoofd heeft. Als er geen meerderheid voor het voorstel, dat op zichzelf goed genoeg is, te vinden is, is er wellicht een meerderheid te vinden om nog niet te stemmen over een voorstel dat niet goed genoeg is. 

Staatssecretaris Dijksma:

Zeker. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen wij vanavond stemmen. 

We wachten heel even tot alle woordvoerders voor het volgende onderwerp aanwezig zijn. 

Naar boven