17 Stemmingen moties Middelenonderzoek bij geweldplegers

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering,

te weten:

  • -de motie-Kooiman over een bloedmonster voor duidelijkheid over medicijngebruik (33799, nr. 13);

  • -de motie-Van Oosten/Marcouch over het monitoren van de uitwerking van de wet (33799, nr. 15).

(Zie vergadering van 14 januari 2016.)

De voorzitter:

De motie-Kooiman (33799, nr. 13) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek is gebleken dat het aannemelijk is dat er een verband kan bestaan tussen het gebruik van antidepressiva en het ontstaan of de toename van agressief gedrag;

overwegende dat in meerdere rechtszaken discussie is of is geweest over de mogelijke relatie tussen het medicijngebruik van de verdachte en de mogelijke bijwerkingen;

verzoekt de regering, het mogelijk te maken om kort na een delict een bloedmonster af te nemen zodat over medicijngebruik meer duidelijkheid kan ontstaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18, was nr. 13 (33799).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Kooiman (33799, nr. 18, was nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de Groep Kuzu/Öztürk en Klein voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Oosten/Marcouch (33799, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven