6 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen van de SP-fractie.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Omdat het amendement-Gesthuizen/Agnes Mulder nog gewijzigd is en mevrouw Vos een amendement bij dit wetsvoorstel heeft ingediend, verzoek ik om de stemmingen onder punt 5 van de stemmingslijst, de stemmingen in verband met de Wijziging van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek in verband met de herpositionering van zelfstandige bestuursorganen (34248) met een week uit te stellen.

De voorzitter:

Ik kijk even of hier steun voor is.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik ben het geheel eens met de SP. Laten wij dit een week uitstellen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Steun, vanzelfsprekend.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Prima, steun.

De heer Van Veen (VVD):

Steun.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De voorzitter:

Ik constateer dat een meerderheid van de Kamer voorstander is van uitstel van de stemmingen bij punt 5 van de stemmingslijst.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik zou graag om uitstel van de stemmingen vragen onder punten 17, 18 en 19 over het VN-verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap. De reden daarvoor is dat ik samen met mevrouw Keijzer nog een subamendement heb ingediend waarover nog wat vragen zijn gerezen. Dat brengt ons ertoe om nog wat veranderingen in het subamendement aan te brengen. Het werd helaas te kort dag om dat nog voor de stemmingen voor elkaar te krijgen. Vandaar dat wij het verzoek doen om daar later deze week over te stemmen.

De voorzitter:

Zegt u later deze week of volgende week?

De heer Van der Staaij (SGP):

Het liefst zou ik later deze week erover stemmen, zodat er zo min mogelijk vertraging ontstaat. Als het nog mogelijk is om er woensdag of donderdag over te stemmen, dan heeft dat onze voorkeur.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Van harte steun voor het voorstel. Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid lijkt het me goed dat er nog een subamendement komt en dat er nog een kans is om wat dingen uit te wisselen. We zouden dan wel graag de stemmingen deze week willen houden.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Het subamendement zoals het er nu ligt, kan niet op de steun van de Partij van de Arbeid rekenen, omdat het te veel onzekerheid geeft voor mensen. Er wordt nu nagedacht over aanpassingen en wijzigingen. Dat kunnen wij steunen, om te proberen er toch zo goed mogelijk samen uit te komen.

De voorzitter:

Wat zegt u op de vraag van de heer Van der Staaij om er deze week over te stemmen?

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Dat steunen wij.

Mevrouw Van Ark (VVD):

Steun voor uitstel van de stemmingen. Als er verderop in de week nog reguliere stemmingen gepland worden, dan vind ik het prima om daarbij aan te sluiten. Anders kan het wat de VVD-fractie betreft ook volgende week.

De heer Van Gerven (SP):

Wat ons betreft had er vandaag gestemd kunnen worden, want mensen wachten hier al heel lang op. Als dat vandaag niet kan, als de meerderheid daar niet voor is, dan mag het wat ons betreft ook gewoon ordentelijk volgende week, want die paar dagen maken dan ook niet meer uit.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Er ligt een prima amendement-Van Dijk c.s. waar wij gelukkig mee waren. Met het subamendement in de huidige vorm zijn wij dat beslist niet. Maar als er inderdaad nog tijd nodig is en we tot elkaar kunnen komen, dan wil ik het die tijd wel geven en kan ik akkoord gaan met het voorstel.

De voorzitter:

Wilt u de stemmingen deze week of volgende week?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Beslist deze week, geen uitstel verder.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik kan me aansluiten bij wat mevrouw Dik-Faber en de heer Van Dijk hebben gezegd. Ik stem dus in met dat voorstel. Wat betreft het moment van stemmen, sluit ik me aan bij wat mevrouw Van Ark en de heer Van Gerven daarover gezegd hebben; dat hoeft van mij niet per se deze week.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun, en het liefst wel deze week stemmen. Dan komt er misschien een einde aan de haat- en leugencampagne rondom dit onderwerp.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het verzoek. Van ons mag het ordentelijk, dus volgende week.

Mevrouw Keijzer (CDA):

De bedoeling van het subamendement is om ook de rechtszekerheid van mensen met een handicap te vergroten. Daarom steun voor het verzoek, maar wel deze week, want de CDA-fractie hecht zeer aan duidelijkheid voor de mensen die het betreft.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor uitstel, maar ook om deze week te stemmen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Als toegift wil ik nog even zeggen dat ik het wel heel vervelend vind voor de mensen die er speciaal voor gekomen zijn en daar heel veel moeite voor hebben gedaan. Daarom heb ik geprobeerd om het te voorkomen. We hebben geregeld dat er in de Thorbeckezaal nog een kopje koffie gedronken kan worden. Misschien dat Kamerleden hen daar nog even persoonlijk kunnen aanspreken.

De voorzitter:

Dat is in elk geval een kleine troost.

Het woord is aan de heer Öztürk.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Bij punt 16 van de stemmingslijst, de Indische kwestie (backpay) (20454), willen we de moties op de stukken nrs. 120 en 121 aanhouden. Hiermee winnen we tijd. Dan willen we bij het wetsvoorstel onder punt 10, het eenzijdig opzeggen van het socialezekerheidsverdrag met Marokko (34052), een hoofdelijke stemming, zodat de burger kan zien wie voor en wie tegen is.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Öztürk stel ik voor, zijn moties (20454, nrs. 120 en 121) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven