5 Vragenuur

Vragen van het lid Recourt aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de minister, over het bericht dat via Twitter misdrijven worden gepleegd zoals het verspreiden van kinderporno.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Dat kinderporno via sociale media wordt verspreid, is geen incident, dat zegt ook het Meldpunt Kinderporno. Het laatste incident betreft het verspreiden via Facebook en Twitter van een kinderpornografische foto. Als ik Spits moet geloven, en dat doe ik, gaat het om het zo'n keer of 20.000 verspreiden of vermenigvuldigen van die foto. Het is evident dat dit voorkomen moet worden. Daar zien mijn vragen aan de staatssecretaris dan ook op.

Hoe voorkomen we überhaupt dat zo'n foto op internet komt? Ik weet dat er een regeling is met Facebook met foto-DNA. De politie vult een databank en voordat Facebook überhaupt een foto plaatst, wordt er gekeken of er een match is. Als die match er is, komt die foto er niet op. Kunnen dergelijke afspraken ook met Twitter worden gemaakt?

Mijn tweede vraag is om, als er onverhoopt toch zo'n afbeelding op internet gaat rondzingen, deze snel te verwijderen. Is het mogelijk dat de politie in gesprek gaat met Twitter, Facebook en mogelijke andere aanbieders, om het zo te organiseren, zo'n lijntje te maken, dat het weer snel weggaat, zodat we geen 20.000 verspreidingen hebben, maar het bij de bron kunnen stoppen? Kan de politie zelf ook actief twitteren? Als iemand een foto van kinderporno retweet, kan de politie, als zij er bovenop zit, er een tweet achteraan sturen, met de vraag of men weet waar men mee bezig is en dat het strafbaar handelen is.

Dan mijn derde vraag. Ik neem aan dat de politie ook de bron zal achterhalen van in dit geval de plaatser van die kinderpornografische afbeelding. Heeft de politie daarvoor voldoende middelen in handen? Wordt ook met het buitenland samengewerkt als die bron zich mogelijk in het buitenland zou bevinden?

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ik dank de heer Recourt voor zijn vragen over dit belangrijke onderwerp. De minister en het ministerie van Veiligheid en Justitie hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de aanpak van kinderporno. De aanpak van kinderpornografie is geïntensiveerd en verbeterd. Die slagen zijn al gemaakt.

De sociale media vormen een grenzeloos platform dat in feite geen beperkingen kent. Dit maakt het soms heel ingewikkeld om vooral snel te handelen. Hoe kunnen wij überhaupt voorkomen dat er een foto op internet komt? Met Facebook zijn inderdaad afspraken gemaakt over het foto-DNA. Langs die weg wordt geprobeerd te achterhalen wat voor afbeeldingen op internet staan. Wij zullen proberen met Twitter dergelijke afspraken te maken en hen vragen of zij bereid zijn daaraan mee te werken.

Snel verwijderen? Ja, wij zouden eigenlijk moeten proberen de afbeelding er binnen vijftien minuten af te krijgen. Die tijd lijkt erg kort om dat altijd voor elkaar te krijgen, maar het is de inzet van de politie om het heel snel van het internet af te krijgen. Daarover wordt op dit moment contact opgenomen met de sociale media, in dit geval Facebook en Twitter, om ervoor te zorgen dat het gebeurt. Dit is ook al een aantal keren geëffectueerd.

Ik zie op dit moment geen meerwaarde in actief twitteren. Als er wordt getwitterd, wordt de afbeelding opnieuw verspreid. Het twitteren an sich en ook het retweeten zijn strafbare feiten. Natuurlijk zal het Openbaar Ministerie niet iedereen vervolgen die hierover twittert. Het probeert bij de bron te komen. In actief twitteren zien wij op dit moment geen meerwaarde. Verder wordt internationaal samengewerkt om tot een gezamenlijke aanpak te komen als er kinderporno op het net wordt gezet en als daarvan gebruik wordt gemaakt door de sociale media. Wij zullen dit nog intensiveren.

De heer Recourt (PvdA):

Ik ben blij van de staatssecretaris te horen dat het ministerie nu al, naar aanleiding van de berichten in de media, in contact is getreden met Twitter om dit te verbeteren. De staatssecretaris weet als geen ander dat het leggen van telefoontaps om gesprekken af te luisteren, razend snel kan als het spoed heeft. Dan wordt er gerekend in minuten terwijl het nu uren heeft geduurd voordat het bericht verwijderd werd. Wordt naar zo'n systeem gezocht, want nu gaat het om kinderporno maar morgen weer om een ander misdrijf? Wordt gezocht naar een directe link met de aanbieders?

Verder is er een middel voor jeugdigen die, als zij in aanraking komen met bijvoorbeeld kinderporno of geweld, dit kunnen melden via meldknop.nl. Kan dit worden uitgebreid naar volwassenen, opdat ook zij, als zij met misdrijven op internet worden geconfronteerd, die meldknop kunnen gebruiken?

Staatssecretaris Teeven:

De vergelijking met communicatie en het binnen enkele minuten plaatsen van een spoedtap is hier niet te maken. Je zult echt contact moeten opnemen met de sociale media en ervoor moeten zorgen dat de reactietijd heel kort is, opdat de beelden snel worden verwijderd.

De vraag over de meldknop zullen wij in overweging nemen en bespreken met de sociale media.

De heer Recourt (PvdA):

Wederom dank. Ik heb nog twee vragen. Is er voldoende kennis bij de politie? De politie moet weten wat er op straat gebeurt, ook als die straat een digitale straat is. In de digitale straat gaat misbruik razend snel. Daarvoor is specifieke kennis nodig. Is die voldoende geborgd?

Ik vind het jammer dat de staatssecretaris zegt dat de politie niet zal twitteren, omdat er op internet ook normen zijn en het zou het beste zijn als mensen elkaar daarop aanspreken. Daarvoor is het nodig dat de overheid niet afwezig is op internet. Als de overheid ziet dat er een strafbaar feit wordt gepleegd, moet worden gemeld: weet waar u mee bezig bent, dit is heel erg verkeerd, zelfs zo erg dat u hierdoor in de gevangenis kunt komen. Op die manier worden andere gebruikers van sociale media gestimuleerd om elkaar ook op de digitale straat aan te spreken op ongewenst gedrag.

Staatssecretaris Teeven:

De kennis is bij de politie aanwezig. Daarin is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. De minister heeft dit ook met de Kamer gedeeld. Voor de bestrijding van kinderpornografie is de sterkte uitgebreid. Bij alle eenheden van de Nationale Politie wordt op dit punt geïntensiveerd. Er zijn overal teams en de kennis is dus zeker aanwezig.

Wat betreft het niet twitteren door de politie zelf het volgende. Bij twitteren en retweeten worden de beelden ook verspreid. Dan kan het middel wel eens erger zijn dan de kwaal. Het is goed om snel in te zetten op verwijdering zolang de verspreiding nog niet heel groot is geworden. Als de politie zich niet in de discussie mengt in de sociale media, dan kan dat betekenen dat anderen dat bericht gaan verspreiden. Dan is het leed eerder groter dan kleiner.

De voorzitter:

Ik dank u voor uw komst naar de Kamer.

Naar boven