Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Koppejan aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de uitslag van en de opkomst bij de waterschapsverkiezingen.

De heer Koppejan (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Wij hebben net de waterschapsverkiezingen achter de rug. Ondanks de inzet van velen, waarbij wij zeker niet de vele vrijwilligers en alle kandidaten mogen vergeten, zijn deze verkiezingen niet goed verlopen. Het beste wordt dit geïllustreerd met het voorbeeld van de familie Slob uit Zwolle. Zoon Aaron Slob mag voor het eerst zijn stem uitbrengen. Hij woont nog thuis. Vader Arie en zoon Aaron krijgen allebei op hetzelfde adres een envelop met een unieke code die gericht is aan "A. Slob". Maar voor wie is nu welke envelop? Wie moet op welk biljet zijn geboortedatum invullen? Er is 50% kans op een ongeldige stem. Wij zullen nooit meer te weten komen of de fractievoorzitter van de ChristenUnie een ongeldige stem heeft uitgebracht.

Dit illustreert echter wel wat er allemaal mis is gegaan bij deze verkiezingen. Van de stemmen was 9% ongeldig en er was een teleurstellende opkomst van 24%. Welke conclusies trekken de beide staatssecretarissen uit het verloop van deze verkiezingen? Zijn zij het met ons eens dat waterschapsverkiezingen op een andere wijze moeten worden georganiseerd? Vindt er op korte termijn een pittig gesprek plaats met de voorzitter van de Unie van Waterschappen over het verloop van deze verkiezingen? Is de staatssecretaris het met de CDA-fractie eens dat deze verkiezingen beter onder de Kieswet kunnen worden gebracht? Dan kan ook de Kiesraad toezicht houden en zijn er mogelijkheden om verkiezingen te combineren. Mogen wij op korte termijn een stevige evaluatie van deze verkiezingen verwachten, zodat wij de uitkomsten daarvan hier, in de Tweede Kamer, kunnen bespreken?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Voorzitter. De heer Koppejan heeft gelijk; er is bij de waterschapsverkiezingen veel misgegaan. "Niet de goede envelop voor de heer Slob", zou ik in deze sinterklaastijd bijna willen zeggen. Zij zijn niet goed gegaan. Ik heb de waterschappen gevraagd om de uitvoering van deze verkiezingen, waar zij verantwoordelijk voor zijn, te evalueren. Zij hebben mij dat beloofd en zullen mij daar zo snel mogelijk van op de hoogte stellen.

Er is echter meer aan de hand. Het vorige kabinet heeft de waterschapsverkiezingen op deze manier georganiseerd in de Waterschapswet: verkiezingen voor alle waterschappen op één dag. Het doel daarvan was de opkomst verhogen. Nu moeten wij constateren dat dit doel niet is gehaald. De opkomst is nagenoeg gelijk aan de opkomst in vorige jaren. Bij de evaluatie van de Waterschapswet en de verkiezingen zal ik dit feit betrekken. Waarom is de opkomst niet hoger? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de opkomst de volgende keer wel hoger is? Anders gezegd: om te weten wat je moet doen om de opkomst te verhogen, moet je natuurlijk weten waarom het niet goed is gegaan. Bij die evaluatie wordt ook de vraag betrokken of het niet beter is om de waterschapsverkiezingen onder de algemene Kieswet te brengen. Dat heb ik overigens al eerder aan de Kamer gemeld. Ook overige zaken en ideeën zullen daarbij de revue passeren, zodat wij volgend voorjaar met de Kamer over een uitgewerkte evaluatie kunnen spreken. Daarin zullen ook mogelijke scenario's voor de toekomst van de waterschapsverkiezingen staan.

De heer Koppejan (CDA):

Ik dank de staatssecretaris voor dit antwoord. Wanneer kunnen wij deze evaluatie verwachten? Wanneer kunnen wij daar in de Tweede Kamer over spreken? Deze kwestie geeft veel onrust onder de bevolking. Men stelt zich toch de vraag wat dit nu heeft opgeleverd. De campagne heeft niet echt geleefd. Wat moet er gebeuren volgens de staatssecretaris zelf? Moeten verkiezingen eventueel worden gecombineerd? De staatssecretaris spreekt al een lichte voorkeur uit om deze verkiezingen onder de Kieswet te brengen. Dat vind ik al een positief signaal. Kortom: wanneer kunnen wij hier verder over spreken in de Tweede Kamer?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Er zijn twee evaluaties. De ene evaluatie zal door de waterschappen worden uitgevoerd. Dan gaat het om de vraag hoe de waterschappen de verkiezingen hebben uitgevoerd. Dan komen zaken aan de orde zoals enveloppen met dezelfde initialen of mensen die per ongeluk het biljet uit de enveloppe hebben gehaald en niet meer weten wie met welk biljet moet stemmen.

Er komt ook een evaluatie van de Waterschapswet en de verkiezingen. Deze voer ik uit. Dan wordt gekeken hoe het komt dat deze wet niet heeft geleid tot een hogere opkomst, en naar mogelijke oplossingsrichtingen die wij bij toekomstige verkiezingen op kunnen gaan. Daarbij denk ik eraan om de waterschapsverkiezingen onder de algemene Kieswet te brengen, maar dat moet onderzocht worden. Een andere mogelijkheid is om deze verkiezingen op één dag te organiseren. Uit de evaluatie kunnen ook nog andere goede ideeën naar voren komen. De evaluatie zal volgend voorjaar gereed zijn en dan ook met de Kamer besproken kunnen worden.

De voorzitter:

Wil de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken nog een aanvulling doen?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

De vragen zijn door de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat op zichzelf goed beantwoord. Ik denk dat een stevige evaluatie inderdaad op zijn plaats is. Binnenlandse Zaken is bij het deel over de Kieswet betrokken. Wij zullen onze eigen ideeën naar voren brengen over verschillende opties om tot verbetering te komen. Ik ben het eens met de heer Koppejan dat het van belang is dat er vertrouwen is in het verkiezingsproces. Dat vindt Binnenlandse Zaken bij de algemene verkiezingen van groot belang en dat hoort ook bij de waterschapsverkiezingen zo te zijn.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Zo blijven wij natuurlijk doorrommelen. De kern van het probleem is dat de meeste Nederlanders vinden dat de waterschapsverkiezingen helemaal niets opleveren. Misschien moet het wel helemaal geen politieke kwestie zijn of een dijk wordt versterkt of niet. Kunt u ook voorstellen doen om de taken van het waterschap over te dragen aan de provincie, zodat wij de waterschapsverkiezingen overbodig maken? Is dat niet een veel betere weg?

De voorzitter:

Het is misschien goed als u er even bij zegt aan welke staatssecretaris u deze vraag stelt.

De heer Madlener (PVV):

Ik denk aan beiden.

De voorzitter:

Zo zijn wij niet getrouwd, mijnheer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Vanuit de taken zou ik het aan mevrouw Huizinga-Heringa willen vragen en vanuit het bestuur zou ik het aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken willen vragen, dus het lijkt mij dat beiden hierop antwoord kunnen geven.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Wij gaan de Waterschapswet evalueren en daarbij komen de verkiezingen uitgebreid aan de orde. Het is niet de bedoeling om het bestaan van de waterschappen op zichzelf te evalueren. De waterschappen zijn in de Grondwet verankerd. Natuurlijk, alles kan besproken worden, maar bij de evaluatie gaat het om de vraag hoe het doel van de Waterschapswet om de opkomst te vergroten in de toekomst kan worden bereikt.

De voorzitter:

Alle vragen zijn beantwoord volgens de non-verbale reactie van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Je vraagt je bij dit soort verkiezingen inderdaad af wat buitenlandse waarnemers, als zij er geweest zouden zijn, zouden hebben gerapporteerd, maar dat terzijde. Ik heb nog twee vragen over de evaluaties die gaan plaatsvinden. Wordt bij al die goede ideeën ook de mogelijkheid van een indirecte verkiezing betrokken, zoals al eerder is geopperd? Kan men bij de evaluatie van deze verkiezingen aan de Kiesraad, die veel verstand heeft van wat er goed en verkeerd kan gaan bij verkiezingen, vragen om hier onafhankelijk naar te kijken?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

De heer Van der Staaij suggereert om te kijken naar indirecte verkiezingen. Ja, dat zal ook onderdeel uitmaken van de evaluatie. Er wordt echt breed gekeken. Het lijkt mij een goed idee om het oordeel van de Kiesraad bij deze evaluatie te betrekken, maar ik kijk nog even naar mevrouw Bijleveld.

De voorzitter:

Mevrouw Bijleveld knikte.

De heer Van Raak (SP):

De staatssecretaris kondigt drie evaluaties aan, maar deze zijn er al geweest bij de verkiezingen. Dit jaar moest de opkomst omhoog. Daarom wilden politieke partijen deelnemen aan die verkiezingen, maar de kiezers hebben wel door dat de waterschappen geen politiek bestuur zijn, omdat er geen socialistische of liberale waterpompen zijn. Kunnen wij er niet gewoon mee ophouden? Laat de uitslag van deze verkiezingen niet zien dat Nederlanders niet zitten te wachten op politieke waterschappen? Laat de mensen die werken bij de waterschappen, gewoon hun werk doen, en laten wij hen onderbrengen bij de provincies. Kunnen wij al die bestuurders met 24% van de stemmen, waar wij nog 9% valse stemmen vanaf moeten trekken, niet gewoon naar huis sturen?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Voorzitter. Ik kondig geen drie evaluaties aan, maar twee, een van de Waterschapswet en een van de uitvoering van de verkiezingen. De heer Van Raak zei dat wij nu toch wel de uitkomst weten, maar wij weten ook dat de opkomst niet hoger is geworden zoals wij graag wilden. Ik heb graag die evaluatie om de oorzaken daarvan en mogelijke oplossingen daarvoor te bezien. Je weet pas welke kant je op moet als je weet wat nu een rol heeft gespeeld bij het jammer genoeg toch zo laag blijven van de opkomst. Ik zou de heer Van Raak willen aanraden om die evaluatie toch af te wachten om vervolgens op basis van onderzoek en feiten te bezien hoe wij in de toekomst verder moeten.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Ik denk dat deze verkiezingen een antireclame zijn geweest, want als je niet oplet komt ook nog de rol van het waterschap zelf aan de orde, ook al omdat bijvoorbeeld stembiljetten er te laat waren. Beide evaluaties lijken mij zinvol, maar ik vraag om daarbij ook de rol van de provincie te bezien net als die van de waterschappen en de verhouding tussen de waterschappen onderling. De afgelopen weken heb ik op internet een pingpongspel van onderlinge kritiek kunnen volgen. Ook dat lijkt mij onderdeel te moeten zijn van die evaluatie, want anders zou dit echt wel eens de laatste keer kunnen zijn geweest.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Ik neem deze suggestie van mevrouw Neppérus graag mee.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Voorzitter. De PvdA pleit er al langer voor om de verkiezingen als die al gehouden moeten worden onder de Kieswet te brengen. Het is goed dat dit signaal nog eens versterkt wordt.

De waterschappen zijn er toch voor met name de droge voeten van de Nederlanders. Ik zou van de staatssecretaris wel willen weten wat deze verkiezingen daar volgens haar aan hebben bijgedragen.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Ik ben het eens met allen die gezegd hebben dat deze verkiezingen niet gewerkt hebben als een reclame voor de waterschappen en ik vind dat buitengewoon jammer. Wij allen weten dat waterschappen belangrijk zijn voor de veiligheid van ons land. Ook als wij de ideeën van de commissie-Veerman gaan uitwerken, zullen wij de waterschappen hard nodig hebben. Ik zet mij er dan ook graag voor in, met de evaluatie en de daaruit voortkomende voorstellen, om te zorgen voor goede verkiezingen en zodanige wetgeving dat de waterschappen ook in staat zijn om zich goed aan de bevolking te laten zien waardoor deze antireclame hopelijk ook weer snel vergeten is.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. De waterschappen moeten blijven, ze zijn heel belangrijk voor droge voeten en schoon water. Waterschappen moeten blijven, geen punt van discussie! Maar die waterschapsverkiezingen moeten weg! 22 mln. en waarvoor? Eigenlijk meer tijdverdrijf. Kan de staatssecretaris mij nu eens precies vertellen wat nu het voordeel in het algemeen is om waterschapsverkiezingen te houden?

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Ik denk dat wij met deze vraag van mevrouw Verdonk terugkomen op de reden waarom de Waterschapswet door het vorige kabinet is voorgesteld. Toen is gekozen voor het doorzetten van de al eeuwenlang bestaande traditie om waterschapsbesturen te kiezen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Er is een nieuw kabinet, er staat een nieuwe staatssecretaris! Kom op, laat nu eens horen wat uw idee is!

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Maar deze nieuwe staatssecretaris heeft natuurlijk wel te maken met de relatief nieuwe wet van het vorige kabinet. Dat is de wet, maar die gaan wij evalueren en wij gaan kijken naar een goede manier om om te gaan met de waterschappen. Heel veel scenario's worden daarbij bekeken. Als u vraagt om ook het scenario van helemaal geen verkiezingen te bekijken, gaan wij dat scenario er natuurlijk ook bij betrekken.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat voor haar antwoorden. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijft nog in ons midden voor de volgende set vragen.

Naar boven