Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over terrorisme, te weten:

- de motie-Özütok over afwijzing van het uitleveringsverzoek van Wessam al D. (29754, nr. 78);

- de motie-Özütok over een onderzoek naar het Nederlandse contra-terrorismebeleid (29754, nr. 79);

- de motie-Wilders over sluiting van radicale moskeeën (29754, nr. 80);

- de motie-Wilders over de verplichting voor imams om in de Nederlandse taal te preken (29754, nr. 81).

(Zie vergadering van 3 oktober 2006.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hebben wij gedebatteerd over de uitwijzing van terreurverdachten aan de Verenigde Staten en daarnaast meer specifiek over het geval Wessam al D. De PvdA-fractie wil er zeker van zijn dat alle waarborgen die nodig zijn, gezien de serieuze twijfels die bestaan over de objectiviteit van de Amerikaanse strafrechtspraak na de speech van president Bush en de wetgeving in het congres voor terreurverdachten, ten volle zijn verzekerd.

Gezien deze twijfels zijn natuurlijk meer waarborgen nodig dan normaliter het geval is. De regering heeft over deze zaak een notitie toegezegd en ik houd mijn motie op dit punt dan ook aan. Het karige wat de minister kwijt wilde in het specifieke geval van Wessam al D. is dat de verdachte niet als "illegal combattant" zal worden behandeld. Maar voorts is er, ondanks vragen van mijn en andere fracties, geen relevante informatie verstrekt. De regering is nauwelijks ingegaan op het feit dat het hier een zaak betreft van een Nederlander die hier werd en wordt berecht voor dezelfde feiten en dat een medeverdachte wel in Nederland kan worden vervolgd.

De PvdA-fractie is uiteraard geen principieel tegenstander van uitlevering, ook niet aan de Verenigde Staten. De Hoge Raad heeft daarvoor ook geen belemmering opgeworpen. Maar mede gezien de gebrekkige onderbouwing en de zwakke beantwoording van de regering op de door mij genoemde punten en mede gezien het feit dat het een zaak betreft van een Nederlands onderdaan in een langdurig strafonderzoek dat volledig door de Nederlandse autoriteit is uitgevoerd, zal de PvdA-fractie instemmen met de motie van mevrouw Özütok, waarin de regering wordt verzocht om Wessam al D. niet uit te leveren.

In stemming komt de motie-Özütok (29754, nr. 78).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Özütok (29754, nr. 79).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wilders (29754, nr. 80).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de LPF, de Groep Wilders en de Groep Eerdmans/Van Schijndel voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wilders (29754, nr. 81).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de LPF, de Groep Wilders en de Groep Eerdmans/Van Schijndel voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven